Base description which applies to whole site

4.3 Artikel 3 Langdurige zorg en ondersteuning

Een stelsel voor maatschappelijke ondersteuning en langdurige zorg dat 1. ieder mens in staat stelt om zijn leven zo lang mogelijk zelf in te vullen en 2. – wanneer dit nodig is - thuis of in een instelling kwalitatief goede ondersteuning en zorg biedt. Daarbij worden ondersteuning en zorg geboden aansluitend op informele vormen van hulp. De complexiteit van de zorgvraag en de weerbaarheid van de burger staan centraal bij het bieden van passende zorg. Er wordt gestreefd naar welbevinden en een afname van de afhankelijkheid van ondersteuning en zorg. Dit alles tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten.

Tabel 29 Goed ervaren gezondheid1
 

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

(Zeer) goed ervaren gezondheid

80,3

80,1

80,1

80,3

80,4

79,5

79,4

79,3

78,3

78,7

81,5

80,5

77,2

77,5

Leeftijd 75 jaar of ouder

50,1

48,9

51,4

50,8

52,7

53,2

57

59,2

57,3

55,1

64,1

62,9

55,6

58,9

1

Tabel 30 Wlz zorg in percentages1
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

Aandeel mensen met wlz zorg

1,72

1,73

1,71

1,73

1,78

1,8

1,95

2,01

2,07

Aandeel mensen met wlz zorg met verblijf

1,23

1,2

1,17

1,18

1,18

1,16

1,23

1,23

1,24

Aandeel mensen met wlz zorg volledig pakket thuis

0,05

0,05

0,06

0,07

0,08

0,08

0,1

0,12

0,14

1

De minister is verantwoordelijk voor een effectief en efficiënt werkend systeem van langdurige zorg en maatschappelijke ondersteuning in Nederland.

Mensen die zorg en ondersteuning nodig hebben, dienen dit of thuis of in een instelling op maat en van een goede kwaliteit te krijgen. Gemeenten dragen zorg voor de ondersteuning via de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015).

Voor mensen met een blijvende behoefte aan permanent toezicht en die 24 uur per dag zorg in de nabijheid nodig hebben, is zorg vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz) beschikbaar. Zorgkantoren sluiten namens Wlz-uitvoerders overeenkomsten met zorgaanbieders voor het leveren van verzekerde zorg. Het kan onder andere gaan om verblijf in een instelling, persoonlijke verzorging en verpleging en/of geneeskundige zorg in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget.

De minister is verantwoordelijk voor:

Stimuleren:

  • en aanjagen van een adequate uitvoering van betreffende wetten en vernieuwing in de maatschappelijk ondersteuning en de langdurige zorg. Vernieuwing wordt hoofdzakelijk door burgers, cliëntenorganisaties, gemeenten, zorg- en welzijnsaanbieders en zorgverzekeraars vormgegeven.

  • van de ontwikkeling en verspreiding van kennis, waaronder goede voorbeelden en innovaties op het gebied van maatschappelijke ondersteuning en langdurige zorg en initiatieven om de kwaliteit en het innoverend vermogen van de ondersteuning en zorg te versterken.

Financieren:

  • van de Wmo 2015 en de Wlz.

  • van partijen die een belangrijke rol vervullen binnen het stelsel.

Regisseren:

  • vaststellen van de wettelijke kaders van de Wmo 2015 en de Wlz en sturen door het maken van bestuurlijke afspraken en door gebruik te maken van de bevoegdheid van interbestuurlijk toezicht.

  • monitoren en evalueren van de werking van de Wmo 2015 en de Wlz.

Wonen Ondersteuning en Zorg voor Ouderen

De monitoring van het Wonen Ondersteuning en Zorg voor Ouderen (WOZO)-programma is uitgewerkt op drie niveaus. Dit betreft uitvoering van acties in het programma en de resultaten die hiermee geboekt zijn. Daarnaast betreft het de maatschappelijke effecten in ondersteuning en zorg voor ouderen. In 2024 is de Kamer hierover geïnformeerd.

VG7

Zorgprofiel VG7 is bedoeld voor mensen met een verstandelijke beperking die behoefte hebben aan zeer intensieve begeleiding, behandeling en verzorging vanwege ernstige psychische en/of gedragsproblemen.

De ‘Toekomstagenda: zorg en ondersteuning voor mensen met een beperking’ richt zich op het toekomstbestendig maken van de gehandicaptenzorg, met complexe zorg als één van de zes belangrijke thema's. In de afgelopen jaren nam de vraag naar complexe zorg toe. Ook nam het aantal VG7-indicaties en aanvragen voor meerzorg toe. Dit maakt duidelijk dat er dringend passende zorg nodig was. Om de zorgkwaliteit te waarborgen, werd in 2023 en 2024 extra geld beschikbaar gesteld. Daarnaast is in 2024 het Ontwikkelprogramma complexe zorg van start gegaan, wat als doel heeft om zorgaanbieders die werken met mensen met een intensieve zorgvraag en onbegrepen gedrag (indicatie VG6 en VG7) te helpen bij de uitdagingen waar zij voor staan. Daarbij is het doel een duurzame werkwijze te vinden die door de gehele organisatie wordt gedragen en toegepast, zodat mensen met een intensieve zorgvraag de best passende zorg krijgen, en de (zorg)professionals de beste omgeving om die zorg te verlenen.

