Base description which applies to whole site

3.7 Artikel 7. Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

A Algemene doelstelling

Bijdragen aan goed werkgeverschap voor ambtenaren en aan een goede Bedrijfsvoering van het Rijk.

B Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) staat voor een (Rijks)overheid die een aantrekkelijke werkgever is. Om dit te bereiken wordt ingezet op goede arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden, efficiënte arbeidsmarktcommunicatie en modern personeelsbeleid. De Minister van BZK heeft een kaderstellende rol op het terrein van de organisatie en bedrijfsvoering van de Rijksdienst. Daarnaast zet de Minister van BZK zich in om via de bedrijfsvoering kabinetsambities rond verduurzaming en diversiteit op te pakken.

Regisseren

De Minister van BZK is verantwoordelijk voor de werking van het stelsel waarin (organisaties van) werkgevers en werknemers in verschillende overheids- en onderwijssectoren afspraken over de collectieve arbeidsvoorwaarden maken. Dit is vastgelegd in de Ambtenarenwet, de Algemene Pensioenwet Politieke Ambtsdragers en de Wet privatisering ABP.

De Minister van BZK is medeverantwoordelijk voor het realiseren van een hoogwaardig leidinggevend kader in de Rijksdienst, is werkgever voor de circa 90 managers op het hoogste niveau en verzorgt voor een grote groep (top)managers de werving en selectie, loopbaanbegeleiding en een gericht ontwikkelaanbod. Daarnaast ondersteunt de Minister van BZK de departementen bij de doelstelling om ten minste 30% van de topfuncties binnen de Rijksdienst vervuld te hebben door een vrouw.

De Minister van BZK stimuleert een veilige, integere en gezonde werkomgeving en creëert voorwaarden ter bescherming van klokkenluiders binnen de publieke en private sector.

De publieke verantwoordelijkheid van de overheid vraagt om het tegengaan van bovenmatige topbeloningen in de (semi-)publieke sector. De Minister van BZK is verantwoordelijk voor het goed functioneren van het op de Wet normering topinkomens (WNT) gebaseerde stelsel dat hiervoor de grondslag biedt.

De Minister van BZK regisseert, in samenwerking met de andere ministeries, de totstandkoming van samenhangende kaders voor een efficiënte organisatie en bedrijfsvoering van de Rijksdienst. Daarbij is ook aandacht voor maatschappelijke verantwoordelijkheid en de voorbeeldrol van de rijksoverheid richting partners. Het gaat om het benutten van inkoopkracht voor het realiseren van maatschappelijk effect en in de masterplannen voor de Rijkskantoorhuisvesting rekening houden met kabinetsbrede ambities op het terrein van duurzaamheid.

Binnen die kaders zijn de afzonderlijke ministers verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering van hun eigen ministerie. De Minister van BZK adviseert over organisatievormen en werkwijzen en monitort de naleving van de kaders en spreekt betrokkenen waar nodig aan op de naleving van normen en standaarden of het aanpassen van de kaders aan de geconstateerde tekortkomingen.

Uitvoeren

De Minister van BZK is uitvoeringsverantwoordelijk voor de pensioenregelingen van Nederlandse ambtenaren uit de voormalige overzeese gebiedsdelen en hun nagelaten betrekkingen.

C Beleidswijzigingen

De masterplannen voor de Rijkskantoorhuisvesting worden periodiek geactualiseerd om alle ontwikkelingen binnen de Rijksdienst te accommoderen. In 2019 wordt het traject tot actualisatie van de masterplannen afgerond, waarna de uitvoering van de nieuwe plannen kan worden opgepakt. Bij de actualisatie worden Rijksbrede thema’s die voortvloeien uit het Regeerakkoord van het kabinet Rutte-III, onder meer op het terrein van verduurzaming van de gebouwde omgeving en maatschappelijk gewenste gebiedsontwikkeling, meegenomen. Ook worden stappen gezet om de masterplannen meer vanuit een integraal bedrijfsvoeringperspectief in te richten, waarbij – naast huisvesting – aandacht is voor zaken als facilitair management, beveiliging en ICT-voorzieningen.

D1 Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
   

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

Art.nr.

