Base description which applies to whole site

11 Nederlandse rechtsorde

Algemene doelstelling

Een goed functionerende rechtsorde waarbinnen samenleving en burger tot hun recht komen.

Meerjarenperspectief

Ontwikkelingen in de maatschappij zorgen voor veranderende inzichten en ideeën over een goed functionerende rechtsorde. Justitie is verantwoordelijk voor het tot stand brengen en het in stand houden van wet- en regelgeving die voldoet aan de eisen van een democratische rechtsstaat. Veranderende inzichten vergen continue aandacht voor onderhoud en aanpassing van de algemene wetboeken op het terrein van strafrecht en strafvordering, burgerlijk recht en burgerlijk procesrecht en de Algemene wet bestuursrecht. Ook blijft het, ongeacht de politieke context, noodzakelijk om de kwaliteit van wetgeving te bewaken en te bevorderen. Deze taak strekt zich steeds meer uit tot internationale regelgeving die haar weerslag heeft op de nationale rechtsorde.

De komende jaren hebben de volgende thema’s prioriteit:

  • stroomlijning van bestuurlijke processen en een effectiever bestuur;

  • waarborgen van de toegang tot het recht en betere dienstverlening door de overheid;

  • een betrouwbare en slagvaardige rechtspleging;

  • coherentie tussen nationale en Europese rechtsorde en uitvoering van Europeesrechtelijke instrumenten.

Omschrijving van de samenhang

Justitie heeft tot taak: de instandhouding van een juridische infrastructuur waarin het rechtsverkeer tussen mensen onderling en tussen overheid en burgers kan floreren. Het recht ordent, biedt structuur en ruimte en beschermt. De wet moet bestendig zijn en gebaseerd zijn op de in de samenleving gedragen rechtsovertuigingen. Dat vergt voortdurende aandacht voor onderhoud en aanpassing aan nieuwe ontwikkelingen op sociaal, cultureel, economisch en technologisch gebied.

In het verlengde daarvan wordt een algemeen wetgevingsbeleid gevoerd, gericht op de kwaliteit van wetgeving van alle ministeries en de afstemming daarvan op de juridische infrastructuur. De Nederlandse rechtsorde is deel van de Europese rechtsorde en omgekeerd is de Europese rechtsorde deel van de Nederlandse. Zorg voor een goed functionerende rechtsorde heeft derhalve altijd een Europese dimensie.

Verantwoordelijkheid

De Minister van Justitie is verantwoordelijk voor het tot stand brengen van wet- en regelgeving ter uitvoering van de grondwettelijke opdracht het burgerlijk recht, het burgerlijk procesrecht, het strafrecht en het strafprocesrecht in algemene wetboeken en algemene regels van bestuursrecht bij wet vast te leggen. Tevens is de Minister van Justitie verantwoordelijk voor het rijksbreed bevorderen van de kwaliteit van wetgeving en de coherentie en consistentie daarvan. Onder deze verantwoordelijkheid valt ook de versterking van de juridische kwaliteit binnen de rijksoverheid.

Externe factoren

Nieuwe sociale, culturele en economische ontwikkelingen hebben hun weerslag op het recht en de wet. Hetzelfde geldt voor zeer uiteenlopende factoren als demografische ontwikkelingen, (terrorisme)dreigingen, de bevolkingsintensiteit en de betekenis daarvan voor economie en milieu.

Meetbare gegevens

De maatschappelijke effecten van het beleid ter bevordering van een goed functionerende rechtsorde lenen zich niet goed voor kwantificering in outcome- en outputindicatoren. Het aantal op te stellen wetten en regels vormt geen doel op zich.

Voor wat betreft het algemeen wetgevingsbeleid geldt ook dat geen cijfermatig inzicht kan worden geboden in de te verwachten beleidseffecten. Op enkele onderdelen zijn echter wel indicaties te geven van de beoogde resultaten, zij het maximaal op het niveau van output. Bij individuele wetsvoorstellen is zo goed mogelijk op kwalitatieve wijze aangegeven wat de beoogde resultaten zijn.