Monitoring

Om de beweging naar toekomstbestendige zorg te kunnen volgen, heeft het RIVM de opdracht gekregen een monitor te ontwikkelen die informatie oplevert over de maatschappelijke doelen van de Toekomstagenda. Daarnaast wordt een plan van aanpak voor de evaluatie van de Toekomstagenda gemaakt. In 2024 is de indicatorenset vastgesteld die het RIVM voor het plan van aanpak van de monitor zal gebruiken. In het eerste kwartaal van 2025 levert het RIVM zowel het voorstel voor de monitor op, als een beschrijving van de eerste bevindingen op de indicatoren. Daarnaast wordt op hetzelfde moment ook het plan van aanpak voor de evaluatie opgeleverd.

Gespecialiseerde cliëntondersteuning

Vanaf 1 januari 2024 heeft de uitvoerder van gespecialiseerde clientondersteuning (GCO) de ondersteuning van deelnemers van pilots GCO overgenomen en stromen er nieuwe deelnemers in. Dit is gericht op de ondersteuning van cliënten en naasten en verbeteringen voor de zorgpraktijk.

Aanpak Gendergerelateerd geweld

Het ministerie van VWS heeft ingezet op het voorkomen en bestrijden van huiselijk geweld en geweld tegen vrouwen. Dit is gedaan vanuit de brede aanpak en een aantal programma’s die gericht zijn op specifieke doelgroepen, vormen van geweld of bepaalde risicofactoren. In 2024 is het plan van aanpak Stop femicide! gelanceerd. In deze aanpak zijn tien prioriteiten benoemd waarmee wordt ingezet op het voorkomen van dodelijk gendergerelateerd geweld tegen vrouwen. In 2024 is een start gemaakt met de aangekondigde acties die worden uitgevoerd door de ministeries van VWS, JenV en OCW.

Vanuit het interdepartementale nationaal actieprogramma seksueel grensoverschrijdend gedrag (SGG) en seksueel geweld (SG) is vanuit VWS ingezet op de toegang tot en de hulpaanbod aan slachtoffers van SGG en SG. Doel hierbij is dat slachtoffers hetzelfde aanbod krijgen, goed worden doorverwezen en op de juiste plek terecht komen. Samen met JenV, de VNG, het CSG, slachtofferhulp Nederland, Politie, OM, Veilig Thuis en Perspectief Herstelbemiddeling zetten we hierop in. In 2024 zijn ontwerpen gemaakt voor nieuwe gezamenlijke manieren van werken, zijn voorbereidingen gedaan voor een praktijktoets van de nieuwe werkwijze in 2025 in 2 geselecteerde pilotregio’s Den Haag en Oost-Brabant.

Op het dossier mensenhandel is het interdepartementale Actieplan Samen tegen Mensenhandel definitief vastgesteld en is VWS begonnen met de uitvoering van de acties uit dit Actieplan. In zes actielijnen wordt gewerkt aan de versterking van de aanpak mensenhandel, waaronder de opvang van slachtoffers.

In 2024 is opvolging gegeven aan de landelijke campagne tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag, huiselijk geweld en ouderenmishandeling. Specifiek voor ouderenmishandeling is in 2024 ingezet op het versterken van de preventie en de aanpak van financieel misbruik van ouderen. Zo is de informatiebox ‘Financieel Veilig Ouder Worden’ van een inhoudelijke update voorzien en opnieuw kosteloos beschikbaar gesteld. In deze informatiebox zit voor ouderen toegesneden informatie om de bankzaken veilig te regelen en is het resultaat van een samenwerking met onder andere J&V, de VNG, Veilig Thuis, ABN-AMRO, ING, de Rabobank, de Volksbank en de Seniorencoalitie. Deze partijen zijn ook verenigd in de ‘Brede Alliantie Financieel Veilig Ouder Worden’, waar ook in 2024 onder voorzitterschap van VWS inhoudelijke ontwikkelingen zijn aangejaagd.

Verder is in 2024, in samenwerking met de VNG, een opdracht verstrekt. Met deze opdracht worden de succesfactoren en knelpunten van lokale allianties onderzocht. Een lokale alliantie is een netwerk van (commerciële en niet-commerciële) private en publieke deelnemers die hun kennis van financieel misbruik van ouderen delen en bundelen. Eindresultaat is onder andere een handzaam overzicht voor gemeenten en lokale veldpartijen hoe zij een lokale alliantie succesvol kunnen (her)oprichten om de lokale aanpak van financieel misbruik van ouderen te versterken. Deze opdracht wordt naar verwachting medio 2025 afgerond.