Verplichtingen:

29.068

28.660

33.427

29.215

27.964

26.945

26.945

 

Waarvan garantieverplichtingen

             
                 
 

Uitgaven:

28.566

28.660

33.427

29.215

27.964

26.945

26.945

 

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

   

74%

       
                 

7.1

Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

12.159

11.250

24.941

21.560

20.263

20.287

20.287

 

Subsidies

7.121

6.446

7.165

3.457

3.457

3.481

3.481

 

Bedrijfsvoeringsbeleid

0

0

200

0

0

0

0

 

Werkgeversbeleid

0

0

731

623

623

647

647

 

A&O-fonds

0

0

3.400

0

0

0

0

 

Overlegstelstel

3.066

3.025

2.834

2.834

2.834

2.834

2.834

 

Internationaal

236

175

0

0

0

 

0

 

Diverse subsidies

3.819

3.246

0

0

0

0

0

 

Opdrachten

5.038

4.804

10.916

11.243

11.474

11.474

11.474

 

Bedrijfsvoeringsbeleid

0

0

3.530

3.730

3.961

3.961

3.961

 

Werkgeversbeleid

0

0

4.647

4.774

4.774

4.774

4.774

 

Kwaliteit Management Rijksdienst

0

0

2.739

2.739

2.739

2.739

2.739

 

Arbeidsmarktbeleid

4.242

3.831

0

0

0

0

0

 

Zorg voor politieke ambtsdragers

796

973

0

0

0

0

0

 

Bijdrage aan agentschappen

0

0

6.860

6.860

5.332

5.332

5.332

 

Kwaliteitsverbetering

0

0

1.528

1.528

0

0

0

 

UBR (Arbeidsmarkt Communicatie)

0

0

5.332

5.332

5.332

5.332

5.332

                 

7.2

Pensioenen en uitkeringen

16.407

17.410

8.486

7.655

7.701

6.658

6.658

 

Inkomensoverdracht

5.428

7.782

0

0

0

0

0

 

Pensioenen en uitkeringen Politieke ambtsdragers

5.428

7.782

0

0

0

0

0

 

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

10.979

9.628

8.486

7.655

7.701

6.658

6.658

 

Stichting Administratie Indonesische Pensioenen

10.979

9.628

8.486

7.655

7.701

6.658

6.658

                 
 

Ontvangsten

25

575

520

450

64

64

64

D2 Budgetflexibiliteit

Van het totale uitgavenbudget op artikel 7 is 74% juridisch verplicht en dit kent de volgende onderverdeling:

Subsidies

De subsidies zijn voor 96% juridisch verplicht. Het betreft o.a. subsidies aan het kennisinstituut Center for People and Buildings voor de Fysieke Werkomgeving Rijk en aan het Arbeidsmarkt- en opleidingsfonds Rijk (A&O-fonds). Een overzicht van de subsidies is te vinden in de subsidiebijlage.

Opdrachten

De opdrachten zijn voor 38% juridisch verplicht. Het betreft verplichtingen die zijn aangegaan voor bestaande contracten voor het kandidatenprogramma, het learning center en onderhoudscontracten voor het ISA systeem. Daarnaast betreft het bijdragen voor programmaovereenkomsten met ICTU, de evaluatie van het Rijkshuisvestingsstelsel in 2019/2020, de verdere doorontwikkeling en verbetering van het Rijksinkoopstelsel en de verdere doorontwikkeling inzake duurzaamheid (Energierijk Den Haag, Logistieke HUB).

Bijdragen aan agentschappen

De bijdragen aan agentschappen zijn voor 78% juridisch verplicht. Het Expertisecentrum Organisatie & Personeel (EC O&P) van UBR ontvangt een bijdrage voor het uitvoeren van de Rijksbrede arbeidsmarktcommunicatie. Hierbij zorgt EC O&P ervoor dat de rijksoverheid zich profileert en werft als één werkgever.

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

De bijdrage aan ZBO’s/RWT’s is voor 100% juridisch verplicht. Het betreft een bijdrage aan Stichting Administratie Indonesische Pensioenen (SAIP).

E Toelichting op de instrumenten

7.1 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

Subsidies

Bedrijfsvoeringsbeleid

De Minister van BZK verstrekt subsidie aan het kennisinstituut Center for People and Buildings voor Fysieke Werkomgeving Rijk (FWR). De FWR is een concept voor een werkomgeving voor

Rijksambtenaren dat flexibel, tijd- en plaatsonafhankelijk (samen)werken mogelijk maakt. De subsidie heeft tot doel de generieke ontwikkeling van toepasbare kennis in het domein van de kantoorhuisvesting. Daarbij gaat het om het opbouwen van kennis over kwalitatieve en financiële aspecten van de normering FWR voor kantoorgebouwen van het Rijk.

