Base description which applies to whole site

3.5 Artikel 17 Luchtvaart

IenW werkt aan een veilige en duurzame luchtvaart die Nederland goed verbindt met de rest van de wereld en waarbij de kwaliteit van de leefomgeving rond de luchthavens wordt gewaarborgd.

Samenvatting budgettaire gevolgen van beleid

In onderstaande tabel is een samenvatting opgenomen van de totale verplichtingen, uitgaven en ontvangsten van dit artikel. De onderverdeling naar de financiële instrumenten is opgenomen in de totaal tabel van de budgettaire gevolgen van beleid.

Tabel 50 Samenvatting budgettaire gevolgen van beleid artikel 17 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Verplichtingen

60.046

254.234

114.121

80.601

106.375

60.440

10.658

        

Uitgaven

22.536

119.451

62.788

50.954

84.211

8.651

8.035

        

Uitgaven onderverdeeld per artikelonderdeel

       

1 Luchtvaart

22.536

119.451

62.788

50.954

84.211

8.651

8.035

        

Ontvangsten

3.256

4.522

12.263

13.427

7.575

1.275

1.485

In onderstaande tabel is een overzicht en toelichting opgenomen op de rol en verantwoordelijkheid van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat bij Luchtvaart. Voor een nadere toelichting op de verschillende typologieën stimuleren, regisseren, financieren en (doen) uitvoeren wordt verwezen naar de leeswijzer.

Tabel 51 Rol en verantwoordelijkheden

Rol

Toelichting

Stimuleren

De Minister is verantwoordelijk voor de vormgeving van de kaders en voor het binnen deze kaders (doen) realiseren van de gewenste ontwikkeling van de Nederlandse luchtvaart.De rol stimuleren heeft betrekking op de volgende taken:- Het voortzetten van de samenwerking met de luchtvaartsector en kennisinstellingen aan de Duurzame Luchtvaarttafel. Daar volgt uitvoering van de verduurzamingsvoorstellen uit het Akkoord Duurzame Luchtvaart(2019) en de Luchtvaartnota (2020).- Het uitvoeren van het programma Luchtvaart in Transitie dat onderscheidende technologieën voor ultra-efficiënte vliegtuigen stimuleert.- Samen met de luchtvaartsector, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties werkt de Minister aan de uitvoering van de innovatiestrategie luchtvaart.- De Minister stimuleert meer en gerichter onderzoek naar niet-CO2-klimaateffecten van de burgerluchtvaart.- Nederland draagt bij aan de Europese strategie voor kennis en innovatie, met doorlopende inzet op optimale vormgeving en benutting van EUsubsidies voor verduurzaming van de luchtvaart.- De Minister stimuleert en faciliteert innovatieve ontwikkelingen van drones en onbemande luchtvaartuigen door experimenteren met nieuwe vervoersvormen mogelijk te maken en door de digitale infrastructuur op een robuuste wijze te implementeren.- De Minister vindt het van belang dat de regionale luchthavens Rotterdam The Hague Airport, Groningen Airport Eelde en Maastricht Aachen Airport zich ontwikkelen voor de regio’s waarin ze liggen en verwacht van de luchthavens dat zij ten behoeve van de luchthavenbesluiten samen met onder meer omwonenden, belangengroepen en regionale overheden de gewenste ontwikkelrichting van de luchthaven verkennen.

Regisseren

De rol regisseren heeft betrekking op de volgende taken:- De kaders voor de veiligheid van de burgerluchtvaart komen grotendeels internationaal tot stand bij de internationale burgerluchtvaartorganisatie van de Verenigde Naties (ICAO). De implementatie vindt veelal plaats via regels die rechtstreeks van toepassing zijn in de lidstaten. De Minister levert een actieve bijdrage aan de totstandkoming van de kaders op mondiaal en Europees niveau. Nederland zet in op een hoge compliance met deze kaders. De Minister neemt de regie om het Nederlandse luchtvaartveiligheidssysteem verder te versterken.- Regie voeren op de internationale verbondenheid voor Schiphol en de regionale luchthavens van nationale betekenis door de verbondenheid periodiek te beoordelen aan de hand van het beleidskader netwerkkwaliteit.- Regie voeren om te komen tot een hernieuwde balans in de omgeving van Schiphol. In de afweging van de publieke belangen rondom Schiphol heeft het voorrang de geluidsoverlast aan te pakken en tegelijk de economische functie van Schiphol te behouden.- In internationaal verband bijdragen aan de verdere implementatie van het mondiale langetermijndoel van netto-nul CO2-emissies in 2050 vastgesteld door ICAO voor de internationale burgerluchtvaart.- Nederland werkt samen met EU-lidstaten en met de European Civil Aviation Conference (ECAC) om de inzet in ICAO-verband voor te bereiden omtrent de periodieke evaluatie van CORSIA in 2024. Ook de aanscherping van de certificeringstandaard van nieuwe toestellen en motoren op gebied van emissies staat op de agenda.- Nederland blijft inzetten op het realiseren van een accijns voor luchtvaartbrandstoffen voor commercieel vliegverkeer binnen de EU, middels de herziening van de richtlijn energiebelastingen.- Het vaststellen van de (gewijzigde) luchthavenbesluiten voor de regionale luchthavens Rotterdam The Hague Airport, Groningen Airport Eelde en Maastricht Aachen Airport.- De Minister richt zich nationaal en internationaal op het veiligstellen en verbeteren van de inrichting, het beheer en het gebruik van het luchtruim en op de verbetering van de prestaties van Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) en het Maastricht Upper Area Control Centre (MUAC),een intensievere samenwerking tussen civiele en militaire luchtverkeersleidingsorganisaties (integratie) en een betere samenwerking van internationale luchtverkeersleidingsorganisaties binnen het Functional Airspace Block Europe Central (FABEC).- Regie voeren op verbetering van de samenwerking tussen Schiphol en de regionale luchthavens op de publieke belangen veiligheid, duurzaamheid, kwaliteit van de leefomgeving en verbondenheid.- Voorts zet de Minister in op een intensivering en stroomlijning van de inspanningen van alle overheden, belangenorganisaties en sectorpartijen betrokken bij bovenstaande beleidsopgaven.- Ten slotte is de Minister verantwoordelijk voor het toezicht op en de handhaving van (een deel van) de wet- en regelgeving door de ILT op dit beleidsterrein (zie beleidsartikel 24 Handhaving en Toezicht).