De juridische functie van het Rijk is wel periodiek onderwerp van een visitatie die tot aanbevelingen tot versterking kan leiden (zie onder 11.2.). De kwaliteit van wetgeving wordt continu getoetst, per wetsvoorstel of ontwerp-AMvB. Dit wordt voor de behandeling in de ministerraad getoetst aan de kwaliteitscriteria zoals verwoord in de « Aanwijzingen voor de regelgeving » en bestaande toetsingskaders. Het effect van de toetsing blijkt uit de adviezen van de Raad van State en het uiteindelijk oordeel van de beide Kamers der Staten-Generaal.

Wel kan er enig inzicht gegeven worden in de ontwikkeling van het aantal regels en de ontwikkeling van de administratieve lasten.

Ontwikkeling aantal regels

Eén element van kwalitatief goede wetgeving is dat geen onnodige regelgeving wordt gemaakt. Nu zegt het aantal geldende regelingen op een bepaald moment niets over de vraag of regelgeving wel of niet onnodig is, maar het aantal regelingen is wel medebepalend voor de regeldruk die wordt ervaren. Waar in het rapport «Alle regels tellen» (2004) nog een gestage groei van het regelingenbestand sinds 1980 werd geconstateerd, is in de periode sinds 2004 het aantal geldende wetten, AMvB’s en ministeriële regelingen gedaald. In 2010 is voor het eerst weer sprake van een zeer lichte stijging van het aantal wetten, AMvB’s en ministeriele regelingen ten opzichte van 2009.

Aantal geldende wetten, AMvB’s en ministeriële regelingen per 1 januari 2004–2010

Aantal geldende wetten, AMvB’s en ministeriële regelingen per 1 januari 2004–2010

Bovenstaande gegevens zijn verkregen uit het Basiswettenbestand. Met ingang van 2010 is er sprake van een permanente monitor.

De ontwikkeling van de administratieve lasten

In het Coalitieakkoord (Balkenende IV) is opgenomen dat de administratieve lasten voor bedrijven met 25% gereduceerd moeten worden ten opzichte van de nulmeting van de geldende regelgeving op 1 maart 2007. Voor ieder departement geldt deze norm van 25%.

De administratieve lasten voor burgers moeten gereduceerd worden met 25% ten opzichte van de nulmeting van de geldende regelgeving op 31 december 2002. De administratieve lasten voor burgers worden berekend in tijd en geld (out-of-pocket kosten).

Per departement zijn op basis van de nulmeting voor burgers minimum-reductiepercentages vastgesteld. Voor Justitie betekent dit dat voor burgers 20,9% in tijd en 19,7% in out-of-pocket kosten moet worden gereduceerd.

De uitvoering van de reductiedoelstellingen voor vermindering van administratieve lasten voor bedrijven en burgers op het Justitieterrein verloopt volgens planning en verwacht wordt dat de gerealiseerde reductie soms iets hoger is (23,5% in tijd in plaats van 20,9%). De ambities voor 2011 en daaropvolgend zullen mede afhangen van het nieuwe regeerakkoord.

Doelstellingen administratieve lasten
 

Stand medio 2010

2011

Administratieve lasten bedrijven uit Justitieregelgeving

Gerealiseerd 16,3%

Reductie van 26,1%

(t.o.v. nulmeting 1 maart 2007)

Administratieve lasten burgers uit Justitieregelgeving (in tijd)

Gerealiseerd 17,3%

Reductie van 23,5%

(t.o.v. nulmeting 31 december 2002)

Administratieve lasten burgers uit Justitieregelgeving (in out-of-pocket kosten)

Gerealiseerd 19,4%

Reductie van 19,7%

(t.o.v. nulmeting 31 december 2002)

Toelichting op de tabel:

De administratieve lasten voor bedrijven (in geld) en voor burgers (in tijd en in geld) worden gereduceerd door wijzigingen in wet- en regelgeving van Justitie, waarin informatieverplichtingen die de overheid aan bedrijven of burgers oplegt worden geschrapt of vereenvoudigd. De reductie percentages voor 2011 zijn gebaseerd op de huidige reductieprogramma’s en het wetgevingsprogramma.