Ook ten aanzien van verschillende vormen van schadelijke praktijken, zoals vrouwelijke genitale verminking, uithuwelijking, achterlating, en eergerelateerd geweld, zijn specifieke acties uitgezet. Een voorbeeld hiervan is verklaring tegen meisjesbesnijdenis. Deze verklaring is bestemd voor ouders afkomstig uit risicolanden die van plan zijn om op vakantie te gaan naar hun land van herkomst. Jeugdgezondheidszorg (JGZ)-professionals kunnen de verklaring meegeven aan deze ouders, zodat zij hun familieleden kunnen informeren over de consequenties en strafbaarheid van meisjesbesnijdenis. De verklaring is in 8 talen beschikbaar gesteld.

Programma Eén tegen eenzaamheid

Het programma «Eén tegen eenzaamheid» lanceerde in september 2022 de vervolgstrategie (Kamerstukken II 2022/23, 29538, nr. 344). Waar het programma zich in de periode 2018-2021 vooral richtte op eenzaamheid onder ouderen, is de focus nu breder: eenzaamheid in het algemeen (2022-2025).

In 2024 is verder gewerkt aan drie belangrijke actielijnen:

  • 1. Bewustwording vergroten: door middel van een publiekscampagne en de Week tegen Eenzaamheid werd eenzaamheid bespreekbaar gemaakt en werd kennis vergroot via de Nationale Wetenschapsagenda.

Hierbij is in 2024 het volgende bereikt:

- Naar aanleiding van de campagne blijkt uit de interneeffectrapportage dat het aantal mensen dat weleens iets tegen eenzaamheid heeft gedaan voor zichzelf of voor iemand anders met (beginnende) eenzaamheidsgevoelens ten opzichte van de start in 2023 is toegenomen. In deze periode is het vertrouwen bij mensen die zich eenzaam voelen dat zij iets tegen hun (beginnende) eenzaamheidsgevoelens kunnen doen en het gevoel bij omstanders dat zij iets kunnen doen voor iemand met (beginnende) eenzaamheidsgevoelens stabiel gebleven. Ruim 4 op de 5 mensen weten dat eenzaamheid iets is dat iedereen kan overkomen, ongeacht leeftijd of situatie. De Eén tegen eenzaamheid-campagne behoort tot de top 10% best gewaardeerde Rijksoverheidscampagnes.

- De vijftiende Week tegen Eenzaamheid vond plaats. Een actieweek waarin door heel het land extra aandacht wordt gevraagd voor het thema eenzaamheid. Negen op de tien gemeenten die zijn aangesloten bij het actieprogramma, heeft aan de Week tegen Eenzaamheid meegedaan.

- De consortia die in het kader van de Nationale Wetenschapsagenda onderzoek doen naar oorzaken en aard van eenzaamheid zijn van start gegaan. Zij doen ook onderzoek naar het taboe op eenzaamheid en een effectieve aanpak ervan, bij vijf verschillende doelgroepen.

2. Meer maatschappelijke initiatieven: het programma Eén tegen eenzaamheid ondersteunde initiatieven die eenzaamheid voorkomen of verminderen.

In 2024:

- Bestaat de Nationale Coalitie tegen Eenzaamheid eind 2024 uit 206 landelijke bedrijven en organisaties die een unieke bijdrage leveren aan het voorkomen en verminderen van eenzaamheid. Partijen in de Nationale Coalitie weten elkaar steeds beter te vinden doordat het actieprogramma actief deelnemers aan elkaar verbindt. In de Week tegen Eenzaamheid 2024 is bijvoorbeeld een samenwerking tussen Beter Horen en de Luisterlijn ontstaan en hebben Join Us en NS samen een campagne uitgevoerd om eenzaamheid onder jongeren te verminderen.

- Versterken VWS en het Oranje Fonds met het programma Verminderen Eenzaamheid (2023-2025) gezamenlijk maatschappelijke initiatieven. Inmiddels hebben vijftig initiatieven een financiële bijdrage ontvangen.

- Is een toolkit ontwikkeld. Hiermee kunnen bedrijven en organisaties meer duurzame impact maken op het thema, bijvoorbeeld door samen te werken met een maatschappelijk initiatief of eenzaamheid te signaleren.

- is een handreiking ontwikkeld voor werkgevers over hoe zij eenzaamheid kunnen voorkomen en/of verminderen onder medewerkers van hun bedrijf of organisatie.

- Is ‘De Etalage’ gelanceerd, een online overzicht van maatschappelijke initiatieven tegen eenzaamheid. Met deze etalage kunnen gemeenten maatschappelijke initiatieven beter vinden. Bijvoorbeeld om mee samen te werken voor de lokale aanpak van eenzaamheid.