(doen) uitvoeren

De rol uitvoeren heeft betrekking op de volgende taken:- Het uitvoeren van het Nederlandse luchtvaartveiligheidsprogramma 2020-2024 met het Nederlands Actieplan voor Luchtvaartveiligheid (NALV) voor de jaren 2023–2026.- Het uitvoeren van de Actieagenda trein en luchtvaart in samenwerking met partners.- Het inzetten op betere internationale (nacht-)treinverbindingen die aansluiten op HSL-knooppunten over de grens.- Het uitvoeren van het Programma Omgeving Luchthaven Schiphol.- Om een nieuwe bovengrens van het aantal vliegtuigbewegingen per jaar voor Schiphol vast te leggen wordt het anticiperend handhaven beëindigd, wordt de balanced approach procedure doorlopen om het luchtvaartverkeersbesluit te wijzigen en wordt er gewerkt aan een nieuw normenstelsel waarbij de milieueffecten van het maximum van 440.000 vliegtuigbewegingen als bovengrens worden gehanteerd.- Het ontwikkelen van het nieuwe stelsel voor geluidnormen en aan de reductie van andere emissies.- Verdere invulling geven aan de Programmatische aanpak geluid en aan de uitvoering van de gebiedsagenda.- Het uitwerken van een CO2-plafond per luchthaven.- Verdere implementatie van de Europese bijmengverplichting (ReFuelEU Aviation) voor duurzame brandstoffen.- Het uitwerken van wijzigingen voor de Wet milieubeheer en het Besluit energie vervoer naar aanleiding van het in werking treden van de Europese richtlijn Renewable Energy Directive III (RED III).- Maatregelen nemen om een mondiaal kwantificeerbaar doel voor duurzame luchtvaartbrandstoffen vast te stellen.- Het samenvoegen van het civiele en militaire luchtruim.- Het uitvoeren van het programma Luchtruimherziening.- Het uitvoeren van een aantal projecten in Caribisch Nederland voor de borging van de luchtvaartveiligheid, zoals het aeronautical ground lightproject.

Samenhang doelstelling en meetbare gegevens

Onderstaand zijn de indicatoren en kengetallen opgenomen die inzicht geven in de mate waarin aan de algemene doelstelling wordt voldaan. De systeemmonitor luchtvaartveiligheid en de Staat van Schiphol geeft inzicht in het veiligheidssysteem. Het aantal passagiersbestemmingen van Luchthaven Schiphol schets een beeld van de mate waarin Nederland goed is verbonden met de rest van de wereld. Tot slot geeft de indicator CO2-uitstoot van vluchten vanuit Nederland inzicht in ontwikkelingen van duurzame luchtvaart ten opzichte van eerdere jaren. Scores op indicatoren kunnen aanleiding zijn om beleid bij te sturen. De kengetallen bieden met name belangrijke contextuele informatie.

Veilige luchtvaart

Luchtvaartveiligheid is niet in één overkoepelden indicator te meten. Het gaat immers om een veiligheidssysteem. Om meer inzicht te geven in de ontwikkeling van dit veiligheidssysteem verschijnt vanaf 2021 jaarlijks een systeemmonitor luchtvaartveiligheid. Daarnaast geeft de ILT jaarlijks in de Staat van Schiphol inzicht in hoe het is gesteld met de veiligheid en duurzaamheid op en rond de luchthaven Amsterdam Airport Schiphol (Schiphol).

Nederland goed verbonden

Kengetal Aantal passagiersbestemmingen waarnaar (> 2 x per jaar) met voornamelijk geregelde vluchten wordt gevlogen per luchthaven

Tabel 52 Kengetal: Aantal passagiersbestemmingen waarnaar > 2x per jaar) met voornamelijk geregelde vluchten wordt gevlogen per luchthaven

Luchthaven

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Amsterdam

261

264

263

262

266

272

277

271

265

280

Frankfurt

286

286

287

290

309

322

319

295

285

309

London Heathrow

176

179

180

186

203

210

220

249

219

239

Parijs Charles de Gaulle

258

278

274

290

294

316

330

294

264

283

Brussel

181

192

190

193

200

204

203

191

181

185

Bron: Amsterdam Airport Schiphol (AAS), op basis van APG

Toelichting

In deze tabel is het aantal passagiersbestemmingen per luchthaven opgenomen waarvoor geldt dat deze meer dan twee keer per jaar worden aangevlogen. In 2022 biedt Frankfurt de meeste passagiersbestemmingen aan. Schiphol staat op een derde positie, net iets onder Parijs Charles de Gaulle. Ten opzichte van 2021 is het aantal bestemmingen op alle luchthavens toegenomen. Opvallend is dat alleen Schiphol en Londen Heathrow weer boven het niveau van 2019 (pre-COVID) zijn gekomen.

Het streven is om dit kengetal voor de begroting van 2025 te vervangen door een kengetal dat ook de kwaliteit van de bestemmingen weerspiegelt. Daarbij kan geput worden uit de jaarlijkse monitor netwerkkwaliteit en staatsgaranties die vanaf de editie over het jaar 2022 verrijkt wordt met een aanvullende analyse die aansluit op het Beleidskader Netwerkkwaliteit (Kamerstukken II 2022-2023, 31 936, nr. 1021).

Duurzame luchtvaart

Indicator Duurzame luchtvaart: CO2-uitstoot van internationale vluchten vertrekkend vanuit Nederland

Tabel 53 Indicator: Duurzame luchtvaart: CO2-uitstoot van vluchten vanuit Nederland
 

2017

2018

2019

2020

2021

2022

CO2-uitstoot (Mton)

12,2

12,4

12,1

6,7

7,4

9,7

Bron: op basis van CBS-cijfers over getankte kerosine voor luchtvaart. (De gegevens over 2021 en 2022 zijn voorlopige cijfers. De definitieve cijfers voor 2021 worden bekend gemaakt in het Jaarverslag 2023.)

