Base description which applies to whole site

5.10 Artikel 10 Tegemoetkoming ouders

De overheid biedt een financiële tegemoetkoming aan ouders of verzorgers voor de kosten van kinderen.

De overheid biedt ouders of verzorgers een financiële tegemoetkoming voor de kosten voor verzorging en opvoeding van kinderen op grond van de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) en de kinderbijslagvoorziening BES (Caribisch Nederland). Gezinnen met een laag of middeninkomen komen daarnaast in aanmerking voor een tegemoetkoming op grond van de Wet op het kindgebonden budget (WKB).

De Minister financiert de tegemoetkoming met uitkeringsregelingen. Hij is in deze rol verantwoordelijk voor:

  • de vormgeving, het onderhoud en de werking van het stelsel van wet- en regelgeving;

  • de vaststelling van het niveau van de tegemoetkoming op grond van de AKW, de WKB en de kinderbijslagvoorziening BES;

  • de sturing van en het toezicht op de rechtmatige, doelmatige en doeltreffende uitvoering van de AKW door de SVB;

  • de organisatie van de eigen uitvoering binnen het verband van de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN).

De Minister van Financiën is verantwoordelijk voor de rechtmatige, doelmatige en doeltreffende uitvoering van de WKB door het directoraat-generaal Toeslagen.

Structurele intensivering kindgebonden budget

Het kabinet heeft per 1 januari 2024 een pakket aan koopkrachtmaatregelen getroffen om de evenwichtigheid van de koopkracht te bevorderen en te voorkomen dat de (kinder)armoede in Nederland oploopt. Hiertoe is onder meer besloten om het kindgebonden budget structureel te verhogen. Daarbij zijn onder andere de maximum kindbedragen en het extra kindgebonden budget voor kinderen van 12 t/m 17 jaar verhoogd. Deze verhogingen zijn wettelijk geregeld via het Belastingplan 2024 (Kamerstukken II 2023/24, 36 418).

Uitspraak Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State over aanspraak op kindgebonden budget

Sinds 1 januari 2022 kent de Wet op het kindgebonden budget (WKB) een uitzondering op het koppelingsbeginsel. Deze uitzondering houdt in dat de ouder van een rechtmatig in Nederland verblijvend kind aanspraak kan maken op kindgebonden budget, terwijl de partner van die ouder niet rechtmatig in Nederland verblijft. Op 15 november 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ECLI:NL:RVS:2023:4215 en 4265) geoordeeld dat die uitzondering ook vóór invoering in 2022 van toepassing is, omdat de wetgever in 2022 heeft aangegeven dat hij deze situatie niet heeft voorzien en onwenselijk acht.

Sinds 1 november 2024 is daarom een beleidsregel van kracht die belanghebbenden met terugwerkende kracht tot 2018 aanspraak geeft op kindgebonden budget als zij daar een verzoek voor indienen (Verzamelbesluit Toeslagen).

Wetsvoorstel vereenvoudiging dubbele kinderbijslag intensieve zorg

Per 1 juli 2024 is de wetswijziging in werking getreden waarmee het verkrijgen van dubbele kinderbijslag wegens intensieve zorg in Europees Nederland is vereenvoudigd (Kamerstukken II 2022/23, 36 385, nr. 2). Het wetsvoorstel omvat twee wijzigingen: ten eerste is ambtshalve toekenning van de dubbele kinderbijslag mogelijk gemaakt voor kinderen met een Wlz-indicatie. Ten tweede is het mogelijk gemaakt om de dubbele kinderbijslag met een half jaar terugwerkende kracht toe te kennen.

Verhoging kinderbijslagvoorziening BES

De Commissie sociaal minimum Caribisch Nederland heeft eind oktober 2023 geadviseerd om een aanvullende stap te zetten om huishoudens met kinderen op Caribisch Nederland meer bestaanszekerheid te bieden. Om invulling te geven aan het advies van de commissie is de kinderbijslag op Caribisch Nederland per 1 januari 2024 beleidsmatig verhoogd met USD 90 naar een maandbedrag per kind van USD 225 op Bonaire, USD 216 op Sint Eustatius en USD 225 op Saba.