Budgettaire gevolgen van beleid x € 1 000
  

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Verplichtingen

17 149

18 713

14 927

11 602

11 585

11 546

11 547

         

Apparaat-uitgaven

15 322

18 713

14 927

11 602

11 585

11 546

11 547

11.1

(Nationale) wetgeving

7 528

7 375

6 332

6 441

6 437

6 422

6 422

 

11.1.1 Directie Wetgeving

7 528

7 375

6 332

6 441

6 437

6 422

6 422

11.2

Wetgevingskwaliteitsbeleid

7 794

11 338

8 595

5 161

5 148

5 124

5 125

 

11.2.1 Directie Wetgeving

7 794

11 338

8 595

5 161

5 148

5 124

5 125

         

Ontvangsten

34

920

0

0

0

0

0

Overzicht onderzoek naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van beleid

Beleidsdoorlichting

Omschrijving

Status

Vindplaats

Nationale wetgeving en wetgevingsbeleid

Af te ronden in 2011

www.wodc.nl

Toelichting

In 2011 zal het justitiebeleid dat gericht is op een goed functionerende rechtsorde waarbinnen samenleving en burger tot hun recht komen integraal worden geëvalueerd. De resultaten van deze zogeheten beleidsdoorlichting worden ter beschikking gesteld aan de Tweede Kamer.

Operationele doelstelling 11.1

Het tot stand brengen van wet- en regelgeving ter uitvoering van de grondwettelijke opdracht het burgerlijk recht, het strafrecht, het burgerlijk- en strafprocesrecht in algemene wetboeken en algemene regels van bestuursrecht bij wet vast te leggen.

Motivering

Een goed functionerende rechtsorde waarbinnen samenleving en burger tot hun recht komen vraagt om nieuwe regelgeving en om aanpassing van bestaande op basis van de actuele behoeften in de samenleving. In onderstaande komen de prioritaire beleidsinstrumenten aan de orde.

Daarnaast wordt het wetgevingsinstrument ingezet ter realisering van overige beleidsdoelen van Justitie. Dit is terug te vinden onder de operationele doelstellingen op de overige beleidsartikelen van de Justitiebegroting.

Een coherente rechtsorde

Instrumenten

Wet- en regelgeving moet voldoen aan de behoeften van de samenleving en de rechtspraktijk. Dit vereist voortdurende aandacht voor noodzakelijke aanpassingen.

  • Zo zal naar verwachting in de volgende kabinetsperiode uit efficiencyoverwegingen stroomlijning van procedures in het Wetboek van Strafvordering worden bewerkstelligd.

  • De slagvaardigheid van het strafrecht moet verder worden vergroot door verbetering en versnelling van de tenuitvoerleggingsmodaliteiten. Hiervoor zal in 2010 een onderzoek gestart worden met het oog op uitbreiding van het arsenaal van effectieve maatregelen. Het onderzoek zal medio 2011 zijn afgerond. Daarmee wordt het beschikbare pakket aan maatregelen en straffen met het oog op generale en speciale preventie adequater en effectiever.

  • Het penitentiair recht en de wetgeving betreffende personen met een stoornis van de geestvermogens worden in onderlinge samenhang herzien door middel van de voorstellen Wet verplichte GGZ en de Wet forensische zorg. Deze wetsvoorstellen strekken ertoe het verlenen van niet-vrijwillige zorg aan personen met een psychische stoornis goed te regelen.

  • In 2011 is de voltooiing voorzien van boek 10 van het Burgerlijk Wetboek (internationaal privaatrecht), waardoor de regels voor grensoverschrijdend rechtsverkeer op één plaats te vinden zijn. In aanvulling op Europese regels rond onder andere consumentenkrediet wordt gewerkt aan de regeling voor de huurkoop.