Toelichting

De CO2-uitstoot van vluchten (internationale luchtvaart) vertrekkend vanuit Nederland is berekend aan de hand van de CBS-cijfers over gebunkerde kerosine voor luchtvaart. Op basis van een emissiefactor wordt kg brandstof omgerekend naar kg CO2. In de ETS-herziening wordt de emissiefactor onder ETS (voorheen 3,15 kg CO2 per kg kerosine) recht getrokken met CORSIA (3,16 CO2 per kg kerosine). Conform deze herziening wordt de (geactualiseerde) emissiefactor 3,16 kg CO2 per kg kerosine gehanteerd.

In het Akkoord Duurzame Luchtvaart is afgesproken om in 2030 de CO2-uitstoot van internationale vluchten vertrekkend vanuit Nederland terug te brengen tot het niveau van 2005 (11,1 Mton) en in 2050 tot 50% t.o.v. 2005 (5,5 Mton).

Onderstaand wordt ingegaan op relevante beleidsmatige ontwikkelingen op het artikel Luchtvaart.

Algemeen

De Nederlandse luchtvaart staat voor een aantal grote opgaven. Nederland is een dichtbevolkt land en de luchthavens liggen op plekken waar veel belangen samenkomen en geregeld met elkaar botsen. De gezondheid van mensen die wonen en werken rondom de luchthavens staat onder druk. Zij worden blootgesteld aan een slechtere luchtkwaliteit en aan geluidsoverlast. Ook draagt de uitstoot van vliegtuigen bij aan de opwarming van de aarde en heeft het impact op de natuur. Maar luchtvaart is óók een belangrijke toegangspoort tot de wereld en een pijler onder onze economie. Dagelijks reizen duizenden Nederlanders met het vliegtuig de hele wereld over voor vakantie, familiebezoek en werk.

Het kabinet wil een goed evenwicht vinden tussen al die belangen en stelt de kwaliteit van deze publieke belangen centraal in plaats van de kwantiteit van het aantal vluchten van- en naar Nederland. Daarmee wordt de lijn uit de Luchtvaartnota 2020-2050 doorgetrokken. Het coalitieakkoord leidt tot andere accenten in de Uitvoeringsagenda en versnelt de maatregelen om de overlast in de omgeving van luchthavens te verminderen en de luchtvaart schoner en stiller te maken. Hiertoe worden deze kabinetsperiode de benodigde kaders en besluiten uitgewerkt die hierna worden toegelicht. Waar mogelijk wordt hierbij ingezet op maatregelen in internationaal verband (EU/ICAO (International Civil Aviation Organization)).

Bij luchtvaart staan de volgende publieke belangen centraal:

Veilige luchtvaart

Luchtvaartveiligheid is en blijft een topprioriteit binnen het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Zoals vastgelegd in het Nederlands luchtvaartveiligheidsprogramma 2020-2024 (NLVP) streeft Nederland naar een continue verbetering van de luchtvaartveiligheid. Nederland zet in op een volledige compliance met de internationale verplichtingen en heeft de ambitie om voortdurend tot de best presterende landen te behoren. Het nationaal veiligheidsdoel zoals in 2020 geformuleerd in het NLVP, is het continu verbeteren van de luchtvaartveiligheid door het kennen van de grootste nationale risico’s en deze te beheersen tot een acceptabel niveau.

Met het Nederlands Actieplan voor Luchtvaartveiligheid (NALV) voor de jaren 2023–2026 wordt uitvoering gegeven aan het NLVP. Hiermee wordt het Nederlandse luchtvaartveiligheidssysteem verder versterkt. Voor luchtvaartveiligheid is het functioneren van het systeem van regelgeving, toelating, operatie, toezicht en reflectie van groot belang. Als alle onderdelen goed functioneren, draagt dit optimaal bij aan het in stand houden en continu verbeteren van de veiligheid. De middelen die het kabinet ter beschikking heeft gesteld voor de versterking van de luchtvaartautoriteit zijn ingezet om de capaciteit voor regelgeving, vergunningverlening, toezicht en reflectie uit te breiden.

Nederland goed verbonden

De Rijksoverheid zet zich in voor een hoogwaardig netwerk van internationale verbindingen via de lucht. Luchtvaart speelt een belangrijke rol in de levering en bevoorrading van (noodzakelijke) producten en diensten in Nederland. Goede internationale luchtvaartverbindingen dragen bij aan onze welvaart en ons welzijn. De beschikbare capaciteit op de Nederlandse luchthavens is daarom een kostbaar goed. Het kabinet wil dat die zo zinvol mogelijk wordt benut.

Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft een beleidskader opgesteld om de ontwikkeling van de netwerkkwaliteit te monitoren en te beoordelen. Een periodieke beoordeling van de netwerkkwaliteit geeft inzicht in de trendmatige ontwikkeling ervan. Deze informatie is bruikbaar voor de inzet van sturingsmechanismen. Daarnaast wil het kabinet dat in Europa vervoer per trein zo snel mogelijk, zowel qua tijd als qua kosten, een goed alternatief wordt voor vliegen. Dit draagt bij aan de verbetering van de internationale bereikbaarheid van Nederland. In samenwerking met partners wordt de Actieagenda trein en luchtvaart uitgevoerd, daarnaast zet het kabinet in op betere internationale (nacht-)treinverbindingen die aansluiten op HSL-knooppunten over de grens, zodat Nederland duurzaam verbonden is met de rest van Europa.

Gezonde en aantrekkelijke leefomgeving

In de omgeving van luchthavens is het borgen van de kwaliteit van de leefomgeving belangrijk voor de gezondheid en leefkwaliteit van mensen en natuur. Ook bepaalt die kwaliteit mede de keuze voor een vestigingsplaats van internationale ondernemingen. Daarom is die kwaliteit belangrijk voor ons welzijn en onze welvaart. De verbetering van de leefomgevingskwaliteit rond luchthavens is hard nodig. Het gaat om de gezondheid van zowel omwonenden van luchthavens als werknemers op die luchthavens. Het kabinet kiest voor een aanpak waarmee de negatieve effecten van de luchtvaart worden verminderd.

