Base description which applies to whole site

6. RAAD VOOR DE RECHTSPRAAK

Beleidsmatige ontwikkelingen

Rechtspraak maakt samen leven mogelijk. Een kwalitatief goede en efficiënte rechtspraak is een belangrijk fundament voor het functioneren van rechtsstaat en samenleving. De Nederlandse rechtspraak functioneert goed, zoals blijkt uit de waardering van klanten en uit internationale vergelijkingen. Tegelijkertijd vraagt de huidige samenleving, waarin veranderingen zich in hoog tempo voltrekken, niet in de laatste plaats op het gebied van de wijze waarop burgers en bedrijven met elkaar communiceren, om rechtspraak die in staat is op deze veranderingen in te spelen. Om die vernieuwing gestalte te geven, is de Rechtspraak in 2011 gestart met de uitvoering van een ambitieuze strategische agenda, die tot en met 2014 loopt.

In mei 2012 heeft de Raad voor de rechtspraak in dit kader een oproep gedaan aan de politiek om steun te geven aan een programma dat de Rechtspraak in staat zou stellen om te komen tot «voortvarende, digitaal toegankelijke en minder formele rechtspraak zodat een conflict snel en effectief kan worden beslecht». Die steun is er gekomen. In het Regeerakkoord werd hier al aan gerefereerd en in samenspraak met het ministerie van Veiligheid en Justitie en de Rechtspraak is een ingrijpende vernieuwingsagenda «Kwaliteit en Innovatie» (hierna KEI) opgesteld, waarover de Tweede Kamer bij brief van 11 juni 2013 (Kamerstukken TK, 29 279, nr. 164) is geïnformeerd. Daarbij geldt een duidelijke verantwoordelijkheidsverdeling tussen minister en Rechtspraak. De minister is verantwoordelijk voor het ontwikkelen en voorbereiden van de noodzakelijke wetgeving die het juridisch kader vormt voor de voorgenomen innovaties en digitalisering. De Rechtspraak richt zich op de vormgeving van de procesinnovatie en de digitalisering binnen de (nieuwe) wettelijke kaders. Het is tegelijk duidelijk dat een dergelijke operatie nauwe afstemming en samenwerking vereist. Zo zullen bepaalde voornemens van de Rechtspraak wetgeving vergen en omgekeerd vergt wetgeving uitwerking en invulling door de Rechtspraak.

De Rechtspraak wil de nieuwe (civiele en bestuursrechtelijke) rechtsgang zo inrichten dat die voor rechtzoekenden zo begrijpelijk en uniform mogelijk, eenvoudig en digitaal wordt. Een rechtsgang die ruimte geeft aan modern vakmanschap van rechters en andere professionals binnen de rechtspraak en die past binnen de ontwikkelingen in de maatschappij waarin digitalisering zich tot de standaard ontwikkelt. Sleutelwoorden in dit verband zijn kwaliteit, rechtseenheid, toegankelijkheid, begrijpelijkheid en tijdigheid. Om dit te bereiken krijgt de rechter meer ruimte om regie te voeren en maatwerk te leveren aan partijen. Rechters krijgen meer mogelijkheden om geschillen definitief te beslechten. Het juridisch geschil vormt daarbij de basis, maar waar mogelijk beziet de rechter ook het onderliggend conflict en begeleidt hij partijen naar een oplossing. Hierbij is het uitgangspunt een eenvoudig proces waar het kan, en een uitgebreidere behandeling waar dat nodig is.

Ten behoeve van de uitvoering van deze ambities is het programma KEI Rechtspraak ingericht, waarvan de programma’s KEI Innovatie & Informatietechnologie en Organisatie & Ontwikkeling de pijlers zijn. De uitvoering van deze programma’s vereist uiteraard een grote inzet van mensen en middelen en daarmee een duidelijke prioriteitstelling. De activiteiten van de Rechtspraak op het gebied van innovatie zijn dan ook vrijwel geheel geconcentreerd in het programma KEI.

De Raad wijst er op dat een kwalitatief goede en efficiënte rechtspraak het fundament is voor het functioneren van de rechtsstaat en voor economische ontwikkeling.