Het bevorderen van toegang tot het recht

De burger en overheid zijn gebaat bij een efficiënt bestuurs(proces)recht. Dit kan door middel van het efficiënter inrichten van procedures. Daartoe zullen in 2011 voorstellen worden opgesteld die gericht zijn op snellere procedures en meer probleemoplossend vermogen.

Door bundeling van gelijksoortige zaken, alternatieven voor een procedure bij de rechter en beperking van de noodzaak om in drie instanties te procederen zal de toegang tot het recht bevorderd worden. Daartoe dienen nieuwe procesrechtelijke instrumenten als de prejudiciële vraag aan de Hoge Raad en de verdere ontwikkeling van de Wet collectieve afwikkeling massaschade.

In het auteursrecht wordt een begin gemaakt met de geschillenregeling tarieven collectief beheer.

Het wetsvoorstel disclosure geeft een nadere wettelijke regeling van de mogelijkheden om informatie te verkrijgen ter onderbouwing van een vordering of verweer. Het dringt dure en omslachtige getuigenverhoren in een civiel geschil terug. De inzet is verder om door middel van wetswijziging ervoor te zorgen dat burgers en bedrijven meer gebruik kunnen maken van digitalisering, onder andere bij het aanbrengen van de dagvaarding.

Vertrouwen in de rechtsorde

Voor het versterken van het vertrouwen in de rechtsorde is de herzieningsregeling in het wetboek van Strafvordering van groot belang. Deze wetgeving maakt het mogelijk dat strafvonnissen en -arresten op een eenvoudiger wijze dan thans het geval is kunnen worden herzien. Het streven is dat de twee wetsvoorstellen in juli 2011 in werking treden.

Inspelen op behoeften van de economie

Innovatie en creativiteit zijn belangrijke motoren van onze economie. Intellectuele eigendomsrechten beschermen investeringen en creatief werk. In 2011 wordt in nationaal en in Europees verband gewerkt aan het bevorderen van nieuwe businessmodellen voor de verspreiding van auteursrechtelijk beschermd materiaal en worden de rechten en verplichtingen van makers vastgelegd in het auteurscontractenrecht. Voorzien is de voltooiing van het programma modernisering ondernemingsrecht, waaronder invoering van bestuur en toezicht van een vennootschap in één orgaan en de flexibilisering van het BV-recht. In het arbeidsrecht zal veel aandacht uitgaan naar de arbeidsrechtelijke gevolgen van de discussie over de pensioengerechtigde leeftijd en het bevorderen van de inzetbaarheid van werknemers. De herziening van het stelsel van zekerheden zal zich naast de implementatie van de richtlijn financiële zekerheidsovereenkomsten toespitsen op registratie van zekerheden en de mogelijke invoering van de trustfiguur in Nederland.

Betere dienstverlening door de overheid

In 2011 is de plenaire behandeling voorzien van het wetsvoorstel elektronische burgerlijke stand. Die maakt het elektronisch doen van aangiften van geboorte, huwelijk en overlijden mogelijk en noodzaakt burgers niet langer om allerlei uittreksels zelf te gaan halen en vervolgens bij een andere gemeente af te leveren.

Bevorderen dat mensenrechten gerespecteerd worden

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) doet uitspraak over klachten op onder meer het terrein van het strafrecht en het vreemdelingenrecht. Ons land is gehouden deze uitspraken te respecteren. Justitie toetst reeds bij de totstandkoming van regelgeving op de verenigbaarheid ervan met mensenrechtelijke waarden en normen. Belangrijk issue in 2011 zal zijn de in het Verdrag van Lissabon vastgelegde toetreding van de Europese Unie tot het EVRM. Dit betekent een institutionele versterking van de mensenrechtelijke standaarden in de nationale en internationale rechtsorde.

In 2011 zal de daadwerkelijke oprichting van een College voor Mensenrechten en Gelijke Behandeling worden afgerond door inwerkingtreding van een daartoe strekkend wetsvoorstel. Dit college zal als taak krijgen om de rechten van de mens, in het bijzonder het recht op gelijke behandeling, in Nederland te beschermen en de naleving ervan te bevorderen. Het college krijgt ook de taak om te oordelen op basis van de wetgeving inzake gelijke behandeling.