Via de Luchthavenbesluiten wordt ook bij de regionale luchthavens van nationale betekenis ingezet op minder hinder. In de luchthavenbesluiten gaat veel aandacht uit naar verminderen geluidhinder en terugdringen luchtemissies en ZZS-stoffen.

Programma Omgeving Luchthaven Schiphol

In juni 2022 heeft het kabinet besloten over de toekomst van Schiphol. Bij het besluit is gekeken naar enerzijds het belang van Schiphol als internationale luchthaven met een sterk netwerk aan bestemmingen wereldwijd en anderzijds naar het belang van de omwonenden van Schiphol en een goede leefomgeving. In de afweging van de publieke belangen rondom Schiphol heeft het voorrang de geluidsoverlast aan te pakken en tegelijk de economische functie van Schiphol te behouden. In de toekomst wil het kabinet niet sturen op het aantal vliegtuigbewegingen, maar op vermindering van de negatieve externe effecten van de luchtvaart.

Het kabinet heeft besloten een nieuwe bovengrens van het aantal vliegtuigbewegingen per jaar vast te leggen. Hiervoor worden 3 sporen doorlopen:

  • 1. Het beëindigen van anticiperend handhaven in combinatie met preferentieel baangebruik. Dit betekent dat de handhavingspunten voor geluidsoverlast niet meer overschreden mogen worden.

  • 2. Het wijzigen van het luchtvaartverkeerbesluit om het nieuwe maximum aantal vliegtuigbewegingen vast te leggen. Hiervoor wordt de balanced approach procedure doorlopen.

  • 3. Er wordt gewerkt aan een nieuw normenstelsel waarbij de milieueffecten van het maximum van 440.000 vliegtuigbewegingen als bovengrens worden gehanteerd.

Binnen het Programma Omgeving Luchthaven Schiphol wordt in 2024 uitvoering gegeven aan deze sporen en aan verschillende andere trajecten om te komen tot een hernieuwde balans in de omgeving van Schiphol. In 2024 wordt hiertoe onder andere de balanced approach-procedure afgerond en dat een gewijzigd Luchthavenverkeerbesluit wordt gemaakt. Ook wordt verder gewerkt aan de ontwikkeling van het nieuwe stelsel voor geluidnormen en aan de reductie van andere emissies. Dit normenstelsel biedt perspectief aan de sector om zich te kunnen ontwikkelen, maar dit moet nadrukkelijk ook ten goede komen aan de omgeving. Tevens wordt gewerkt aan de verdere invulling van de programmatische aanpak geluid en aan de uitvoering van de gebiedsagenda.

Duurzame luchtvaart

De luchtvaart staat wereldwijd voor de uitdaging om de toenemende uitstoot van broeikasgassen om te buigen in een afname om daarmee bij te dragen aan de klimaatdoelstelling van het Parijsakkoord. Het internationale karakter van de luchtvaartsector vereist een mondiale aanpak, maar ook op Europees en nationaal niveau worden maatregelen genomen.

Voor de internationale burgerluchtvaart heeft ICAO een mondiaal langetermijndoel van netto-nul CO2-emissies in 2050 vastgesteld. In 2024 draagt Nederland in internationaal verband bij aan de verdere implementatie van dit langetermijndoel. Het doel is om eind 2023 een mondiaal kwantificeerbaar doel voor duurzame luchtvaartbrandstoffen vast te stellen. 2024 staat in het teken van het nemen van maatregelen om hier invulling aan te geven, onder andere door samenwerking met derde landen. Nederland werkt ook samen met EU-lidstaten en met de European Civil Aviation Conference (ECAC) om de inzet in ICAO-verband voor te bereiden omtrent de periodieke evaluatie van CORSIA in 2024. Ook de aanscherping van de certificeringstandaard van nieuwe toestellen en motoren op gebied van emissies staat op de agenda.

Nederland zal in 2024 de Europese bijmengverplichting (ReFuelEU Aviation) voor duurzame brandstoffen verder implementeren. Ook treedt de Europese richtlijn Renewable Energy Directive III (RED III) op 1 januari 2025 in werking. In de eerste helft van 2024 worden hiervoor de wijzigingen voor de Wet milieubeheer en het Besluit energie vervoer aangeboden aan de Tweede Kamer. Daarnaast blijft Nederland inzetten op het realiseren van een accijns voor luchtvaartbrandstoffen voor commercieel vliegverkeer binnen de EU, middels de herziening van de richtlijn energiebelastingen.

Ook draagt Nederland bij aan de Europese strategie voor kennis en innovatie, met doorlopende inzet op optimale vormgeving en benutting van EU-subsidies voor verduurzaming van de luchtvaart, onder andere via de Horizon Europe werkgroep.

Op nationaal niveau wordt de samenwerking met de luchtvaartsector en kennisinstellingen aan de Duurzame Luchtvaarttafel voortgezet. Daar volgt uitvoering van de verduurzamingsvoorstellen uit het Akkoord Duurzame Luchtvaart (2019) en de Luchtvaartnota (2020). Het nationale doel van 14% bijmenging van duurzame brandstoffen in 2030 is onderdeel van dit akkoord. In 2024 zal het ministerie samen met de partijen aan de Duurzame Luchtvaarttafel aan dit doel werken via een uitvoeringsagenda duurzame brandstoffen.

Ook werkt het ministerie aan de uitvoering van de innovatiestrategie luchtvaart samen met de luchtvaartsector, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties. De innovatiestrategie zet in op technologische ontwikkelingen om de luchtvaart schoner, stiller en veiliger te maken. De innovatiegebieden luchtvaartuigen, duurzame energiedragers (o.a. duurzame brandstoffen, waterstof en (hybride-)elektrisch vliegen), luchtruim en luchthaven en omgeving staan hierin centraal. Ook wordt er een kennisagenda opgesteld ter ondersteuning van de benodigde innovatie. Het programma Luchtvaart in Transitie - het toegekende groeifondsvoorstel – wordt in 2024 verder uitgevoerd. Dit programma stimuleert onderscheidende technologieën voor ultra-efficiënte vliegtuigen.