Om de nog steeds toenemende instroom van zaken te verwerken zou een substantiële verhoging van de bijdrage van het ministerie van Veiligheid en Justitie vanaf 2013 nodig zijn. De uitkomst van de afweging van het Kabinet op dit moment is dat voor de Rechtspraak in 2014 en verdere jaren extra geld beschikbaar wordt gesteld. Voor het uitvoeringsjaar 2013 geldt dat de bijdrage nagenoeg gelijk blijft. Voor de jaren 2015 en 2016 geldt dat de bijdrage achter blijft bij de instroomraming. Uit de beschikbaar gestelde middelen moet voor de Rechtspraak overigens ook de prijsontwikkeling worden gedekt. De Rechtspraak wil al wat mogelijk is doen door in 2013, 2015 en 2016 eigen middelen (egalisatierekening voor een bedrag van € 38 mln. en eigen vermogen voor een bedrag van € 16 mln.) in te zetten om te hoog oplopende voorraden voor de korte termijn tegen te gaan.

Meerjarige begroting van baten en lasten (x € 1.000)
 

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

Baten

             

Bijdrage Ministerie van VenJ

995.739

985.221

1.014.481

1.007.321

1.022.166

1.008.646

1.009.903

Overige bijdrage van Ministerie van VenJ

23.681

24.000

24.000

24.000

24.000

24.000

24.000

Overige opbrengsten

7.702

8.000

8.000

8.000

8.000

8.000

8.000

Rentebaten

             

bijdrage meer/minder werk

– 32.643

10.000

0

25.000

3.000

0

0

               

Totaal baten

994.479

1.027.221

1.046.481

1.064.321

1.057.166

1.040.646

1.041.903

               

Lasten

             

Personele kosten

724.526

759.707

763.902

780.144

769.233

754.995

755.930

Materiele kosten

230.799

242.006

243.342

248.516

245.040

240.505

240.803

Afschrijvingskosten

22.033

24.000

32.000

37.000

37.000

37.000

37.000

Rentekosten

2.317

2.400

3.000

3.200

3.200

3.200

3.200

Gerechtskosten

4.089

4.108

4.237

4.461

4.693

4.947

4.970

               

Totale lasten

983.764

1.032.221

1.046.481

1.073.321

1.059.166

1.040.646

1.041.903

               

Resultaat

10.715

– 5.000

0

– 9.000

– 2.000

0

0

Baten

Bijdrage Ministerie van VenJ

De bijdrage bestaat uit een productiegerelateerde bijdrage, een bijdrage voor gerechtskosten en een bijdrage voor overige taken. Daarnaast bevat de bijdrage middelen voor taken die niet voortvloeien uit de Wet op de rechterlijke organisatie zoals tuchtrecht en de commissies van toezicht voor het gevangeniswezen.

Overige bijdragen van het Ministerie van VenJ en overige opbrengsten

Deze posten betreffen bijdragen van het Openbaar Ministerie voor Spirit en SSR en bijdragen aan de Rechtspraak van andere departementen.

Bijdrage meer- en minderwerk

De bijdrage meer- en minderwerk (egalisatierekening van de Rechtspraak) betreft het saldo van meer- en minderwerk ten opzichte van de productie zoals afgesproken met en gefinancierd door de Minister van Veiligheid en Justitie. Het meer- en minderwerk wordt afgerekend tegen 70% van de afgesproken productgroepprijzen.

Lasten

Personele kosten

Ten opzichte van 2012 zullen de personele kosten in 2013 en 2014 toenemen omdat de Rechtspraak een hogere instroom zal verwerken.

Materiële kosten

De materiële kosten nemen evenredig met de personele kosten toe.

Afschrijvingskosten

Materiële vaste activa
 

Afschrijvingstermijn

Hard- en software

3 jaar

Vervoersmiddelen, inventaris, meubilair kort en kantoormachines

5 jaar

Audio- en visuele middelen en stoffering

8 jaar

Verbouwingen, installaties, bekabeling en meubilair lang

10 jaar

De afschrijvingskosten voor de Rechtspraak zijn berekend door de totale afschrijvingskosten op de activa in een jaar te verminderen met de verwachte vrijval in dat jaar van de balanspost «»Vooruitontvangen bedragen OM»». De post «»Vooruitontvangen bedragen OM»» betreft de eerder door het OM verstrekte bijdrage in de aanschaf van activa die gemeenschappelijk worden gebruikt door OM én ZM. Met deze bijdrage in de aanschaf heeft het OM destijds zijn deel van de afschrijvingskosten voldaan. In 2012 bedroeg de bijdrage van het OM € 893.000, in 2013 is dit naar verwachting € 923.000, in 2014 naar verwachting € 586.000 en in 2015–2018 zal deze gemiddeld € 443.000 per jaar bedragen.

