Base description which applies to whole site

Beleidsartikel 2 Onderzoek, ontwikkeling en innovatie

Het doel van deze pijler is investeren in onderzoek, ontwikkeling en innovatie met het oog op productiviteitsgroei.

Investeringen in onderzoek, ontwikkeling en innovatie vormen een belangrijke pijler onder productiviteitsgroei in ontwikkelde economieën als Nederland. Landen die voor ons de benchmark zijn investeren echter beduidend meer. Het Kabinet kiest er voor om te blijven streven naar het behalen van de Lissabondoelstelling, waarbij ook private investeringen een belangrijke rol moeten spelen. Bedrijven kiezen vooral plekken uit met een goede toegang tot onderscheidende kennisbronnen, getalenteerde onderzoekers en mogelijkheden voor samenwerking in onderzoek. Daar waar de maatschappelijke baten van investeringen in onderzoek, ontwikkeling en innovatie groter zijn dan de private baten, is er een reden voor de overheid om deze investeringen ook te stimuleren. Investeringen in onderzoek, ontwikkeling en innovatie leveren het meeste op wanneer de overheid, het bedrijfsleven en de wetenschap samenwerken. Nederland is daar al sterk in. Dat blijkt uit de Nederlandse koppositie op het gebied van landbouw, voedselinnovatie en water. Het is zaak die kracht verder uit te bouwen, bestaande onderzoeks- en innovatie-ecosystemen te versterken en nieuwe veelbelovende ecosystemen op te bouwen. Dit sluit aan op de inzet van het kabinet, zoals aangekondigd in de groeistrategie, en de samenwerking tussen publieke en private partijen die is opgebouwd in het missiegedreven topsectoren- en innovatiebeleid. Dit betekent dat tegelijkertijd wordt ingezet op onderzoek en ontwikkeling en onderzoeksinfrastructuren als op startups en scale-ups, regelgeving en menselijk kapitaal. Investeringen in de economie van de toekomst, bijvoorbeeld op het gebied van kunstmatige intelligentie, robotica en duurzaamheidstechnologie, kunnen een sleutel zijn voor toekomstige innovatie. Ook fundamenteel onderzoek valt binnen deze pijler. Investeringsvoorstellen van alle wetenschapsdisciplines komen in principe in aanmerking, zolang deze voldoen aan het doel en de criteria van het fonds. Investeringen in onderzoek, ontwikkeling en innovatie dragen niet alleen bij aan productiviteitsgroei, maar leveren tevens een bijdrage aan onze brede welvaart. Onderzoek, ontwikkeling en innovatie op gebieden zoals duurzaamheid en gezondheidszorg verbeteren de kwaliteit van leven, zowel voor huidige als toekomstige generaties.

De rol en verantwoordelijkheid van de minister is beschreven in beleidsartikel 1 van het Nationaal Groeifonds en is ook van toepassing op beleidsartikel 2.

In de 1e suppletoire begroting 2022 zijn de goedgekeurde projecten uit de tweede ronde van het NGF in de NGF-begroting verwerkt. Dit betreft voor de pijler Onderzoek, ontwikkeling en innovatie (O&O&I) toekenningen en voorwaardelijke toekenningen. De budgetten voor de toegekende projecten zijn overgeheveld naar de betreffende departementale begrotingen. De budgetten voor de voorwaardelijke toekenningen zijn geraamd onder de categorie 'Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken'. Nadat de door de commissie gestelde voorwaarden zijn ingevuld zal de voorwaardelijke toekenning worden omgezet in een daadwerkelijke toekenning en zal het voor deze projecten beschikbaar gestelde budget worden overgeboekt naar de betreffende departementale begroting.

Er zijn voor projecten ook reserveringen gedaan. Omdat voor de reserveringen een nieuw advies van de commissie nodig is, zijn deze budgetten nog niet voor het betreffende project geraamd op de NGF-begroting. Om toch zicht te bieden op alle reserveringen is een overzicht hiervan opgenomen in bijlage 3.