Om de klimaatdoelen voor de luchtvaart te borgen wordt een CO2-plafond per luchthaven uitgewerkt. Het wetsvoorstel voor het CO₂-plafond zal eind 2024 worden aangeboden aan de Tweede Kamer. Tot slot zet Nederland in op het stimuleren van meer en gerichter onderzoek naar niet- CO2-klimaateffecten van de burgerluchtvaart, ter ondersteuning van de in 2023 gepresenteerde beleidsaanpak.

Integrale mobiliteitsbenadering en capaciteit

Regionale luchthavens

Voor de regionale luchthavens Rotterdam The Hague Airport, Groningen Airport Eelde, Maastricht Aachen Airport moeten de huidige gebruiksvergunningen op grond van de Wet luchtvaart worden vervangen door luchthavenbesluiten. Hiertoe zijn in 2023 de procedures gestart. In 2022 is tevens de procedure gestart voor de wijziging van het luchthavenbesluit voor de militaire luchthaven Eindhoven waar sprake is van civiel medegebruik. Inzet is om deze (gewijzigde) luchthavenbesluiten voor het einde van 2024 vast te stellen.

Het Rijk vindt het van belang dat deze luchthavens zich ontwikkelen voor de regio’s waarin ze liggen. In de Luchtvaartnota 2020-2050 is daarom aangegeven dat van de luchthavens verwacht wordt dat zij ten behoeve van de luchthavenbesluiten samen met onder meer omwonenden, belangengroepen en regionale overheden de gewenste ontwikkelrichting van de luchthaven verkennen, daarbij rekening houdend met de uitgangspunten en ambities uit de Luchtvaartnota. Van belang bij de ontwikkeling is dat de geluidbelasting en uitstoot van verontreinigende stoffen eerst omlaag moet, voordat eventuele groei verdiend kan worden. De luchthavens zijn daarmee aan de slag gegaan en op basis van de regionale verkenning per luchthaven wordt de aanvraag voor een luchthavenbesluit door de luchthavens voorbereid.

Voor de vaststelling van de luchthavenbesluiten worden zorgvuldige procedures doorlopen met goede betrokkenheid van de omgeving, stakeholders en andere belanghebbenden. Voor de geluidberekeningen zal in de luchthavenbesluiten gebruik worden gemaakt van actuele invoergegevens en de nieuwe berekeningsmethoden Doc29 en NORAH. Ook wordt gewerkt aan het ontwikkelen van emissiegrenswaarden voor luchtkwaliteit.

Luchtruim

In 2024 worden de beheerders van het civiele en militaire luchtruim samengevoegd. Dit gebeurt met de integratie van de Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) en het militaire Commando Luchtstrijdkrachten (CLSK). Deze integratie vergroot een veilig en effectief gebruik van het luchtruim. De grondwettelijke taken van Defensie blijven hierin geborgd. Dit betreft het huidige gebruik van het luchtruim en staat los van de lopende luchtruimherziening.

In 2024 starten binnen de Pan-Europese luchtverkeersleidingsorganisatie Eurocontrol de gesprekken over een nieuw Performance Plan, dat alle staten voor hun eigen luchtruim moeten opstellen. Hierin moet worden aangetoond dat staten de doelstellingen op het gebied van kosteneffectiviteit, milieu/duurzaamheid, veiligheid en capaciteit realiseren. De huidige periode loopt tot en met 2024.

Caribisch Nederland

In 2024 worden in Caribisch Nederland een aantal projecten uitgevoerd ter verbetering van de luchtvaartveiligheid. Ook zullen de drie Caribisch-Nederlandse gemeenten Bonaire, Sint Eustatius en Saba een beheer- en onderhoudsplan gereed hebben om de luchthavens ook in de toekomst veilig en bereikbaar te houden.

Programma Lelystad

Lelystad Airport moet fungeren als overloopluchthaven voor Schiphol, zodat op Schiphol meer ruimte vrijkomt voor mainportgebonden verkeer. In de Kamerbrief van 24 juni 2022 (Kamerstukken 2019-2020, 31936, nr. 732) is aangegeven dat besluitvorming over Lelystad Airport overloopluchthaven van Schiphol medio 2024 zal geschieden als er zicht is op een oplossing voor de laagvliegroutes en er een natuurvergunning is.

Luchtruimherziening

Begin 2018 is het programma Luchtruimherziening van start gegaan. Het programma is gericht op het bereiken van drie samenhangende doelen: efficiënter gebruik en beheer van het luchtruim voor alle luchtruimgebruikers, verduurzaming van het luchtruim zodat de impact van vliegen op het klimaat en hinder in de omgeving wordt beperkt, en het verruimen van de civiele capaciteit en de militaire missie-effectiviteit. De verruiming van de civiele capaciteit is nodig om een duurzame afhandeling mogelijk te maken. Daarnaast is passende militaire oefenruimte nodig vanwege de F-35. Het programma wordt gezamenlijk uitgevoerd door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, het Ministerie van Defensie, het Commando Luchtstrijdkrachten (CLSK), Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) en Maastricht Upper Area Control Centre (MUAC). Op 14 oktober 2022 is de definitieve Voorkeursbeslissing (VKB) vastgesteld. Daarmee is de volgende fase van het programma de Ontwerp- en Realisatiefase gestart. De invulling geschiedt gefaseerd via diverse projecten. Daarbij is de betrokkenheid van stakeholders een belangrijk uitgangspunt.

