Base description which applies to whole site

8.1 Saldibalans Nationale Schuld IXA

Tabel 58 Saldibalans per 31 december 2022 Nationale Schuld (IXA) (bedragen x € 1.000)

Activa

Passiva

  

31-12-2022

31-12-2021

  

31-12-2022

31-12-2021

 

Intra-comptabele posten

   

Intra-comptabele posten

  

1)

Uitgaven ten laste van de begroting

37.901.634

48.049.186

2)

Ontvangsten ten gunste van de begroting

79.586.833

78.272.943

3)

Liquide middelen

2

2

    

4)

Rekening-courant RHB

37.366.172

39.623.737

    

6)

Vorderingen buiten begrotingsverband

368.903

329.270

7)

Schulden buiten begrotingsverband

16.438.120

23.945.774

8)

Kas-transverschillen

20.388.243

14.216.523

    
 

Subtotaal intra-comptabel

96.024.953

102.218.717

 

Subtotaal intra-comptabel

96.024.953

102.218.717

 

Extra-comptabele posten

   

Extra-comptabele posten

  

10)

Vorderingen

14.270.192

12.919.988

10a)

Tegenrekening vorderingen

14.270.192

12.919.988

11a)

Tegenrekening schulden

459.849.350

413.198.884

11)

Schulden

459.849.350

413.198.884

12)

Voorschotten

0

0

12a)

Tegenrekening voorschotten

0

0

 

Subtotaal extra-comptabel

474.119.542

426.118.872

 

Subtotaal extra-comptabel

474.119.542

426.118.872

 

Overall Totaal

570.144.495

528.337.589

 

Overall Totaal

570.144.495

528.337.589

Algemene toelichting

Alle bedragen zijn opgenomen tegen nominale waarden en vermeld in duizenden euro’s tenzij anders aangegeven. Relevante posten worden hieronder nader toegelicht. Hierbij is de nummering van de saldibalans aangehouden. Door afronding van bedragen kan het voorkomen dat totaaltellingen niet aansluiten bij de som der delen.

1. Uitgaven ten laste van de begroting

Deze post bevat de nog niet met de Rijkshoofdboekhouding verrekende begrotingsuitgaven 2022. Verrekening van de begrotingsuitgaven zal plaatsvinden nadat de Slotwet door de Staten-Generaal is vastgesteld.

2. Ontvangsten ten gunste van de begroting

Deze post betreft de nog niet met de Rijkshoofdboekhouding verrekende begrotingsontvangsten 2022. Verrekening van de begrotingsontvangsten zal plaatsvinden nadat de Slotwet door de Staten-Generaal is vastgesteld.

3. Liquide middelen

De liquide middelen bestaan uit de saldi op bankrekeningen en de bij de kasbeheerders aanwezige kasgelden.

4. Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

Deze post geeft de financiële verhouding met de Rijkshoofdboekhouding weer. Er zijn twee rekening-courant verhoudingen: het Agentschap (artikel 11) en het geïntegreerd middelen beheer (GMB, artikel 12). De bedragen zijn per 31 december 2022 in overeenstemming met de opgaven van de Rijkshoofdboekhouding.

6. Vorderingen buiten begrotingsverband

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.

Tabel 59 Vorderingen buiten begrotingsverband (bedragen x € 1.000)
 

Ultimo 2022

Ultimo 2021

Te ontvangen rente op swaps

168.444

337.974

Vooruitbetaalde disconto

98.341

‒ 31.797

Te ontvangen rente vlottende schuld

60.774

‒ 14.989

Te ontvangen rente m.b.t. GMB

41.344

38.082

Totaal

368.903

329.270

Te ontvangen rente op swaps

Deze post betreft de opgelopen rente die de Staat nog tegoed heeft van de tegenpartijen. Als gevolg van de huidige samenstelling van de swapportefeuille ontvangt de Staat per saldo rente op de swapportefeuille. Doordat een deel van de renteswaps in 2022 voortijdig is beëindigd, is de portefeuille van renteswaps per ultimo 2022 gedaald en is de post te ontvangen renteswaps afgenomen.