Tabel 9 Tabel Budgettaire gevolgen van beleid beleidsartikel 2 (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

0

0

4.399.079

2.067.570

2.067.839

51.631

35.490

        

Uitgaven

0

0

759.486

1.441.310

1.310.802

1.379.646

1.281.195

        

Subsidies (regelingen)

0

0

200.000

400.000

600.000

800.000

1.000.000

Subsidieregeling Nationaal Groeifonds – O&O&I

  

200.000

400.000

600.000

800.000

1.000.000

        

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

0

0

559.486

1.041.310

710.802

579.646

281.195

NGF - project AINed (fase 1) voorwaardelijke toekenning EZK

  

13.200

13.200

13.200

4.400

 

NGF - project De revolutie van de zelfdenkende moleculeire systemen bijdrage OCW

  

6.150

14.650

16.450

15.850

16.850

NGF - project Circulaire Plastics bijdrage EZK

   

855

19.885

17.685

17.951

NGF - project PhotonDelta bijdrage EZK

  

84.948

84.949

96.747

96.748

53.910

NGF - project Cellulaire agricultuur bijdrage LNV

   

15.000

10.000

10.000

10.000

NGF - project CropXR bijdrage LNV

       

NGF - project Biotech Booster bijdrage OCW

    

28.836

28.951

30.098

NGF - project Oncode-PACT bijdrage EZK

     

54.000

50.000

NGF - project GroenvermogenII bijdrage EZK

   

250.000

   

NGF - project Luchtvaart in Transitie bijdrage I&W

   

10.000

25.000

35.000

30.000

Onderzoek, ontwikkeling en innovatie onverdeeld departementale route

  

455.188

652.656

500.684

317.012

72.386

        

Ontvangsten

0

0

759.486

1.441.310

1.310.802

1.379.646

1.281.195

Tabel 10 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

0

0

4.399.079

2.067.570

2.067.839

51.631

35.490

waarvan garantieverplichtingen

       

waarvan overige verplichtingen

  

4.399.079

2.067.570

2.067.839

51.631

35.490

Budgetflexibiliteit

Tabel 11 Geschatte budgetflexibiliteit
 

2023

juridisch verplicht

0%

bestuurlijk gebonden

13,7%

beleidsmatig gereserveerd

86,3%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0%

De kasmiddelen voor voorwaardelijk toegekende projecten zijn in tabel 9 weergegeven onder 'bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken'. In totaal is in 2023 € 104,3 mln geraamd voor drie projecten. Deze middelen zijn bestuurlijk gebonden. Dit is 13,7% van het uitgavenbudget in 2023. Alle overige kasmiddelen (€ 655,2 mln; 86,3% van het uitgavenbudget in 2023) zijn beleidsmatig gereserveerd. Deze middelen zijn immers louter bestemd voor toekomstige NGF-projecten.

Meerjarenoverzicht Ontwikkeling, Onderzoek en Innovatie

Tabel 12 Meerjarenoverzicht Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028-2032

Totaal

Verplichtingen O&O&I

0

0

4.399.079

2.067.570

2.067.839

51.631

35.490

17.777

8.639.386

Uitgaven O&O&I

0

0

759.486

1.441.310

1.310.802

1.379.646

1.281.195

2.466.946

8.639.385

Er bestaan geen schotten tussen de twee beleidsartikelen van het NGF. Afhankelijk van de uiteindelijke projectselectie kan de verdeling van de middelen over de beleidsartikelen anders uitvallen. In dat geval zal bij een (suppletoire) begroting een mutatie op de beleidsartikelen worden doorgevoerd.

Verplichtingen

Het subsidieplafond voor de Subsidieregeling Nationaal Groeifonds is vastgesteld op € 1 mld voor de pijler O&O&I. Van de verplichtingenruimte voor 2023 is dan ook € 1 mld geraamd voor de subsidieregeling.

Uitgaven

Subsidies

Subsidieregeling Nationaal Groeifonds - O&O&I

Dit is het kasbudget voor toegekende subsidies in 2023. Er is geschat dat 20% van het verplichtingenbudget nodig zal zijn voor de eerste betalingen voor toegekende subsidies in 2023. Voor de jaren na 2023 is dezelfde schatting aangehouden, gecombineerd met de aanname dat er voor projecten uit eerdere jaren vervolgbetalingen zullen plaatsvinden. Dit verklaart de oplopende reeks. Naarmate de ervaring met de subsidieregeling groeit, zal deze reeks steeds realistischer worden ingeschat.

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Hier staat het kasbudget weergegeven voor projecten waarbij sprake is van een voorwaardelijke toekenning. Die projecten worden hieronder beschreven (een totaaloverzicht van alle projecten met een voorwaardelijke toekenning is te vinden in bijlage 3). Onderaan dit onderdeel van tabel 9 is het kasbudget weergegeven voor toekomstige (voorwaardelijke) toekenningen ('O&O&I onverdeeld departementale route').

