Base description which applies to whole site

Rijkswaterstaat

Introductie

Rijkswaterstaat is de uitvoeringsorganisatie van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu die, in opdracht van de minister en de staatssecretaris van IenM de nationale infrastructurele netwerken in Nederland aanlegt, beheert en ontwikkelt.

Rijkswaterstaat werkt aan:

  • droge voeten;

  • voldoende en schoon water;

  • vlot en veilig verkeer over water en weg;

  • bruikbare en betrouwbare informatie.

Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu kent een scheiding tussen beleid, toezicht en uitvoering. Rijkswaterstaat fungeert hierbij als uitvoeringsorganisatie van het ministerie en is sinds 1 januari 2006 een baten-lastendienst. Het formuleren van beleid is belegd bij de beleids-Directoraten-Generaal. Dit betekent dat de doelstellingen van het agentschap afhankelijk zijn van de (veelal lange termijn) beleidsdoelstellingen en kaders welke door Infrastructuur en Milieu worden aangegeven. Deze beleidsdoelen zijn geformuleerd in de beleidsartikelen van de begroting van Hoofdstuk XII.

Producten en diensten

Rijkswaterstaat treedt op als manager van het gebruik van een aantal hoofdinfrastructuur-netwerken (hoofdwegennet, hoofdvaarwegennet, hoofdwatersystemen), als beheerder van die netwerken, als realiseerder van uitbreidingen van deze netwerken en als adviseur voor het ten aanzien hiervan te voeren beleid. Rijkswaterstaat voert deze taken uit vanuit een netwerkbenadering. Belangrijkste producten zijn:

  • Verkeersmanagement: het inzetten van instrumenten en hulpmiddelen om vraag en aanbod op elk moment zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen en om het verkeersaanbod zo goed mogelijk af te wikkelen. Het betreft vooral bediening van instrumenten en objecten, verstrekken van route-informatie en incidentmanagement.

  • Watermanagement: reguleren van de hoeveelheden water in het hoofdwatersysteem en van de kwaliteit daarvan, door het hanteren van de te onderscheiden categorieën «vasthouden/bergen/afvoeren» en «schoonhouden/scheiden/zuiveren».

  • Beheer, onderhoud & ontwikkeling: instandhouding van objecten en areaal op een vooruitstrevende, toekomstgerichte manier, gericht op het ook in technische zin steeds verder ontwikkelen van het netwerk of systeem. Dit product voegt dus kwaliteit toe aan het netwerk.

  • Aanleg: dit betreft investeringen om de functionaliteit van het netwerk te vergroten. Nieuwe verbindingen of verbreding van bestaande. Sleutelwoord: capaciteitsvergroting.

  • Beleidsondersteuning en -advisering: het uitvoeren van studies of het leveren van bijdragen daaraan, adviezen met betrekking tot beleidsnota’s en de uitvoerbaarheid van beleid.

  • Leveren van kennis en expertise: ten behoeve van beleidsondersteuning en -advisering, grote (aanleg)projecten en aansturing projecten en uitvoeringsorganisaties, het verstrekken van subsidies en basisinformatie.

De begroting van baten en lasten (x € 1 000) van de batenlastendienst RWS
 

Realisatie 2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

opbrengst moederdepartement

2 410 095

1 918 705

1 968 723

1 998 192

1 879 580

1 778 644

1 927 082

nog uit te voeren werkzaamheden

288 269

opbrengst overige departementen

36 764

30 000

30 000

30 000

30 000

30 000

30 000

opbrengst derden

110 698

81 504

82 000

82 000

82 000

82 000

82 000

rentebaten

838

800

800

800

800

800

800

Vrijval uit voorzieningen

1 099

bijzondere baten

11 363

10 000

10 000

10 000

10 000

10 000

10 000

Totaal baten

2 570 857

2 329 278

2 091 523

2 120 992

2 002 380

1 901 444

2 049 882

               

