Base description which applies to whole site

ARTIKEL 2: UITGAVEN TEN BEHOEVE VAN LEDEN EN OUD-LEDEN TWEEDE KAMER, ALSMEDE LEDEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT

A. Algemene doelstelling

Onder dit artikel worden rechtspositionele uitgaven aan leden en oud-leden van de Tweede Kamer, alsmede hun nagelaten betrekkingen, evenals de schadeloosstelling aan de Nederlandse leden van het Europees Parlement geraamd.

Activiteiten

Zorg dragen voor uitbetalingen i.v.m. wettelijke regelingen

De Tweede Kamer draagt ingevolge de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer (Stb. 1997, 250), de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Stb. 1969, 594) en de Wet schadeloosstelling leden Europees Parlement (Stb. 1979, 379) zorg voor de uitgaven uit hoofde van:

  • schadeloosstelling leden Tweede Kamer (artikel 2.1);

  • reis- en overige kostenvergoedingen leden Tweede Kamer (artikel 2.1);

  • wachtgelden oud-leden Tweede Kamer (artikel 2.2);

  • pensioenen oud-leden en hun nabestaanden (artikel 2.2);

  • schadeloosstelling Nederlandse leden van het Europees Parlement (die niet door het Europees Parlement betaald worden) (artikel 2.3).

Aan deze activiteiten zijn de volgende kengetallen (aantallen gerechtigden) verbonden.

Tabel 2.1 Aantallen deelgerechtigden
 

2009

2010

2011

2012

Pensioenen oud-leden

381

437

423

433

Wachtgelden oud-leden

57

90

72

89

Totaal

438

527

495

522

In onderstaand overzicht zijn als achtergrondinformatie de gerealiseerde uitgaven en gemiddelden van de artikelonderdelen 2.1, 2.2 en 2.3 opgenomen voor de jaren 2010–2012 en prognoses voor 2013 en 2014.

Tabel 2.2
 

2010

2011

2012

2013

2014

2.1 schadeloosstelling

21.909

22.166

22.107

22.017

22.013

gemiddeld per lid TK

146

148

147

147

147

2. 2 pensioenen en wachtgelden

10.956

10.071

11.684

9.679

9.679

– totaal 1 en 2

32.865

32.237

33.791

31.696

31.692

gemiddeld per lid TK

219

215

225

211

211

2.3 schadeloosstelling leden Europarlement

1.593

194

192

219

110

Gemiddeld per lid EP1

59

97

96

109

55

1

Vanaf de nieuwe zittingsperiode in het voorjaar van 2009 wordt de schadeloosstelling voor het overgrote deel van de leden betaald door het Europarlement (en niet meer door de Tweede Kamer). Een tweetal leden blijft wel tot de verkiezingen in mei 2014 door de Tweede Kamer betaald worden.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de aan dit beheer te geven inhoud bestaan afspraken (de zogenaamde beheersafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.2

C. Beleidswijzigingen

Schadeloosstelling Nederlandse leden van het Europees Parlement

Met ingang van de verkiezingen Europees Parlement in mei 2014 wordt de schadeloosstelling geheel door het Europees Parlement betaald. Sinds de verkiezingen in het voorjaar 2009 wordt de schadeloosstelling voor twee Nederlandse leden nog betaald door de Tweede Kamer.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 2.1 Uitgaven tbv van (oud) leden Tweede Kamer en leden EP

(x € 1.000)

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

Verplichtingen

33.982

32.210

32.206

32.206

32.205

33.702

32.702

                 

Uitgaven:

33.982

32.210

32.206

32.206

32.205

33.702

32.702

 

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

   

90

       
                 

2.1

Schadeloosstelling

22.107

22.312

22.417

22.527

22.526

22.523

22.523

                 

2.2

Pensioenen en wachtgelden

11.683

9.679

9.679

9.679

9.679

11.179

10.179

                 

2.3

Schadeloosstelling Europarlementariërs incl tegemoetkoming ziektekosten

192

219

110

0

0

0

0

                 
 

Ontvangsten

62

86

86

86

86

86

86

E. Toelichting artikelonderdeel

Begrotingsvoorstellen

De begroting voor pensioenen en wachtgelden is voor de jaren 2017 en 2018 verhoogd met resp. € 1,5 miljoen en € 0,5 miljoen in verband met een voorzien groter beroep op de pensioen- en wachtgeldregeling in verband met de Tweede Kamerverkiezingen in maart 2017.

De taakstelling Rutte I op artikel 2 is door de Tweede Kamer aangemerkt als een taakstelling op een niet beïnvloedbaar artikel. De taakstelling oplopend van € 0,6 miljoen in 2013 tot € 1,26 miljoen in 2016 en volgende jaren staat nog open op artikel 10.3 Nominaal en onvoorzien.

2

CW artikel 19:

sub 5.Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de colleges, genoemd in artikel 1, eerste lid, onder g .

sub 6.De colleges, genoemd in artikel 1, eerste lid, onder e tot en met h , voeren het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel.

sub 7.Over de aan dit beheer te geven inhoud maakt Onze betrokken Minister afspraken met de onderscheiden colleges, waarin recht wordt gedaan aan hun staatsrechtelijke positie

Licence