Oplossen knelpunt samenloop studiefinanciering en kinderbijslagvoorziening BES

Anders dan in Europees Nederland hadden ouders in Caribisch Nederland van kinderen die studiefinanciering ontvangen geen recht op kinderbijslag. Met het wetsvoorstel Wijzigingswet SZW-wetten BES 2024 is deze koppeling vervallen, zodat deze ouders voortaan wel recht hebben op kinderbijslag. Dit wetsvoorstel is begin 2025 door beide Kamers aangenomen. In 2024 is op deze wetswijziging geanticipeerd vanwege het belang van de kinderbijslag voor Caribisch Nederland. Hierover is de Kamer op 4 juni 2024 geïnformeerd (Kamerstukken II 2023/24, 36 557, nr. 5).

Invoering Dubbele Kinderbijslag Intensieve Zorg op Caribisch Nederland

Naar analogie van de Europees Nederlandse regeling op grond van de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) is in 2024 ook voor Caribisch Nederland een regeling voor dubbele kinderbijslag bij intensieve zorg tot stand gebracht. Vooruitlopend op de structurele regeling betrof dit een tijdelijke regeling. De eerdere tijdelijke regeling is in 2024 opgevolgd door de 'Tijdelijke regeling tegemoetkoming kinderen met intensieve zorg BES 2024'. Rechthebbenden op Caribisch Nederland ontvangen een eenmalig bedrag van USD 3.879,31.

Tabel 83 Begrotingsgefinancierde budgettaire gevolgen van beleidsartikel 10 (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

  

2020

2021

2022

2023

2024

2024

2024

Art.

Verplichtingen

6.553.288

6.525.745

6.850.451

8.202.440

9.753.736

9.495.502

258.234

         
 

Uitgaven

6.553.288

6.525.745

6.850.451

8.202.440

9.753.736

9.495.502

258.234

         

10.0

Tegemoetkoming ouders

6.553.288

6.525.745

6.850.451

8.202.440

9.753.736

9.495.502

258.234

 

Inkomensoverdrachten

6.553.288

6.525.745

6.850.451

8.202.440

9.753.736

9.495.502

258.234

 

Algemene Kinderbijslagwet (AKW)

3.648.851

3.678.956

3.935.401

4.369.420

4.625.128

4.562.631

62.497

 

Wet op het Kindgebonden Budget (WKB)

2.899.951

2.842.356

2.909.453

3.824.670

5.113.938

4.920.275

193.663

 

Kinderbijslagvoorziening BES

4.486

4.433

5.597

8.350

14.670

12.596

2.074

         
 

Ontvangsten

198.758

163.076

186.904

231.470

267.081

345.809

‒ 78.728

         
Tabel 84 Uitsplitsing ontvangsten artikel 10 (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

  

2020

2021

2022

2023

2024

2024

2024

         

Art.

Ontvangsten

198.758

163.076

186.904

231.470

267.081

345.809

‒ 78.728

         

10.0

Tegemoetkoming ouders

198.758

163.076

186.904

231.470

267.081

345.809

‒ 78.728

 

Ontvangsten

198.758

163.076

186.904

231.470

267.081

345.809

‒ 78.728

 

Terugontvangsten

198.758

163.076

186.904

231.470

267.081

345.809

‒ 78.728

Inkomensoverdrachten
Algemene Kinderbijslagwet (AKW)

De AKW biedt ouders of verzorgers een tegemoetkoming in de kosten die het opvoeden en verzorgen van kinderen onder de 18 jaar met zich mee brengt. De AKW wordt uitgevoerd door de SVB.

Budgettaire ontwikkelingen

De uitgaven aan de AKW vielen € 62,5 miljoen hoger uit dan begroot. Dit komt voornamelijk door de loon- en prijsbijstelling (indexatie) in 2024 van circa € 69,1 miljoen. Ook vond er in 2024 een nabetaling plaats aan de SVB van circa € 5 miljoen (afrekening uitkeringslasten 2023). Ten slotte heeft er tussentijds in 2024 een neerwaartse bijstelling plaatsgevonden van de uitkeringslasten als gevolg van een neerwaartse bijstelling van de bevolkingsprognose.