AiNed (EZK)

Aan het project AiNed is € 44 mln voorwaardelijk toegekend voor de vervolgfinanciering van de ELSA (Ethical, Legal and Social Aspects)-labs, het AI-talentprogramma, de Europese kennisnetwerken en de Europese innovatieprogramma’s. Dit budget wordt toegekend als het programma voldoende voortgang op de KPI’s en programma-uitvoering laat zien.

De revolutie van de zelfdenkende moleculaire systemen (OCW)

Aan het project De revolutie van de zelfdenkende moleculaire systemen is € 97,2 mln voorwaardelijk toegekend.

Dit voorstel heeft als doel big data toe te passen op complexe moleculaire systemen om de internationale voorhoede te vormen in ‘big chemistry’. Het grootste deel van de gevraagde investering betreft het oprichten van een volledig geautomatiseerd robotlab, waar het door gebruik van big data mogelijk wordt om enorme aantallen experimenten nauwkeurig uit te voeren. Met kunstmatige intelligentie kunnen experimenten na iedere ronde automatisch worden aangepast, om sneller en op grotere schaal complexe moleculaire systemen te ontwikkelen.

Circulaire Plastics (EZK)

Aan het project Cellulaire Plastics (onderdeel van voormalig project Duurzame MaterialenNL) is € 96 mln voorwaardelijk toegekend. Eerder werd al € 124 mln toegekend.

Het project beoogt circulaire plasticsketens te verstevigen en op te schalen. Deze ketens zijn vereist om negatieve milieueffecten zoals broeikasgasemissies, plastic afval en vervuiling met microplastics te minimaliseren. Een circulaire plasticsketen kan alleen ontstaan via een systemische aanpak in samenwerking tussen producenten van plastics, bedrijven die deze plastics gebruiken, afval ophalen, karakteriseren en sorteren, de afvalverwerkingssector en recycling.

Om de maatschappelijke beloftes waar te maken en de economische kansen te grijpen, bouwt het project vier Demonstrators om materiaal- en procesinnovaties voor circulaire plastics te realiseren. Ook wordt een Kraamkamerprogramma opgezet met meer fundamenteel onderzoek. De Demonstrators zijn ontworpen om zowel de huidige kringlopen te sluiten als nieuwe recyclable by design materialen te ontwikkelen die lastig te recyclen materialen in de toekomst kunnen vervangen. Daarmee sluiten deze Demonstrators aan op verschillende treden in de R-ladder: Reduce, Reuse, Recycle.

PhotonDelta (EZK)

Aan het project PhotonDelta is € 471,2 mln voorwaardelijk toegekend.

Het doel van PhotonDelta is de ontwikkeling van het Nederlandse fotonica-ecosysteem te versnellen. Het voorstel bouwt voort op het Nationaal Plan Geïntegreerde Fotonica. Geïntegreerde fotonica houdt in dat chips met optische signalen werken in plaats van elektrische signalen. Communicatie via optische signalen kan meer informatie tegelijk versturen en ook over een langere afstand. Geïntegreerde fotonica heeft daarmee potentieel hogere prestaties en is daarnaast energiezuiniger. De indieners willen een Nederlandse waardeketen opzetten die onderzoek, ontwerp en productie van geïntegreerde fotonica omvat.

Het plan bestaat uit drie programmalijnen. De eerste programmalijn omvat de doorontwikkeling van het ecosysteem met onder andere talentontwikkeling, startup-ondersteuning en gedeelde onderzoeksfaciliteiten. In de tweede programmalijn wordt fundamenteel en industrieel onderzoek gedaan naar fotonische bouwblokken en hun integratie in grotere chipsystemen. Dit om de bewezen fotonicatechnologie zo veel als mogelijk beschikbaar te maken voor nieuwe toepassingen. De derde programmalijn heeft als doel pilot-productiefaciliteiten en een hoog-volume productielijn te ontwikkelen.

Cellulaire agricultuur (LNV)

Aan het project Cellulaire agricultuur is € 60 mln voorwaardelijk toegekend.

Cellulaire agricultuur (CA) betreft het kweken van cellen in plaats van dieren om tot een vlees- of melkproduct te komen dat dier- en planeetvriendelijker is. Dit voorstel beoogt de Nederlandse CA-sector verder te ontwikkelen en de transitie van traditionele dierlijke landbouw naar CA te faciliteren, versnellen en commercialiseren. De indieners hebben voor ogen om met de plannen Nederland de internationale koploper te maken, met een gunstig vestigingsklimaat, een groot verdienvermogen en minder schadelijke uitstoot.

