Base description which applies to whole site

4.7 Artikel 7 Oorlogsgetroffenen en Herinnering Wereldoorlog II

De zorg voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen uit de Tweede Wereldoorlog (WO II) is geborgd en mensen beseffen, mede op basis van de gebeurtenissen uit WO II, wat het betekent om in vrijheid te kunnen leven.

De minister is verantwoordelijk voor de continuïteit, kwaliteit, effectiviteit en toekomstgerichtheid van specifieke zorg en het stelsel van pensioenen en uitkeringen voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WO II. Het is belangrijk om de herinnering aan WO II levend te houden en te borgen dat blijvend betekenis kan worden gegeven aan het verhaal.

De minister is verantwoordelijk voor:

Stimuleren: van het blijvend betekenis laten houden aan de herinnering aan WO II. Kamerstukken II 2020/21, 35570, nr. 2.

Financieren: van begeleidende instellingen voor maatschappelijk werk en sociale dienstverlening aan erkende deelnemers aan het voormalig verzet en oorlogsgetroffenen en van instellingen die de herinnering aan de WO II levend houden.

Regisseren: het in stand houden en ondersteunen van een infrastructuur die het mogelijk maakt de zorg- en dienstverlening aan verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WO II te garanderen en de herinnering aan WO II blijvend betekenis te laten houden en het actueel houden van de wet- en regelgeving voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WO II.

Uitvoeren: opdrachtgever en toezichthouder van diverse ZBO’s en het Nationaal Comité 4 en 5 mei.

Het afgelopen jaar stond in het teken van het verder verankeren en levend houden van het verhaal over de Tweede Wereldoorlog. Vijf jaar geleden adviseerde de commissie Cohen over hoe een toekomst vaste herinnering aan de Tweede Wereldoorlog geborgd kan worden (bijlagen bij Kamerstukken II 2016/17, 20454, nr. 123). In overleg met de sector wordt nu een verdere samenhang gebracht in de door deze commissie onderscheiden functies van educatie, digitalisering en de museale kennis. Ook wordt er gekeken naar een passende infrastructuur, op basis van de evaluatie van het Platform WOII. Dit traject wordt in 2022 verder voortgezet.

Daarnaast hebben we in 2021 in het kader van de extra middelen die voor de Indische gemeenschap beschikbaar zijn gekomen, gesprekken gevoerd met organisaties uit deze gemeenschap. Verder zijn er verschillende dialoogsessies georganiseerd, onder ander met vertegenwoordigers van de eerste, tweede en derde generatie. Ten slotte is een raadpleging uitgevoerd. Dit heeft geleid tot lancering op 25 oktober 2021 van het Projectplan ‘Collectieve Erkenning Indische gemeenschap in Nederland – een extra impuls 2021 ‒ 2024’ (Kamerstukken II 2021/22, 20454, nr. 173). Doel van dit plan is de waardering voor de Indische identiteit en erfgoed zichtbaar te maken en de kennis over de geschiedenis van voormalig Nederlands-Indië te vergroten. Het projectplan kent vier speerpunten die aansluiten bij activiteiten die al eerder vanuit het beleid op het gebied van de collectieve erkenning in gang zijn gezet. Deze speerpunten zijn: kennis, erfgoed, zorg en initiatieven. Voor het speerpunt ‘kennis’ is een commissie ingesteld onder leiding van mevrouw prof. dr. M. (Jet) Bussemaker.

Tabel 13 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 7 (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie1

Vastgestelde begroting2

Verschil

 

2017

2018

2019

2020

2021

2021

2021

Verplichtingen

528.658

252.001

252.093

229.165

211.985

240.285

‒ 28.300

        

Uitgaven

280.834

266.660

257.533

246.889

225.204

241.085

‒ 15.881

        

1. De zorg- en dienstverlening aan verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WOII en de herinnering aan WO II

19.861

20.794

25.578

28.804

21.896

37.884

‒ 15.988

Subsidies

19.381

20.441

24.086

27.480

21.206

36.830

‒ 15.624

Nationaal Comité

765

650

1.429

6.357

7.384

5.403

1.981

Nationale herinneringscentra

1.990

4.204

3.371

3.836

3.088

2.738

350

Collectieve Erkenning Indisch Nederland

5.816

6.236

6.489

2.417

2.103

2.179

‒ 76

Zorg- en dienstverlening

808

978

1.855

5.635

5.604

6.275

‒ 671

Overige

10.002

8.373

10.942

9.235

3.027

20.235

‒ 17.208

Bekostiging

37

0

500

0

292

400

‒ 108

Overige

37

0

500

0

292

400

‒ 108

Opdrachten

443

353

992

189

368

428

‒ 60

Overige

443

353

992

189

368

428

‒ 60

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

0

0

0

0

0

0

0

Overige

0

0

0

0

0

0

0

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

0

0

0

1.135

30

226

‒ 196

Overige

0

0

0

1.135

30

226

‒ 196

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

0

0

0

0

0

0

0

Overige

0

0

0

0

0

0

0

        

