Base description which applies to whole site

2.2 De productartikelen

Hieronder worden alle beleidsmatig relevante mutaties op het niveau van het artikelonderdeel zichtbaar gemaakt, en waar zinvol en relevant, ook toegelicht (zie leeswijzer). In de verdiepingsbijlage is een meerjarige mutatietabel opgenomen op artikelonderdeelniveau met daarbij de aansluiting tussen de vorige stand van de begroting en de nu voorgestelde stand. Dit voor de volledige looptijd van het fonds.

Artikel 12 Hoofdwegennet

Budgettaire gevolgen van uitvoering (Tweede suppletoire begroting jaar 2018) (Bedragen x € 1.000)

12

Hoofdwegennet

Stand Vastgestelde Begroting

Stand 1e Suppletoire Begroting

Mutaties 2e Suppletoire Begroting

Stand 2e Suppletoire Begroting

   

(1)

(2)

Mutaties Miljoenennota

(3)

Overige Mutaties 2e Suppletoire

Begroting

(4)

(5)=(2)+(3)+(4)

Verplichtingen

3.255.485

4.194.780

– 481.886

617.957

4.330.851

Uitgaven

2.575.982

2.839.668

– 220.939

– 141.456

2.477.273

waarvan juridisch verplicht

 

76%

   

100%

12.01

Verkeersmanagement

3.680

3.680

56

 

3.736

12.01.01

Verkeersmanagement

3.680

3.680

56

 

3.736

 

– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

3.680

3.680

56

 

3.736

12.02

Beheer onderhoud en vervanging

645.593

664.814

30.560

27.923

723.297

12.02.01

Beheer en onderhoud

576.208

576.207

65.603

27.667

669.477

 

– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

576.208

576.207

65.603

27.667

669.477

12.02.04

Vervanging

69.385

88.607

– 35.043

256

53.820

12.03

Aanleg

781.590

752.479

– 80.861

– 115.938

555.680

12.03.01

Realisatie

545.870

621.015

– 91.386

– 14.918

514.711

 

– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

30.616

30.616

472

1.420

32.508

12.03.02

Verkenningen en planuitwerkingen

235.720

131.464

10.525

– 101.020

40.969

 

– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

12.407

12.421

6.779

– 1.530

17.670

12.04

Geïntegreerde contractvormen/PPS

581.030

567.030

105.387

– 65.585

606.832

12.04.01

Geïntegreerde contractvormen/PPS

581.030

567.030

105.387

– 65.585

606.832

12.06

Netwerkgebonden kosten HWN

564.089

564.089

11.495

12.144

587.728

12.06.01

Apparaatskosten RWS

447.350

447.322

8.474

3.428

459.224

 

– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

447.350

447.322

8.474

3.428

459.224

12.06.02

Overige netwerkgebonden kosten

116.739

116.767

3.021

8.716

128.504

 

– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

110.739

110.767

3.021

8.716

122.504

12.07

Investeringsruimte

0

287.576

– 287.576

 

0

12.07.01

Investeringsruimte

0

0

0

 

0

12.07.03

Investeringsruimte

 

287.576

– 287.576

 

0

Ontvangsten

90.402

88.584

18.754

11.179

118.517

12.09

Ontvangsten

90.402

88.584

18.754

11.179

118.517

12.09.01

Ontvangsten

90.402

88.584

18.754

11.179

118.517

12.09.02

Tolopgave

         

Verplichtingen

De hogere verplichtingen bij 2e suppletoire begroting in 2018 worden met name veroorzaakt door:

  • A16 Rotterdam (€ 639 miljoen): de A16 Rotterdam is een DBFM-project, omdat de financial close is afgerond wordt een deel van het project nu omgezet van Design en Construct naar DBFM. Om dit te faciliteren moet de verplichtingenruimte worden opgehoogd.

  • Wantijbrug en Heineoord (€ 29,9 miljoen): voor dit project is aanvullend budget beschikbaar gesteld. Daar horen ook meerjarige verplichtingen bij.

  • Aankoop vastgoed (€ 36,2 miljoen): dit jaar is er onder andere meer vastgoed aangekocht dan geraamd dit betreft onder meer de N18 Varsseveld Enschede (€ 9 miljoen); dit betreft een aanvullend opdracht Westerval: 3 miljoen, Ned. Bewegwijzeringsdienst: 1 miljoen, Grondverwerving/onteigening: 3 miljoen en Natuurcompensatie: 2 miljoen.

    A15 Maasvlakte Vaanplein (€ 16 miljoen) het verplichtingenbudget wordt opgehoogd met 16 miljoen euro, dit is benodigd voor de afbouwwerkzaamheden van de Botlekbrug.

    A12/A15 Ressen – Oudbroeken (€ 12 miljoen) een aantal vastgoed aankopen kunnen al in 2018 worden afgerond, in plaats van in 2019. Deze aankopen worden nu versneld uitgevoerd.

  • N200 Boezembruggen (€ 15 miljoen): Voor het project N200 Boezembruggen (tranche 2) binnen het programma Vervanging en Renovatie is door verwachte meerkosten extra verplichtingenbudget benodigd.

  • A6 (€ 10 miljoen): door versnelling van de realisatie is er in 2018 meer verplichtingen budget nodig omdat een aantal werken voor de gemeente Almere tijdens de realisatie worden meegenomen.

Hiertegenover staan lagere verplichtingen:

  • A24 Blankenburgverbinding (– € 73 miljoen): in verband met vertraging van de Financial Close op dit DBFM-project is de verwerking van de DBFM-omzetting uitgesteld (– € 53 miljoen). Daarnaast is afgesproken in het Tracébesluit van de Blankenburgverbinding in de bestuursovereenkomst dat IenW de Rijksbijdrage aan het Kwaliteitsprogramma zal overhevelen aan de Metropoolregio Rotterdam-Dan Haag. Het bedrag zal in 2019 via de BDU-uitkering beschikbaar worden gesteld. Tegelijkertijd vindt een afdracht plaats aan het btw-compensatiefonds (– € 20 miljoen).

  • Schiphol-Amsterdam-Almere (– € 16 miljoen): Binnen dit programma hebben zich in 2018 minder financiële risico’s voorgedaan dan vooraf ingeschat. Het gevolg hiervan is dat er geen beroep is gedaan op de getroffen risicoreserveringen.

  • A6 Lelystad Airport (€ – 14 miljoen): voor de aansluiting A6 Lelystad Airport worden middelen beschikbaar gesteld aan provincie Lelystad om te voldoen aan de bestuursovereenkomst.

12.02 Beheer, onderhoud en vervanging

De overige mutaties 2e suppletoire begroting op dit artikelonderdeel betreft met name een bijdrage voor schade rijden (€ 31,5 miljoen) en een verhoging ten behoeve van duurzaamheidsmaatregelen (€ 1,2 miljoen). Daar tegenover staat o.a. verlaging betreffende een bijdrage in de basis ICT-uitgaven ad € 5 miljoen.

Schade rijden

Schadegevallen op de weg worden door RWS hersteld en daarvoor worden kosten gemaakt. Deze kosten worden verhaald op de veroorzaker. Echter soms is de veroorzaker van de schade niet bekend of is de schade hoger dan de verzekeraar uitkeert of is er sprake van niet verzekerd zijn, waarbij verder verhaal op de veroorzaker niet mogelijk is omdat deze niet over andere middelen beschikt om de schade alsnog te compenseren. Daarom wordt het budget opgehoogd.

