Base description which applies to whole site

Artikel 3: Effectieve Europese samenwerking

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 9 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3 Effectieve Europese samenwerking (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
  

Stand ontwerp begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting

    

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

 
       
  

2021

2021

2021

2021

2021

  

(1)

(2)

  

(4)=(2+3)

 

Verplichtingen

9 871 674

10 034 842

383 358

121 477

10 539 677

       
 

Uitgaven

     
       
 

Programma-uitgaven totaal

10 053 535

10 230 672

383 358

109 762

10 723 792

 

waarvan juridisch verplicht

 

100%

  

100%

       

3.1

Afdrachten aan de Europese Unie

9 813 920

10 003 763

383 358

122 474

10 509 595

       
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

     
 

BNI-afdrachten

5 352 701

5 538 263

165 531

‒ 1 159

5 702 635

 

BTW-afdrachten

977 344

981 625

71 707

0

1 053 332

 

Invoerrechten

3 267 875

3 267 875

157 028

123 633

3 548 536

 

Plastic-grondslag

216 000

216 000

‒ 10 908

0

205 092

       

3.2

Europees Ontwikkelingsfonds

191 123

191 123

0

‒ 11 640

179 483

       
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

     
 

Europees Ontwikkelingsfonds

191 123

191 123

0

‒ 11 640

179 483

       

3.3

Een hechtere Europese waardengemeenschap

10 500

10 500

0

400

10 900

       
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

     
 

Raad van Europa

10 500

10 500

0

400

10 900

       

3.4

Versterkte Nederlandse positie in de Unie

5 892

6 404

0

‒ 1 472

4 932

       
 

Subsidies (regelingen)

     
 

EIPA

348

348

0

0

348

       
 

Opdrachten

     
 

Europa College beurzenprogamma

190

380

0

0

380

 

Programmatische ondersteuning: Taskforce Verenigd Koninkrijk

1 375

1 697

0

‒ 1 572

125

       
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

     
 

Benelux bijdrage

3 979

3 979

0

100

4 079

       

3.5

Europese Vredesfaciliteit

32 100

18 882

0

0

18 882

       
 

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

     
 

Europese Vredesfaciliteit

32 100

18 882

0

0

18 882

       
 

Ontvangsten

817 219

817 219

2 992

26 065

846 276

       

3.10

Diverse ontvangsten EU

816 969

816 969

2 992

26 120

846 081

 

Invoerrechten

816 969

816 969

2 992

26 120

846 081

 

Overige ontvangsten EU

0

0

0

0

0

       

3.30

Restitutie Raad van Europa

250

250

0

‒ 55

195

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget voor artikel 3: Effectieve Europese samenwerking neemt toe. De mutaties op de verplichtingen houden verband met de mutaties zoals onder de uitgaven toegelicht.

Uitgaven

Artikel 3.1

Mutaties Miljoenennota

De opwaartse bijstelling van de raming van de EU-afdrachten bij de Miljoenennota van EUR 383,4 miljoen betreft de optelsom van de verschillende mutaties die zijn toegelicht in de Ontwerpbegroting 2022. Hieronder staan deze mutaties nogmaals toegelicht.

Surplus

In de derde aanvullende Europese begroting (DAB3) heeft de Europese Commissie het verschil tussen de inkomsten en uitgaven van de Europese begroting van het jaar 2020 (het surplus) in de Europese begroting voor het jaar 2021 verwerkt. Voor Nederland leidt het surplus tot EUR 101 miljoen lagere afdrachten in 2021.

Vierde aanvullende begroting – Lenteraming en overige inkomsten

Als gevolg van DAB4 stijgt de raming voor de Nederlandse BTW-afdracht met EUR 72 miljoen. De plasticraming daalt met EUR 11 miljoen. Om een zo realistisch mogelijke raming te presenteren heeft het kabinet ervoor gekozen om incidenteel af te wijken van de gebruikelijke ramingsmethodiek (aansluiten bij de Commissieraming) en de Nederlandse raming van de invoerrechten eenmalig te corrigeren ten opzichte van de Commissieraming voor het effect van de voorlopige betalingen in de zonnepanelenzaak die eind 2020 hebben plaatsgevonden. De raming van de invoerrechten daalt hierdoor met EUR 28,4 miljoen. De raming van de BNI-afdracht stijgt als gevolg van DAB4 met EUR 229,3 miljoen.

De Commissie actualiseert in DAB4 ook de bijdrage van het Verenigd Koninkrijk aan de Europese begroting 2021 en de overige ontvangsten op de Europese begroting 2021. De overige ontvangsten bestaan voornamelijk uit inkomsten door mededingingsboetes. De stijging van de ontvangsten heeft een neerwaarts effect op de verwachte Nederlandse BNI-afdracht, als sluitpost van de Europese begroting, van EUR 28,2 miljoen.

Het totale effect van DAB4 op de afdrachten is daarmee een opwaartse bijstelling van EUR 233,6 miljoen.

Technische aanpassing

In de door de Europese Commissie gepresenteerde technische aanpassing wordt conform de MFK-verordening een resterend bedrag van EUR 48 miljoen voor speciale instrumenten uit 2020 overgeheveld naar 2021. Dit leidt tot een stijging van de verwachte Nederlandse BNI-afdracht van EUR 2,8 miljoen.

