Base description which applies to whole site

3.4 Artikel 4. Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit

Stimuleren van een goede kwaliteit van de gebouwde omgeving op de aspecten duurzaamheid, energiezuinigheid, veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid en toegankelijkheid.

Met deze doelstelling doet het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) recht aan diverse publieke waarden.

  • De energietransitie in de gebouwde omgeving zorgt voor vermindering van de CO2-uitstoot kan de woonlasten/gebruikslasten voor eigenaren en huurders van gebouwen verminderen. Uitgangspunt daarbij is dat voor steeds meer huishoudens – kopers en huurders - de kosten voor verduurzaming via een lagere energierekening terugverdiend kunnen worden.

  • Gebouwen voldoen aan de eisen van bouwregelgeving op het gebied van veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid en toegankelijkheid.

  • Vermindering van het gebruik van primaire grondstoffen in de bouw door onder meer zo hoogwaardig mogelijk gebruik van bouw- en sloopafval draagt bij aan de beschikbaarheid en betaalbaarheid van producten en diensten op de langere termijn.

Deze publieke waarden worden op onderdelen concreet gemaakt in de volgende op termijn te bereiken resultaten:

  • vermindering van de CO2-uitstoot van de gebouwde omgeving met minstens 3,4 Mton in 2030 in het kader van de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen in 2030 met minstens 49% ten opzichte van 1990, zoals afgesproken in het Regeerakkoord van het kabinet-Rutte III;

  • aardgasvrije gebouwde omgeving richting 2050. Conform het in het voorjaar 2019 gepubliceerde Klimaatakkoord uitvoering van grootschalige proeftuinen in minimaal honderd wijken gericht op opschaling en het opdoen van kennis en ervaring;

  • samen met maatschappelijke partners 50% minder gebruik van primaire grondstoffen (mineraal, fossiel en metalen) realiseren in 2030 als tussendoel. Dit is in lijn met het programma ‘Nederland circulair in 2050’ met als einddoel een volledig circulaire economie in 2050 (Kamerstukken II 2015/16, 32852, nr. 33 ). De bouw is hierbij als een van de vijf prioriteiten genoemd;

  • verbetering van de kwaliteit van werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties teneinde het aantal koolmonoxideongevallen te reduceren.

Met het oog op de doelen binnen dit beleidsartikel is de inzet van burgers, instellingen, bedrijven en de gehele overheid noodzakelijk. In het kader van het Klimaatakkoord wordt met partijen gesproken over de noodzakelijke acties en te nemen maatregelen. Rijk, gemeenten, provincies en waterschappen zijn gestart met het Interbestuurlijke Programma (IBP) van 2018 en een gezamenlijke agenda. Het belangrijkste doel van het IBP is een optimale samenwerking tussen de overheden, zodat er rond belangrijke maatschappelijke opgaven een meer gezamenlijke aanpak tot stand komt. De minister heeft hierbij een stimulerende en regisserende rol.

Stimuleren

Op basis van artikel 120 van de Woningwet (Wonw), hoofdstuk 4 van de Wet milieubeheer (Wm) en de Kadasterwet is de Minister van BZK verantwoordelijk voor het stimuleren van energiebesparing en reductie van CO2-uitstoot in de gebouwde omgeving. De Minister van BZK geeft invulling aan deze verantwoordelijkheid door kaderstelling (wet- en regelgeving), het uitvoeren van de acties van het Energieakkoord en het Klimaatakkoord waar het Rijk verantwoordelijk voor is, ondersteuning van innovatie (onder andere door middel van subsidies) en monitoring. De Minister van BZK stimuleert energietransitie in de gebouwde omgeving met verschillende (subsidie)instrumenten, afspraken en ondersteuningsmaatregelen.

Regisseren

Op basis van de artikel 2 van de Wonw is de Minister van BZK verantwoordelijk voor het opstellen en het beheer van de bouwregelgeving en stelselverantwoordelijk voor het borgen van de bouwkwaliteit. Op grond van deze verantwoordelijkheid worden in ieder geval regels gesteld over het bouwen van nieuwe bouwwerken, de staat van bestaande bouwwerken en het gebruiken en slopen van bouwwerken. Deze regels worden gesteld vanuit het oogpunt van veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid of milieu. Door naleving van deze regels is de minimumkwaliteit van bouwwerken gewaarborgd. Toezicht en handhaving hierop berust bij gemeenten.

Het beleid ten aanzien van de gebouwde omgeving staat de komende jaren vooral in het licht van de in Parijs afgesproken doelstellingen in 2050 van de reductie van CO2(-emissies) in de gebouwde omgeving. Daarvoor wordt zowel nationaal als Europees beleid geïmplementeerd.