Lasten

             

apparaatskosten

1 081 171

1 054 104

1 033 091

993 099

930 498

894 232

875 687

– personele kosten

767 973

742 094

720 184

692 462

647 215

619 943

611 168

– materiële kosten

313 198

312 010

312 907

300 637

283 283

274 289

264 519

Onderhoud

1 398 933

1 196 932

980 191

1 049 651

993 640

928 970

1 095 953

rentelasten

9 035

14 748

14 748

14 748

14 748

14 748

14 748

afschrijvingskosten

52 317

63 494

63 494

63 494

63 494

63 494

63 494

– materieel

50 575

60 769

60 769

60 769

60 769

60 769

60 769

– immaterieel

1 742

2 725

2 725

2 725

2 725

2 725

2 725

Overige kosten

3 804

0

0

0

0

0

0

– dotaties voorzieningen

 

– bijzondere lasten

3 804

Totaal lasten

2 545 260

2 329 278

2 091 523

2 120 992

2 002 380

1 901 444

2 049 882

               

Saldo van baten en lasten

25 597

0

0

0

0

0

0

Toelichting op de begroting van baten en lasten

Baten

Opbrengst moederdepartement

De opbrengst moederdepartement betreft de omzet uit hoofde van activiteiten (en de daarmee samenhangende producten) die Rijkswaterstaat verricht voor het moederdepartement. De opbrengst moederdepartement is onder andere een vergoeding voor:

  • het beheer en onderhoud van de infrastructuur;

  • de apparaatskosten (personeel en materieel) van Rijkswaterstaat die verband houden met de aanleg, verkeers- & watermanagement en onderhoud van infrastructuur;

  • de capaciteit die Rijkswaterstaat levert in het kader van zijn kennis- en adviestaken.

Met name als gevolg van schommelingen in de beschikbaarheid van middelen voor beheer en onderhoud door de jaren heen, fluctueert de post Opbrengst Moederdepartement.

Specificatie opbrengst moederdepartement (x € 1 000)
 

2011

2012

2013

2014

2015

2016

Hoofdwatersystemen

356 916

381 733

367 715

358 520

345 783

337 928

Hoofdwegen

728 745

829 537

840 671

764 039

700 690

802 034

Regionaal/lokaal

Hoofdvaarwegen

504 189

426 319

471 470

454 402

437 395

504 107

Megaprojecten niet verkeer en vervoer

14 816

18 323

18 626

18 093

16 273

12 962

Megaprojecten verkeer en vervoer

Kennis en expertise

29 125

29 102

29 056

29 057

29 057

29 057

Netwerkoverstijgende kosten

284 914

283 709

270 654

255 469

249 446

240 994

Totaal

1 918 705

1 968 723

1 998 192

1 879 580

1 778 644

1 927 082

Nog uit te voeren werkzaamheden

Dit betreft enerzijds middelen die RWS reeds in 2010 van het moederdepartement heeft ontvangen en bestemd waren voor werkzaamheden die gepland waren in 2010, maar waarvan de uitvoering is doorgeschoven naar 2011 (€ 88 mln.). Anderzijds bestaat deze post uit een in 2010 vooruit ontvangen bijdrage voor in 2011 uit te voeren werkzaamheden (€ 200 mln.)

Opbrengst derden

Deze opbrengsten hebben betrekking op vergoedingen van onder meer provincies, gemeenten en de Europese Unie in het kader van het beheer en onderhoud van de infrastructuur en de kennis- en adviesfunctie. Daarnaast bevat deze post de verwachte opbrengsten uit schaderijdingen en schadevaringen ter dekking van de kosten van reparatiewerkzaamheden.

Specificatie opbrengst derden (x € 1 000)

Specificatie opbrengst derden

2011

2012

2013

2014

2015

2016

Schaderijdingen/schadevaaringen

21 000

21 000

21 000

21 000

21 000

21 000

Vergunningen WVO

22 500

22 500

22 500

22 500

22 500

22 500

Vergoeding provincies etc.

