Base description which applies to whole site

2.1 Beleidsartikel 1. Primair onderwijs

Toelichting

Verplichtingen

De verplichtingen worden met € 839,5 miljoen verlaagd.

Toelichting per instrument:

Bekostiging

Het verplichtingenbudget op de bekostiging is per saldo met € 730,7 miljoen verlaagd. Dit wordt grotendeels veroorzaakt doordat de realisatie op de verplichting voor de lichte ondersteuning aan samenwerkingsverbanden voor het deel van het voortgezet onderwijs is overgeheveld naar het juiste artikel, namelijk artikel 3. Het betrof een afboeking van € 514,4 miljoen. Dit bedrag wordt nu juist onder artikel 3 verantwoord, omdat de uitbetaling ook op artikel 3 plaats vond. Daarmee wordt (zoals het hoort) alleen het deel van primair onderwijs gerealiseerd op artikel 1. Daarnaast wordt het verplichtingenbudget van de bekostiging verlaagd met € 254,8 miljoen, omdat niet alle verplichtingenruimte nodig was om de verplichtingen voor de bekostiging aan instellingen voor primair onderwijs (po) aan te gaan. Ook is er een verlaging van € 20,0 miljoen op het nieuwkomersbudget voor Oekraïne, omdat het aantal nieuwkomersleerlingen lager was dan voorzien. Tenslotte is er zoals aangekondigd in de veegbrief een verhoging van € 58,5 miljoen op het verplichtingenbudget van de overige bekostiging po.

Subsidies

Er is per saldo € 94,1 miljoen minder verplicht op subsidies dan waarvoor verplichtingenruimte was vrijgemaakt. Dit heeft te maken met een verlaging van de verplichtingen voor het programma Schoolmaaltijden (€ 48,3 miljoen) en het Nationaal Groeifonds (NGF)-programma Open Leermateriaal (€ 19,5 miljoen).

Uitgaven

De uitgaven worden met € 146,8 miljoen verlaagd.

Toelichting per instrument:

Bekostiging

Op het instrument bekostiging wordt € 58,5 miljoen minder gerealiseerd. Dit wordt onder andere veroorzaakt door een meevaller op de nieuw-komersbekostiging voor Oekraïne van € 20,0 miljoen, omdat het aantal nieuwkomersleerlingen lager was dan voorzien. Daarnaast is er een meevaller op de reguliere nieuwkomersregeling primair onderwijs van € 28,2 miljoen. In de prognose was een hoger aantal leerlingen verwacht voor 2024. Ook is een meevaller ontstaan op de kleine scholentoeslag van € 8,0 miljoen, doordat er minder kleine scholen waren dan voorzien.

Subsidies

Er is per saldo € 72,1 miljoen minder gerealiseerd op het instrument subsidies. Binnen de subsidies wordt er € 19,5 miljoen minder aan schoolmaaltijden besteed. Onder andere omdat scholen in de doelgroep bij het Jeugd Educatie Fonds (JEF) en het Nederlandse Rode Kruis niet voor het maximale bedrag per leerling een aanvraag hebben gedaan. Er wordt € 19,6 miljoen minder aan de subsidieregeling School en Omgeving uitgegeven. Dit wordt vooral veroorzaakt doordat een deel van de betalingen van 2024 in 2023 al had plaatsgevonden en het aantal aanvragen voor de subsidieregeling School en Omgeving 2023-2025 lager was dan oorspronkelijk begroot. Ook op de overige subsidies is € 15,6 miljoen minder gerealiseerd dan begroot, voornamelijk doordat de middelen voor de regeling doorstroom vmbo-havo/mbo niet zijn gerealiseerd.

Ontvangsten

De ontvangsten worden met € 37,8 miljoen verhoogd. De ontvangsten vielen in 2024 hoger uit dan gebudgetteerd, ondanks dat bij Tweede Suppletoire Begroting dit budget reeds met € 50 miljoen is verhoogd in verband met de terugvorderingen op het budget voor het Gemeentelijk Onderwijsachterstandenbeleid voor de periode 2019-2022. Daarnaast wordt er € 17,6 miljoen meer ontvangen vanwege niet gerealiseerde uitgaven door het JEF inzake het programma schoolmaaltijden in 2023, omdat scholen minder hebben aangevraagd dan geraamd.

Licence