Duurzaamheidsmaatregelen

IenW heeft een programma Duurzaam IenW opgestart. Een van de speerpunten van dat programma is dat we toewerken naar een volledig klimaatneutraal departement in 2030. Dat betekent dat onze CO2-uitstoot als gevolg van al ons elektriciteit- en brandstofverbruik, onze inkopen en opdrachten per saldo tot nul wordt teruggebracht. Tegelijk wil IenW uiterlijk in 2030 ook volledig energieneutraal zijn, even veel aan hernieuwbare energie zelf (laten) opwekken als IenW aan energie gebruikt. RWS gaat invulling geven aan deze duurzaamheidsambities onderzoekt of het mogelijk is duurzame energie voor eigen gebruik op eigen areaal te laten opwekken. De kosten die met het onderzoek gemoeid zijn, worden aan dit artikelonderdeel toegevoegd.

Bijdrage basis ICT

In de begroting 2019 zijn de middelen voor Basis ICT in 2018 (€ 5 miljoen) toegevoegd aan het Beheer en Onderhoud. Het onderhouden van ICT systemen is echter een landelijke taak en deze uitgaven dienen verantwoord te worden onder Netwerkgebonden Kosten. Dit is conform voorgaande jaren. Met deze boeking worden de middelen alsnog aan netwerkgebonden kosten toegevoegd.

12.03 Aanleg

De overige mutaties 2e suppletoire begroting (verlaging ad € 115,9 miljoen) op dit artikelonderdeel betreft in hoofdzaak een drietal mutaties. Een verlaging als gevolg van de verwerking van het saldo 2018 € 101,8 miljoen, een verlaging ad € 19,2 miljoen in verband met overboekingen aan het Provinciefonds en Btw-compensatiefonds en een verhoging ad € 7,8 miljoen in verband met desalderingen.

Saldo 2018

Op dit artikelonderdeel is in 2018 sprake van een lagere realisatie van € 294 miljoen exclusief de overprogrammering. De overprogrammering op dit artikel is € 192 miljoen. Dit leidt per saldo tot een voordelig saldo van € 102 miljoen.

De lagere programmarealisatie ad € 294 miljoen betreft onder andere de volgende projecten:

  • Schiphol-Amsterdam-Almere (– € 19 miljoen): De lagere realisatie komt doordat de vastgoed aankopen lager uitvielen als resultaat van de onderhandelingen en er minder risico’s zijn opgetreden.

  • Programma aansluitingen (– € 24 miljoen): Bij het programma aansluitingen is vertraging opgetreden door een wijziging in de bestemmingsplanprocedure als gevolg van de wens van de provincie Zuid-Holland om ook een aansluiting met het bedrijven terrein te verkrijgen.

  • A16 Rotterdam (– € 22 miljoen): Bij de omzetting naar een DBFM-contract is er vertraging ontstaan.

  • A7 Zuidelijke Ringweg Groningen (– € 32 miljoen): Door capaciteitsproblemen bij de aannemer heeft dit project vertraging opgelopen.

  • A24 Blankenburgverbinding (– € 54 miljoen): Bij het vaststellen van de financial close van het DBFM-contract heeft dit project vertraging opgelopen (– € 31 miljoen). Daarnaast is er sprake van een lagere realisatie op het project kwaliteitsprogramma Blankenburgverbindingen (– € 23 miljoen) in verband met het uitblijven van duidelijkheid omtrent de toepassing van de PAS.

  • A10 Zuidas knopen (– € 21 miljoen): Het realisatiecontract bevindt zich in de fase van herijking. In deze periode worden risico’s en onzekerheden voor de start van de bouwfase zoveel mogelijk geminimaliseerd. Deze procedure wordt standaard gehanteerd na gunning van het contract door de aannemer.

  • A1 Apeldoorn-Azelo (– € 17 miljoen): Op 25 juni 2018 heeft de gunning van het project plaats gevonden. Het betaalritme wordt aangepast aan de hand van de planning van de aannemer. Dit is een standaard procedure.

  • A44 Rijnland Route (– € 57 miljoen): Er is vertraging opgetreden bij de afdracht van btw aan het btw-compensatiefonds daarom is sprake van een lagere realisatie op dit project. Deze vertraging is ontstaan in de uitvoering van het project. De uitvoering wordt door de Provincie Zuid-Holland gerealiseerd. Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat betaalt na declaratie van de Provincie. Daarnaast is de overdracht van de BTW naar het BTW Compensatiefonds naar volgend jaar uitgesteld, omdat de hoogte van het over te dragen budget nog niet bekend is.

  • Eindhoven Airport (– € 25 miljoen): In verband met een btw-discussie met de regio is er sprake van vertraagde realisatie.

  • Beter Benutten (– € 30 miljoen): Voor het programma Beter Benutten is vertraging opgetreden in de financiële afhechting en eindafrekening van de regionale maatregelpakketten van Beter Benutten Vervolg.

Het voordelig saldo wordt in 2019 aan dit artikelonderdeel toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

Overboekingen Provinciefonds en Btw-compensatiefonds

Dit betreft de volgende bijdragen aan het Provinciefonds en Btw-compensatiefonds:

  • Bijdragen aansluiting A6 Lelystad airport

    Voor de aansluiting A6 Lelystad Airport wordt € 14,1 miljoen beschikbaar gesteld aan provincie Lelystad, inclusief € 0,130 miljoen voor de ruimtelijke inpassing. In 2017 is er € 6 miljoen overgemaakt, waarmee nu wordt voldaan aan de totale € 19,6 miljoen (pp 2015) zoals is afgesproken in de bestuursovereenkomst.

  • Programma beter benutten

    Aan de provincie Flevoland en Noord-Holland wordt € 4,4 miljoen voor de uitvoering van het programma beter benutten beschikbaar gesteld.

    Aan de gemeenten Rotterdam en Haarlem wordt € 0,2 miljoen voor de uitvoering van het programma beter benutten beschikbaar gesteld.

  • Bijdrage SmartwayZ 2018

    Het betreft de Rijksbijdrage ad € 0,5 miljoen aan de provincie Noord Brabant voor de programma-organisatie van SmartwayZ.

Desalderingen

De hogere ontvangsten worden aangewend voor hogere uitgaven en betreffen:

  • project A12-A15 Ressen € 2 miljoen, ontvangst van een TEN subsidie,

  • project Dinteloord Bergen op Zoom € 5,7 miljoen in verband met verkoop vastgoed. De opbrengsten van dit project gaan met de Voorjaarsnota naar de investeringsruimte.

12.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

De overige mutaties 2e suppletoire begroting op dit artikelonderdeel betreft een verlaging van € 65,6 miljoen als gevolg van de verwerking van het saldo 2018.

Saldo 2018

Op dit artikelonderdeel is sprake van een voordelig saldo van € 65,6 miljoen. Op de volgende projecten doen de omvangrijkste budgettaire wijzigingen voor:

  • Botlekbrug (– € 85 miljoen): door vertraging bij de afbouw van de Botlekbrug is er sprake van een lagere realisatie op dit project. De afbouw van de multimodale Botlekbrug maakt onderdeel uit van het wegenproject project A15 Maasvlakte – Vaanplein (MaVa). De Botlekbrug is reeds in gebruik genomen voor langzaam en gemotoriseerd verkeer en voor de scheepvaart. Het spoordeel van de brug moet nog worden afgebouwd en aangesloten. Bij de voorbereidingen hiervan zijn ProRail en RWS aangelopen tegen enkele tegenvallers waardoor hier vertraging is ontstaan.