Onbemande Luchtvaart

Het kabinet geeft de sector van onbemande luchtvaart de ruimte om vernieuwende technologie en diensten mogelijk te maken waarbij rekening gehouden dient te worden met onder meer veiligheid, duurzaamheid en maatschappelijke acceptatie. De maatschappelijke mogelijkheden en het economisch potentieel rond onbemande luchtvaartuigen worden mede daardoor dan ook steeds meer benut (vb. inspecties, toezicht en transport). In 2024 zullen de eerste structurele maatschappelijke toepassingen met onbemande luchtvaartuigen worden geïmplementeerd. Het ministerie van IenW stimuleert en faciliteert deze innovatieve ontwikkeling door experimenteren met nieuwe vervoersvormen mogelijk te maken en door de digitale infrastructuur op een robuuste wijze te implementeren. Belangrijke activiteiten hieromtrent zijn het implementeren van Europese voorschriften (vb. U-Space, dynamische kaarten, zonering, opleiden, registratie), kennisontwikkeling (vb. test- en experimenteerkader) en onderzoek (vb. vertiports, urban air mobility).

Bestuur en samenwerking

Om de realisatiekracht van de uitvoering in het luchtvaartbeleid te versterken worden o.a. de uitvoering van de Luchtvaartnota, de herziening van het luchtruim, de aanpak van drones, de ontwikkeling van de luchthavens in hun omgeving en het veiligheidsprogramma projectmatig opgezet. Een transparante en zorgvuldige besluitvorming staat voorop. Met het zorgvuldig betrekken van stakeholders en omgeving in brede zin. De middelen voor het omgevingsmanagement worden ingezet om de belanghebbenden zo goed mogelijk te betrekken en te informeren. Naast de (in-)formele participatie bij de besluitvormingsmomenten wordt jaarlijks een nationale Luchtvaartdag georganiseerd en wordt een breed draagvlakonderzoek uitgevoerd onder de Nederlandse bevolking.

Tabel 54 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 17 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Verplichtingen

60.046

254.234

114.121

80.601

106.375

60.440

10.658

        

Uitgaven

22.536

119.451

62.788

50.954

84.211

8.651

8.035

        

1. Luchtvaart

22.536

119.451

62.788

50.954

84.211

8.651

8.035

Opdrachten

9.254

13.831

26.050

22.690

15.626

6.107

5.411

GIS-4 regeling

0

0

10.366

12.000

6.335

0

0

NGF-project: Luchtvaart in transitie

0

887

80

80

80

80

80

Caribisch Nederland

287

385

467

465

465

465

465

Klimaatbeleid

1.315

953

1.188

376

400

400

400

Luchtruim Regio Luchthaven

1.138

1.108

1.071

1.212

1.205

1.475

1.489

Luchtruimherziening

811

1.295

1.402

1.333

2.013

1.118

1.118

Programma Omgeving Luchthaven Schiphol

373

2.868

4.275

4.251

2.196

0

0

Overige opdrachten

5.330

6.335

7.201

2.973

2.932

2.569

1.859

Subsidies

3.250

96.926

34.270

25.953

66.270

636

716

Subsidies omploegen graanresten

1.436

1.700

1.701

0

0

0

0

NGF-project Luchtvaart in transitie

0

89.940

30.405

23.865

64.493

0

0

Subsidie Maatschappelijke Raad Schiphol (MRS)

781

1.205

1.205

1.205

1.205

264

269

Overige Subsidies

1.033

4.081

959

883

572

372

447

Bijdragen aan agentschappen

6.568

1.443

627

473

473

53

53

Bijdragen aan medeoverheden

500

1.550

0

0

0

0

0

Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties

2.399

1.625

1.626

1.625

1.625

1.625

1.625

International Civil Aviation Organization (ICAO) (HGIS)

1.900

1.455

1.455

1.455

1.455

1.455

1.455

Overige bijdragen aan (inter-)nationale organisaties

499

170

171

170

170

170

170

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

565

2.365

215

213

217

230

230

Leningen

0

1.711

0

0

0

0

0

        

Ontvangsten

3.256

4.522

12.263

13.427

7.575

1.275

1.485

Tabel 55 Uitspliting verplichtingen artikel 17 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Verplichtingen

60.046

254.234

114.121

80.601

106.375

60.440

10.658

waarvan garantieverplichtingen

34.700

52.600

51.800

54.300

68.800

53.100

0

waarvan overige verplichtingen

25.346

201.634

62.321

26.301

37.575

7.340

10.658

Onderstaand is per artikelonderdeel, zoals opgenomen in de budgettaire tabel, voor het jaar 2024 een toelichting gegeven waarvoor de financiële instrumenten worden ingezet en wie de middelen ontvangt.

1. Luchtvaart (€ 62,8 miljoen)

De volgende financiële instrumenten worden ingezet:

  • 1. Opdrachten (€ 26,1 miljoen).

    • GIS 4 Heffing (€ 10,4 miljoen). Doel van het project Geluidsisolatie Schiphol fase 4 (GIS-4) is het verminderen van geluidshinder voor omwonenden van Schiphol door woningen van geluidsisolatie te voorzien. De geplande uitgaven voor 2024 en verder hebben betrekking op geluidsisolatie.

    • Caribisch Nederland (€ 0,5 miljoen). Het betreft de financiering van diverse onderzoeken, opleidingen, workshops en de jaarlijks terugkerende kosten voor instandhouding van de luchtvaartpublicaties.

    • Opdrachten klimaatbeleid (€ 1,2 miljoen). De overheid beoogt de duurzame ontwikkeling van de luchtvaart te versterken. Opdrachten zijn in dit kader bedoeld voor fundamenteel onderzoek, het verrichten van haalbaarheidsstudies, het opzetten van pilots/demo’s en het creëren van de juiste randvoorwaarden voor zowel de productie van verschillende (nieuwe) typen duurzame brandstoffen als het versnellen van duurzame innovaties (zoals hybride/elektrische aandrijving, nieuwe voertuigontwerpen en materialen). De middelen worden ook ingezet voor bredere kennisontwikkeling, bijvoorbeeld ten aanzien van de klimaatimpact van andere emissies dan CO2.

    • Opdrachten luchtruim regionale luchthavens (€ 1,1 miljoen). Opdrachten zijn in dit kader bedoeld voor regionale verkenningen voor Rotterdam The Hague Airport, Maastricht Aachen Airport en Eindhoven om de aanvraag voor het luchthavenbesluit voor te bereiden. Van belang bij de ontwikkeling is dat de geluidbelasting en uitstoot van verontreinigende stoffen eerst omlaag moet, voordat eventuele groei verdiend kan worden. Dat zal ook van het Rijk inzet vragen, bijvoorbeeld door onderzoek naar normstelling voor geluid en luchtkwaliteit of naar ondersteuning bij uitwerking en implementatie van hinderbeperkende maatregelen.