2. Pensioenen en uitkeringen voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WO II

260.973

245.866

231.955

218.085

203.308

203.201

107

Inkomensoverdrachten

247.865

234.360

221.147

208.455

193.743

193.240

503

Wetten en regelingen verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen

247.865

234.360

221.147

208.455

193.743

193.240

503

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

13.108

11.506

10.808

9.630

9.565

9.961

‒ 396

SVB

12.854

11.478

10.808

8.250

8.564

8.721

‒ 157

PUR

236

0

0

1.380

1.001

1.240

‒ 239

Overige

18

28

0

0

0

0

0

        

Ontvangsten

821

4.209

4.643

3.483

3.240

2.901

339

Overige

821

4.209

4.643

3.483

3.240

2.901

339

1

Door afronding kan de som van de delen afwijken van het totaal.

2

Stand inclusief amendementen, moties en NvW

1. De zorg- en dienstverlening aan verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WOII en de herinnering aan WO II

Bij subsidies overig is € 17,2 miljoen minder gerealiseerd dan begroot. Dit verschil wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de middelen voor de collectieve erkenning aan de Indisch Molukse Gemeenschap in het juiste kasritme zijn gezet. Dit is gedaan op basis van dialoogsessies met de Indische en Molukse gemeenschap over hoe de collectieve erkenning vorm en inhoud kan krijgen. Hiertoe is een meerjarig projectplan opgesteld. Als gevolg hiervan is per eerste en tweede suppletoire begroting € 13,4 miljoen van het budget 2021 overgeboekt naar 2022 (€ 6,1 miljoen), 2023 (€ 4,4 miljoen) en 2024 (€ 2,9 miljoen). Daarnaast is per 1e en 2e supletoire begroting per saldo het subsidiebudget overig met € 2,5 miljoen verlaagd.

2. Pensioenen en uitkeringen voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WOII

Inkomensoverdrachten

Wetten en regelingen verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen

Wetten en regelingen voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen worden alleen nog bijgesteld als wijzigingen in aanpalende wetten dat noodzakelijk maken, bijvoorbeeld op het terrein van zorg en sociale zekerheid. In het kader van de wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogs- getroffenen uit WO II (Wuv, Wubo, Wiv en Wbp) worden onder andere tegemoetkomingen (inkomensafhankelijk) en vergoedingen (inkomensafhankelijk) voor bijzondere voorzieningen toegekend als onderdeel van de totale uitkering. Het betreft met name uitgaven voor medische voorzieningen, huishoudelijke hulp, deelname maatschappelijk verkeer en overige voorzieningen zoals vervoer.

Voor 2021 is een bedrag van € 193,7 miljoen verstrekt in de vorm van pensioenen en uitkeringen, waarvan het merendeel (€ 115,5 miljoen) voor de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers (Wuv)1940–1945. De overige € 78,2 miljoen is verstrekt op grond van de Wet uitkeringen burgeroorlogs- slachtoffers 1940–1945 (Wubo), de Wet buitengewoon pensioen 1940–1945 (Wbp) en de Algemene Ongevallenregeling (AOR) (zie onderstaande grafiek).

De realisatie is op dit onderdeel € 0,1 miljoen hoger dan het budget opgenomen in de ontwerpbegroting. Met 1e en 2e Suppletoire is er budget bijgeboekt voor loonprijs compensatie, tevens is er budget afgeboekt vanwege een beleidskorting waardoor de stand per de 2e Suppletoire wet per saldo € 203,5 miljoen is. Hierdoor was er geen sprake meer van een tekort van € 0,1 miljoen.

Kengetal: Uitkeringen aan Oorlogsgetroffenen WO II (bedragen x €1.000.000)

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

Prestatie-indicator: percentage eerste aanvragen dat door de PUR en de SVB binnen de (verlengde) wettelijke termijn is afgehandeld.

Licence