  • Schiphol-Amsterdam-Almere (– € 6 miljoen): er zijn minder risico’s opgetreden dan verwacht bij dit project. Daarom is er sprake van een lagere realisatie.

  • N18 Varsseveld Enschede (€ 24 miljoen): Bij dit project zijn er versnelde uitgaven door de vaststellingsovereenkomst, nadeelcompensatie, grondverwerving en een aanpassing van de lus Westervel.

Het voordelig saldo wordt in 2019 aan dit artikelonderdeel toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

12.06 Netwerkgebonden kosten

De hogere uitgaven op het artikel netwerkgebonden kosten (€ 12 miljoen) worden met name veroorzaakt door de toevoeging van middelen voor het onderhoud van basis ICT (€ 5 miljoen). Deze middelen waren eerst overgeboekt naar beheer en onderhoud maar deze dienen verantwoord te worden op dit artikel. Daarnaast zijn er middelen overgeboekt voor het Security Operations Centre van RWS (SOC-RWS) (€ 3,4 miljoen) en is compensatie voor de kosten als gevolg van participatiewet overgeboekt (€ 2,8 miljoen).

12.09 Ontvangsten

De overige mutaties 2e suppletoire begroting op dit artikelonderdeel zijn opgebouwd uit twee mutaties die per saldo leiden tot een verhoging van € 11,2 miljoen. Het gaat om een ophoging als gevolg van de verwerking van het saldo 2018 (€ 3,3 miljoen) en hogere bijdrage derden aan het hoofdwegennet (€ 7,8 miljoen).

Saldo 2018

Op dit artikelonderdeel is sprake van een voordelig saldo van € 3,3 miljoen. Op de volgende projecten doen de omvangrijkste budgettaire wijzigingen voor:

  • Programma aansluitingen (€ 11 miljoen): De provincie Zuid-Holland gaat dit jaar 80 procent van de toezegging betalen, in plaats van 50 procent.

  • N50 Ens-Emmeloord (– € 5 miljoen): de bestuurlijke afspraak met de provincie Flevoland over de verdelingen van de meerkosten is gewijzigd wat resulteert in een tegenvaller.

  • A74 Venlo (€-2,6 miljoen): de Provincie Limburg betaalt later dan verwacht.

Bijdragen derden hoofdwegennet

Op dit artikelonderdeel is sprake van een hogere bijdrage derden (€ 7,8 miljoen). Dit komt met name door:

  • A12-A15 Ressen (€ 2 miljoen): Bij het project A12-A15 Ressen is sprake van een hogere ontvangst in verband met de gehonoreerde TEN-subsidie.

  • Dinteloord Bergen op Zoom (€ 5,7 miljoen): Op dit project is sprake van verkoop van vastgoed die niet voorzien was bij het opstellen van de begroting 2018.

Artikel 13 Spoorwegen

Budgettaire gevolgen van uitvoering (Tweede suppletoire begroting jaar 2018) (Bedragen x € 1.000)

13

Spoorwegen

Stand Vastgestelde Begroting

Stand 1e Suppletoire Begroting

Mutaties 2e Suppletoire Begroting

Stand 2e Suppletoire Begroting

   

(1)

(2)

Mutaties Miljoenennota

(3)

Overige Mutaties 2e Suppletoire Begroting

(4)

(5)=(2)+(3)+(4)

Verplichtingen

2.527.321

3.423.874

– 1.667.098

– 305.422

1.451.354

Uitgaven

2.190.386

2.410.301

– 313.150

50.556

2.147.707

waarvan juridisch verplicht

 

95%

   

100%

13.02

Beheer onderhoud en vervanging

1.245.258

1.174.616

247.501

98.037

1.520.154

13.02.01

Beheer onderhoud en vervanging

1.245.258

1.174.616

247.501

98.037

1.520.154

13.03

Aanleg

766.273

814.057

– 308.186

– 31.929

473.942

13.03.01

Realisatieprogramma personenvervoer

505.834

731.955

– 311.727

– 21.356

398.872

13.03.02

Realisatieprogramma goederenvervoer

62.124

73.628

– 16.965

1.203

57.866

13.03.04

Verk. en planuitw. personenvervoer

195.706

424

22.246

– 6.149

16.521

13.03.05

Verk. en planuitw. goederenvervoer

2.609

8.050

– 1.740

– 5.627

683

13.04

Geïntegreerde contractvormen/PPS

162.258

179.466

– 20.293

– 15.552

143.621

13.04.01

Geïntegreerde contractvormen/PPS

162.258

179.466

– 20.293

– 15.552

143.621

13.07

Rente en aflossing

16.597

16.597

– 6.607

 

9.990

13.07.01

Rente en aflossing

16.597

16.597

– 6.607

 

9.990

13.08

Investeringsruimte

0

225.565

– 225.565

 

0

13.08.01

Programmaruimte

0

13.243

– 13.243

 

0

13.08.02

Beleidsruimte

         

13.08.03

Investeringsruimte

 

212.322

– 212.322

 

0

Ontvangsten

314.250

370.180

– 114.277

– 21.689

234.214

13.09

Ontvangsten

314.250

370.180

– 114.277

– 21.689

234.214

13.09.01

Ontvangsten

314.250

370.180

– 114.277

– 21.689

234.214

Verplichtingen

De lagere verplichtingen bij 2e suppletoire begroting in 2018 worden met name veroorzaakt door:

  • Beheer, Onderhoud en Vervanging (– € 88,5 miljoen): als gevolg van een schuif van 98,6 miljoen van 2019 naar 2018 (om de extra beheer- en onderhoudswerkzaamheden door ProRail te faciliteren). kan er voor de beschikking van 2019 initieel minder worden beschikt. Zoals gebruikelijk wordt de beschikking voor 2019 in 2018 afgegeven.

  • Meerjarenprogramma Geluid (– € 41,1 miljoen): De planstudiefase loopt langer door dan verwacht doordat geluidsonderzoeken moeten worden aangepast. Dit zorgt voor een langere onderzoeksperiode, waardoor de start voor de realisatie verschuift.

  • Sporendriehoek Noord-Nederland (– € 28,1 miljoen): De planuitwerkingsfase van het deelproject Hoogeveen vergt meer tijd omdat de maatregelen in het project meer impact hebben op de te volgen procedures en toestemmingen bij lokale overheden.

  • Vervolgfase beter en meer (– € 32,4 miljoen): ProRail en NS werken aan de uitwerking van de noodzakelijke maatregelen om tot een succesvolle frequentieverhoging op de corridors te komen. Hierin worden ook de ervaringen van de frequentieverhoging op het traject Amsterdam-Eindhoven meegenomen. De subsidieaanvraag van ProRail voor de uitvoering van deze maatregelen is nog niet ontvangen en daarom zal verplichting pas in 2019 plaatsvinden.