Uitvoering Klimaatakkoord gebouwde omgeving

Het jaar 2021 staat in het teken van de verdere uitvoering van de breed pakket aan maatregelen die zijn afgesproken in het Klimaatakkoord in 2020 ter ondersteuning van woningeigenaren, huurders, verhuurders en gemeenten:

  • de bestaande subsidieregeling van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) voor duurzame warmteopties (ISDE) wordt verbreed, waardoor ook isolatie voor subsidie in aanmerking komt;

  • Gemeenten stellen, met betrokkenheid van stakeholders, uiterlijk eind 2021 een transitievisie warmte op. Daar staat in welke wijken de gemeente voor 2030 aan de slag gaat. Ook het planmatig isoleren van woningen en andere gebouwen kan onderdeel uitmaken van deze aanpak. Bij het opstellen van de Transitievisie Warmte wordt de gemeente ondersteund door het Expertise Centrum Warmte (ECW) en door het Kennis- en Leerprogramma (KLP) van het Programma Aardgasvrije Wijken (PAW).

  • Om kostenreductie in de bouw te bevorderen is het programma van de Renovatieversneller opgezet, bestaande uit een zesjarig ondersteuningsprogramma (€ 30 mln.) en een vierjarige subsidieregeling (€ 100 mln.). De subsidie is bedoeld om woningeigenaren (met name corporaties) te stimuleren om gezamenlijk grote aantallen woningen op innovatieve wijze te laten verduurzamen. Door standaardisatie, ketensamenwerking en industrialisatie zal dit op termijn leiden tot kostenreductie. De regeling wordt via tenders voor samenwerkingsverband van wooneigenaren opengesteld. De eerste tender is in 2020 opengesteld, subsidies hiervoor worden beschikt in 2021 en uitbetaling is in de jaren erna voorzien.

  • Via meerjarige missiegedreven innovatieprogramma’s (MMIP’s) wordt tot 2030 € 250 mln. besteed via drie sporen: 1. Ondersteuning R&D investeringen van grootschalige samenwerkingsverbanden marktpartijen en kennisinstellingen, alsmede kleinschalige korter lopende R&D projecten. 2. Ondersteuning van kleinschaliger initiatieven waarin innovatieve midden- en kleinbedrijven nieuwe en bestaande technologieën via pilots en demonstratieprojecten op een slimme manier producten en diensten gereed maken voor uitrol in de markt. 3. Specifiek voor maatschappelijk vastgoed is het Kennis- en Innovatieplatform Verduurzaming Maatschappelijk vastgoed ontwikkeld. De uitvoering van sporen 1 en 2 vindt plaats door het Ministerie van EZK.

  • In de Regionale Energie Strategieën (RES) worden afspraken uitgewerkt over verduurzaming van de energie- en warmtevoorziening. In dertig RES-regio’s werken overheden met maatschappelijke partners, netbeheerders, het bedrijfsleven en bewoners regionaal gedragen keuzes uit voor opwekking van duurzame elektriciteit, de warmtetransitie in de gebouwde omgeving en bijbehorende infrastructuur. Het Nationaal Programma RES (NP RES) ondersteunt de regio’s hierbij.

    In 2020 is gewerkt aan het opstellen van een concept RES-bod per regio, met 1 oktober als deadline voor het opleveren van het vastgestelde concept RES-bod. Op basis van de uitkomsten van een analyse van deze RES-aanbiedingen door het PBL (februari 2021), samen met het advies van het Nationaal Programma RES (NP RES), werken de regio’s het concept RES-bod uit naar de RES 1.0. Deze moeten ze voor 1 juli 2021 hebben opgeleverd.

    Voor de realisatie van de RES’sen zijn financiële middelen beschikbaar gesteld, bestemd voor de projectorganisatie NP RES, de expertpool RES, de Participatiecoalitie, het Expertisecentrum warmte, een onderzoeksprogramma met betrekking tot waterbeheer en RES en voor ondersteuning van het RES-proces in de regio’s.

  • De Stimuleringsregeling Aardgasvrije Huurwoningen (SAH), bedoeld voor de versnelling en opschaling van de aansluiting van huurwoningen op warmtenetten is in 2020 in het kader van de zogenoemde Startmotor opengesteld. Het budget van € 200 mln. kan in de jaren tot en met 2023 worden uitgeput.

  • In het kader van het doorbouwplan is er voor verduurzaming van maatschappelijk vastgoed € 50 mln. beschikbaar gesteld: € 10 mln. voor verduurzaming van sportfaciliteiten en € 40 mln. voor de verduurzaming van scholen. Deze regelingen worden in 2020 ontwikkeld en de implementatie ervan zal tot en met 2021 lopen.

Urgenda

In het kader van het Urgenda-vonnis worden in 2021 maatregelen uitgevoerd die een aanvulling vormen op eerdere lopende maatregelen en instrumenten.

