Base description which applies to whole site

2.4.2 Artikel 12: Kasbeheer

A. Algemene doelstelling

Optimaal kasbeheer van het Rijk en van de instellingen die aan de schatkist zijn gelieerd.

B. Rol en Verantwoordelijkheid Minister

De Minister van Financiën is verantwoordelijk voor het beheer van publieke middelen en de bijbehorende geldstromen. Het doel is dat publieke middelen doelmatig worden beheerd en financiële risico’s worden voorkomen. De wettelijke basis voor deze uitvoerende rol is geregeld in de Comptabiliteitswet 2001 25.

Het kasbeheer is onder te verdelen in het schatkistbankieren en het betalingsverkeer van de rijksoverheid.

Bij Schatkistbankieren heeft de Minister van Financiën een uitvoerende rol. Schatkistbankieren houdt in dat instellingen met een publieke taak die hiervoor gelden van het Rijk ontvangen hun middelen aanhouden bij het Ministerie van Financiën. Publieke middelen verlaten de schatkist dan niet eerder dan noodzakelijk is voor de uitvoering van de publieke taak. Hierdoor is de externe financieringbehoefte van het Rijk minder groot. Onder voorwaarden kunnen deelnemers aan schatkistbankieren ook leningen krijgen bij het Ministerie van Financiën. Het schatkistbankieren wordt uitgevoerd door het Agentschap van de Generale Thesaurie van het Ministerie.

Ook bij het betalingsverkeer van de rijksoverheid heeft de Minister van Financiën een uitvoerende rol. Het betalingsverkeer is verdeeld in percelen die periodiek worden aanbesteed. Door de aanbesteding worden banken geprikkeld om hun diensten tegen een zo gunstig mogelijke prijs-kwaliteitverhouding aan te bieden. Het Ministerie van Financiën treedt in deze aanbestedingsprocedures op als opdrachtgever.

C. Beleidswijzigingen

In het Begrotingsakkoord 2013 is afgesproken dat in 2013 alle provincies, gemeenten, waterschappen en gemeenschappelijke regelingen hun tegoeden aan gaan houden in de Nederlandse schatkist. Het deelnemen van decentrale overheden aan schatkistbankieren zal op termijn een verlagend effect hebben op de Nederlandse EMU-schuld van naar verwachting enkele procentpunten bbp. In de begroting 2013 is deze beleidswijziging al aangekondigd. In juli 2013 is het wetsvoorstel dat schatkistbankieren door decentrale overheden mogelijk maakt aangenomen door de Tweede Kamer. Als ook de Eerste Kamer het wetsvoorstel tijdig aanneemt dan kunnen de decentrale overheden naar verwachting eind 2013 gaan deelnemen aan schatkistbankieren. Voor 2014 zijn er geen verdere beleidswijzigingen gepland.

D1. Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid artikel 12 Kasbeheer (x € 1 mln.) 1
 

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

Uitgaven

7.352

11.700

7.179

6.572

9.974

12.817

14.024

               

Juridisch verplicht

   

100%

       

             

Programma-uitgaven

7.353

11.700

7.179

6.572

9.974

12.817

14.024

               

Rentelasten

67

15

42

105

147

189

189

Verstrekte leningen

2.059

1.386

1.267

1.267

1.267

1.267

1.267

Afname saldi in rekening-courant en deposito’s²

5.227

10.298

5.869

5.200

8.559

11.361

12.568

Uitgaven bij voortijdige beëindiging

             
               

Apparaatuitgaven

             
               

Ontvangsten

2.652

2.077

3.120

1.833

2.245

2.527

2.866

               

Programmaontvangsten

2.652

2.077

3.120

1.833

2.245

2.527

2.866

               

Rentebaten

521

503

442

623

880

1.289

1.600

Ontvangen aflossingen

2.130

1.573

2.678

1.210

1.365

1.238

1.266

Toename saldi in rekening-courant en deposito’s²

             

Ontvangsten bij voortijdige beëindiging

1

           
1

Als gevolg van afronding in miljoenen kan de som der delen afwijken van het totaal.

D2. Budgetflexibiliteit

De ontvangsten en uitgaven op dit artikel zijn voor 100% als juridisch verplicht aan te merken. Alle rentelasten en rentebaten zijn juridisch verplicht omdat deze volgen uit de leningen, deposito's en rekening-couranttegoeden die deelnemers bij de schatkist aanhouden. De andere uitgaven en ontvangsten volgen ook uit de toename of afname van de middelen die door deelnemers in de schatkist worden aangehouden of uit de schatkist worden geleend.

E: Toelichting op de instrumenten

De totale uitgaven en ontvangsten zijn opgebouwd uit vier onderdelen: (1) rentelasten en rentebaten, (2) verstrekte leningen en ontvangen aflossingen, (3) mutaties in rekening-courant en deposito’s, (4) uitgaven en ontvangsten bij voortijdige beëindiging. Onder de rentelasten vallen de rentebetalingen aan baten-lastendiensten, rechtspersonen met een wettelijke taak (RWT’s), sociale fondsen en, waarschijnlijk vanaf eind 2013, decentrale overheden over de bij het Rijk aangehouden middelen. De rentebaten bestaan uit de door deelnemers betaalde rente op leningen en roodstanden in de rekening-courant. De posten toe- en afname van de saldi in rekening-courant en deposito geeft het bedrag weer dat naar verwachting door de deelnemers in hun rekening-courant of deposito's zal worden gestort (ontvangst voor het Rijk) of juist wordt opgenomen (uitgave voor het Rijk). De post verstrekte leningen en ontvangen aflossingen geeft de geraamde verstrekte leningen weer (uitgave voor het Rijk) en de aflossingen op eerder afgesloten leningen (ontvangst voor het Rijk). Het uitstaande bedrag aan leningen, rekening-courant saldi en deposito's bepaalt de schuldverhouding van het Rijk met de deelnemers van het geïntegreerd middelenbeheer.

25

Kamerstukken II 2001/02, 28 035, nr. A

Licence