  • Quick scan decentraal spoor Oost-Nederland (– € 16,7 miljoen): Zowel de planuitwerking van de mogelijke Robuustheid Verhogende Maatregelen (RVM), tranche 2 op de Valleilijn, als de planvoorbereiding en uitwerking van de maatregelen ter verbetering van de transfercapaciteit op station Zutphen vergen meer tijd dan werd verwacht. Daardoor konden nog geen beschikkingen tot realisatie van maatregelen worden afgegeven.

  • Grensoverschrijdend Spoorvervoer (– € 20,1 miljoen): De planuitwerking van het dubbelspoor tussen Heerlen en Landgraaf duurt langer dan verwacht. Hierdoor zal in 2018 geen realisatiebesluit worden genomen.

  • Programma overwegen (– € 47,1 miljoen): De gemeente Venlo heeft meer tijd nodig om de voorbereidende planuitwerking te kunnen afronden voor de aanleg van de tunnel bij de overweg Vierpaadjes.

  • Geluidsmaatregelen HSL-Zuid (– € 68,2 miljoen): De planuitwerkingsfase is nog niet afgerond. Daarom schuift het verplichtingenbudget voor de realisatiefase door naar 2019.

  • Infraprovider beschikbaarheidsvergoeding (– € 15,9 miljoen): Een aantal nog af te rekenen posten zijn doorgeschoven naar 2019.

Hiertegenover staan hogere verplichtingen:

  • Beheer Onderhoud en Vervanging (€ 98,6 miljoen): de hogere verplichtingen worden grotendeels veroorzaakt doordat ProRail dit jaar kans heeft gezien beheer- en onderhoudswerkzaamheden eerder uit te voeren dan gepland. Hiervoor is 98,6 miljoen vanuit 2019 naar 2018 gehaald.

13.02 Beheer, onderhoud en vervanging

De overige mutaties 2e suppletoire begroting op dit artikelonderdeel betreft per saldo een verhoging van € 98 miljoen. Het artikelonderdeel wordt verhoogd als gevolg van de verwerking van het saldo 2018 (€ 98,6 miljoen). Hiertegenover staat een verlaging als gevolg van de overboeking naar het Infraspeedbudget (€ 0,6 miljoen) vanwege de werkzaamheden aan de Tunnel Groene Hart HSL-zuid.

Saldo 2018

Op dit artikelonderdeel is sprake van een nadelig saldo van € 98,6 miljoen. Dit komt omdat ProRail een aantal werkzaamheden versneld uitgevoerd, waardoor de subsidie in 2018 hoger is uitgevallen.

Het nadelig saldo wordt in 2019 op dit artikelonderdeel in mindering gebracht, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

13.03 Aanleg

De overige mutaties 2e suppletoire begroting op dit artikelonderdeel zijn in grote lijnen opgebouwd uit drie mutaties die per saldo leiden tot een verlaging van € 31,6 miljoen. Het artikelonderdeel wordt verlaagd als gevolg van de verwerking van het voordelig saldo 2018 (€ 29,3 miljoen), en overboekingen naar het Provinciefonds en btw-compensatiefonds voor Knooppunt Groningen (€ 2,0 miljoen) en Grensoverschrijdend spoorvervoer Limburg (€ 0,8 miljoen).

Saldo 2018

Op dit artikelonderdeel is in 2018 sprake van een overprogrammering van € 26,5 miljoen. Ten opzichte van de programmering wordt er € 55,8 miljoen minder gerealiseerd, hetgeen leidt tot een voordelig saldo van € 29,3 miljoen. De lagere realisatie ten opzichte van de programmering wordt met name veroorzaakt door de volgende projecten:

  • Meerjarenprogramma Geluid (– € 16,2 miljoen): De planstudiefase loopt langer door dan verwacht doordat geluidsonderzoeken moeten worden aangepast. Dit zorgt voor een langere onderzoeksperiode, waardoor de start voor de realisatie verschuift.

  • Programma overwegen (– € 16,6 miljoen): De gemeente Venlo heeft meer tijd nodig om de voorbereidende planuitwerking te kunnen afronden voor de aanleg van de tunnel bij de overweg Vierpaadjes.

  • Grensoverschrijdend Spoorvervoer (– € 20,1 miljoen): De planuitwerking van het dubbelspoor tussen Heerlen en Landgraaf duurt langer dan verwacht.

  • Fietsparkeren bij stations (– € 6,4 miljoen): de lagere realisatie wordt met name verklaard door het uitblijven van projectovereenkomsten tussen ProRail en de gemeente Den Haag inzake de stalling Centraal – Koningin Julianaplein en Den Haag HS.

  • Toegankelijkheid stations (– € 5,6 miljoen): Het programma is begin 2018 geactualiseerd qua scope en planning. De financiële reeks is hierop aangepast.

  • Rijswijk – Schiedam: tunnel Delft (– € 5 miljoen): Door een faillissement van de aannemer moest het werk voor de luchtdrukmaatregelen opnieuw worden aanbesteed. Daarnaast zijn de werkzaamheden bij het DSM-emplacement in overleg tussen de stakeholder DSM en aannemer Strukton opnieuw ingepland.

Hiertegenover staan hogere uitgaven met name op de volgende projecten:

  • Rotterdam – Genua (€ 7 miljoen): De hogere uitgaven zijn voornamelijk het gevolg van in 2018 door de aannemer voorgestelde wijzigingen bij het deelproject derde spoor Zevenaar om te voldoen aan droogleggingseisen binnen de grenzen van het Tracébesluit. Verder zijn er op basis van de actuele planning enkele betalingstermijnen binnen dit deelproject verschoven van 2019 naar 2018.

  • Traject Oost (€ 13 miljoen): De werkzaamheden verlopen voorspoediger dan verwacht. Het gaat hierbij met name om het eerder openstellen van het eerste deel van de onderdoorgang in de Hoofdstraat te Driebergen (N225) en het daarmee opheffen van de overweg. Daarnaast is sprake van een snellere afwikkeling van diverse grondtransacties.

  • Zwolle – Herfte (€ 9,8 miljoen): De werkzaamheden voor het projectonderdeel IJssel-Herfte verlopen voorspoediger dan eerder ingeschat.

Het voordelig saldo wordt in 2019 aan dit artikelonderdeel toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

Knooppunt Groningen

Dit betreft overboekingen naar het provinciefonds en Btw-compensatiefonds voor respectievelijke € 1,9 en 0,1 miljoen ten behoeve van de provincie Groningen voor de knooppunt Groningen.

Grensoverschrijdend spoorvervoer Limburg

Dit betreft overboekingen naar het Provinciefonds en Btw-compensatiefonds voor respectievelijke € 0,7 en 0,1 miljoen ten behoeve van de Limburg voor aanvullend onderzoekverbinding Nederland Duitsland.

13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

De overige mutaties 2e suppletoire begroting op dit artikelonderdeel betreft voornamelijk de verwerking van het saldo 2018.

Saldo 2018

Op dit artikelonderdeel is sprake van een voordelig saldo van € 15,9 miljoen. De lagere uitgaven in 2018 worden veroorzaakt doordat een aantal nog af te rekenen posten zijn doorgeschoven naar 2019.