  • In 2019 is een regeling opengesteld die gemeenten de mogelijkheid bood huishoudens in koopwoningen te ondersteunen bij het reduceren van hun energiegebruik (de Regeling Reductie Energiegebruik). Het ging daarbij om het nemen van eenvoudige energiebesparende maatregelen die helpen het energiegebruik van huishoudens te verminderen (bijvoorbeeld het optimaliseren van CV-installaties, radiatorfolie, LED lampen) en om advies over verdergaande verduurzamingsmogelijkheden (isolatie). Deze regeling wordt uitgebreid naar huurders/huurwoningen. Daarnaast wordt nu ook ingezet op reductie van energiegebruik bij het MKB. 

  • De Regeling Vermindering Verhuurderheffing voor verduurzaming wordt opnieuw open gesteld om zo eerder een versnelling van de verduurzaming bij huurwoningen mogelijk te maken. Het budget waarmee de regeling wordt geopend bedraagt € 150 mln. Naar verwachting zal de regeling per 1 januari 2021 opengaan.

  • Het Warmtefonds wordt ook opengesteld voor de financiering van woningeigenaren die niet in aanmerking komen voor reguliere financiering. Dit in aanvulling op de sinds begin 2020 versterkte financiering aan woningeigenaren en Verenigingen van Eigenaren (VVE's). In het kader van Urgenda wordt de ruimte voor VVE's in het Warmtefonds vergroot. VvE’s met een meerderheidsbelang van corporaties krijgen toegang tot het Warmtefonds, waardoor gemengde complexen verduurzaamd kunnen gaan worden. Het rijksbudget van € 25 mln. zorgt voor een hefboom om een groter budget aan private investering beschikbaar te krijgen. Met de publieke en private middelen worden de leningen aan gemende VvE’s verstrekt.

  • Daarnaast gaan we in 2021 verder met het stimuleren van aansluiting van koopwoningen op warmtenetten in samenwerking met EZK.

  • In het kader van Urgenda-vonnis wordt voor de verduurzaming van maatschappelijk vastgoed in totaal € 25 mln. vrijgemaakt voor een ontzorgingsprogramma waarmee een substantiële start gemaakt in 2020 en verder uitgevoerd in 2021 kan worden met de verduurzaming van met name kleinere partijen in het maatschappelijk vastgoed zoals scholen, sportverenigingen en gemeenten.

Programma aardgasvrije wijken

In het Klimaatakkoord is gekozen om met een wijkgerichte aanpak steden en dorpen planmatig «van het aardgas af te halen». Het streven is om in 2030 1,5 mln. woningen en andere gebouwen via de wijkenaanpak aardgasvrij te maken. Hiervoor is in 2019 het PAW ingericht. Na selectierondes in 2018 en 2020 zal in 2021 een derde uitvraag aan gemeenten worden gedaan voor proeftuinen. In 2022 volgt een uitgebreide evaluatie van het programma. De geselecteerde gemeenten ontvangen een bijdrage vanuit het Rijk om het onrendabele deel van de aanpak naar een aardgasvrije wijk te financieren. Met een uitgebreide monitoring volgt het programma de voortgang van de proeftuinen en haalt zo de lessen en knelpunten op. Via een kennis- en leerprogramma worden de geleerde lessen gedeeld met alle gemeenten en andere betrokkenen. Geconstateerde knelpunten worden waar mogelijk opgelost.

Jaarlijks wordt gerapporteerd aan de Tweede Kamer over de voortgang. Dit zal in 2021 in het eerste kwartaal zijn.

Ontzorging van gebouweigenaren

De komende jaren wordt van steeds meer gebouweigenaren verwacht dat ze verduurzamen. Dat is ingrijpend en kan een aanzienlijke investering vragen. Goede ondersteuning en verdergaande ontzorging zijn cruciaal. In het Klimaatakkoord zijn verschillende maatregelen opgenomen gericht op ontzorging, met als doel dat iedere gebouweigenaar een beroep kan doen op een hoogwaardig ontzorgend aanbod dat onzekerheden en barrières zoveel mogelijk wegneemt. Daartoe wordt onder andere een landelijk digitaal platform ontwikkeld waar gebouweigenaren onafhankelijke informatie kunnen vinden over verduurzamingsmaatregelen, besparingseffecten, subsidie- en financieringsmogelijkheden en duurzame aanbieders en financiers kunnen vinden. Voor energieloketten worden minimumcriteria vastgesteld. Daarnaast wordt onderzocht hoe ontzorgende concepten verder doorontwikkeld en opgeschaald kunnen worden. In de markt wordt onder andere bezien of een keurmerk voor aanbieders van integrale maatregelenpakketten en ontzorgende concepten de ontwikkeling van de markt kunnen stimuleren. Een ontzorgend aanbod is ook cruciaal bij het planmatig aardgasvrij maken van steden en dorpen. Het PAW wordt benut om te bezien wat succesvolle ontzorging kan zijn binnen de wijkenaanpak.