3. Lokale aanpakken: gemeenten kregen advies en financiële steun via de Brede Specifieke Uitkering (Brede SPUK) om lokaal actie te ondernemen tegen eenzaamheid. Vanuit het actieprogramma kunnen gemeenten o.a. ook gratis gebruik maken van adviesuren voor hun lokale aanpak eenzaamheid en gebruik maken van onze toolkit. In 2024 is 80% van alle gemeenten aangesloten bij Eén tegen eenzaamheid (actieprogramma Eén tegen eenzaamheid en doe mee | Gemeenten en organisaties). Uit de jaarlijkse benchmark blijkt dat gemeenten zich actief inzetten voor de aanpak van eenzaamheid en dat zij veelvuldig gebruikmaken van de ondersteuning van het actieprogramma Eén tegen eenzaamheid, zoals de adviseurs, toolkit en best practices.

Tabel 31 Eenzaamheid onder ouderen

Eenzaamheid 1

2012

2016

20202

2022

75-84 jr eenzaam

49,5

52,5

53,6

52,3

75-84 jr (zeer) sterk eenzaam

9,9

10,3

11,2

11,9

> 85 jr eenzaam

59,2

62,7

65,9

62,6

> 85 jr (zeer) sterk eenzaam

13,8

14,8

14,3

15,6

1

2

In 2020 brak de coronapandemie uit. Hiermee moet rekening worden gehouden bij het interpreteren van de trends.

Invoering inkomens- en vermogensafhankelijke eigen bijdrage Wmo 2015

In de Voorjaarsnota 2023 besloot het toenmalige kabinet het abonnementstarief in de Wmo 2015 vanaf 1 januari 2026 af te schaffen en in plaats daarvan opnieuw een inkomens- en vermogensafhankelijke eigen bijdrage (ivb) in te voeren. Hiervoor wordt sindsdien een wetsvoorstel voorbereid. Deze ivb gaat gelden voor alle maatwerkvoorzieningen uit hoofde van de Wmo 2015 waar nu het abonnementstarief voor geldt. De wijziging is bedoeld om de beschikbaarheid van Wmo-voorzieningen te vergroten voor burgers die daarop zijn aangewezen en om de financiële houdbaarheid van Wmo-voorzieningen op macroniveau en op lokaal niveau te versterken. Eind augustus 2024 heeft de Raad van State geadviseerd om het voorstel van Wet vervanging abonnementstarief Wmo 2015 overtuigender te motiveren en zo nodig aan te passen of deels te heroverwegen. Door dit kritische advies van de Raad van State is de planning, die al zeer krap was, onder nog grotere druk komen te staan en is de invoering per 1 januari 2026 niet meer haalbaar. Om zowel aan burgers en aanbieders van ondersteuning, als aan uitvoerende partijen – zoals het CAK en gemeenten – de kans te geven zich goed voor te bereiden op dit wetsvoorstel, is de beoogde implementatiedatum opgeschoven naar 1 januari 2027.

Onbeperkt meedoen / coördinatie implementatie VN-verdrag handicap

Sinds 2018 heeft Onbeperkt Meedoen bijgedragen aan de implementatie van het VN-verdrag inzake de rechten van mensen met een handicap. In 2024 is het wetstraject rondom de invoering van de EU-toegankelijkheidsakte is afgerond. Hiermee is een belangrijke stap gezet naar de toegankelijkheid van (met name elektronische) producten en diensten.

Er worden stappen gezet om het facultatief protocol VN-verdrag Handicap te ratificeren. De nadere beleidsreactie op de voorlichting van de Raad van State is naar de beide Kamers gestuurd. Dit vormt de basis om de goedkeuringswetgeving voor het facultatief protocol te starten.

In 2024 is de meerjarige nationale strategie VN-verdrag Handicap vastgesteld. Tevens is gestart met de ontwikkeling van de werkagenda, waarin de inhoud van de strategie vertaald wordt naar concrete acties voor de komende 5 jaar. Met deze kabinetsbrede werkagenda wordt toegewerkt naar een toegankelijke samenleving voor iedereen. 