Het voordelig saldo wordt in 2019 aan dit artikelonderdeel toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

13.09 Ontvangsten

De overige mutaties 2e suppletoire begroting op dit artikelonderdeel zijn opgebouwd uit mutaties die per saldo leiden tot een verlaging van € 21,7 miljoen. De verlaging betreft voornamelijk de verwerking van het saldo 2018 (– € 22,2 miljoen).

Artikel 14 Regionaal, lokale infrastructuur

Budgettaire gevolgen van uitvoering (Tweede suppletoire begroting jaar 2018) (Bedragen x € 1.000)

14

Regionaal, lokale infrastructuur

Stand Vastgestelde Begroting

Stand 1e Suppletoire Begroting

Mutaties 2e Suppletoire Begroting

Stand 2e Suppletoire Begroting

   

(1)

(2)

Mutaties Miljoenennota

(3)

Overige Mutaties 2e Suppletoire Begroting

(4)

(5)=(2)+(3)+(4)

Verplichtingen

59.087

85.652

– 35.768

– 41.676

8.208

Uitgaven

246.601

203.156

– 3.324

– 96.970

102.862

waarvan juridisch verplicht

 

70%

   

100%

14.01

Grote regionaal/lokale projecten

194.765

195.970

– 29.061

– 64.668

102.241

14.01.02

Planuitw. Progr. Reg/lok

0

498

254

– 462

290

14.01.03

Realisatieprogr. Reg/lok

194.765

195.472

– 29.315

– 64.206

101.951

14.01.04

Investeringsruimte

0

0

   

0

14.02

Regionale Mob. Fondsen

   

0

 

0

14.02.01

Regionale Mob. Fondsen

   

0

 

0

14.03

RSP-ZZL: Pakket Bereikbaarheid

51.836

7.186

25.737

– 32.302

621

14.03.01

RSP-ZZL: RB projecten

2.595

2.336

30.587

– 32.302

621

14.03.02

RSP-ZZL: mob. Fondsen

33.034

0

   

0

14.03.03

RSP-ZZL: REP

16.207

4.850

– 4.850

 

0

Ontvangsten

0

0

0

0

0

14.09

Ontvangsten

0

0

0

0

0

14.09.01

Ontvangsten

         

Verplichtingen

De lagere verplichtingen bij 2e suppletoire begroting in 2018 worden met name veroorzaakt door:

  • Regio specifiek Pakket Zuiderzeelijn (– € 31,9 miljoen): ter uitvoering van het Regio specifiek Pakket Zuiderzeelijn (RSP-ZZL) wordt verplichtingruimte afgeboekt omdat kas wordt overgeheveld naar het Provinciefonds en btw-compensatiefonds.

  • Rotterdamsebaan (– € 8,0 miljoen): ter uitvoering van het project Rotterdamsebaan wordt verplichtingenruimte afgeboekt omdat middelen worden overgeheveld naar het btw-compensatiefonds ten behoeve van de provincie Zuid-Holland.

14.01 Grote regionaal/lokale projecten

De overige mutaties 2e suppletoire begroting op dit artikelonderdeel zijn in grote lijnen opgebouwd uit twee mutaties die leiden tot een verlaging van € 64,2 miljoen. Het artikelonderdeel wordt verlaagd als gevolg van een overboekingen naar het btw-compensatiefonds voor Rotterdamsebaan (€ 8,0 miljoen) Daarnaast wordt het artikelonderdeel verlaagd als gevolg van het saldo 2018 (€ 56,7 miljoen).

Saldo 2018

Op dit onderdeel is sprake van een voordelig saldo (€ 56,7 miljoen). Dit komt met name door vertraging van de Uithoflijn (€ 30 miljoen) en de Amstelveenlijn (€ 25 miljoen). Bij de uithoflijn is een gewijzigde planning de oorzaak, waardoor de mijlpalen -op basis waarvan de betalingen plaatsvinden- verschuiven. Bij de Amstelveenlijn heeft de aannemer gekozen voor een andere uitvoeringsstrategie waardoor de begrotingsbelasting in 2018 lager is dan was begroot.

Het voordelig saldo wordt in 2019 aan dit artikelonderdeel toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

14.03 RSP-ZZL: Pakket Bereikbaarheid

De overige mutaties 2e suppletoire begroting op dit artikelonderdeel zijn opgebouwd uit mutaties die per saldo leiden tot een verlaging van € 32,3 miljoen. Het artikelonderdeel wordt verlaagd als gevolg van de verwerking van het saldo 2018 (€ 0,4 miljoen). Daarnaast vinden overboekingen naar het Provinciefonds en btw-compensatiefonds plaats in het kader van het Regio specifiek Pakket Zuiderzeelijn (€ 31,9 miljoen).

Groningen extra sneltrein

Dit betreft overboekingen naar het provinciefonds en het Btw-compensatiefonds voor respectievelijk € 16,6 en € 0,8 miljoen ten behoeve van de provincie Groningen voor de Extra Sneltrein Groningen-Leeuwarden.

Friesland extra sneltrein

Dit betreft overboekingen naar het provinciefonds en het Btw-compensatiefonds voor respectievelijk € 13,7 en € 0,7 miljoen ten behoeve van de provincie Friesland voor de Extra Sneltrein Groningen-Leeuwarden.

Artikel 15 Hoofdvaarwegennet

Budgettaire gevolgen van uitvoering (Tweede suppletoire begroting jaar 2018) (Bedragen x € 1.000)

15

Hoofdvaarwegennet

Stand Vastgestelde Begroting

Stand 1e Suppletoire Begroting

Mutaties 2e Suppletoire Begroting

Stand 2e Suppletoire Begroting

   

(1)

(2)

Mutaties Miljoenennota

(3)

Overige Mutaties 2e Suppletoire Begroting

(4)

(5)=(2)+(3)+(4)

Verplichtingen

863.989

999.295

– 135.066

– 48.098

816.031

Uitgaven

964.746

1.005.400

– 132.295

– 19.818

853.287

waarvan juridisch verplicht

 

81%

   

100%

15.01

Verkeersmanagement

8.525

8.525

130

 

8.655

15.01.01

Verkeersmanagement

8.525

8.525

130

 

8.655

 

– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

8.525

8.525

130

 

8.655

15.02

Beheer onderhoud en vervanging

376.866

397.584

– 47.978

– 18.238

331.368

15.02.01

Beheer en onderhoud

269.466

262.416

9.914

16.003

288.333

 

– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

264.728

258.620

7.835

15.975

282.430

15.02.04

Vervanging

107.400

135.168

– 57.892

– 34.241

43.035

 

– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

0

0

   

0

15.03

Aanleg

227.570

218.969

– 51.197

– 3.933

163.839

15.03.01

Realisatieprogramma

218.362

211.773

– 48.009

– 1.656

162.108

15.03.02

Verkenningen en planuitwerkingen

9.208

7.196

– 3.188

– 2.277

1.731

 

– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

379

378

6

60

444

15.04

Geïntegreerde contractvormen/PPS

44.839

35.749

– 1.404

692

35.037

15.04.01

Geïntegreerde contractvormen/PPS

44.839

35.749

– 1.404

692

35.037

15.06

Netwerkgebonden kosten HVWN

306.946

306.946

5.781

1.661

314.388

15.06.01

Apparaatskosten RWS

278.254

278.254

6.269

1.218

285.741

 

– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

278.254

278.254

6.269

1.218

285.741

15.06.02

Overige netwerkgebonden kosten

28.692

28.692

– 488

443

28.647

 

– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

28.692

28.692

– 488

443

28.647

15.07

Investeringsruimte

0

37.627

– 37.627

 

0

Ontvangsten

131.197

134.633

– 57.772

4.521

81.382

15.09

Ontvangsten

131.197

134.633

– 57.772

4.521

81.382

15.09.01

Ontvangsten

131.197

134.633

– 57.772

4.521

81.382

Verplichtingen

De lagere verplichtingen ad. € 48,1 miljoen bij overige mutaties 2e suppletoire begroting worden met name veroorzaakt door:

  • Capaciteitsuitbreiding Beneden-Lek (– € 10,4 miljoen): door de grote afhankelijkheid van derden is geconcludeerd dat het tijdspad van de huidige scope niet haalbaar is. Dit betekent dat de contractverplichtingen voor de realisatie van de overnachtingsplaatsen niet in 2018 zijn aangegaan.