Verduurzamen utiliteitsbouw commercieel en maatschappelijk vastgoed

Zoals afgesproken in het Klimaatakkoord, komt er een eindnorm waaraan alle bestaande utiliteitsbouw in 2050 zal moeten voldoen. Streven is om deze norm in 2021 bekend te maken, zodat gebouweigenaren ruim de tijd hebben om op een natuurlijk moment hun gebouw naar die norm te brengen. Om gebouweigenaren inzicht en handelingsperspectief te geven op welk moment zij welke maatregelen kunnen nemen, worden gebouweigenaren aangemoedigd hun vastgoedportefeuille in kaart te brengen, een verduurzamingsstrategie en –aanpak op te stellen en duurzaamheidsmaatregelen te integreren in hun meerjarenonderhoudsplanningen. Dit is ook relevant voor de wijkaanpak. Grote gebouweigenaren doen dit vaak al, voor maatschappelijk vastgoed en MKB komen er ondersteunende regelingen. De harmonisatie van wet- en regelgeving op het gebied van energiebesparing voor de utiliteitsbouw behoeft in 2021 verdere aandacht, evenals de bijbehorende handhavingsstrategie.In samenwerking met het Ministerie van EZK wordt de mogelijkheid voor verantwoording op concern- of portefeuilleniveau verder onderzocht en uitgewerkt.

Circulair bouwen

Het Ministerie van BZK bevordert de toepassing van circulair bouwen als onderdeel van het Uitvoeringsprogramma Circulaire Economie 2019-2023. Het Ministerie van BZK continueert in 2021 de uitvoering hiervan in samenwerking met partijen in de bouw en andere overheden voor het bereiken van de doelen van het programma Nederland circulair in 2050 (Kamerstukken II 2015/16, 32852, nr. 33 ). De Minister van BZK heeft na consultatie van de belanghebbende partijen een wijziging van de bouwregelgeving bij beiden Kamers voorgehangen met het voornemen om de wettelijke milieuprestatie-eis per 1 januari 2021 scherper te stellen (Kamerstukken 2019/20, 33118, nr. 143 ). Het Ministerie van BZK stimuleert en coördineert in samenwerking met het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) de verdere ontwikkeling van een uniforme meetmethode voor circulair bouwen, met name via financiële bijdragen aan de stichting Nationale Milieudatabase (NMD) en het Platform Circulair Bouwen 2023 (CB’23). Het Ministerie van BZK verstrekt voor kennisontwikkeling en –verspreiding financiële bijdragen aan onder meer Cirkelstad en aan de bouw-gerelateerde buyer groups voor circulair inkopen en aanbesteden die worden ondersteund door PIANOo.

Bouwregelgeving

Met inwerkingtreding van het stelsel van de Omgevingswet in 2022 zal het Bouwbesluit 2012 ingetrokken en opgevolgd worden door het Besluit bouwwerken leefomgeving. In de aanloop hier naar toe wordt in 2021 verder gewerkt aan de implementatie van dit besluit. Daarnaast zal in 2021 gewerkt worden aan nieuwe van wijzigingen van het Besluit bouwwerken leefomgeving en de implementatie hiervan, die nodig zijn in het kader van maatschappelijke en politieke ontwikkeling. Zoals de uitwerking van onderdelen van het Klimaatakkoord, onderdeel gebouwde omgeving, en het onderwerp brandveiligheid in (bestaande) woningen.

Stelsel certificeringwerkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties

Op 5 november 2019 is de wijziging van de Wonw in verband met de introductie van een stelsel van certificering voor werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties in het staatsblad gepubliceerd ( Stb. 2019, nr. 383 ). Het wettelijk stelsel wordt nader uitgewerkt bij Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) en ministeriele regeling. Het ontwerpbesluit dat hier invulling aan geeft is op 17 december 2019 aan de Tweede Kamer aangeboden (Kamerstukken II 2019/20, 32757, nr. 158 ) en de onderliggende ministeriele regeling (wijziging Regeling Bouwbesluit 2012) is op 1 mei 2020 in consultatie gebracht. Het stelsel volgt op het rapport Koolmonoxide - onderschat en onbegrepen gevaar van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OvV) van november 2015. De inwerkingtreding van het wettelijk stelsel is voorzien per 1 juli 2020. Het betreft een gefaseerde inwerkingtreding waarbij installatiebedrijven achttien maanden de tijd krijgen om zich te laten certificeren. De bepaling dat je als bedrijf gecertificeerd moet zijn om de betreffende werkzaamheden uit te mogen voeren geldt daarom pas per 1 januari 2022. Vanwege deze gefaseerde inwerkingtreding heeft de coronacrisis hier geen effect op.