Werkgeversbeleid

De Minister van BZK verstrekt incidenteel subsidie ter bevordering van modern en goed werkgeverschap binnen de publieke sector. Daarnaast verstrekt de Minister van BZK subsidie aan het European Institute of Public Administration, die wordt aangewend ter bevordering van de vaardigheden van overheidsfunctionarissen bij het afhandelen van zaken van de Europese Unie.

A&O-fonds

De Minister van BZK verstrekt een bijdrage aan het Arbeidsmarkt- en opleidingsfonds Rijk in de vorm van een subsidie. Deze bijdrage is onderdeel van de cao-afspraken. Het fonds zet de subsidie in voor arbeidsmarktprojecten binnen het Rijk die het bestuur van het A&O-fonds goedkeurt.

Overlegstelsel

Door het subsidiëren van de Stichting Verdeling Overheidsbijdragen (SVO), het Verbond Sectorwerkgevers Overheid (VSO) en de Stichting Centrum voor Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel draagt de Minister van BZK bij aan het in stand houden van een adequaat overlegstelsel inzake arbeidsmarktbeleid.

Opdrachten

Bedrijfsvoeringsbeleid

De Minister van BZK verleent diverse opdrachten voor het uitvoeren van beleidsondersteunend onderzoek op het gebied van de bedrijfsvoering. Bijvoorbeeld het belevingsonderzoek voor Center for People and Buildings.

Werkomgeving

Het verhogen van de kwaliteiten van de werkomgeving is een belangrijke ambitie, hierbij is speciale aandacht nodig voor ICT, het stroomlijnen van de facilitaire dienstverlening en de verduurzaming van de bedrijfsvoering en de toegankelijkheid van de Rijksgebouwen (motie Voortman). In de Rijksbreed vastgestelde kaders is vastgelegd dat een Rijkskantoor flexibel moet zijn en dat ambtenaren er op een veilige en comfortabele manier moeten kunnen werken. Gebouwen moeten het primaire proces zoveel mogelijk ondersteunen.

Ten aanzien van de facilitaire dienstverlening vindt stapsgewijs de overdracht plaats van departementen aan de vier Rijksconcerndienstverleners (de Belastingdienst, Rijkswaterstaat (RWS), Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) en FMHaaglanden).

Inkoopbeleid

Voor dit kabinet is het verduurzamen van Nederland een speerpunt. Ook via het eigen handelen wil de rijksoverheid een bijdrage leveren aan de verduurzaming van Nederland. Door in de eigen bedrijfsvoering te experimenteren en duurzame oplossingen toe te passen en op te schalen draagt de Rijksorganisatie bij aan de duurzame transities die het kabinet voorstaat. Speerpunten zijn het verder verduurzamen van Rijkskantoren, het op eigen areaal opwekken van duurzame elektriciteit ten behoeve van de bedrijfsvoering, vergroening van het wagenpark en 10 circulaire inkoopcategorieën. Het programma Versnelling Duurzame Bedrijfsvoering Rijk geeft inzicht in de Rijksbrede voortgang, zorgt voor verbinding tussen de beleidsdirecties bij verschillende departementen en de uitvoeringsorganisaties van het Rijk, biedt inhoudelijke en financiële ondersteuning aan projecten en stimuleert innovatie.

Het Rijk werkt in 2019 tevens verder aan het benutten van inkoopkracht voor het realiseren van maatschappelijk effect. In dat verband worden onder meer de gehanteerde inkoopcriteria op het gebied van circulaire economie, klimaat en biobased verdiept en versterkt.

De informatiehuishouding van het Rijk

In 2019 wordt middels het programma Rijk aan Informatie (RAI) gewerkt aan de implementatie van nieuwe vormen van e-mail en webarchivering waardoor Rijksonderdelen worden ontzorgd en informatie beter bewaard en vindbaar zal zijn. Daarnaast zal een fors deel van het werk van RAI gericht zijn op actieve openbaarmaking en betere vindbaarheid van overheidsinformatie en op verkorting van overbrengingstermijnen naar het Nationaal Archief. In 2019 zal er ook verder worden gewerkt aan vraagstukken die Rijksbreed om een kader of oplossing vragen die de kwaliteit van de informatiehuishouding versterken. Denk daarbij aan digitale informatie bewaren, archiveren of vernietigen, digitale overbrenging, meer samenwerking en het versterken van de medewerker in de informatiehuishouding.