  • Twentekanalen fase 2 (– € 7,5 miljoen): de definitieve gunning van de Twentekanalen fase 2 is in 2017 niet doorgegaan. Dit leidt ook tot lagere verplichtingen in 2018.

  • Vervanging en Renovatie (– € 38,2 miljoen): de lagere verplichtingen worden met name veroorzaakt door de VenR projecten Groot Onderhoud Stuwen (als gevolg van de maakbaarheid en de projectaanpak – eerst uitvoeren inspecties – is de uitvoeringsplanning ingrijpend gewijzigd) en Modernisering Objecten Bediening Zeeland (uitstel uitvoering deelscope 4, 6 en 7 en vertraging uitvoering deelscope 5).

Hiertegenover staan hogere verplichtingen op:

  • Schadevaren (€ 11,1 miljoen): RWS ontvangt een vergoeding voor het niet volledig kunnen verhalen van schade bij schadevaren. Zie uitgebreide toelichting onder 15.02 Beheer, onderhoud en vervanging.

15.02 Beheer, onderhoud en vervanging

De overige mutaties 2e suppletoire begroting op dit artikel zijn in grote lijnen opgebouwd uit drie mutaties die leiden tot een verlaging van € 18,2 miljoen. Het artikelonderdeel wordt verlaagd als gevolg van de verwerking van het voordelig saldo 2018 (– € 34,2 miljoen). Hiertegenover staan verhogingen als gevolg van Schadevaren (€ 11,1 miljoen) en een overboeking vanuit het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat ten behoeve van Maritieme IV-Servicepunten (€ 4,7 miljoen).

Saldo 2018

De lagere uitgaven (€ 34,2 miljoen) met betrekking tot dit onderdeel worden met name veroorzaakt door vertragingen bij de VenR projecten Renovatie Waalbrug (problematiek rondom aanwezigheid Chroom VI in de conservering en langer ontwerpproces betondek), Damwanden Eemskanaal (ontwerpfout in de damwandberekeningen), Bediening op Afstand Friesland (de Ombouw van de sluis en brug is vertraagd door het niet tijdig kunnen starten met de graafwerkzaamheden door het ontbreken van de nodige vergunning) en Modernisering Objecten Bediening Zeeland (vertraging en onzekerheid over de uitvoering van deelscope 5).

Het voordelig saldo wordt in 2019 aan dit artikelonderdeel toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

Schadevaren

Schadegevallen op de vaarweg worden door RWS hersteld en daarvoor worden kosten gemaakt. Deze kosten worden verhaald op de veroorzaker. De ontvangen uitkeringen naar aanleiding van schadevaringen zijn echter niet afdoende om de schades te herstellen. Het ontstane tekort ultimo 2017 ad. € 6,7 miljoen wordt hierbij afgerekend. Daarnaast wordt het budget voor de SLA-periode per jaar opgehoogd met het gemiddelde bedrag dat in de vorige periode tekort is gekomen (€ 4,4 miljoen per jaar) en wordt vervolgens aan het einde van de SLA-periode het verschil afgerekend en de reservering voor schadevaren voor de daaropvolgende SLA periode zo nodig bijgesteld. De vergoedingen worden gefinancierd vanuit artikel 20 Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte.

EZK: Maritieme IV-Servicepunten

In opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat verzamelt RWS data over water, wind, neerslag en fauna bij diverse windparken op zee middels zogenoemde Maritieme IV-Servicepunten. Hiertoe wordt vanuit de begroting van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat € 4,7 miljoen overgeheveld naar dit artikelonderdeel.

15.03 Aanleg

De overige mutaties 2e suppletoire begroting op dit artikel zijn in grote lijnen opgebouwd uit drie mutaties die leiden tot een verlaging van € 3,9 miljoen. Een verlaging als gevolg van de verwerking van het voordelig saldo 2018 ad. € 10,9 miljoen, verhogingen als gevolg van bijdragen derden (€ 3,2 miljoen), een overboeking in het kader van Topsector Logistiek (€ 3,0 miljoen), en financiering van het programma goederenvervoercorridor (GVC) ad. € 0,7 miljoen.

Saldo 2018

Op dit artikelonderdeel is in 2018 sprake van een overprogrammering van € 41,0 miljoen. Ten opzichte van de programmering wordt € 51,9 miljoen minder gerealiseerd, wat leidt tot een voordelig saldo van € 10,9 miljoen. De lagere realisatie ten opzichte van de programmering wordt met name veroorzaakt door:

  • Nieuwe Sluis Terneuzen (– € 14,0 miljoen): vertraging als gevolg van het aantreffen van onverwachte verontreiniging op locatie Schependijk die van belang is om ruimte te maken voor de bouw van de nieuwe sluis.

  • Maasroute 2e fase (– € 12,8 miljoen): vertraging bij het project Verbreding Julianakanaal als gevolg van contractproblematiek.

  • Capaciteitsuitbreiding Beneden-Lek (– € 6,2 miljoen.): door de grote afhankelijkheid van derden is geconcludeerd dat het tijdspad van de huidige scope niet haalbaar is. Daarnaast zou in 2018 de bijdrage aan Zijderlaan conform de samenwerkingsovereenkomst voor zijn gedeelte van de damwand worden betaald. In verband met handhavingsissues is de verwachting dat deze bijdrage pas in 2019 wordt betaald.

  • Verbreding Wilhelminakanaal (– € 3,4 miljoen): een deel van de geplande werkzaamheden (sluizen II en III) wordt onder het huidige contract niet meer uitgevoerd. Deze werkzaamheden worden separaat samen met een scope uitbreiding opnieuw aanbesteed.

  • Caribisch Nederland (Saba, Bonaire en Sint-Eustatius): door een vertraging bij het aanbesteden van de noodzakelijke zeehavenverbeteringen (– € 3 miljoen).

Het voordelig saldo wordt in 2019 aan dit artikelonderdeel toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

Bijdragen derden.

Dit betreft met name de bijdragen van de gemeente Tilburg en de provincie Noord-Brabant aan het project Verbreding Wilhelmininakanaal (€ 3,3 miljoen).