Nieuwe bepalingsmethode energieprestatie.

Per 1 januari 2021 zal de nieuwe bepalingsmethode voor de energieprestatie van gebouwen, de NTA8800, van kracht worden (Kamerstukken II 2019/20, 30 196, nr. 695 ). Deze vervangt drie afzonderlijke bepalingsmethoden, waardoor een integrale toetsmethode ontstaat om de energieprestatie te bepalen van zowel woningbouw als utiliteitsbouw en van zowel bestaande bouw en nieuwbouw. Met deze verandering zullen ook de eisen voor nieuwbouw per 1 januari 2021 gaan veranderen naar eisen voor Bijna Energie Neutrale Gebouwen (BENG). Dit betreft implementatie van de richtlijn Energieprestatie van Gebouwen (Energy Performance Buildings Directive (EPBD) 2018/2001/EU en 2010/31/EU). Energielabels zullen ook per 1 januari 2021 met de nieuwe bepalingsmethode worden berekend. Het energielabel voor woningen dat aangevraagd wordt via www.energielabelvoorwoningen.nl zal hiermee komen te vervallen. Met de nieuwe bepalingsmethode zullen adviseurs de woning bezoeken voor een opname en zal de woningeigenaar een meer nauwkeurig en uitgebreid label ontvangen.

Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen

In 2021 zal verder worden gewerkt aan de invoering van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (WKB). Het doel van de wet is het verbeteren van de bouwkwaliteit en het versterken van de positie van de bouwconsument. In het kader daarvan is in 2020 is de Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw (TloKB) opgericht. Deze organisatie heeft vooral een toezichthoudende functie. Het is de bedoeling het nieuwe stelsel vanaf 2022 stapsgewijs in te voeren. In 2021 doen marktpartijen door middel van proefprojecten alvast ervaring op, zodat zij goed voorbereid zijn wanneer het stelsel wordt ingevoerd. De TloKB speelt hierin ook een toezichtsrol.

Tabel 15 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4. Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit (bedragen x € 1.000)
 

2.019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Verplichtingen

245.813

451.649

378.329

305.378

256.813

161.776

162.305

               

Uitgaven

206.163

607.198

437.329

324.329

256.813

161.776

162.305

waarvan juridisch verplicht

   

95%

       
               

4.1 Energietransitie en duurzaamheid

198.792

592.230

432.112

319.158

251.914

156.894

157.423

Subsidies (regelingen)

166.987

370.553

218.971

218.588

192.525

110.602

118.202

Energiebesparing Koopsector

3.664

85.743

18.500

19.500

15.000

0

0

Energiebesparing Huursector

134.309

100.449

37.000

18.951

0

0

0

Energietransitie en duurzaamheid

11.014

68.561

77.071

5.937

3.875

3.852

1.452

Nationaal Energiebespaarfonds (NEF)

18.000

0

0

0

0

0

0

Renovatieversneller

0

0

0

9.000

18.750

29.750

39.750

SAH

0

48.800

19.400

58.200

67.900

0

0

Warmtefonds

0

67.000

67.000

107.000

87.000

77.000

77.000

Opdrachten

1.545

2.837

2.536

1.567

1.700

1.700

500

Energietransitie en duurzaamheid

1.545

2.837

2.536

1.567

1.700

1.700

500

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

1.877

4.710

5.034

0

0

0

0

Energietransitie en duurzaamheid

1.877

4.710

5.034

0

0

0

0

Bijdrage aan medeoverheden

0

101.160

40.000

0

0

0

0

Programma reductie energieverbruik

0

101.160

40.000

0

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

28.383

44.933

59.607

29.042

25.397

17.922

18.222

ILT (Handhaving Energielabel)

0

532

532

528

527

523

523

RVO.nl (uitvoering Energieakkoord)

0

10.145

47.254

17.579

13.991

10.701

10.876

Dienst Publiek en Communicatie

630

70

0

0

0

0

0

Diverse Agentschappen

900

1.500

600

0

0

0

0

RVO.nl (Energiestransitie en duurzaamheid)

26.853

32.686

11.221

10.935

10.879

6.698

6.823

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

0

68.037

105.964

69.961

32.292

26.670

20.499

EGO

0

4.551

10.409

17.660

19.817

19.470

18.299

Gemeentefonds (H50)

0

63.486

94.199

49.000

10.000

5.000

0

Handhaving energielabel C

0

0

1.356

3.301

2.475

2.200

2.200

               