7. Schulden buiten begrotingsverband

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.

Tabel 60 Schulden buiten begrotingsverband (bedragen x € 1.000)
 

Ultimo 2022

Ultimo 2021

Te realiseren agio

11.457.509

16.283.477

Te betalen rente onderhandse leningen

2.867

4.272

Te betalen rente openbare schuld

4.355.990

4.427.711

Te betalen rente op swaps

44.432

27.619

Te betalen rente vlottende schuld

51.256

‒ 31.870

Derden van het Agentschap

398.466

3.228.253

Te betalen rente m.b.t. GMB

127.599

6.311

Totaal

16.438.119

23.945.773

Te realiseren agio

Het uitstaande saldo (€ 11,5 mld.) heeft betrekking op in het verleden gerealiseerde agio bij uitgifte vaste schuld. In 2022 lag bij het merendeel van de nieuwe uitgiftes het effectieve rendement boven de couponrente van leningen, waardoor de Staat leningen met disagio heeft uitgegeven. De post ‘Te realiseren agio’ is hierdoor afgenomen.

Te betalen rente op swaps

Deze post betreft de opgelopen rente die de Staat nog moet betalen aan de tegenpartijen. De te betalen rente op swaps is toegenomen doordat de korte rente, die over de variabele delen van de receiverswaps betaald moet worden, in 2022 sterk is gestegen.

Derden van het Agentschap

De post derden van het Agentschap bestaat voor het grootste deel uit het onderpand in contanten dat uit hoofde van derivatencontracten is gestald bij het Agentschap. Het gestalde onderpand is in 2022 afgenomen met name als gevolg van de voortijdige beëindiging van derivatencontracten. Door deze voortijdige beëindiging is de totale swapportefeuille afgenomen waardoor er minder onderpand gestort is.

8. Kas-transverschillen

Op deze rekening zijn de bedragen opgenomen welke zijn verantwoord in de uitgaven en ontvangsten, maar nog niet daadwerkelijk in de kas zijn uitgegeven of ontvangen. Deze verschillen ontstaan doordat rentebaten en rentelasten worden verantwoord op transactiebasis. Hierdoor worden transacties administratief verwerkt op het moment dat ze zich voordoen. Bij het kasstelsel is het moment van betaling en ontvangst leidend. Het verschil dat ontstaat tussen beide verantwoordingsmethoden wordt op deze rekening opgenomen. Met de registratie van rente op transactiebasis wordt aangesloten bij Europese voorschriften van het Europees Stelsel van Rekeningen (ESR) 2010. Sinds 2002 wordt deze werkwijze toegepast. Dit bedrag is het saldo van alle posten in de tabellen ‘Vorderingen buiten begrotingsverband’ en ‘Schulden buiten begrotingsverband’ van het voorgaande jaar, behalve het gestalde onderpand dat in de post Derden van het Agentschap is opgenomen. De onderpanden worden niet meegenomen in het kas-transverschil omdat voor deze post alle boekingen op kasbasis zijn waardoor geen kas-transverschillen ontstaan.

Tabel 61 Kas-transverschillen (bedragen x € 1 mln.)

Vorderingen buiten begrotingsverband ultimo 2021

329

Te ontvangen rente op swaps

338

Vooruitbetaalde disconto

‒ 32

Te ontvangen rente vlottende schuld

‒ 15

Te ontvangen rente m.b.t. GMB

38

Schulden buiten begrotingsverband ultimo 20211

20.717

Te realiseren agio

16.283

Te betalen rente onderhandse leningen

4

Te betalen rente openbare schuld

4.428

Te betalen rente op swaps

28

Te betalen rente vlottende schuld

‒ 32

Te betalen rente m.b.t. GMB

6

Totaal kas-transverschillen 2022

20.388

1

dit is exclusief het gestalde onderpand in de post Derden van het Agentschap

10. Vorderingen

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.