    • Opdrachten luchtruimherziening (€ 1,4 miljoen). Begin 2018 is het programma Luchtruimherziening van start gegaan. Op 14 oktober 2022 is de definitieve Voorkeursbeslissing vastgesteld. De Planuitwerkingsfase loopt in 2023 en staat in het teken van de inhoudelijke stappen; onderzoek, ontwerp en simulaties. De Realisatiefase met stapsgewijze implementatie start vanaf 2024 tot 2035. De Tweede Kamer ontvangt halfjaarlijks een voortgangsbrief. Tweede Kamer, vergaderjaar 2022–2023, 36 200 XII, nr. 2 90

    • Programma Omgeving Luchthaven Schiphol (€ 4,3 miljoen). Opdrachten hebben betrekking op de afronding van de balanced approachprocedure, de ontwikkeling van het nieuwe stelsel van geluidsnormen en andere emissies en de uitvoering van de gebiedsagenda.

    • Overige opdrachten (€ 7,2 miljoen). Betreft onder andere:

      • OVV-follow-up. In 2024 wordt het derde externe onafhankelijke onderzoek uitgevoerd m.b.t de implementatie van de aanbevelingen van het OVV (Onderzoeksraad voor Veiligheid) uit het rapport uit 2017 conform de aanpak zoals beschreven in de brief van het ministerie aan de OVV van 11 oktober 2017 (Bijlage bij Kamerstukken II 2017-2018, 29 665, nr. 242) en daarop volgende voortgangsrapportages. Met deze aanpak versterkt het ministerie de rol als eindverantwoordelijke voor de veiligheid (Tweede Kamer, vergaderjaar 2022– 2023, 36 200 XII, nr. 2 91).

      • Lelystad Airport . In de Kamerbrief van 24 juni 2022 (Kamerstukken 2019-2020, 31936, nr. 732) is aangegeven dat besluitvorming over de eventuele opening van Lelystad Airport als overloopluchthaven van Schiphol niet eerder dan medio 2024 zal plaatsvinden.

      • Omgevingsmanagement en Projectbeheer. De middelen voor projectbeheer en omgevingsmanagement worden ingezet om de benodigde expertise aan te trekken, voor het organiseren van de participatie en voor en de verwerking van zienswijzen.

      • Nederlands luchtvaartveiligheidsprogramma (NLVP). In 2024 wordt uitvoering gegeven aan het Nederlands Luchtvaartveiligheidsprogramma 2020-2024. In het Nederlands Actieplan voor Luchtvaartveiligheid (NALV) worden de maatregelen opgenomen waarmee IenW samen met de sector werkt aan het continu verbeteren van de veiligheid van de burgerluchtvaart. Hierbij maken we onderscheid tussen de domeinen commerciële, kleine en onbemande luchtvaart en Caribisch Nederland.

      • Verminderen risico op vogelaanvaringen. Uit een in 2021 afgeronde evaluatie naar het toen geldende convenant over het verminderen van het vogelaanvaringsrisico op en rond Schiphol bleek dat de huidige genomen maatregelen om het risico van aanvaringen met vogels en met name ganzen te verminderen, effectief zijn en moeten worden gecontinueerd. Om die reden wordt het sinds 2012 toegepaste viersporenbeleid, met daaraan toegevoegd een gedegen monitoring, in een nieuw vastgesteld convenant, dat loopt tot april 2024, voortgezet. De vier sporen in dit beleid zijn de volgende: – Het technisch spoor: de inzet van en onderzoek naar technische middelen om vogels te detecteren en/of te verjagen.– Het ruimtelijk spoor: het voorkomen van nieuwe vogelaantrekkende bestemmingen rondom de luchthaven.– Het foerageer spoor: het beperken van het voedselaanbod voor vogels op en rondom de luchthaven.– Het populatie spoor: het beperken van de populatie en het aantal aanwezige overzomerende ganzen rondom Schiphol.

      • KDC. Er vindt opdrachtverlening plaats aan de Stichting Knowledge & Development Center (KDC) die kennis levert om innovatieve oplossingen te vinden voor de duurzame ontwikkeling van de Mainport Schiphol (Tweede Kamer, vergaderjaar 2022–2023, 36 200 XII, nr. 2 92).

      • Cybersecurity. Het vergroten van de cyberweerbaarheid bij luchtvaartorganisaties is een continu aandachtspunt. De primaire verantwoordelijkheid voor de continuïteit en weerbaarheid van netwerk- en informatiesystemen ligt bij de organisaties zelf. Het ministerie van IenW draagt vanuit zijn systeemverantwoordelijkheid hieraan bij via algemene kaders (in beleid of in wet- en regelgeving, al dan niet voortvloeiend uit EU/internationaal verband) en initieert projecten/trajecten om de cyberweerbaarheid te verhogen.

      • Opdrachten duurzame luchtvaart. De luchtvaart staat voor de uitdaging om de toenemende uitstoot van broeikasgassen te verlagen. IenW zal in 2024 door middel van opdrachten bijdragen een de kennisontwikkeling en innovatie op het gebied van duurzame technologieën en brandstof.

      • Onbemande luchtvaart (drones). Opdrachten hiervoor worden ingezet voor de implementatie van Europese voorschriften bijvoorbeeld door de ontwikkeling van U-space conform nieuwe Europese regels, kennisontwikkeling en onderzoek bijvoorbeeld voor vertiports en urban air mobility.

  • 18. Subsidies (€ 34,3 miljoen)

    • Subsidies omploegen graanresten (€ 1,7 miljoen). Versneld onderwerken graanresten ten behoeve van reduceren risico vogelaanvaringen Schiphol. Eén van de sporen in de aanpak om het risico van vogelaanvaringen op Schiphol te reduceren is het beperken van voedselaanbod in de omgeving van de luchthaven. De afgelopen jaren was er een subsidieregeling voor het bijdragen aan het versneld onderwerken van de graanresten na de oogst in een deel van de Haarlemmermeerpolder. De reeds bestaande regeling is verlengd tot en met 2024 voor maximaal € 1,7 miljoen. Agrarische ondernemers kunnen op vrijwillige basis deelnemen, met de deelnemers worden overeenkomsten gesloten.