4.2 Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

7.371

14.968

5.217

5.171

4.899

4.882

4.882

Subsidies (regelingen)

6.183

13.586

3.584

3.498

2.778

1.752

1.752

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

6.183

13.586

3.584

3.498

2.778

1.752

1.752

Opdrachten

1.144

1.219

1.570

1.615

2.063

3.075

3.075

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

1.144

1.219

1.570

1.615

2.063

3.075

3.075

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

44

50

0

0

0

0

0

Overige bijdragen

44

50

0

0

0

0

0

Bijdrage aan medeoverheden

0

50

0

0

0

0

0

Diverse bijdragen bouwregelgeving

0

50

0

0

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

0

55

55

55

55

55

55

ILT (Toezicht EU-Bouwregelgeving)

0

55

55

55

55

55

55

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

0

8

8

3

3

0

0

Infrastructuur en Waterstaat (H12)

0

8

8

3

3

0

0

               

Ontvangsten

270

91

91

91

91

91

91

Budgetflexibiliteit

Het totale uitgavenbudget op artikel 4 is 95% juridisch verplicht en dit kent de volgende onderverdeling:

Subsidies (regelingen)

De subsidies zijn voor 92% juridisch verplicht. De meeste subsidies zijn in het kader van de energietransitie en duurzaamheid voor onder andere energiebesparing in de koopsector (SEEH), energiebesparing in de huursector (STEP), SAH, het warmtefonds en PRE (deze zijn geoormerkt).

Opdrachten

De budgetten voor opdrachten voor de beleidsprogramma’s zijn voor 43% juridisch verplicht. Het gaat om opdrachten ter uitvoering van de afspraken voor de energietransitie in de gebouwde omgeving uit het energieakkoord en klimaatakkoord.

Bijdrage aan ZBO/RWT

Er wordt een bijdrage verstrekt ten behoeve van de Regionale Energiestrategie (RES). Deze bijdrage is 100% juridisch verplicht.

Bijdrage aan medeoverheden

De bijdrage voor de reductie van energieverbruik in koopwoningen is 100% juridisch verplicht.

Bijdrage aan agentschappen

De bijdragen aan agentschappen zijn voor 100% juridisch verplicht. Het betreft een agentschapsbijdrage aan de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) en aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

De bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken is 100% juridisch verplicht. Dit betreft een bijdragen voor de RES, grootschalige proeftuinen (honderd wijken aanpak) en de inzet voor het innovatieprogramma CO2-neutrale gebouwde omgeving.

4.1 Energietransitie en duurzaamheid

Subsidies (regelingen)

Energiebesparing Koopsector

Voor de verduurzaming van woningen stelt het kabinet € 15 mln. beschikbaar in de jaren 2021 tot en met 2023 om de komende jaren extra ondersteuning te bieden aan woningeigenaren die hun woning verduurzamen. Het budget wordt via de subsidie energiebesparing eigen huis (SEEH)/Investeringssubsidie duurzame energie (ISDE) beschikbaar gesteld.

Energiebesparing Huursector

In 2021 continueert de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) in opdracht van het Ministerie van BZK de afhandeling van eerder verleende subsidies van de Stimuleringsregeling energieprestatie huursector (STEP) voor investeringen van verhuurders in energiebesparende maatregelen. Aanvragen konden worden gedaan tot eind 2018. De subsidies worden twee jaar na verlening vastgesteld en uitbetaald in de periode tot aan het voorjaar 2022.

Energietransitie en duurzaamheid

In het kader van de afspraken voor energietransitie in de gebouwde omgeving uit het Energieakkoord verstrekt het Ministerie van BZK in 2021 subsidies aan enkele partijen, waaronder de voorlichtingsorganisatie Milieu Centraal (klantcontact en informatievoorziening over het energielabel voor woningen en andere gebouwen).

Daarnaast worden middelen beschikbaar gesteld aan decentrale overheden om ze te ondersteunen voor het Programmabureau RES, die de regio’s ondersteunt met expertise voor het organiseren van participatie en voor de uitbreiding van de gemeentelijke taken op dit gebied. Tot slot wordt ook subsidie beschikbaar gesteld voor het Warmtefonds in het kader van ontzorging.

In 2021 wordt de regeling voor reductie van energieverbruik in huurwoningen voortgezet. In de praktijk blijken eenvoudige energiebesparende maatregelen te helpen het energiegebruik van huishoudens te verminderen. Het gaat bij kleine maatregelen bijvoorbeeld om zaken als het laten optimaliseren van CV-installaties, het aanbrengen van radiatorfolie, het gebruik van LED lampen en de inzet van energieverbruiksmanagers. De aanpak van gemeenten bestaat uit een scala aan activiteiten zoals het organiseren van informatieavonden voor bewoners en gerichte acties richting eigenaar-bewoners in de vorm van energieadvies.