Beleidsrelevante kerncijfers

Tabel 85 Kerncijfers AKW
 

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Realisatie 2022

Realisatie 2023

Realisatie 2024

Begroting 2024

Verschil 2024

Aantal gezinnen AKW (x 1.000, jaargemiddelde)

1.884

1.874

1.870

1.874

1.878

1.884

‒ 6

Aantal kinderen AKW (x 1.000, jaargemiddelde)

3.311

3.285

3.278

3.286

3.335

3.308

27

        

Aantal dubbele AKW uitkeringen ( x 1.000, ultimo jaar):

       

Kind uitwonend vanwege onderwijsredenen

1,0

0,9

0,9

0,8

0,8

1

Kind thuiswonend met intensieve zorg

32,2

32,0

34,2

40,6

46,2

1

Kind uitwonend vanwege ziekte of handicap

1,0

1,1

1,2

1,2

1,2

1

        

Extra tegemoetkoming AKW (x 1.000)

9,6

10,5

10,4

11,1

13,9

1

Bron: SVB, administratie.

1

Deze cijfers worden niet geraamd.

Handhaving

De eisen die in de kinderbijslag worden gesteld aan 16- en 17-jarigen zijn per 1 januari 2020 afgeschaft. Het gaat om de bijverdiengrens en het verlies van kinderbijslag wanneer het kind studiefinanciering ontvangt. Met deze wijziging kent de kinderbijslag te weinig verplichtingen om zinvol onderzoek te doen. Om deze reden maakt de kinderbijslag geen onderdeel uit van het onderzoek kennis der verplichtingen.

De afschaffing van deze eisen heeft geleid tot een afname van het aantal overtredingen en het benadelingsbedrag. Sinds 2021 blijven de signalen, overtredingen, waarschuwingen en boetes stabiel.

Tabel 86 Kerncijfers AKW (handhaving inlichtingenplicht)
  

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Realisatie 2022

Realisatie 2023

Realisatie 2024

Opsporing1

Aantal onderzoekswaardige signalen (x 1.000)

0,3

0,2

0,3

0,2

0,5

Aantal geconstateerde overtredingen met financiële benadeling (x 1.000)2

3,0

1,9

1,9

1,8

1,3

Totaal benadelingsbedrag (x € 1 mln)

2,3

1,7

1,7

1,7

1,4

Sanctionering1

Aantal waarschuwingen (x 1.000)

3,9

2,5

3,0

3,1

2,4

Aantal boetes (x 1.000)

0,6

0,4

0,3

0,3

0,2

Totaal boetebedrag (x € 1 mln)

0,2

0,1

0,1

0,1

0,1

  

Ontstaansjaar vordering

  

2020

2021

2022

2023

2024

Terugvordering1

Incassoratio vorderingen (boete + benadelingsbedrag) ultimo 2024 (%)

51

66

56

38

27

1

Bron: SVB, administratie.

2

Cijfers betreffen alle overtredingen van de inlichtingenplicht met financiële benadeling.

Wet op het kindgebonden budget (WKB)

Het kindgebonden budget is een inkomensafhankelijke tegemoetkoming van de overheid in de kosten van kinderen voor gezinnen tot een bepaald inkomen en vermogen. De WKB wordt uitgevoerd door het directoraat-generaal Toeslagen van het Ministerie van Financiën. Indien sprake is van een aanvulling op buitenlandse gezinstoeslagen, is de SVB verantwoordelijk voor de uitbetaling van de WKB.

Budgettaire ontwikkelingen

De uitkeringslasten WKB komen per saldo circa € 193,7 miljoen hoger uit dan begroot. Dit is allereerst het gevolg van de loon- en prijsbijstelling (indexatie) in 2024 van circa € 478 miljoen. Verder valt de bevoorschotting van de WKB per saldo juist € 284 miljoen lager uit dan begroot.

Aan het neerwaarste effect liggen meerdere oorzaken ten grondslag. Ten eerste zijn de uitgaven voor 2024 gedurende het jaar neerwaarts bijgesteld. Dit heeft grotendeels te maken met het feit dat de bevoorschotting van de WKB in 2024 achterbleef bij de eerder geraamde uitgaven voor dit jaar. De oorzaak van de lage bevoorschotting is vermoedelijk dat Dienst Toeslagen bij het vaststellen van de voorschotten voor 2024 gemiddeld genomen een enigszins te hoge loonstijging voor de WKB-gerechtigden heeft aangehouden. Een hogere loonstijging resulteert daarbij (voorlopig) in lagere voorschotbedragen. Het is onze verwachting dat na het vaststellen van de aangiftes inkomstenbelasting 2024 komende zomer duidelijk wordt dat de bevoorschotting over toeslagjaar 2024 (gemiddeld) te laag is geweest. En dat de lagere uitgaven in 2024 zich vanaf 2025 alsnog voordoen in de vorm van hogere nabetalingen.