Aanpak dak- en thuisloosheid

In het coalitieakkoord Rutte IV is structureel extra € 65 miljoen bestemd voor de aanpak van dakloosheid. Eind 2022 is in gezamenlijkheid met veldpartijen en de ministeries van SZW en BZK het Nationaal Actieplan Dakloosheid: Eerst een Thuis gepresenteerd. Veldpartijen en branches als VNG, Aedes en Valente hebben zich via bestuurlijke afspraken gecommitteerd aan de doelstelling van het plan dat preventie en Wonen Eerst centraal zet. In 2023 werkten de regio’s aan regionale plannen en is een monitoringssysteem en ondersteuningsstructuur opgezet om gemeenten te faciliteren de beweging naar betere preventie en Wonen Eerst te versnellen en op te schalen. In 2024 werd in regio’s verder gewerkt aan de uitvoering van deze plannen en is met financiering van VWS het platform sociaal domein gestart om regio’s onder meer te helpen bij de beweging naar preventie en Wonen Eerst. Zij doen dit in samenhang met het programma Een Thuis voor Iedereen van het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO). Daarnaast is met ondersteuning van VWS gewerkt aan het versterken van preventiebeleid van gemeenten. De door VWS gefinancierde Preventie Alliantie heeft inmiddels in vrijwel alle regio’s preventiescans uitgevoerd en organiseren goedbezochte masterclasses en leercirkels. Resultaat hiervan is dat gemeenten en regio's hun beleid ten aanzien van voorkomen van dakloosheid verbeteren. Daarnaast is gewerkt om dakloze mensen beter in beeld te krijgen op basis van de ETHOS-light classificatie. In 2024 hebben Kansfonds en de Hogeschool Utrecht, mede met financiering van VWS, telonderzoeken uitgevoerd in 6 regio’s (55 gemeenten), met als resultaat dat verborgen groepen zoals jongeren, vrouwen, en mensen die bij vrienden en familie op de bank slapen, beter in beeld zijn en gemeenten hun beleid kunnen aanpassen om deze groepen beter en sneller te helpen.

Door het faciliteren van de opzet van een landelijk platform «belangenbehartiging dakloosheid» is verder gewerkt aan de versterking van ervaringsdeskundige inzet in beleid door volwassenen en jongeren. Daarnaast heeft VWS een informatiepakket opgeleverd die bij moet dragen aan verbeterde beeldvorming en reductie van stigma van dakloze mensen. Dat is zeer van belang omdat woonprojecten voor deze doelgroep vaak enorme vertraging oplopen als gevolg van protesten in de wijk. Het informatiepakket helpt gemeenten bij deze gesprekken. Ook de beeldredacties van grote kranten zijn betrokken in dit traject. Tenslotte is met vele partijen gewerkt aan de evaluatie van de pilot «dakloze EU-burgers» en de opzet van de actie agenda 'voorkomen van jongerendakloosheid, met als doel dakloosheid terug te dringen door aan te sluiten bij de specifieke behoeften van dakloze EU-burgers en jongeren in kwetsbare positie.

Tabel 32 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 3 (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

  

2020

2021

2022

2023

2024

2024

2024

Art.

Verplichtingen

14.199.190

14.790.146

15.459.398

32.366.506

23.066.078

18.806.690

4.259.388

         
 

Uitgaven

10.062.532

12.186.970

13.655.535

29.589.725

21.617.993

18.980.880

2.637.113

         

3.10

Participatie en zelfredzaamheid van kwetsbare groepen

214.609

165.522

139.465

305.460

334.752

514.365

‒ 179.613

 

Subsidies (regelingen)

102.981

64.234

47.557

60.186

70.417

86.003

‒ 15.586

 

Toegang tot zorg en ondersteuning

4.440

9.286

8.658

7.633

7.939

10.290

‒ 2.351

 

Passende zorg en levensbrede ondersteuning

4.966

25.182

13.626

13.151

14.422

1.222

13.200

 

Inclusieve samenleving

70.834

14.734

6.053

20.464

26.104

64.962

‒ 38.858

 

Kennis en informatiebeleid

7.879

11.571

11.149

14.765

17.780

9.121

8.659

 

Overige

14.862

3.461

8.071

4.173

4.172

408

3.764

 

Opdrachten

73.166

57.504

62.862

67.995

82.025

127.146

‒ 45.121

 

Bovenregionaal gehandicaptenvervoer

62.153

48.948

52.645

58.025

69.646

63.959

5.687

 

Toegang tot zorg en ondersteuning

499

187

3.663

53

113

2.372

‒ 2.259

 

Passende zorg en levensbrede ondersteuning

2.287

2.933

3.342

2.091

3.229

3.378

‒ 149

 

Inclusiviteit

2.538

2.747

1.865

7.078

7.639

40.621

‒ 32.982

 

Kennis, informatie en innovatiebeleid

0

170

0

233

98

1.437

‒ 1.339

 

Aanbesteden sociaal domein

1.244

1.146

28

0

0

0

0

 

Overige

4.445

1.373

1.319

515

1.300

15.379

‒ 14.079

 

Bijdrage aan agentschappen

6.865

16.891

3.100

6.774

9.016

24.456

‒ 15.440

 

Overige

6.865

16.891

3.100

6.774

9.016

24.456

‒ 15.440

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

12.583

11.280

15.267

16.385

18.299

13.985

4.314

 

Doventolkvoorzieningen

12.583

11.280

15.267

16.385

18.299

13.985

4.314

 

Bijdrage aan medeoverheden

4.714

8.313

10.512

153.816

154.235

225.975

‒ 71.740

 

Overige

4.714

8.313

10.512

153.816

154.235

225.975

‒ 71.740

 

Storting/onttrekking begrotingsreserve

14.300

7.300

167

304

760

36.800

‒ 36.040

 

