Het realiseren van maatwerkoplossingen voor verkeers- en vervoersvraagstukken door de twee krachtens artikel 20, derde lid, van de Wet personenvervoer 2000 aangewezen openbare lichamen die verkeer- en vervoerstaken verrichten (vervoerregio’s). Dit betreffen thans de Vervoerregio Amsterdam en het samenwerkingsverband van gemeenten in de zuidelijke Randstad, de Metropoolregio Rotterdam Den Haag.
Samenvatting budgettaire gevolgen van beleid
In onderstaande tabel is een samenvatting opgenomen van de totale verplichtingen, uitgaven en ontvangsten van dit artikel. De onderverdeling naar de financiële instrumenten is opgenomen in de totaal tabel van de budgettaire gevolgen van beleid.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2024 | 2024 | |
Verplichtingen | 970.239 | 988.863 | 1.042.556 | 1.126.467 | 1.324.586 | 1.052.388 | 272.198 |
Uitgaven | 953.451 | 967.127 | 1.005.694 | 1.066.020 | 1.113.168 | 1.052.276 | 60.892 |
1 Brede doeluitkering | 953.451 | 967.127 | 1.005.694 | 1.066.020 | 1.113.168 | 1.052.276 | 60.892 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
In onderstaande tabel is een overzicht en toelichting opgenomen op de rol en verantwoordelijkheid van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat bij de Brede Doeluitkering. Voor een nadere toelichting op de verschillende typologieën stimuleren, regisseren, financieren en (doen) uitvoeren wordt verwezen naar de leeswijzer.
Rol | Toelichting |
---|---|
Financieren | De Minister is systeemverantwoordelijk voor de bijdrage aan de BredeDoeluitkering verkeer en vervoer (BDU), die het mogelijk maakt dat er inde gebieden waar de vervoerregio’s actief zijn maatwerkoplossingenkunnen worden geboden voor verkeers- en vervoervraagstukken. Dit artikelhangt samen met artikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid en artikel16 Openbaar Vervoer en Spoor waarin het bredere beleidsveld wordtgeschetst. |
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2024 | 2024 | ||
Verplichtingen | 970.239 | 988.863 | 1.042.556 | 1.126.467 | 1.324.586 | 1.052.388 | 272.198 | 1 |
Uitgaven | 953.451 | 967.127 | 1.005.694 | 1.066.020 | 1.113.168 | 1.052.276 | 60.892 | |
1 Brede doeluitkering | 953.451 | 967.127 | 1.005.694 | 1.066.020 | 1.113.168 | 1.052.276 | 60.892 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 953.451 | 967.127 | 1.005.694 | 1.066.020 | 1.113.168 | 1.052.276 | 60.892 | 2 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Onderstaand wordt op het niveau van financieel instrument, de verplichtingen en ontvangsten een toelichting gegeven op de verschillen (de mutaties) tussen de begroting en de realisatie. Zie voor de gehanteerde norm de toelichting ‘normering jaarverslag’ zoals opgenomen in de leeswijzer.
1. De hoger gerealiseerde verplichtingen (€ 272,2 miljoen) wordt met name veroorzaakt door:
• Het toevoegen van de loon- en prijsbijstelling 2024 van € 47,5 miljoen.
• Volgens de BDU-systematiek worden de verplichtingen voorafgaand aan het jaar van betaling aangegaan. De beschikking voor het jaar 2025 is eind 2024 afgegeven aan de twee vervoersregio’s Metropoolregio Rotterdam en Den Haag (MRDH) en Vervoerregio Amsterdam (VRA). Om deze beschikking af te geven wordt het verplichtingenbudget met € 45,8 miljoen verhoogd.
• Bij het opstellen van de tweede suppletoire begroting was nog niet in alle gevallen bekend welke afzonderlijke afspraken met welk kaseffect in 2025 moesten worden vastgelegd. Inmiddels is dit bekend en is het verplichtingenbudget voor 2024 in totaal met € 178,9 miljoen verhoogd. Dit komt voornamelijk door een verhoging van € 158,5 miljoen in het kader van de motie Bikker-Krul (Kamerstuk 36410-XII, nr. 29) (MRDH en VRA). Daarnaast gaat het hierbij om de bijdrage aan de BDU-regio’s voor de bijdrage aan Zuid-Holland Bereikbaar van € 4,1 miljoen (MRDH) en de verdeling van midden voor OV toegankelijkheid van € 4,2 miljoen (MRDH), OV toegankelijkheid van € 4,3 miljoen (VRA), een Rijksbijdrage aan studiekostende Vlietlijn van € 6,2 miljoen (MRDH), een Rijksbijdrageaan studiekosten de Oude Lijn van € 0,1 miljoen (MRDH), een middelenverdeling voor het Gebiedsprogramma MoVe (MRDH) voor € 0,2 miljoen en de Herindeling Amsterdam Weesp € 1,3 miljoen (VRA).
5. De hoger gerealiseerde uitgaven (€ 60,9 miljoen) wordt met name veroorzaakt door:
• Het toevoegen van de loon- en prijsbijstelling 2024 van € 47,5 miljoen.
• Een overboeking vanuit het Mobiliteitsfonds ter dekking van de BDU-beschikking 2024 voor Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) en Vervoerregio Amsterdam (VRA) (€ 4,3 miljoen).
• Een overboeking vanuit het Mobiliteitsfonds ter dekking van de BDU-beschikking 2024 voor de planuitwerkingsfase van een aantal projecten (€ 9,1 miljoen).
Onderstaand is per artikelonderdeel, zoals opgenomen in de budgettaire tabel, voor de financiële instrumenten zoveel mogelijk aangegeven waarvoor de financiële overdracht in het jaar 2024 is aangewend.
1. Brede Doeluitkering (€ 1.113 miljoen)
Jaarlijks wordt een beschikking verstrekt voor de Brede Doeluitkering aan de Vervoerregio Amsterdam en de Metropoolregio Rotterdam Den Haag. Deze beschikking wordt berekend op basis van de in de Wet BDU Verkeer en Vervoer opgenomen methodiek. Uitbetaling vindt plaats in vijf termijnen, waarvan de tweede termijn een dubbele is. De Vervoerregio Amsterdam en de Metropoolregio Rotterdam Den Haag zijn vrij in de afweging aan welke verkeer- en vervoertaken zij de BDU-middelen besteden. Zij bepalen dat aan de hand van de doelen die zij willen bereiken op hun verkeer- en vervoersterrein. Daarbij hebben zij veel ruimte voor een eigen invulling, rekening houdend met de specifieke kenmerken van hun regio.