Implementatie Europese en internationale regelgeving

In toenemende mate is de nationale wetgeving een afgeleide van de Europeesrechtelijke regelgeving, dit naast de verdragen die leiden tot nationale wetgeving. Steeds vaker zal daarom de vraag gesteld moeten worden of bestaande wetgeving die in oorsprong een nationale herkomst heeft, vervangen moet worden door wetgeving die nauwer aansluit bij de Europese of internationale rechtsorde. Een consequentie van deze ontwikkeling is ook dat het belang toeneemt van beïnvloeding van de Europese of internationale beleidsvormende processen.

In 2011 is de parlementaire behandeling voorzien van wetsvoorstellen ter implementatie van onder andere de richtlijn mediation, de richtlijn timeshare, de richtlijn financiële zekerheidsovereenkomsten, de richtlijn consumentenkrediet en de richtlijn vereenvoudiging voorschriften bij fusie en splitsing (voor het bedrijfsleven).

De wetgeving zal voor wat betreft de gebruikte terminologie en verdragsverwijzingen door middel van een rijksbrede aanpassingsoperatie worden aangepast aan het in 2009 in werking getreden Verdrag van Lissabon.

Meetbare gegevens

De maatschappelijke effecten van het beleid ter bevordering van een goed functionerende rechtsorde laten zich niet goed cijfermatig in beeld brengen. Wel worden hieronder ten aanzien van enkele speerpunten, voortgangsindicatoren gegeven voor 2011.

Kwaliteit algemene wetboeken en wetgeving (operationele doelstelling 1)

(sub) doelstelling

Indicator/verwijzing

Streefwaarde 2011

Coherentie tussen nationale en Europese rechtsorde

Snelheid implementatie Europese richtlijnen, percentage binnen de Europese normen zoals beschreven in het Scoreboard van de interne markt.

– In 0% van de geldende richtlijnen termijnoverschrijding van meer dan 2 jaar (Nederland: 0%)

– In ten hoogste 1% van de geldende richtlijnen termijnoverschrijding (Nederland nu: 0,5%).

Overzicht onderzoek naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van beleid

Overig evaluatieonderzoek

Omschrijving

Status

Vindplaats

Praktijkervaringen in België met de ontbinding van de overeenkomst door de misleide consument

Af te ronden in 2011

www.wodc.nl

Toelichting

Het onderzoek wordt uitgevoerd op verzoek van kamerfracties in Tweede en Eerste Kamer, die met dit onderzoek willen weten of verruiming van de wettelijke sancties bij consumentenkoop verstandig is.

Operationele doelstelling 11.2

Het bevorderen van de kwaliteit van wetten en regels, van de onderlinge samenhang en consistentie van wetgeving en het versterken van de juridische functie van het Rijk.

Motivering

Heldere, uitvoerbare en rechtmatige wetgeving is noodzakelijk voor een rechtsorde waarin mensen vertrouwen stellen. Mensen moeten de ruimte krijgen zich te ontplooien en hun onderlinge relaties vorm te geven. Bedrijven moeten kunnen ondernemen en zo bijdragen aan het economisch herstel. De leefomgeving moet worden beschermd.

Wetgeving kan daaraan bijdragen door duidelijke regels en kaders te bieden. Dat eist dat regelgeving voldoet aan hoge kwaliteitseisen en dat departementen voldoende juridische kwaliteit leveren. Speerpunten voor 2011 zijn: aandacht voor nut en noodzaak van wetgeving en voor de uitvoerbaarheid ervan; ruimte voor burgers, professionals, bedrijven en medeoverheden en versnelling van procedures en van het wetgevingsproces zelf.

Instrumenten

Hieronder zijn de beleidsinstrumenten opgenomen die moeten bijdragen aan de kwaliteit van wetgeving en versterking van de juridische functie.

Kwaliteit van wetgeving

De volgende beleidsinstrumenten worden structureel ingezet om de wetgevingskwaliteit te bewaken.