SAH

Partijen hebben in het Klimaatakkoord afspraken gemaakt om de energietransitie op gang te brengen door zo snel mogelijk 100.000 bestaande huurwoningen te verduurzamen via de Startmotor huursector. De bedoeling van de Startmotor is om in korte tijd voldoende ervaring en schaalgrootte te realiseren bij het aardgasvrij maken van wijken. Ter ondersteuning van de Startmotor is per 1 mei 2020 de Stimuleringsregeling aardgasvrije huurwoningen (SAH) ingevoerd. Voor zowel sociale als particuliere huurwoningen kan een bijdrage worden verleend voor het aardgasvrij maken. Bij de SAH staat aardgasvrij voorop en isolatie maakt hier – afhankelijk van de startsituatie van de woningen – in meer of mindere mate onderdeel van uit.

Warmtefonds

In 2021 is € 67 mln. beschikbaar voor het Warmtefonds dat tegen aantrekkelijke voorwaarden financiering verstrekt aan woningeigenaren en VvE's die hun woning verduurzamen. Er is meerjarig geld beschikbaar voor het Warmtefonds tot en met 2030.

Opdrachten

Energietransitie een duurzaamheid

Ter uitvoering van de afspraken voor energietransitie in de gebouwde omgeving uit het Energieakkoord verstrekt het Ministerie van BZK ook in 2021 diverse onderzoeksopdrachten, waaronder voor het enerielabel.

Daarnaast worden gemeenten ondersteund in het oppakken en uitvoeren van hun regierol in de transitie naar een aardgasvrije gebouwde omgeving door het Kennis- en Leerprogramma (KLP). Gemeenten dienen bij het KLP de kennis, contacten en inspiratie te kunnen vinden om de volgende stap te kunnen zetten richting aardgasvrije wijken. Ook draagt het KLP bij aan de bewustwording van de opgave en de nieuwe rol van gemeenten hierin.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Energietransitie en duurzaamheid

De Unie van Waterschappen (UvW) ontvangt een bijdrage voor het Nationaal Programma Regionale Energiestrategieën (NP RES) ten behoeve van de ondersteuning van de dertig energieregio’s bij het opstellen van hun RES.

Bijdrage aan medeoverheden

Programma reductie energieverbruik

In 2021 wordt de regeling voor reductie van energieverbruik in koopwoningen voortgezet. In de praktijk blijken eenvoudige energiebesparende maatregelen te helpen het energiegebruik van huishoudens te verminderen. Het gaat bij kleine maatregelen bijvoorbeeld om zaken als het laten optimaliseren van CV-installaties, het aanbrengen van radiatorfolie, het gebruik van LED lampen en de inzet van energieverbruiksmanagers. De aanpak van gemeenten bestaat uit een scala aan activiteiten zoals het organiseren van informatieavonden voor bewoners en gerichte acties richting eigenaar-bewoners in de vorm van energieadvies.

Bijdrage aan agentschappen

ILT (Handhaving Energielabel)

In 2021 zet de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) haar werkzaamheden voort op het gebied van de handhaving van de naleving van de verplichtingen met betrekking tot het energielabel in het kader van de Europese richtlijn energieprestatie van gebouwen.

RVO.nl (uitvoering Energieakkoord)

Het betreft de uitgaven voor beheer, onderhoud en verbetering van het energielabelsysteem voor woningen en andere gebouwen op basis van de Europese richtlijn energieprestatie van gebouwen.

Daarnaast worden in het kader van de invulling van het Urgenda-vonnis middelen beschikbaar gesteld voor reductie van energieverbruik van midden- en kleinbedrijven.

Diverse Agentschappen

In 2021 zijn middelen beschikbaar voor het versnellen van de bestaande duurzaamheidsaanpak van het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) door onder andere stimulering van zonnepanelen op rijksgebouwen en het naar voren halen van investeringen voor EnergieRijk Den Haag.

RVO.nl (Energietransitie en duurzaamheid)

Deze middelen zijn bestemd voor het jaarprogramma 2021 dat RVO.nl in opdracht van het Ministerie van BZK uitvoert voornamelijk op het gebied van energietransitie in de gebouwde omgeving. Het programma behelst kennisverspreiding, beleidsonderbouwing en uitvoering van subsidieregelingen. Daarnaast betreft dit ook de bijdrage voor de RVO.nl voor diverse woningmarktregelingen. Deze uitgaven worden hier verantwoord vanwege gecentraliseerd opdrachtgeverschap.