Aanpassing kasritme Brexit Adjustment Reserve

Op 17 juni jl. is een akkoord bereikt tussen de Raad en het Europees Parlement over de verdeling van de middelen van de Brexit Adjustment Reserve (BAR). Dit leidt tot een wijziging van het kasritme t.o.v. het uitgangspunt in de Nederlandse begroting. Daarom wordt de raming van de Nederlandse afdrachten in 2021 verhoogd met EUR 54 miljoen, in 2022 en 2023 met EUR 30 miljoen en in 2025 met EUR 19 miljoen. De genoemde verhogingen in de raming worden volledig gecompenseerd door verlagingen van de raming in de jaren 2024, 2026 en 2027.

Flexibiliteitsinstrument

In de onderhandelingen tussen de Raad en het Europees Parlement (EP) over het Meerjarig Financieel Kader (MFK) 2021-2027 is afgesproken om het jaarlijks beschikbare budget voor het flexibiliteitsinstrument (een speciaal instrument voor onvoorziene omstandigheden buiten de MFK-plafonds) met circa EUR 144 miljoen per jaar te verhogen ten opzichte van de eerder bereikte conclusies van de Europese Raad van 21 juli 2020. Voor Nederland leidt dit tot een verhoging van de BNI-afdracht van circa EUR 9 miljoen in 2021 oplopend tot circa EUR 10 miljoen in 2027 (lopende prijzen).

TEM afdracht lage waarde textiel

Tevens wordt een uitgave verwerkt van EUR 185,4 miljoen aan invoerrechten. Het betreft een afdracht onder voorbehoud aan de Europese Commissie vanwege een geschil met de Commissie over of Nederland in de periode 2012-2019 te weinig douanerechten (Traditionele Eigen Middelen, TEM) heeft geheven en afgedragen over zendingen lage waarde textiel en schoenen uit China. Over deze afdracht wordt een perceptie-kostenvergoeding van 20%1 ontvangen voor de inningskosten onder artikel 3.10, waardoor de netto verwerking EUR 148,3 miljoen bedraagt.

Mutaties 2e suppletoire begroting

In de zesde aanvullende Europese begroting (Draft Amending Budget 6, DAB6) wordt een update van de raming van de plasticafdracht voor een aantal lidstaten gepresenteerd, waardoor de totale opbrengst van de plasticafdracht op EU-niveau in 2021 EUR 20 miljoen hoger uitvalt dan eerder verwacht. Dit betekent dat de BNI-afdrachten op EU-niveau, het sluitstuk van de EU-begroting, met hetzelfde bedrag afnemen. Het effect hiervan op de Nederlandse BNI-afdracht is een daling van EUR 1,2 miljoen in 2021. De raming van de Nederlandse plastic-afdracht is niet gewijzigd.

De invoerrechten stijgen met EUR 123,6 miljoen. Naar aanleiding van een recente controle van de TEM-boekhouding (Traditioneel Eigen Middelen) bij de Douane heeft de Europese Commissie verzocht om een nabetaling van in totaal EUR 123,6 miljoen. Nederland aanvaardt aansprakelijkheid voor een bedrag van EUR 12,7 miljoen aan TEM. De rest van de claim (EUR 110,9 miljoen) stelt Nederland onder voorbehoud ter beschikking aan de EU om de oploop van de vertragingsrente te stoppen. Over TEM-afdrachten ontvangt Nederland een perceptiekostenvergoeding (EUR 26,1 miljoen), waardoor de nettobetaling EUR 97,5 miljoen bedraagt. Dit bedrag betreft enkel de hoofdsom en bevat dus geen vertragingsrente.

Artikel 3.2

  • De Nederlandse bijdrage aan het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) voor 2021 valt lager uit wegens verrekening van een terugbetaling van resterende middelen uit het 8ste en 9de EOF met de huidige bijdrage.

Artikel 3.4

  • De Taskforce Verenigd Koninkrijk (voorheen Taskforce Brexit) is in de zomer van 2021 opgeheven, waardoor het budget naar beneden is bijgesteld. Wel zal er nog een externe onafhankelijke evaluatie van de Rijksbrede Nederlandse Brexit-inzet en binnenlandse voorbereidingen 2016-2021 worden uitgevoerd, conform een toezegging aan de Eerste Kamer (Handelingen I 2018-2019, nr. 22, item 3).

Ontvangsten

Artikel 3.10

  • De mutatie van EUR 3 miljoen bij de Miljoennenota is een optelsom van twee mutaties. De aanpassing van DAB4 leidt tot lagere ontvangsten (-EUR 34,1 miljoen). Daarnaast nemen de ontvangsten met EUR 37,1 miljoen toe vanwege de perceptiekostenvergoeding van 20% voor de inningskosten van de afdracht onder voorbehoud aan de Europese Commissie vanwege een geschil met de Commissie over of Nederland in de periode 2012-2019 te weinig douanerechten heeft geheven en afgedragen over zendingen lage waarde textiel en schoenen uit China.

  • Bij 2e suppletoire begroting stijgt de perceptiekostenvergoeding met EUR 26,1 miljoen. Nederland draagt naar aanleiding van een onderzoek door de Europese Commissie een TEM-hoofdsom van EUR 123,6 miljoen af, waarvan EUR 110,9 miljoen onder voorbehoud. Conform de TEM-systematiek ontvangt Nederland een perceptiekostenvergoeding over deze afdracht. De perceptiekostenvergoeding bedraagt EUR 26,1 miljoen. Hierdoor bedraagt de betaling netto EUR 97,5 miljoen.

1

Perceptiekostenvergoedingspercentage over de betreffende periode.

Licence