  • Toetsing: alle ontwerpwetgeving wordt getoetst door Justitie voor behandeling in de ministerraad aan de algemeen aanvaarde kwaliteitscriteria als administratieve en bestuurlijke lasten, uitvoerbaarheid, handhaafbaarheid, grondrechten en internationaal en Europees recht.

  • Kenniscentrum Wetgeving: het kenniscentrum vormt het permanente forum binnen de rijksoverheid voor de ontwikkeling van nieuwe instrumenten van wetgeving en uitwisseling van kennis en ervaring van betrokkenen bij het wetgevingsproces.

  • Academie voor wetgeving en Academie voor overheidsjuristen: opleiden van nieuwe en zittende wetgevingsjuristen én opleiden van juristen die belast zijn met taken op andere overheidsdomeinen.

  • Interdepartementale Commissie voor Constitutionele aangelegenheden en wetgevingsbeleid: de ICCW vormt het ambtelijke voorportaal van de Raad voor Veiligheid en Rechtsorde en is tevens het interdepartementale forum voor wetgevingsvraagstukken en andere aspecten van algemeen wetgevingsbeleid; in 2009 is deze taak uitgebreid tot alle juridische zaken.

  • Interdepartementale Commissie Europees recht: draagt bij aan de samenhang van nationaal en Europees recht onder meer door bewaking van voor het nationaal recht relevante ontwikkelingen op Europeesrechtelijk terrein en door Europeesrechtelijke advisering over nationale voorstellen.

Hieronder wordt aangegeven welke concrete beleidsinstrumenten in 2011 worden ingezet.

Vernieuwing en verbetering van het wetgevingsproces

In het licht van de uitgangspunten van de nota Vertrouwen in wetgeving (Kamerstukken II, 31 731, nr. 1) worden in 2011 maatregelen genomen ter verbetering van het wetgevingsproces. In 2011 wordt besloten over de structurele invoering van – de thans nog experimentele – internetconsultatie over nieuwe wetsvoorstellen.

Het Clearing House voor Wetsevaluatie verzamelt, via de analyse van concrete wetsevaluaties aan de hand van een analysekader, kennis over de werking van wetgeving. Deze kennis is bruikbaar voor zowel wetgevingsjuristen als voor beleidsmedewerkers, zodat geleerd kan worden van ervaringen uit het verleden en de kwaliteit van beleid en regelgeving wordt verbeterd. Ook is een vragenlijst ontwikkeld die benut kan worden bij de uitvoering van afzonderlijke wetsevaluaties. In 2011 wordt een tussenrapportage aan het parlement gezonden.

De toepassing van de verbreding van Vaste Verandermomenten (VVm) is per 1 januari 2010 ingevoerd en geldt voor wetten, AMvB’s en ministeriële regelingen. Deze wordt gemonitord en in 2012 geëvalueerd.

Het programma «Legis» is gericht op de ontwikkeling van ICT-instrumenten ter ondersteuning van het wetgevingsproces, waardoor onder andere de uitvoerbaarheid van nieuwe wetgeving beter kan worden geborgd. Eind 2010 zal aan de hand van een evaluatie worden besloten over voortzetting van het programma in 2011.

Integraal afwegingskader beleid en regelgeving

Het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK) draagt bij aan een gestructureerd «evidence-based» beleid bij de beslissing tot overheidsinterventie door onder andere wetgeving. Bestaande toetsingsinstrumenten zijn gesaneerd en geïntegreerd in een digitaal systeem dat beleidsmedewerkers en wetgevingsjuristen ondersteunt bij de ontwikkeling en verantwoording van nieuw beleid en nieuwe regelgeving. In 2010 is geëxperimenteerd met het IAK in proefprojecten bij de ministeries. In 2011 wordt een beslissing genomen over structurele inbedding van het IAK in het beleids- en wetgevingsproces bij de rijksoverheid.