38 004

38 500

38 000

38 500

38 500

38 500

Totaal

81 504

82 000

82 000

82 000

82 000

82 000

Rentebaten

Rentebaten hebben voornamelijk betrekking op vergoedingen over de rekening-courant en korte termijn deposito’s die door Rijkswaterstaat worden aangehouden.

Bijzondere baten

De geraamde bijzondere baten betreffen voornamelijk verwachte boekwinst op de verkoop van vaste activa.

Lasten

Binnen het Ministerie van IenM is de taakstelling «Rijk, agentschappen en uitvoerende ZBO’s» uit het Regeerakkoord gedifferentieerd verdeeld naar verschillende onderdelen van het ministerie(zie artikel 98 voor de verdeling). Ook de nog geparkeerde taakstellingen van het kabinet Balkenende IV zijn op basis van deze verdeling toebedeeld. De apparaatstaakstelling voor Rijkswaterstaat loopt op naar 17,5% in 2018. Een dermate forse taakstelling kan niet alleen worden gevonden in efficiency, maar zal ook zijn weerslag hebben op de omvang van het uit te voeren takenpakket. Met de huidige inzichten kan ca. 10% gevonden worden door diverse efficiencymaatregelen. De overige 7,5% zal echter gevonden moeten worden door het kwaliteitsniveau aan te passen naar de intensiteit van het gebruik. Dit betekent dat bepaalde taken die RWS nu nog doet, niet meer of minder intensief worden gedaan. Het gaat hierbij concreet om de volgende maatregelen:

  • verlagen van de inzet van weginspecteurs in de daluren op rustige wegen;

  • reduceren bedieningstijden van sluizen op rustige vaarwegen;

  • aanpassen van de verkeersbegeleiding aan de verkeersdrukte en beëindigen daarvan op een aantal locaties.

In het ondernemingsplan 2015 van Rijkswaterstaat worden de taakstelling van het Kabinet en de doorontwikkeling van de organisatie van Rijkswaterstaat met elkaar verbonden.

Personele kosten

De personele kosten worden als volgt gespecificeerd:

Specificatie personele kosten (x € 1 000)
 

2011

2012

2013

2014

2015

2016

Aantal fte's1

9 168

9 042

8 682

8 114

7 789

7 726

Kosten per fte

75

75

75

75

75

75

Eigen personeelskosten

683 699

674 346

647 498

605 104

580 873

576 192

Inhuur

58 395

45 838

44 964

42 111

39 070

34 976

Totale pers. kosten

742 094

720 184

692 462

647 215

619 943

611 168

1

de apparaatstaakstelling is vooralsnog evenredig over de budgetten voor personeel, inhuur en materieel verwerkt en doorgerekend naar formatie. Op basis van de nadere uitwerking in concrete maatregelen zal in een later stadium nog een herverdeling plaatsvinden. Dit kan ook de formatieve ontwikkeling beïnvloeden.

De daling van de inhuurkosten is het gevolg van het streven van Rijkswaterstaat om de kernactiviteiten uit te voeren met medewerkers in vaste dienst. Daarnaast heeft RWS zich tot doel gesteld circa 10% van de formatie flexibel (inhuur; tijdelijke contracten; specifieke expertise) in te vullen. Op deze manier kan zowel het opbouwen en behouden van kritische kennis en ervaring en de gewenste flexibiliteit (inspelen op wijzigingen in de opdrachtenstroom) het best geborgd worden.

Materiële kosten

De materiële kosten omvatten onder andere ICT, huisvesting, bureaukosten en communicatie. De taakstelling die in het regeerakkoord Rutte-Verhagen is afgesproken wordt onder meer ingevuld met een reductie van het aantal werkplekken per FTE. Daarbij is financieel rekening gehouden dat wordt toegewerkt naar de norm van 0,7 werkplek per FTE.

Onderhoud

De kosten beheer en onderhoud hebben betrekking op de kosten die in rekening worden gebracht door derden (met name aannemers en ingenieursbureaus). Deze voeren werkzaamheden uit die direct bijdragen aan het beheer en de instandhouding van de infrastructuur. Deze post fluctueert als gevolg van schommelingen in de beschikbaarheid van middelen voor het uitvoeren van beheer en onderhoud.