Tabel 62 Vorderingen (bedragen x € 1.000)
 

Ultimo 2022

Ultimo 2021

Loans

450.000

450.000

Deposit Lend

100.000

0

Verstrekte leningen Agentschappen

8.119.233

7.595.456

Verstrekte leningen RWT’s en derden

5.600.959

4.874.532

Totaal

14.270.192

12.919.988

De grootste vorderingen zijn verstrekte leningen aan Agentschappen, RWT’s en derden: instellingen die deelnemen aan het geïntegreerd middelenbeheer. De afgesloten leningen zijn vorderingen van de Staat op de deelnemers. Deze vorderingen bedragen ultimo 2022 € 14,3 mld. Aan de Agentschappen is € 8,1 mld. uitgeleend, een stijging van € 0,5 mld. ten opzichte van de stand ultimo 2021. Aan RWT’s en derden is € 5,6 mld. uitgeleend, een stijging van € 0,7 mld. ten opzichte van 2021. De gewogen gemiddelde looptijd van de leningen bedraagt bij de Agentschappen circa 21 jaar en bij RWT’s circa 18 jaar. Daarnaast zijn er nog enkele kleinere vorderingen van in totaal € 0,6 mld. ‘Loans’ betreft de vordering die de Nederlandse staat nog op ABN AMRO heeft. Deposit Lend is een geldmarktinstrument - dit betreft vorderingen met een zeer korte looptijd.

Opeisbaarheid van de vorderingen

Het volgend overzicht geeft inzicht in de mate van opeisbaarheid van de vorderingen.

Tabel 63 Opeisbaarheid van de vorderingen (bedragen x € 1.000)

Opeisbaarheid

Bedrag

Direct opeisbare vorderingen

0

Op termijn opeisbare vorderingen

14.270.192

Totaal

14.270.192

11. Schulden

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.

Tabel 64 Schulden (bedragen x € 1.000)
 

Ultimo 2022

Ultimo 2021

Vaste schuld1

  

Dutch State Loans

355.471.983

342.129.480

Private loans

202.823

270.240

   

Vlottende schuld

  

Dutch treasury certificates

25.350.000

24.550.000

Deposit borrow

250.000

0

Sell/Buy backtransacties

212.923

12.030

Cash Depo USD in EUR

243.043

0

Commercial Paper foreign currency in EUR

21.175.319

1.587.110

Euro Commercial Paper

1.733.000

0

RC Agentschappen

4.008.771

2.696.722

RC RWT’s en derden

19.127.535

16.716.314

RC decentrale overheden

12.829.567

13.909.367

RC sociale fondsen

14.520.539

10.143.597

   

Deposito’s

  

Deposito’s Agentschappen

0

0

Deposito’s RWT’s en derden

1.808.548

120.548

Deposito’s decentrale overheden

2.915.300

1.063.476

Totaal

459.849.350

413.198.884

1

De vaste schuld bestaat uit financiële transacties met een oorspronkelijke looptijd van > 1 jaar.

De schulden hebben betrekking op in het verleden binnen begrotingsverband geboekte ontvangsten, waarvan op termijn nog verrekening met derden zal plaatsvinden. De vaste schuld betreft voornamelijk de Dutch State Loans (€ 355,5 mld.). en de vlottende schuld betreft voornamelijk de Dutch treasury certificates (€ 25,4 mld.) en Commercial Paper foreign currency (€ 21,2 mld.). Het wisselkoersrisico op Commercial Paper in buitenlandse valuta wordt altijd direct afgedekt met behulp van valutaswaps. Daarnaast bevatten de schulden ook de schulden die betrekking hebben op de verhoudingen tussen het Rijk en de deelnemers aan geïntegreerd middelenbeheer.