Stimuleringsregeling wonen en zorg

14.300

7.300

167

304

760

36.800

‒ 36.040

3.21

Langdurige zorg tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten

9.847.923

12.021.448

13.516.070

29.284.265

21.283.241

18.466.515

2.816.726

 

Subsidies (regelingen)

110.281

159.281

154.481

176.350

214.022

292.186

‒ 78.164

 

Zorg merkbaar beter maken

53.910

77.359

69.928

85.798

112.749

187.532

‒ 74.783

 

Kennis, informatie en innovatiebeleid

14.349

37.129

33.403

28.000

26.794

28.864

‒ 2.070

 

Palliatieve zorg en ondersteuning

42.022

44.793

51.150

62.552

74.479

75.790

‒ 1.311

 

Bekostiging

9.566.500

11.681.043

13.184.000

28.923.125

20.852.200

17.939.900

2.912.300

 

Bijdrage in de kosten van kortingen (BIKK)

3.666.500

4.101.700

4.234.000

4.823.800

5.302.200

5.345.100

‒ 42.900

 

Bijdrage Wlz

5.900.000

7.579.343

8.950.000

9.650.000

15.550.000

12.594.800

2.955.200

 

Overige

0

0

0

14.449.325

0

0

0

 

Opdrachten

36.216

31.566

25.938

14.052

15.401

21.456

‒ 6.055

 

Zorgdragen voor langdurige zorg

36.216

31.566

25.938

14.052

15.401

21.456

‒ 6.055

 

Bijdrage aan agentschappen

45

427

865

476

811

491

320

 

Algemeen

45

427

865

476

811

491

320

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

134.881

148.007

150.112

165.003

183.954

185.482

‒ 1.528

 

Uitvoeringskosten Sociale Verzekeringsbank

37.181

42.317

43.222

43.603

45.146

54.501

‒ 9.355

 

Uitvoeringskosten Centrum Indicatiestelling Zorg

97.700

105.690

106.890

121.400

138.808

130.981

7.827

 

Bijdrage aan medeoverheden

0

1.124

674

5.259

16.853

27.000

‒ 10.147

 

Overige

0

1.124

674

5.259

16.853

27.000

‒ 10.147

         
 

Ontvangsten

6.772

10.547

6.606

12.943

31.330

6.549

24.781

         

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget is in 2024 per saldo met € 4,2 miljard verhoogd voor het aangaan van verplichtingen voor 2024 en verder. Het betreft hier voornamelijk:

  • € 0,6 miljard aan verplichtingenruimte om verplichtingen voor de BIKK (Rijksbijdrage In Kosten van Kortingen) in 2024 vast te kunnen leggen.

  • € 3,6 miljard aan verplichtingenruimte om verplichtingen voor de bijdrage Wlz (Wet langdurige zorg) in 2024 vast te kunnen leggen.

Uitgaven

1.Participatie en zelfredzaamheid van mensen met beperkingen

Kengetal: De participatie van deze tabelmensen met een lichamelijke beperking, lichte of matige verstandelijke beperking, ouderen (≥ 65 jaar) en de algemene bevolking in 2023 (percentages)

*De cijfers zijn berekend op basis van standaardpopulaties van de betreffende groep in Nederland.

**Cijfers voor politieke participatie door mensen met een verstandelijke beperking konden niet betrouwbaar geschat worden vanwege het kleine aantal mensen dat hierop participeert.

**Training, cursus of opleiding is voor mensen met een verstandelijke beperking berekend voor mensen onder de 65 jaar, omdat dit in onze steekproef niet wordt gedaan door mensen in de categorie 65+.

Bovenstaand kengetal geeft inzicht in de participatie van mensen met beperkingen en de algemene bevolking op 13 deelgebieden in 2023 op basis van de Notitie NIVEL Participatiecijfers 2023.

Kernbevindingen participatie 2023

Dit kengetal geeft inzicht in de participatie van mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking en de algemene bevolking op de participatie-indicatoren in 2023. Over het algemeen is de participatie bij mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking lager dan in de algemene bevolking, bijvoorbeeld op het gebied van betaald werk, huishoudelijke taken en het volgen van een training, cursus of opleiding. Een uitzondering hierop is te zien bij fysiek sociaal contact, waarbij de participatie iets hoger ligt bij mensen met een lichamelijke beperking (61%) dan bij de algemene bevolking (55%). Vooral voor mensen met een verstandelijke beperking zijn verschillen in participatie ten opzichte van de algemene bevolking groot.

Een uitzondering is te zien bij de indicator uitgaan, groepsactiviteiten en openbare voorzieningen, waarvan de uitkomst nagenoeg gelijk is voor mensen met een verstandelijke beperking (47%), mensen met een lichamelijke beperking (47%) en de algemene bevolking (51%). Zowel reguliere activiteiten als activiteiten die speciaal voor de doelgroep zijn georganiseerd, zijn in dit percentage meegenomen. Het verschil in participatie door mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking ten opzichte van de algemene bevolking is het grootst op het gebied van betaald werk. Waar 46% van de mensen met een lichamelijke beperking minimaal een uur per week betaald werk doet, is dit aandeel in de algemene bevolking bijna twee keer zo groot (86%).