Topsector Logistiek

Op de beleidsbegroting HXII komt er in 2018 € 3 miljoen niet tot besteding wegens vertraging in de uitvoering van diverse kleinere projecten van het meerjarige programma Topsector Logistiek. Om te voorkomen dat de onderuitputting in latere jaren niet meer beschikbaar is op de beleidsbegroting HXII wordt dit deel van het budget 2018 teruggeboekt naar het Infrastructuurfonds waar het oorspronkelijk ook uit is gefinancierd. Daarnaast zijn het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, betrokken provincies, het havenbedrijf Rotterdam en de Topsector Logistiek via een bestuurlijke afspraak overeengekomen gezamenlijk het programma goederenvervoercorridor (GVC) te financieren. Middels deze mutatie wordt € 0,7 miljoen toegevoegd aan de aan het programmabudget goederenvervoercorridor (verkenning en planuitwerking).

Ontvangsten

De hogere ontvangsten ad. € 4,5 miljoen bij overige mutaties 2e suppletoire begroting op dit artikel worden met name veroorzaakt door:

  • Bijdragen van derden (€ 3,2 miljoen): dit betreft met name de bijdragen van de gemeente Tilburg en de provincie Noord-Brabant aan het project Verbreding Wilhelmininakanaal.

  • Verkeersbegeleiding (€ 2,8 miljoen): voor het gebruik van bepaalde vaarwegen dienen schepen een vergoeding af te dragen in het kader van verkeersbegeleidingssystemen. In 2018 zijn deze ontvangsten hoger gebleken dan aanvankelijk geraamd.

  • Nieuwe Sluis Terneuzen (– € 1,0 miljoen): door onzekerheid in de voortgang en het feit dat de CEF Grant Agreement aangepast moest worden, wordt in 2018 minder ontvangen dan begroot.

  • Dynamisch Verkeersmanagement (– € 0,9 miljoen): de Europese subsidie met betrekking tot COMEX wordt deels in latere jaren ontvangen.

Artikel 17 Megaprojecten verkeer en vervoer

Budgettaire gevolgen van uitvoering (Tweede suppletoire begroting jaar 2018) (Bedragen x € 1.000)

17

Megaprojecten Verkeer en Vervoer

Stand Vastgestelde Begroting

Stand 1e Suppletoire Begroting

Mutaties 2e Suppletoire Begroting

Stand 2e Suppletoire Begroting

   

(1)

(2)

Mutaties Miljoenennota

(3)

Overige Mutaties 2e Suppletoire Begroting

(4)

(5)=(2)+(3)+(4)

Verplichtingen

310.309

744.197

602.281

– 251.211

1.095.267

Uitgaven

262.497

323.554

53.491

– 102.283

274.762

waarvan juridisch verplicht

 

45%

   

100%

17.02

Betuweroute

4.942

7.035

– 2.420

– 3.303

1.312

17.03

Hogesnelheidstrein-Zuid

8.894

10.188

– 8.514

– 1.526

148

17.03.01

Realisatie HSL-zuid

8.894

10.188

– 8.514

– 1.526

148

17.06

Project Mainportontwikkeling Rotterdam

34.940

38.916

– 15.649

1.058

24.325

17.07

ERMTS

98.823

123.405

– 28.811

– 43.143

51.451

17.07.01

Realisatieprogramma ERTMS

42.296

55.135

4.759

– 26.727

33.167

17.08

ZuidasDok

114.898

144.010

– 20.023

– 33.716

90.271

17.10

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer

 

0

128.908

– 21.653

107.255

17.10.01

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer; realisatieprogramma

0

97.333

– 17.044

80.289

17.10.02

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer; Planuitwerking

0

31.575

– 4.609

26.966

Ontvangsten

30.436

29.598

124.940

– 1.738

152.800

17.09

Ontvangsten

30.436

29.598

124.940

– 1.738

152.800

Verplichtingen

De lagere verplichtingen bij 2e suppletoire begroting in 2018 worden met name veroorzaakt door:

  • ERTMS (– € 200 miljoen): Bij de achtste voortgangsrapportage ERTMS (Kamerstukken II, 2017/18, 33 652, nr. 62) is gemeld dat de programmabeslissing ERTMS plaatsvindt in de eerste helft van 2019. Vanwege het verschuiven van de programmabeslissing naar 2019 worden er in 2018 minder verplichtingen aangegaan dan begroot.

  • PHS (– € 25 miljoen): Deze lagere verplichting wordt toegelicht onder 17.10.

  • Project Mainport Rotterdam (€ 1,3 miljoen): Op het project Mainportontwikkeling Rotterdam wordt per saldo (€ 1,3 miljoen) meer gerealiseerd dan verwacht. Dit komt enerzijds door een kasritme versnelling bij het deelproject Verdieping Nieuwe Waterweg van (€ 2 miljoen) als gevolg van te verrekenen kosten met het Havenbedrijf Rotterdam en baggerwerkzaamheden. En anderzijds door een kasritme vertraging bij het deelproject Natuurcompensatie van (€ 0,7 miljoen) doordat de overloop uit 2017 dit jaar niet benodigd is en omdat een aantal geplande uitbestedingen dit jaar niet worden gerealiseerd.

  • 3e Perron Tilburg (– € 2,2 miljoen): Dit betreft de overboeking van middelen vanuit PHS-budget ten behoeve van het Programma Fietsparkeren. Dit is in overeenstemming met de afspraak welke is opgenomen in de afgesloten bestuursovereenkomst.

17.07 ERTMS

De overige mutaties 2e suppletoire begroting op dit artikelonderdeel betreft per saldo een verlaging van € 43,1 miljoen. Dit bestaat uit de verwerking van het voordelig saldo 2018 (€ 43,9 miljoen). Daarnaast vindt een overboeking plaats van de begroting Hoofdstuk XII (€ 0,8 miljoen).

Saldo 2018

Op dit artikelonderdeel is sprake van een voordelig saldo van € 43,9 miljoen. Vanwege het verschuiven van de programmabeslissing naar 2019 zijn werkzaamheden voor het voorbereiden van de realisatie naar 2019 verplaatst.

Het voordelig saldo wordt in 2019 aan dit artikelonderdeel toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

Overboeking Hoofdstuk XII/ERTMS

Omdat de uitgaven externe inhuur ERTMS, welke worden begroot op hoofdstuk XII, lager uitvallen dan voorzien, wordt een bedrag van € 0,75 miljoen van hoofdstuk XII toegevoegd aan het ERTMS-budget.

17.08 ZuidasDok

De overige mutaties 2e suppletoire begroting op dit artikelonderdeel betreft de verwerking van het saldo 2018 (€ 33,7 miljoen).

Saldo 2018

Op dit artikelonderdeel is sprake van een voordelig saldo van € 33,7 miljoen. De lagere uitgaven in 2018 worden met name veroorzaakt doordat het realisatiecontract met de aannemerscombinatie ZuidPlus zich momenteel in de herijkingsfase bevindt. In deze periode worden risico’s en onzekerheden voor de start van de bouw zoveel mogelijk geminimaliseerd. Deze herijkingsfase vergt echter meer tijd dan was voorzien.

Het voordelig saldo wordt in 2019 aan dit artikelonderdeel toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

17.10 PHS

De overige mutaties 2e suppletoire begroting op dit artikelonderdeel betreft per saldo een verlaging van € 21,7 miljoen. Dit bestaat met name uit de verwerking van het voordelig saldo 2018.