Kasstroomoverzicht (in € 1 000) van de baten en lastendienst RWS
 

Omschrijving

Realisatie 20101

20111

2012

2013

2014

2015

2016

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2012 + stand depositorekening

307 708

108 982

149 204

170 615

191 735

214 114

234 908

2.

Totaal operationele kasstroom

162 218

63 494

63 494

63 494

63 494

63 494

63 494

3a.

Totaal investeringen (-/-)

– 73 507

– 66 500

– 66 500

– 112 500

– 82 000

– 85 000

– 85 000

3b.

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

2 818

3.

Totaal investeringskasstroom

70 689-

66 500-

66 500-

112 500-

82 000-

85 000-

85 000-

4a.

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

4b.

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

11 500

12 900

8 400

9 400

8 700

7 300

15 800

4c.

Aflossingen op leningen (-/-)

– 43 226

– 54 672

– 50 483

– 51 774

– 49 815

– 50 000

– 50 000

4d.

Beroep op leenfaciliteit (+)

56 600

66 500

66 500

112 500

82 000

85 000

85 000

4.

Totaal financieringskasstroom

24 874

43 228

24 417

70 126

40 885

42 300

50 800

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2012 + stand depositorekening) (=1+2+3+4)

424 111

149 204

170 615

191 735

214 114

234 908

264 202

1

Maximale roodstand 0,5 miljoen Euro.

Toelichting op het kasstroomoverzicht

Operationele kasstroom

Hieronder vallen de inkomsten en uitgaven uit de reguliere bedrijfsvoering. Meerjarig wordt gestreefd naar een stabiel saldo van baten en lasten.

Investeringskasstroom

Hieronder vallen de verkopen van activa en de nieuwe investeringen. De investeringen hebben betrekking op het in stand houden van de activa van RWS. Deels betreft het investeringen in activasoorten waarbij de omvang van de jaarlijkse investeringen op een constant niveau ligt.

Financieringskasstroom

Hieronder vallen alle geldstromen die gerelateerd zijn aan de financiering van het agentschap. Rijkswaterstaat doet een beroep op de leenfaciliteit bij het ministerie van Financiën ter financiering van haar investeringen als baten-lastendienst. Daarnaast is in de begroting van de baten-lastendienst rekening gehouden met aflossing op deze leenfaciliteit. De storting door moederdepartement betreft de aflossing van de langlopende vordering die Rijkswaterstaat heeft op het moederdepartement.

Doelmatigheidsindicatoren
 

2011

2012

2013

2014

2015

2016

Apparaatskosten B&O/VM per eenheid areaal (x € 1 000)

           

HWS

€ 1 176

€ 1 159

€ 1 114

€ 1 043

€ 1 002

€ 992

HWN

€ 27 898

€ 27 332

€ 26 002

€ 23 990

€ 22 757

€ 22 358

HVWN

€ 25 538

€ 25 184

€ 24 196

€ 22 651

€ 21 758

€ 21 544

             

aandeel apparaatskosten van omzet

21%

23%

20%

17%

20%

16%

             

Kosten per fte (x € 1 000,-)

124

123

123

124

125

125

             

Omzet per productgroep (x € 1 000)

           

HWS

356 916

381 733

367 715

358 520

345 783

337 928

HWN

728 745

829 537

840 671

764 039

700 690

802 034

HVWN

504 189

426 319

471 470

454 402

437 395

504 107

overig

328 855

331 134

318 336

302 619

294 776

283 013

             

Formatie / bezetting (fte)

9 168

9 042

8 682

8 114

7 789

7 726

% overhead

16,80%

16,80%

16,80%

16,80%

16,80%

16,80%

             

Saldo van baten en lasten (%)

0%

0%

0%

0%

0%

0%

             

Ontwikkeling pinwaarden

           