Het percentage mensen met betaald werk is het laagst voor mensen met een verstandelijke beperking (14%), maar 71% van de mensen met een verstandelijke beperking heeft wel dagbesteding.

Bovenregionaal vervoer

Kengetal: Over het geheel genomen geven de pashouders het reizen met het BRV een hoog waarderingscijfer.

Bron: Klantervaringsonderzoek Valys

pkb = persoonlijk kilometer budget

Het BRV is vraagafhankelijk vervoer, dit betekent dat factoren zoals de toegankelijkheid van het lokale openbaar vervoer, het weer of de gezondheid van de pashouders invloed kunnen hebben op het aantal verreden kilometers.

Subsidies (regelingen)

Passende zorg en levensbrede ondersteuning

Eerder zijn de budgetten voor de regelingen SET en STOZ begroot op instrument Bijdrage aan agentschapen. Deze zijn gecorrigeerd naar de subsidie regelingen. Verder zijn de beoogde uitgaven veel lager uitgevallen door later openstellen van de STOZ regeling en het verloop van de aanvragen in 2024. Overige mutaties zijn technisch van aard geweest en dit heeft per saldo geleid tot een verhoging van het budget met € 13,2 miljoen.

Inclusieve samenleving

De opgave aan zorggeschikte woningen was eerder  € 43 miljoen hoger geraamd dan beoogd in 2024. Hiervan is € 39,5 miljoen doorgeschoven naar 2028 en 2029 om de verdeling van de middelen ten behoeve van de Stimuleringsregeling zorggeschikte woningen beter aan te laten sluiten op de praktijk. Op basis van een raming van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) is bij de «stimuleringsregeling wonen en zorg» € 10,6 miljoen minder uitgegeven dan budgettair beschikbaar is. De overige mutaties zijn technisch van aard en bedragen € 23,5 miljoen. Dit betreft voornamelijk de middelen van de «subsidieregeling zorggeschikte woningen» die zijn overgeheveld van het instrument storting/onttrekking begrotingsreserve naar het instrument subsidies.

Opdrachten

Inclusiviteit

Bij de 2e suppletoire wet is gebleken dat meerkosten zijn ontstaan bij de Gemeenten voor het opvangen van Oekraïense ontheemden. De kosten zijn toen vastgesteld op € 29,8 miljoen op basis van daadwerkelijk aantal opgevangen Oekraïense ontheemden en een onderzoek naar de gemaakte kosten bij de gemeenten. Dit totaalbedrag is in 2024 beschikbaar gesteld aan de Gemeenten via een decentralisatie-uitkering in het Gemeentefonds. Verder heeft een technische mutatie plaatsgevonden waardoor per saldo € 32,9 miljoen minder is uitgegeven dan begroot.

Overige

Het budget is verlaagd met een bedrag van € 14,1 miljoen waarbij € 3,1 miljoen overgeheveld is voor de subsidie Ketenbureau I-sociaal domein. Daarnaast is er gedurende het jaar € 5,7 miljoen meer uitgegeven aan het bovenregionaal gehandicaptenvervoer. Verder gedurende het jaar is ongeveer € 5 miljoen herschikt.

Bijdrage aan agentschappen

Overige

De lagere realisatie is voornamelijk te verklaren omdat er vanuit bijdrage aan agentschappen € 12 miljoen is overgeheveld naar het subsidiebudget Passende zorg en levensbrede ondersteuning ten behoeve van de subsidieregelingen SET en STOZ.

Bijdragen aan medeoverheden

Overige

Vanuit Bijdrage medeoverheden is vanaf 2024, € 55 miljoen structureel toegekend aan 43 centrumgemeenten voor maatschappelijke opvang en beschermd wonen. In 2024 is de decentralisatie uitkering voor dakloosheid van € 7 miljoen voortgezet. Deze middelen zijn overgeheveld naar het Gemeentefonds8. Verder is een bedrag van € 7 miljoen aan afdracht geweest van BTW voor de SPUK Gala en IZA. Verder is het resterend saldo onderuitputting geweest van € 2 miljoen.

Storting/onttrekking begrotingsreserve

Vanuit Storting/onttrekkingen begrotingsreserve is tijdens de 2e suppletoire wet een bedrag van € 35,3 miljoen overgeheveld van Stimuleringsregeling Zorggeschikte woningen naar subsidiebudget Inclusieve samenleving voor de subsidieregeling.