Saldo 2018

Op dit artikelonderdeel is sprake van een voordelig saldo van € 21,7 miljoen. Dit heeft onder meer te maken met het besluit de Ondergrondse Trilling werende Constructie (OTC) Cremerstraat niet te bouwen (€ 5 miljoen), daarnaast is sprake van vertragingen in de planstudie (bijvoorbeeld rondom Amsterdam en Ontwerp Tracébesluit Meteren-Boxtel) (€ 4,2 miljoen). Ook zijn er op het project Delft Zuid – Rijswijk minder overeenkomsten met grondeigenaren afgesloten dan gepland (€ 4,2 miljoen), deze worden in naar verwachting in 2019 afgesloten. Als laatste zal een groot deel van de (minnelijke) verwerving van gronden bij het project Spooromgeving Geldermalsen in 2019 plaatsvinden in plaats van 2018 (€ 5,5 miljoen).

Artikel 18 Overige uitgaven en ontvangsten

Budgettaire gevolgen van uitvoering (Tweede suppletoire begroting jaar 2018) (Bedragen x € 1.000)

18

Overige uitgaven en ontvangsten

Stand Vastgestelde Begroting

Stand 1e Suppletoire Begroting

Mutaties 2e Suppletoire Begroting

Stand 2e Suppletoire Begroting

   

(1)

(2)

Mutaties Miljoenennota

(3)

Overige Mutaties 2e Suppletoire Begroting

(4)

(5)=(2)+(3)+(4)

Verplichtingen

1.094

55.372

– 37.498

– 12.380

5.494

Uitgaven

1.094

55.608

– 37.498

– 12.380

5.730

waarvan juridisch verplicht

 

0%

   

31%

18.06

Externe veiligheid

1.016

5.643

87

 

5.730

18.06.01

Externe veiligheid

1.016

5.643

87

 

5.730

18.08

Netwerkoverstijgende kosten

 

44.887

– 32.507

– 12.380

0

18.08.01

Apparaatskosten RWS

         

18.08.02

Overige netwerkoverstijgende kosten

         

18.08.03

Afroming Eigen Vermogen Rijkswaterstaat

 

44.887

– 32.507

– 12.380

0

18.11

Investeringsruimte

0

5.000

– 5.000

 

0

18.11.01

Programmaruimte

0

0

0

 

0

18.11.02

Beleidsruimte

         

18.11.03

Investeringsruimte

 

5.000

– 5.000

 

0

18.12

Nader toe te wijzen BenO en Vervanging

         

18.12.01

Beheer en onderhoud

         

18.12.02

Vervanging

         

18.15

Ramingsbijstelling en Kasschuif

0

0

   

0

18.15.02

Kasschuif

0

0

   

0

18.16

Reservering Omgevingswet

78

78

– 78

 

0

Ontvangsten

 

91.104

   

91.104

18.09

Ontvangsten

 

12.376

   

12.376

18.10

Saldo van de afgesloten rekeningen

 

78.728

   

78.728

Artikel 18.08 Netwerkoverstijgende kosten

Voor een bedrag van € 12,4 miljoen wordt in 2018 geen beroep gedaan op de middelen met betrekking tot de afroming van het surplus aan eigen vermogen van Rijkswaterstaat. Dit bedrag wordt doorgeschoven naar 2019.

Artikel 19 Bijdragen ten laste van begroting Hoofdstuk XII

Budgettaire gevolgen van uitvoering (Tweede suppletoire begroting jaar 2018) (Bedragen x € 1.000)

19

Bijdragen andere begrotingen Rijk

Stand Vastgestelde Begroting

Stand 1e Suppletoire Begroting

Mutaties 2e Suppletoire Begroting

Stand 2e Suppletoire Begroting

   

(1)

(2)

Mutaties Miljoenennota

(3)

Overige Mutaties 2e Suppletoire Begroting

(4)

(5)=(2)+(3)+(4)

Ontvangsten

5.675.020

6.123.588

– 608.360

– 59.229

5.455.999

19.09

Ten laste van begroting IenW

5.675.020

6.123.588

– 608.360

– 59.229

5.455.999

19.09 Ontvangsten

De neerwaartse bijstelling van de ontvangsten is het gevolg van de overboekingen met de begroting Hoofdstuk XII. De belangrijkste overboekingen worden toegelicht in paragraaf 2.1. Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangsten mutaties.

Artikel 20 Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte

Budgettaire gevolgen van uitvoering (Tweede suppletoire begroting jaar 2018) (Bedragen x € 1.000)

20

Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte

Stand Vastgestelde Begroting

Stand 1e Suppletoire Begroting

Mutaties 2e Suppletoire Begroting

Stand 2e Suppletoire Begroting

   

(1)

(2)

Mutaties Miljoenennota

(3)

Overige Mutaties 2e Suppletoire Begroting

(4)

(5)=(2)+(3)+(4)

Verplichtingen

 

0

17.000

– 17.000

0

Uitgaven

 

0

17.000

– 17.000

0

waarvan juridisch verplicht

         

20.01

Verkenningen

 

0

2.000

– 2.000

0

20.02

Korte termijn mobiliteitsmaatregelen

 

0

10.000

– 10.000

0

20.03

Reserveringen

 

0

5.000

– 5.000

0

20.03.02

Overige reserveringen

 

0

5.000

– 5.000

0

20.05

Investeringsruimte toebedeeld modaliteit

 

0

0

0

0

20.05.01

Investeringsruimte Hoofdwegennet

 

0

 

0

0

20.05.02

Investeringsruimte Spoorwegen

 

0

 

0

0

20.05.03

Investeringsruimte Hoofdvaarwegen

 

0

 

0

0

Ontvangsten

         

Art 20.01 Verkenningen

Ten laste van dit artikelonderdeel worden in 2018 geen uitgaven verwacht. Het beschikbare bedrag wordt doorgeschoven naar 2019.

Art 20.02 Korte termijn mobiliteitsmaatregelen

De overige mutatie 2e suppletoire begroting betreft een voordelig saldo van 7,9 miljoen en overboeking ten behoeve van Korte termijn aanpak file ad € 2,1 miljoen.

Saldo 2018

Op dit artikelonderdeel ontstaat een voordeligsaldo van € 7,9 miljoen. Dit bedrag blijft beschikbaar en wordt via het saldo 2018 doorgeschoven naar 2019.

Korte termijn aanpak file

Ten behoeve van de korte termijn aanpak files wordt een bedrag van € 2,1 miljoen overgeboekt naar artikel 12 Hoofdwegen. Het resterende bedrag blijft beschikbaar en wordt doorgeschoven naar 2019.

Art. 20.03 Reserveringen

De overige mutatie 2e suppletoire begroting betreft een voordelig saldo van 2,9 miljoen en een overboeking naar hoofdstuk XII inzake Caribisch Nederland van € 2,1 miljoen.

Saldo 2018

Op dit artikelonderdeel ontstaat een voordeligsaldo van € 2,9 miljoen. Dit bedrag blijft beschikbaar en wordt via het saldo 2018 doorgeschoven naar 2019.

Caribisch Nederland

In het kader van het regeerakkoord zijn middelen toegekend voor beheer aan infrastructuur op Caribisch Nederland. Voor 2018 zijn plannen ingediend door Saba € 0,835 miljoen en St. Eustatius € 1,25 miljoen. € 2,1 miljoen wordt overgeboekt naar hoofdstuk XII waar de bijdragen worden verantwoord.

Licence