Rentekosten

Voor de financiering van materiële vaste activa sluit de Rechtspraak leningen af bij het Ministerie van Financiën. Voor de berekening van deze kosten wordt rekening gehouden met de door Financiën afgegeven rentepercentages. Gemiddeld betreft dit een rentepercentage van 1,0%.

Gerechtskosten

Het gaat hier om de kosten die het gerecht in civiele en bestuurlijke zaken maakt gedurende of als gevolg van de behandeling van een aan de rechter voorgelegde zaak zoals advertentiekosten bij faillissementen, tolken en vertalers en deskundigen.

Bijdrage Ministerie van Veiligheid en Justitie

In de onderstaande tabel is de bijdrage van het Ministerie van Veiligheid en Justitie gespecificeerd.

Opbouw bijdrage Ministerie van Veiligheid en Justitie (x € 1.000)
 

2013

2014

2015

2016

2017

2018

Productiegerelateerde bijdrage

941.450

970.146

962.363

976.977

963.199

964.432

             

Bijdrage voor gerechtskosten

4.108

4.237

4.461

4.696

4.947

4.970

             

Bijdrage voor overige uitgaven

           

Bijzondere kamers rechtspraak

8.051

8.055

8.054

8.054

8.054

8.054

College van Beroep v/h bedrijfsleven

6.052

6.055

6.054

6.053

6.053

6.054

Megazaken

16.318

16.744

17.153

17.152

17.152

17.152

             

Bijdrage Niet-BFR 2005 taken

           

Tuchtrecht

3.154

3.154

3.154

3.152

3.152

3.152

Cie. van toezicht

6.087

6.090

6.089

6.088

6.089

6.089

Overige taken

0

0

0

0

0

0

             

bijdrage Ministerie van VenJ

985.221

1.014.481

1.007.321

1.022.166

1.008.646

1.009.903

De productiegerelateerde bijdrage is het meest omvangrijke onderdeel van de bijdrage van het Ministerie van Veiligheid en Justitie.

Deze bijdrage komt tot stand door de productieafspraken tussen Raad en minister te vermenigvuldigen met de afgesproken prijzen. In onderstaande tabel zijn de productieafspraken opgenomen.

Productieafspraken begroting 2014 (aantal zaken)
 

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

Totaal

1.678.065

1.735.836

1.834.654

1.838.880

1.958.105

1.947.632

1.970.109

               

Gerechtshoven

             

Civiel

16.427

15.257

16.620

16.511

17.646

17.095

17.022

Straf

38.504

41.214

37.593

37.784

37.864

37.884

37.856

Belasting

3.621

3.481

3.639

3.260

3.325

3.102

3.003

               

Rechtbanken

             

Civiel

336.186

340.535

342.754

338.821

367.509

359.988

358.747

Straf

191.750

197.391

175.124

174.950

174.456

174.038

174.017

Bestuur (excl. Vreemdelingenkamers)

44.892

46.474

49.025

47.840

51.731

50.560

50.404

Bestuur (Vreemdelingenkamers)

40.169

51.330

52.910

54.290

54.290

54.290

54.290

Kanton

973.516

1.006.347

1.122.223

1.133.112

1.217.613

1.218.924

1.243.719

Belasting

25.750

26.354

26.421

24.383

25.134

23.389

22.586

               

Bijzondere colleges

             

Centrale Raad van Beroep

7.250

7.451

8.346

7.930

8.537

8.362

8.465

Voor 2013 en verder geldt dat de bovenstaande gefinancierde productie in geringe mate achterblijft bij de geraamde capaciteitsbehoefte volgens het Prognosemodel Justitiële Ketens. Hiermee ontstaat het risico dat de voorraden en daarmee de doorlooptijden de komende jaren kunnen gaan oplopen. De ontwikkelingen zullen in de reguliere begrotingscyclus op de voet worden gevolgd en indien nodig en mogelijk zullen later aanvullende maatregelen getroffen worden.

Productgroepprijzen 2013–2016

In de tabel hierna zijn de prijzen opgenomen die de Raad voor de rechtspraak en het Ministerie van Veiligheid en Justitie overeengekomen zijn voor de periode 2013–2016. Onlangs is een prijsakkoord 2014–2016 tot stand gekomen. In dit akkoord is onder andere afgesproken dat ook de Rechtspraak invulling geeft aan de algemene efficiencytaakstelling uit het Regeerakkoord. In de jaren 2014, 2015 en 2016 ontvangt de Rechtspraak een tijdelijke tegemoetkoming van € 26,5 mln. per jaar om de balans tussen werkdruk en kwaliteit te bewaren, voor frictiekosten en voor investeringen in het programma Kwaliteit en Innovatie.