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

EGO

In het kader van de Integrale Kennis en Innovatieagenda van het Klimaatakkoord en van het topsectorenbeleid is de missie vastgesteld en geïnstrumenteerd om te komen tot een CO2 vrije gebouwde omgeving in 2050. Dit gebeurt via drie Meerjarig Missiegedreven Innovatieprogramma’s: Versnelling van Energierenovaties, Duurzame warmte en koude, en Energiesysteem in Evenwicht. Binnen de programma’s ondersteunt het Rijk R&D-investeringen van grootschalige samenwerkingsverbanden tussen marktpartijen en kennisinstellingen. Deze ondersteuning krijgt vorm via Missiegedreven Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie (MOOI regeling). Daarnaast wordt geïnvesteerd in kennisopbouw en uitwisseling rondom maatschappelijk vastgoed, via het kennis- en innovatieplatform maatschappelijk vastgoed.

Gemeentefonds (H50)

Dit betreft onder andere voortzetting van het PAW om te leren op welke manier de wijkgerichte aanpak kan worden ingericht en opgeschaald. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van grootschalige proeftuinen (100 wijken aanpak) en een bijbehorend Kennis- en Leerprogramma (KLP).

Daarnaast wordt invulling gegeven aan het Urgenda-vonnis. Daarmee kan versnelde reductie van CO2-uitstoot worden bereikt. Er worden middelen voor de financiering van de verduurzaming van VVE’s gefaciliteerd, en er wordt verduurzaming van maatschappelijk vastgoed en het aansluiten van koopwoningen op warmtenetten financieel gestimuleerd.

Handhaving energielabel C

In het Bouwbesluit is vastgelegd dat per 1 januari 2023 een kantoor energielabel C of beter moet hebben om nog als kantoor gebruikt te mogen worden. Het bevoegd gezag is de gemeente en die gaan hierop handhaven. In aanloop naar 2023 vindt er voorlichting plaats en gaan gemeenten kantooreigenaren aanschrijven en wijzen op de label C plicht.

4.2 Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

Subsidies (regelingen)

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

In 2021 verstrekt het Ministerie van BZK enkele subsidies in het kader van het streven om de vraaggerichtheid in de bouwsector en de positie van de bouwconsument te versterken Verder worden enkele subsidies verstrekt om het belang van verduurzaming in VvE’s verder onder de aandacht te brengen in het kader van de Wet verbetering functioneren verenigingen van eigenaars ( Stb. 2017, 241 ). Deze wet verplicht VvE’s ertoe om jaarlijks een minimumbedrag te reserveren voor onderhoud en herstel van het gebouw en heeft bij VvE’s de aandacht voor de combinatie van groot onderhoud en verduurzaming vergroot. Tot slot wordt een subsidie verstrekt ten behoeve van de Nederlandse Norm voor de herziening van NPR9998 Aardbevingen.

Opdrachten

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

Het Ministerie van BZK verstrekt ten behoeve van een goed functionerend stelsel van bouwregelgeving ook in 2021 opdrachten voor werkzaamheden van het Nederlands Normalisatie-instituut (NEN), de Helpdesk bouwregelgeving en de Adviescommissie toepassing en gelijkwaardigheid bouwvoorschriften. Vanuit de kerntaak «het wettelijk waarborgen van een maatschappelijk noodzakelijk minimum kwaliteitsniveau van bouwwerken» worden waar nodig wijzigingen in het Besluit bouwwerken leefomgeving aangebracht.

Ter uitvoering van de afspraken in het Regeerakkoord van het kabinet-Rutte III over circulaire bouweconomie wordt deze kabinetsperiode onderzocht hoe de bouwregelgeving effectief kan worden ingezet om de afspraken te realiseren en wordt dit op onderdelen al geïmplementeerd. Ook wordt ondersteunend beleid ingezet voor kennisontwikkeling en – verspreiding. Hiertoe verstrekt het Ministerie van BZK opdrachten aan onder meer de Stichting Bouwkwaliteit en Platform31. In het kader van het innovatieprogramma (voortvloeiend uit de klimaatenvelop) worden middelen vrijgemaakt voor het ontwikkelen van circulaire technieken bij de verduurzaming van de woning- en kantoorvoorraad.

Bijdrage aan agentschappen

ILT (Toezicht EU-Bouwregelgeving)

In 2021 voert de ILT toezicht en handhaving uit op de naleving van de Europese Verordening bouwproducten.

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Infrastructuur en Waterstaat (H12)

Dit betreft onder andere een bijdrage ten behoeve van het Omgevingsloket online, waarbij particulieren en bedrijven een omgevingsvergunning kunnen aanvragen en een vergunning check en melding kunnen doen.

Ontvangsten

Dit betreft ontvangsten uit afrekeningen van eerder verstrekte subsidies door RVO.nl en uit boetes wegens het niet nakomen van verplichtingen met betrekking tot het verstrekken van het energielabel bij verkoop en verhuur van gebouwen.

Licence