Rijksacademie voor Digitalisering en Informatisering Overheid (RADIO)

Om overheden en overheidsorganisaties hun werk optimaal te laten doen, is een academie in oprichting waar ambtenaren hun kennis en kunde op het terrein van IT kunnen vergroten. Naar aanleiding van de uitkomsten van de Commissie Elias (Kamerstukken II 2014–2015, 33 326, nr. 5) en de adviezen in het rapport Maak Waar (Kamerstukken II 2016–2017, 26 643, nr. 460) is besloten tot de oprichting van de Academie voor Digitalisering en Informatisering Overheid (RADIO).

De RADIO is begin 2018 gestart met het eerste aanbod voor beleidsambtenaren. De komende jaren zal het aanbod worden uitgebreid voor de doelgroepen beleid, uitvoering, toezicht en bedrijfsvoering, en dat voor het Rijk en de andere overheden. Tegelijkertijd zal in deze kwartiermakers fase de organisatie worden opgezet. De Algemene Bestuursdienst (ABD) heeft het voortouw genomen met de scholing aan de topambtenaren en neemt vanaf 2019 ook de midden-managers voor haar rekening. De RADIO richt zich op de beleidsambtenaren en de overige genoemde doelgroepen.

Werkgeversbeleid

De Minister van BZK verstrekt diverse opdrachten om de kennisbasis op het gebied van arbeidsmarktbeleid te vergroten. Het gaat hierbij onder andere om het vergaren van kennis over de omvang en samenstelling van het werknemersbestand in de publieke sector, over de drijfveren en betrokkenheid van de medewerkers, de mate van tevredenheid over de organisatie. Hiermee ondersteunt de Minister van BZK het werkgeverschap op landelijk en lokaal niveau binnen de overheid. Daarnaast worden opdrachten verstrekt ten behoeve van handhaving van de Wet normering topinkomens en de implementatie van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren.

Kwaliteit management Rijksdienst

Een blijvende investering in de versterking van de kwaliteit van het (top)management bij het Rijk is essentieel. Dat gebeurt onder meer door inzet van een specifiek op de doelgroep toegesneden leer- en ontwikkelaanbod. Er zijn programma’s op het gebied van talentontwikkeling, leiderschapsontwikkeling en ambtelijk vakmanschap.

Mede dankzij de doorstroom in managementfuncties vervult de ambtelijke top een voorbeeldrol in het streven naar meer mobiliteit en flexibele inzet van personeel binnen de Rijksdienst. De professionele ondersteuning bij werving- en selectieprocedures draagt bij aan een hoogwaardig leidinggevend kader binnen de rijksoverheid. Om inzicht te hebben in de managementfuncties bij het Rijk en de mobiliteit van managers in de schalen 15 en hoger wordt gebruik gemaakt van een personeelsinformatiesysteem.

Bijdrage aan agentschappen

Kwaliteitsverbetering

Het budget voor kwaliteitsverbetering dat afkomstig is uit het afgeroomde Eigen Vermogen van FMH is voor alle SSO’s beschikbaar.

UBR (Arbeidsmarkt Communicatie)

Het Expertisecentrum Organisatie & Personeel (EC O&P), onderdeel van UBR, ontvangt een bijdrage voor het uitvoeren van de Rijksbrede arbeidsmarktcommunicatie. Hierbij zorgt EC O&P ervoor dat de rijksoverheid zich profileert en werft als één werkgever.

7.2 Pensioenen en uitkeringen

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

Stichting Administratie Indonesische Pensioenen

Dit betreft de pensioenregelingen van (voormalige) Nederlandse ambtenaren uit de voormalige overzeese gebiedsdelen en hun nagelaten betrekkingen.

Ontvangsten

De ontvangsten hebben betrekking op de Garantiewet Surinaamse Pensioenen van de SAIP. BZK verrekent jaarlijks een deel van dit bedrag met het Ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ).

Licence