2. Zorgdragen voor langdurige zorg tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten

Subsidies

Zorg merkbaar beter maken

Voor het Groninger Zorgakkoord (GZA) is er een onderbesteding geweest van totaal € 61,1 miljoen. Er heeft een kasschuif van 2024 naar 2025 en 2026 plaatsgevonden van € 47,9 miljoen. € 5,4 miljoen is niet besteed, doordat de aanvragen voor subsidie te laat binnen zijn gekomen. Volgens planning zou € 7,8 miljoen in 2024 betaald worden echter heeft de betaling al in 2023 plaatsgevonden.

Verder zijn er middelen overgeheveld naar andere artikelen van VWS. Zo is een bedrag van € 2,8 miljoen overgeheveld voor een bijdrage in de beheerskosten voor het Zorginstituut Nederland en € 2 miljoen aan ZonMw.

Bij de Stimuleringsregeling zorggeschikte woningen (SZGW) heeft een onderbesteding plaats gevonden van € 6,7 miljoen

Tabel 33 Langdurige beperkingen door gezondheidsproblemen1
 

2014/2015

2016/2017

2018/2019

2020/2021

2022/2023

Langdurige beperkingen door gezondheidsproblemen (GALI beperking 2)

22,9%

24,9%

25,6%

25,0%

26,8%

1

2

GALI = Global Activity Limitation Indicator. Het percentage personen dat vanwege problemen met de gezondheid sinds 6 maanden of langer beperkt is in activiteiten die mensen gewoonlijk doen

Bekostiging

Bijdrage in de kosten van kortingen (BIKK)

De BIKK compenseert het Fonds langdurige zorg (Flz) voor de derving aan Wlz-premie door heffingskortingen in de inkomstenbelasting. De geraamde groei van de heffingskortingen in 2024 in de Macro Economische Verkenning (MEV) 2025 van het CPB is lager uitgevallen dan de geraamde groei in de MEV 2024. De BIKK is daarom € 42,9 miljoen lager vastgesteld dan in de begroting 2024.

Bijdrage Wlz

De Rijksbijdrage Wlz is bedoeld om te voorkomen dat er een structureel tekort ontstaat in het Fonds langdurige zorg. Door een tegenvaller in de premieontvangsten is de Rijksbijdrage Wlz € 3,0 miljard naar boven bijgesteld.

Opdrachten

De kosten voor beheer en licenties van het PGB 2.0-systeem zijn bijna € 2 miljoen lager uitgevallen door een lagere afname in dienstverlening dan verwacht en doordat er vertraging is opgelopen in het project VMaas.

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

Uitvoeringskosten Sociale Verzekeringsbank

Zoals bij de 2e suppletoire begroting is vermeld, vallen de uitvoeringskosten trekkingsrecht pgb en aanverwante opdrachten ruim € 9 miljoen lager uit. Een oorzaak is de vertraging in de overdracht van PGB 2.0. De middelen voor de transitie van beheer vallen hierdoor vrij. Daarnaast is er vertraging in de besluitvorming rondom aansluiting van gemeenten, die tevens een financiele meevaller veroorzaakt.

Bijdrage aan medeoverheden

Overige

Voor 2024 is er € 26,7 miljoen budget voor Domein Overstijgend Samenwerking (DOS-experimenten). Er is minder gebruik gemaakt van deze regeling zodoende er € 10,1 miljoen niet besteed is. Het is voor aanvragers een moeizaam traject om een aanvraag in te dienen. Er moet domein overstijgend gewerkt worden, door informatiebijeenkomsten en meer ondersteuning en communicatie worden de aanvragers geholpen met het aanvragen.

Ontvangsten

De hogere ontvangsten hangen voornamelijk samen met terugontvangsten uit de subsidieregeling e-Overdracht. Hierdoor zijn er eenmalig voor € 8,3 miljoen aan extra ontvangsten geweest. Daarnaast is de bijdrage 2023 aan het CIZ € 5,3 miljoen lager vastgesteld dan vooraf geraamd. De terugontvangsten van het CIZ  zijn ontstaan door lagere lasten in 2023. De vaststellingen van de jaarverantwoordingen  SVB voor de uitvoeringskosten trekkingsrecht pgb en aanverwante opdrachten voor de jaren 2022 en 2021 zijn voor in totaal € 3,6 miljoen lager vastgesteld dan vooraf begroot. Het lager vaststellen van de bijdragen is vooral veroorzaakt doordat het langer duurde voordat vacatures bij de SVB konden worden ingevuld en er een rentebaat is ontstaan, die niet was begroot.

De RVO verleend namens VWS een aantal subsidieregelingen. Hiervoor hebben ze in 2023 een voorschot ontvangen. De voorschotten zijn vastgesteld en leiden tot een terugbetaling van € 3,4 miljoen. De terugbetaling is een gevolg van de onder uitputting van beleidsgelden van de subsidieregelingen.

Verder hebben er diverse kleinere mutaties plaatsgevonden van per saldo € 4,1 miljoen, waardoor per saldo de ontvangsten € 24,7 miljoen hoger uitvallen.

8

Handeling 2023-2024, nr. 81 item 8 | Overheid.nl

Licence