Overzicht prijzen per productgroep x € 1,– 1

Productgroep

2013

2014–2015

2016

Rechtbanken

     

Rechtbank Civiel

909,29

790,97

759,77

Rechtbank Bestuur

2.048,80

2.176,32

2.098,17

Rechtbank Straf

888,97

1.014,67

978,38

Rechtbank Kanton

142,07

154,25

149,28

Rechtbank VK

869,39

985,45

956,72

Rechtbank Belasting

1.124,47

1.116,17

1.082,25

       

Hoven

     

Hof Civiel

3.675,47

3.820,27

3.665,04

Hof Straf

1.338,19

1.531,50

1.477,24

Hof Belasting

3.108,60

3.601,68

3.481,27

       

Centrale Raad van beroep

3.376,77

3.404,83

3.272,43

1

De prijzen zijn gebaseerd op loon- en prijspeil 2012. De prijzen worden jaarlijks geïndexeerd.

Ontwikkeling eigen vermogen

Eigen vermogen
 

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

Eigen vermogen per 1–1

37.992

48.707

43.707

43.707

34.707

32.707

32.707

Resultaat

10.715

– 5.000

 

– 9.000

– 2.000

   

Eigen vermogen per 31–12

48.707

43.707

43.707

34.707

32.707

32.707

32.707

In de komende jaren zal de Rechtspraak in totaal een geprognosticeerd bedrag van € 16 mln. aan eigen vermogen inzetten in aanvulling op de bijdrage van het departement en de onttrekking uit de egalisatierekening. Door deze onttrekking zal er vanaf 2015 nog een gering bedrag overblijven in de egalisatierekening voor verrekening van meerproductie.

Doorlooptijden

In onderstaande tabel wordt de realisatie weergegeven ten opzichte van de norm voor 2012.

     

Realisatie

Civiel- handelszaken rechtbanken

norm 2012

2011

2012

Handelszaken met verweer – norm 1

90%

≤ 2 jaar

87%

84%

Handelszaken met verweer – norm 2

70%

≤ 1 jaar

62%

54%

Handelszaken zonder verweer (verstek)

90%

≤ 6 wkn.

85%

78%

Beëindigde faillissementen

90%

≤ 3 jaar

80%

81%

Handelsrekesten (vooral insolventie)

90%

≤ 3 mnd.

83%

83%

Kort gedingen / vovo's (inclusief familierecht)

95%

≤ 3 mnd.

92%

93%

         

Civiel- familiezaken rechtbanken

       

Scheidingszaken totaal (exclusief vovo's)

95%

≤ 1 jaar

93%

94%

– waarvan op gemeenschappelijk verzoek

95%

≤ 2 mnd.

93%

91%

Alimentatiezaken, bijstandsverhaal

90%

≤ 1 jaar

93%

93%

Omgang- en gezagzaken

85%

≤ 1 jaar

83%

83%

Jeugdbeschermingszaken kinderrechter

90%

≤ 3 mnd.

92%

91%

– waarvan eerste verzoeken tot OTS

80%

≤ 3 wkn.

81%

80%

         

Bestuursrechtelijke zaken rechtbanken

       

Reguliere bestuurszaken, bodemzaken – norm 1

90%

≤ 1 jaar

75%

81%

Reguliere bestuurszaken, bodemzaken – norm 2

70%

≤ 9 mnd.

59%

68%

Voorlopige voorzieningen bestuur regulier

90%

≤ 3 mnd.

93%

92%

Vreemdelingenzaken, bodemzaken

90%

≤ 9 mnd.

73%

80%

Belastingzaken lokaal, bodemzaken

90%

≤ 9 mnd.

56%

57%

Rijksbelastingzaken, bodemzaken – norm 1

90%

≤ 18 mnd.

79%

80%

Rijksbelastingzaken, bodemzaken – norm 2

70%

≤ 1 jaar

61%

63%

         

Kantonzaken

       

Handelszaken met verweer – norm 1

90%

≤ 1 jaar

95%

95%

Handelszaken met verweer – norm 2

75%

≤ 6 mnd.