HWS

100

100

100

100

100

100

HWN

100

100

100

100

100

100

HVWN

100

100

100

100

100

100

             

Gebruikerstevredenheid

           

Publieksgerichtheid

65%

66%

67%

68%

70%

70%

             

Gebruikerstevredenheid HWS

65%

66%

67%

68%

70%

70%

Gebruikerstevredenheid HWN

75%

76%

77%

78%

80%

80%

Gebruikerstevredenheid HVWN

70%

71%

72%

73%

75%

75%

Toelichting doelmatigheidsindicatoren

Apparaatskosten per eenheid areaal

Deze indicator geeft informatie over hoe de kosten die het apparaat van Rijkswaterstaat maakt voor verkeersmanagement en beheer en onderhoud zich ontwikkelen ten opzichte van het areaal. Een dalende trend van de kosten per eenheid areaal geeft een indicatie van een toename in de efficiëntie van de organisatie op het gebied van Beheer en Onderhoud en Verkeersmanagement. Vanwege de aanpassing van de bekostiging per 1-1-2011, is het niet mogelijk deze bedragen te vergelijken met bedragen in eerdere begrotingen.

% Apparaatskosten tov omzet

Deze indicator geeft de verhouding weer tussen de kosten van het apparaat en de totale omzet (incl GVKA-gelden) van Rijkswaterstaat. Een daling van dit percentage is een indicatie van een toenemende efficiëntie van de organisatie.

Kosten per FTE

Deze indicator geeft de ontwikkeling weer van de kosten (loonkosten en materiële kosten) per formatieve ambtelijke FTE. Wanneer deze kosten minder snel stijgen dan de loon- en prijsstijging dan is dit een indicatie van een toename in doelmatigheid van de organisatie zijn.

Omzet per productgroep

In de tabel is de Opbrengst Moederdepartement uitgesplitst naar de verschillende netwerken.

Organisatiegrootte in FTE

Deze voorgeschreven indicator geeft aan hoe de ambtelijke formatie van Rijkswaterstaat zich ontwikkelt.

Percentage overhead

Deze indicator geeft aan welk deel van het ambtelijke personeel (in FTE) binnen Rijkswaterstaat zich bezig houdt met de bedrijfsvoering. Bedrijfsvoering bevat alle processen die ondersteunend zijn aan de organisatie. Het streven is daarbij voortdurend een optimale kwalitatieve en kwantitatieve omvang van de bedrijfsvoering.

Exploitatiesaldo (% van de omzet)

Deze voorgeschreven indicator toont de ontwikkeling van het exploitatiesaldo als percentage van de omzet over de afgelopen 4 jaar. Een positief percentage duidt op een positief exploitatiesaldo.

Ontwikkeling PIN-waarden

De ontwikkeling van de PIN-waarden geeft een beeld hoe de ontwikkeling is in de toestand van het door Rijkswaterstaat beheerde areaal. Het weergegeven cijfer betreft een index ten opzichte van het jaar 2011. Omdat voor de jaren na 2012 nog afspraken moeten worden gemaakt over de gewenste serviceniveaus worden de PINwaarden van 2012 voor deze jaren constant verondersteld.

Gebruikerstevredenheid

Publieksgerichtheid: geeft aan hoe tevreden onze gebruikers en partners over Rijkswaterstaat zijn als publieke dienstverlenende organisatie. Dan gaat het over zaken als «luisteren; verwachtingenmanagement; aanspreekbaarheid; houding en gedrag en de wijze waarop wij communiceren».

Gebruikerstevredenheid (per netwerk): geeft aan hoe tevreden onze gebruikers over de kwaliteit van onze 3 netwerken zijn. Denk daarbij aan veiligheid, doorstroming; kwaliteit infrastructuur en tijdige en betrouwbare informatievoorziening (gekoppeld aan de netwerken). Deze kengetallen wijken af van de eerder opgenomen kengetallen als gevolg van een vormgeving van de gebruikersonderzoeken.

Licence