Verder zijn de nabetalingen in 2024 over eerdere toeslagjaren lager uitgevallen dan eerder werd verwacht.

Beleidsrelevante kerncijfers

Tabel 87 Kerncijfers WKB1
 

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Realisatie 2022

Realisatie 2023

Realisatie 2024

Begroting 2024

Verschil 2024

Aantal huishoudens WKB (x 1.000, jaargemiddelde)

1.002

989

939

1.040

1.039

1.058

‒ 19

Aantal kinderen WKB (x 1.000, jaargemiddelde)

1.833

1.836

1.761

1.952

1.975

2.016

‒ 41

Aantal alleenstaande ouders WKB (x 1.000, jaargemiddelde)

342

341

337

341

344

345

‒ 1

Bron: Ministerie van Financiën, Toeslagen.

1

De cijfers in de tabel over de afgelopen jaren kunnen afwijken van de cijfers uit het jaarverslag 2023. Dit komt doordat het definitieve recht op kindgebonden budget pas na afloop van het jaar wordt vastgesteld (dit kan meerdere jaren duren). Daarnaast ziet circa 5% van de doelgroep in de eerste instantie af van een voorschot, waardoor de toekenning pas achteraf zichtbaar wordt.

Wet kinderbijslagvoorziening BES

De kinderbijslagvoorziening BES biedt ouders of verzorgers die op Bonaire, Sint Eustatius en Saba wonen een tegemoetkoming voor de kosten van opvoeding en verzorging van kinderen die nog geen 18 jaar zijn.

Budgettaire ontwikkelingen

De uitkeringslasten voor de kinderbijslagvoorziening BES vielen circa € 2,1 miljoen hoger uit dan voorzien bij de vastgestelde begroting. Dit heeft waarschijnlijk te maken met de verhoging van de kinderbijslagvoorziening BES per 1 januari 2024 met 90 USD. De geraamde kosten van deze verhoging in de begroting waren een onderschatting van de werkelijke kosten. Een andere verklaring, die een veel kleinere rol speelt, is de reguliere loon- en prijsbijstelling (indexatie) in 2024.

Beleidsrelevante kerncijfers

Tabel 88 Kerncijfers Wet kinderbijslagvoorziening BES
 

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Realisatie 2022

Realisatie 2023

Realisatie 2024

Begroting 2024

Verschil 2024

Aantal kinderen kinderbijslagvoorziening BES (x 1.000, ultimo)

1

1

5,8

5,7

6,1

4,5

1,6

Bron: RCN-unit SZW.

1

Om de KBV-kerncijfers te kunnen produceren moeten er verschillende handmatige acties uitgevoerd worden. Deze handmatige acties vormen een risico voor de betrouwbaarheid van de gegevens. Voor de jaren 2019 t/m 2021 in het jaarverslag zijn er fouten gemaakt bij de totstandkoming van de cijfers, deze cijfers vallen waarschijnlijk lager uit dan de werkelijke cijfers. Daarom zijn de cijfers van 2019 t/m 2021 weggehaald. Voor 2022 en 2023 is dit opgelost en zijn de berekeningen opnieuw opgemaakt.

Ontvangsten

De ontvangsten komen per saldo circa € 78,7 miljoen lager uit dan begroot. Ook dit houdt grotendeels verband met het feit dat Dienst Toeslagen bij het vaststellen van de voorschotten in 2023 en 2024 gemiddeld genomen van een enigszins te hoge loonstijging voor de WKB-gerechtigden is uitgegaan. Immers, door de lagere bevoorschotting in deze jaren neemt de kans op nabetalingen toe en de kans op terugvorderingen af. Een gedeelte van de ouders heeft doordat Dienst Toeslagen van een hogere loonontwikkeling is uitgegaan, een lagere terugvordering gekregen dan anders het geval was geweest. Verder geldt dat ook het aandeel oninbare vorderingen meerjarig opwaarts is bijgesteld naar aanleiding van een zichtbare oploop in het aandeel oninbare vorderingen in realisatiejaren.

Licence