Versterking van de juridische functie van het Rijk

Via het programma «Versterking Juridische Functie Rijk» is de afgelopen jaren geïnvesteerd in de juridische kwaliteit van de rijksoverheid. Die investering richtte zich op werving en selectie van juristen, meer samenwerking bij de uitvoering van taken tussen juristen, beleidsmedewerkers en uitvoerders, maar ook tussen de directies juridische zaken van de verschillende departementen. Doel is ervoor te zorgen dat de ministeries juridisch «in control» zijn. Deze samenwerking op juridisch terrein wordt op permanente basis voortgezet.

In 2009 is het takenpakket van de Interdepartementale Commissie voor Constitutionele aangelegenheden en wetgevingsbeleid (ICCW) uitgebreid tot alle juridische zaken. De ICCW is het ambtelijke voorportaal van de Raad voor Veiligheid en Rechtsorde en is tevens het interdepartementale forum voor wetgevingsvraagstukken en andere aspecten van algemeen wetgevingsbeleid.

In het kader van de uitbreiding van het takenpakket van de ICCW komen met ingang van 2011 de volgende onderwerpen in de ICCW aan bod:

  • de kwaliteitsrapportages van de verschillende ministeries;

  • de afstemming van de grote juridische- en wetgevingsprojecten;

  • de inhoudelijke en procedurele ingrepen om het wetgevingsproces sneller te laten verlopen;

  • de uitvoering van het wetgevingsprogramma;

  • de strategische juridische agenda;

  • de uitvoering van het juridische onderzoeksprogramma;

  • de vormgeving van een gezamenlijk personeelsmobiliteit.

Meetbare gegevens

Voor het bereiken van maatschappelijke effecten op diverse beleidsterreinen is een goede kwaliteit van wetgeving en een sterke juridische functie van het Rijk van groot belang. De directe maatschappelijke effecten van de instrumenten die ingezet worden om de kwaliteit van wetgeving te bevorderen en ter versterking van de juridische functie, zijn echter moeilijk meetbaar. Zoals in bovenstaande is aangegeven, worden diverse inspanningen verricht om de kwaliteit van wetgeving voortdurend te monitoren en te verbeteren.

In onderstaande tabel zijn streefwaarden vermeld voor de belangrijkste beleidsinstrumenten.

Rijksbrede wetgevingskwaliteit (operationele doelstelling 2)
 

Indicator

2011

2012

Systematisch monitoren wetgevingskwaliteit en daar algehele beleidslijn t.b.v. wetgevingskwaliteit uit destilleren

Wetsevaluaties worden systematisch bijeengebracht in het clearing house wetsevaluatie en daar aan de hand van een analysekader geanalyseerd om informatie te verzamelen over de werking van wetgeving.

Nieuwe wetsevaluaties worden bijeengebracht in het clearing house wetsevaluatie

Het clearing house wetsevaluatie zal in 2011 een tussenrapportage opstellen, die door de Minister van Justitie aan het parlement wordt gezonden.

In 2012 wordt een eindrapportage opgesteld door het clearing house wetsevaluatie en door de Minister van Justitie aan het parlement gezonden.

Integrale voorbereiding van beleid en wetgeving en verantwoording van gemaakte keuzes

Toepassing werkwijze van het integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK) en verantwoording van gemaakte keuzes in beleid- en regelgevingsvoorstellen.

Structurele inbedding in beleids- en wetgevingsproces houdt in dat zoveel mogelijk beleidsnota’s en wetsvoorstellen worden voorbereid met behulp van het IAK en dat de gemaakte keuzes expliciet worden verantwoord in de beleidsnota of toelichting bij een wetsvoorstel.

 

Vaste verandermomenten (VVM)

Toepassing VVM en verantwoording hierover in de toelichting bij een wettelijke regeling

In 2011 wordt systematisch gemonitord hoeveel van de in werking getreden regelingen toepassing geven aan VVM en in hoeverre hierover verantwoording wordt afgelegd in de toelichting bij een wettelijke regeling.

In 2012 wordt een evaluatieonderzoek uitgevoerd naar de werking van het systeem van VVM en de mate waarin het systeem wordt nageleefd. De resultaten van dit onderzoek worden gerapporteerd aan de Tweede Kamer.

Licence