Deelnemers aan het geïntegreerd middelenbeheer houden middelen aan op hun rekening-courant bij de schatkist (rekening-courant = RC in bovenstaande tabel). Deze tegoeden vallen onder de vlottende schuld omdat ze direct opvraagbaar zijn. Deelnemers kunnen echter ook deposito’s plaatsen. De uitstaande deposito’s zijn voor het overgrote deel kortlopend. De Agent­ schappen hielden eind 2022 € 4,0 mld. aan op hun rekeningen-courant, ze hadden geen deposito’s. Het rekening-courantsaldo van RWT’s en derden nam in 2022 toe met € 2,4 mld. naar € 19,1 mld. Het bedrag aan uitstaande deposito’s nam toe met € 1,7 mld. naar € 1,8 mld. Het rekening-courantsaldo van de decentrale overheden nam in 2022 af met € 1,1 mld. naar € 12,8 mld. Het bedrag aan uitstaande deposito’s nam toe met € 1,9 mld. naar € 2,9 mld. De gewogen gemiddelde looptijd van de eind 2022 uitstaande deposito’s van de RWT’s was circa 1 jaar en bij decentrale overheden circa 6 jaar.

Sociale Fondsen

De RC-saldi van de sociale fondsen lopen sterk uiteen hetgeen met name toe te schrijven is aan de mate van onder- en overdekking van de ­desbetreffende premies. Het saldo van UWV (Uitvoeringsinstituut Werknemers­ verzekeringen) bedraagt € 21,1 mld. positief, het saldo van SVB (Sociale Verzekeringsbank) € 5,7 mld. positief en het saldo van Zorginstituut Nederland € 12,3 mld. negatief. Gecumuleerd levert dit het saldo van € 14,5 mld. positief op. Het totale saldo van de sociale fondsen is eind 2022 € 4,4 mld. hoger dan de stand eind 2021.

Voor een specificatie naar uitgiftejaar van de stand van de vaste schuld per 31 december 2022 wordt verwezen naar het onderstaande overzicht.

Tabel 65 Specificatie van de vaste schuld naar jaar van uitgifte1 per 31 december 2022 (bedragen x € 1 mln.)

Jaar van uitgifte

 

Openbaar

 

Onderhands

 

Totaal

Vóór

1999

22.833,52

 

25,0

 

22.858,5

1999 t/m

2004

0,0

 

0,0

 

0,0

 

2005

17.977,4

 

0,0

 

17.977,4

 

2006

4.263,0

 

0,0

 

4.263,0

 

2007

0,0

 

0,0

 

0,0

 

2008

0,0

 

0,0

 

0,0

 

2009

0,0

 

0,0

 

0,0

 

2010

18.839,9

 

177,93

 

19.017,8

 

2011

0,0

 

0,0

 

0,0

 

2012

15.507,9

 

0,0

 

15.507,9

 

2013

17.508,0

 

0,0

 

17.508,0

 

2014

37.925,3

 

0,0

 

37.925,3

 

2015

19.925,2

 

0,0

 

19.925,2

 

2016

18.964,1

 

0,0

 

18.964,1

 

2017

30.759,2

 

0,0

 

30.759,2

 

2018

17.126,9

 

0,0

 

17.126,9

 

2019

27.906,0

 

0,0

 

27.906,0

 

2020

43.424,2

 

0,0

 

43.424,2

 

2021

35.638,9

 

0,0

 

35.638,9

 

2022

26.872,6

 

0,0

 

26.872,6

Totaal

 

355.472,0

 

202,8

 

355.674,8

1

Jaar van eerste uitgifte betekent dat ingeval van een heropening van een lening, het bedrag wordt opgenomen bij het oorspronkelijke jaar van eerste uitgifte van de (heropende) lening.

2

DSL uitgifte 1993 € 9805,1 mln., DSL uitgifte 1998 € 13028,4 mln.

3

Verplichtingen uit hoofde van schuldtitels uitgegeven door het land Nederlandse Antillen en het eilandgebied Curaçao, overgenomen door de Nederlandse staat per 10 oktober 2010

Licence