CropXR (LNV)

Aan het project CropXR is € 21,5 mln voorwaardelijk toegekend. Eerder werd al € 20,8 mln toegekend.

CropXR richt zich op de ontwikkeling van robuuste, weerbare gewassen. Het voorstel behelst fundamenteel onderzoek op het snijvlak van plantenwetenschappen en kunstmatige intelligentie om te komen tot nieuwe ‘smart data’-methoden voor plantenveredeling. Daarnaast wordt ingezet op kennisverspreiding en een snelle vertaling van de ontwikkelde kennis naar commercialiseerbare gewassen. Het voorstel beoogt op deze manier de nationale en internationale land- en tuinbouw productiever, duurzamer en klimaatadaptiever te maken en bij te dragen aan het toekomstige verdienvermogen van Nederland.

Biotech Booster (OCW)

Aan het project Biotech Booster is € 196,4 mln voorwaardelijk toegekend. Eerder werd al 49,6 mln toegekend.

Het hoofddoel van Biotech Booster is om het rendement van wetenschappelijk onderzoek te verhogen en het Nederlandse biotech-ecosysteem te versterken. Biotech Booster sluit de keten van kennis naar innovatie door een proces in te richten dat bestaat uit drie opeenvolgende fases: Trusted Communities, Biotech Innovation Program en Scale-out. Dit zijn drie verschillende fases om te komen van een goed idee tot een volwaardige onderneming. De partijen die dit voorstel trekken, zijn de branchevereniging voor de Nederlande biotechnologie HollandBio, de Vereniging van Nederlandse Universiteiten (VSNU), de Nederlandse Federatie van UMCs (NFU), de Vereniging van Hogescholen en een aantal biotechnologiebedrijven.

Oncode-PACT (EZK)

Aan het project Oncode-PACT is € 164 mln voorwaardelijk toegekend. Eerder werd al € 161 mln toegekend.

Kanker is een groot maatschappelijk probleem. Er wordt veel onderzoek naar gedaan, waarin Nederland voorop loopt. Te vaak blijven innovatieve ideeën op het gebied van kankeronderzoek echter hangen in de preklinische ontwikkelfase. Oncode-PACT (Preclinical Accelerator for Cancer Treatments) innoveert het preklinische ontwikkelproces waardoor innovaties versneld en eerder ontdaan worden van risico’s. Het voorstel richt zich op de toepassing van drie verschillende technologieën in het preklinische proces: artificial intelligence, goed gedefinieerde patiëntencohorten en mini-orgaantjes, organoïden. Vooral de toepassing van deze technologieën in het preklinisch proces is nieuw. Oncode-PACT is een samenwerking tussen verschillende kennisinstellingen, multinationals, startups, dataplatforms en bekende nationale gezondheidsfondsen, zoals KWF en KiKa.

Groenvermogen II (EZK)

Aan het project Groenvermogen II is € 250 mln voorwaardelijk toegekend. Eerder werd al € 250 mln toegekend.

GroenvermogenNL wil er aan bijdragen dat Nederland toonaangevend wordt in de productie en distributie van groene waterstof en in de synthese van basischemicaliën. GroenvermogenNL bestaat uit het in de eerste ronde van het Nationaal Groeifonds gehonoreerde Groenvermogen I en het huidige voorstel Groenvermogen II. De ambitie is om via deze projecten een stabiele marktvraag naar klimaatneutrale waterstof te ontwikkelen. Zo kan de voordelige concurrentiepositie voor onze energie-intensieve industrie worden behouden én een vestigingsplaats voor nieuwe industrie worden gecreëerd.

Luchtvaart in Transitie (I&W)

Aan het project Luchtvaart in Transitie is € 119,5 mln voorwaardelijk toegekend. Eerder werd al € 263,9 toegekend.

Luchtvaart in Transitie is een programma gericht op het verduurzamen van de Nederlandse luchtvaartsector. Dit programma beoogt een grote bijdrage te leveren aan de ambitie om klimaatneutrale Nederlandse luchtvaart in 2050 te realiseren. Volgens het consortium staan knelpunten, zoals de onderlinge afhankelijkheid, grote risicovolle schaalsprongen, gebrek aan testruimte en gebrek aan technisch personeel het verduurzamen van de luchtvaart in de weg. De adviescommissie adviseert de activiteiten uit programmalijn 2 te ondersteunen, in combinatie met bijbehorende onderzoeksprogramma’s en flankerende en faciliterende activiteiten uit programmalijn 4 en 5.

Licence