80%

80%

Arbeidsontbindingen op tegenspraak

95%

≤ 3 mnd.

94%

97%

Handelsrekesten, niet-arbeidszaken

95%

≤ 6 mnd.

87%

88%

Handelszaken zonder verweer (verstek)

90%

≤ 6 wkn.

98%

97%

Geregelde arbeidsontbindingen

90%

≤ 15 dgn.

87%

87%

Kort gedingen / vovo's

95%

≤ 3 mnd.

96%

97%

Overtredingszaken

85%

≤ 1 mnd.

87%

90%

Mulderzaken

80%

≤ 3 mnd.

78%

84%

         

Strafzaken rechtbanken

       

Strafzaken MK (= meervoudig behandeld)

90%

≤ 6 mnd.

83%

82%

Politierechterzaken (incl. economische)

90%

≤ 5 wkn.

85%

88%

Strafzaken bij de kinderrechter (enkelvoudig)

85%

≤ 5 wkn.

77%

82%

Raadkamerzaken m.b.t. voorlopige hechtenis

100%

≤ 2 wkn.

100%

100%

Raadkamerzaken niet voorlopige hechtenis

85%

≤ 4 mnd.

83%

85%

Uitwerken strafzaken (EK+MK) i.v.m. hoger beroep, jeugd

100%

≤ 4 wkn.

nog niet meetbaar

Uitwerken strafzaken (EK+MK) i.v.m. hoger beroep, niet jeugd

100%

≤ 16 wkn.

nog niet meetbaar

– waarvan gedetineerdenzaken

100%

≤ 3 mnd.

nog niet meetbaar

Operationele kasstroom

De operationele kasstroom bestaat uit het saldo van baten en lasten gecorrigeerd voor afschrijvingen, mutaties in eventuele voorzieningen en in mutaties in het netto-werkkapitaal.

Kasstroomoverzicht
 

Omschrijving

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

1.

Rekening courant RHB 1 januari (plus stand depositorekeningen)

145.216

206.203

201.203

201.203

192.203

190.203

190.203

                 

2.

Totaal operationele kasstroom

80.786

– 29.000

– 32.000

– 46.000

– 39.000

– 37.000

– 37.000

– /– totaal investeringen

– 25.486

– 40.000

– 40.000

– 40.000

– 40.000

– 40.000

– 40.000

+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen

2.056

0

0

0

0

0

0

                 

3.

Totaal investeringskasstroom

– 23.430

– 40.000

– 40.000

– 40.000

– 40.000

– 40.000

– 40.000

 

– /– eenmalige uitkering aan moederdepartement

0

0

0

0

0

0

0

 

+/+ eenmalige storting door moederdepartement

0

0

0

0

0

0

0

– /– Aflossingen op leningen

– 23.799

24.000

32.000

37.000

37.000

37.000

37.000

+/+ beroep op de leenfaciliteit

28.753

40.000

40.000

40.000

40.000

40.000

40.000

                 

4.

Totaal financieringskasstroom

3.631

64.000

72.000

77.000

77.000

77.000

77.000

                 

5.

Rekening courant RHB 31 december plus stand depositorekeningen *

206.203

201.203

201.203

192.203

190.203

190.203

190.203

*

incl. rekening-courantstand egalisatierekening

58.205

40.705

40.705

15.705

12.705

12.705

12.705

Investeringen

Om de kapitaalgoederenvoorraad op peil te kunnen houden is in 2014 een vervangingsinvestering van € 40 mln. nodig. Daarnaast is rekening gehouden met de relatief beperkte noodzakelijke uitbreidingsinvesteringen.

Investeringen (x € 1.000)

Omschrijving

2013

2014

2015

2016

2017

2018

Hard- en software

12.000

12.000

12.000

12.000

12.000

12.000

Vervoersmiddelen, inventaris, meubilair kort en kantoormachines

3.200

3.200

3.200

3.200

3.200

3.200

Audio- en visuele middelen en stoffering

4.400

4.400

4.400

4.400

4.400

4.400

Verbouwingen, installaties en meubilair lang

20.400

20.400

20.400

20.400

20.400

20.400

Totaal

40.000

40.000

40.000

40.000

40.000

40.000

Investeringen verdeeld naar vervanging en uitbreiding

           

Vervanging

29.114

36.512

38.297

39.072

39.001

39.001

Uitbreiding

10.886

3.488

1.703

928

999

999

Licence