    • Subsidie luchtvaart in transitie (NGF) (€ 30,4 miljoen). Dit betreft de toegekende NGF-middelen Luchtvaart in Transitie zoals afgesproken in het coalitieakkoord (€ 263,9 miljoen). Deze middelen worden gebruikt om uiterlijk in 2050 een klimaatneutrale luchtvaart te kunnen realiseren. Er wordt ingezet op een duurzame luchtvaartsector en de ambitie om daarbij nieuwe toekomstbestendige banen te creëren. Specifieke maatregelen zijn:

      • De realisatie van een overkoepelde, decentraal georganiseerde datadeelinfrastructuur (BDI);

      • De ontwikkeling van nieuwe (digitale) infra-diensten;

      • De uitrol van een ‘transitieagenda’ om minimaal de helft van de Nederlandse bedrijven in de logistieke keten over de digitale streep te trekken. Tweede Kamer, vergaderjaar 2022–2023, 36 200 XII, nr. 2

    • Subsidie Maatschappelijke Raad Schiphol (€ 1,2 miljoen). Dit betreft een financiële bijdrage aan de activiteiten van de Maatschappelijke Raad Schiphol (MRS). Nadere toelichting is te vinden in tabel 53 Wettelijke grondslagen subsidieverleningen artikel17.

    • Overige subsidies (€ 1,0 miljoen). Dit betreft diverse subsidies die nader worden toegelicht in tabel 53 Wettelijke grondslagen subsidieverleningen artikel 17.

  • 26. Bijdragen aan agentschappen (€ 0,6 miljoen). Dit betreft voornamelijk de bijdrage aan RWS voor beleidsondersteuning en advies (BOA) voor Schiphol.

  • 27. Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties (€ 1,6 miljoen). Voor de jaarlijkse contributie aan de International Civil Aviation Organization (ICAO), aan het hiertoe opgezette samenwerkingsverband binnen ABIS (de ABIS-groep vertegenwoordigt de burgerlijke luchtvaartautoriteiten van Oostenrijk, België, Kroatië, Nederland, Luxemburg, Ierland, Zwitserland en Portugal), en aan de European Civil Aviation Conference (ECAC) wordt in 2024 een bedrag uitgegeven van circa € 1,6 miljoen, waarvan € 1,45 miljoen via de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS).

  • 28. Bijdragen aan ZBO’s/RWT's (€ 0,2 miljoen). Voortvloeiend uit de afspraken die gemaakt zijn in de ‘Overeenkomst betreffende de operationaliteit voor civiel medegebruik van de militaire radar bij Soesterberg’ wordt ten behoeve van het operationeel houden van de Soesterbergradar voor de vliegveiligheid op en rond de luchthaven Schiphol een bijdrage verstrekt aan Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL).

  • 29. Lening (€ 1,7 miljoen) Het budget van € 1,7 miljoen in 2023 wat nu nog op de begroting van het minsterie van IenW staat, is bedoeld voor de terugbetaling aan het ministerie van BZK voor hun deel van de lening Winair (zie ook paragraaf 2.6 Overzicht Risicoregelingen voor verdere toelichting).

Ontvangsten (€ 12,3 miljoen)

Dit betreft met name de desaldering van de GIS-4 heffing (€ 11,0 miljoen). Deze heffing loopt via de ontvangsten. De overige ontvangsten van € 1,3 miljoen betreft met name enkele kleinere ontvangsten en betreft de desaldering van ontvangsten Lelystad, waarbij er per saldo € 0,4 miljoen wordt ontvangen Daarnaast betreft het de subsidie tarieven Bonair van € 0,3 miljoen en de eenzijdige ophoging van de ontvangsten in het kader van de heffing gevelisolatie Maastricht (€ 0,3 miljoen). Tot slot betreft het de ontvangstenverhoging die bij Voorjaarsnota 2017 is doorgevoerd voor de verrekeningen Eurocontrol en ontvangsten van de ACM die de kosten van haar toezichtstaken deels aan de sector doorbelast (€ 0,3 miljoen).

Garantieverplichting LVNL

Voor de veilige afhandeling van het luchtverkeer in het Nederlandse luchtruim beheert LVNL vitale luchtvaartinfrastructuur. Dit betekent dat LVNL voortdurend moet investeren om de continuïteit van de dienstverlening te waarborgen door systemen die het einde van de levensduur bereiken tijdig te vervangen.

Daarnaast moet LVNL investeren in nieuwe en innovatieve technologie, zodat LVNL niet alleen betrouwbare luchtverkeersleiding kan blijven geven, maar ook in de toekomst kan blijven voldoen aan de eisen en wensen die nationale en internationale partijen stellen aan de dienstverlening van LVNL. Hiervoor is een jaarlijks leningenplafond ingesteld. LVNL gaat bij het ministerie van Financiën leningen aan voor een bedrag van maximaal € 52,6 miljoen in 2023 en maximaal € 51,8 miljoen in 2024. IenW stelt zich garant voor deze leningen.

Wettelijke grondslag subsidieverlening

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht geldt dat in het algemeen subsidie wordt verleend op grond van een wettelijk voorschrift. Uit de Algemene wet bestuursrecht volgt dat één van de uitzonderingen hierop subsidies vormen waarvan zowel de subsidieontvanger als het maximale bedrag in de begroting worden vermeld.

In de tabel budgettaire gevolgen van beleid bij dit beleidsartikel is in de regel <Verplichtingen> dergelijke subsidieverplichtingen voor het jaar 2024 opgenomen. Voor de subsidieverplichtingen die specifiek in onderstaande tabel worden vermeld geldt dat deze begrotingsvermelding de wettelijke grondslag vormt zoals bedoeld in artikel 4.23, derde lid, onder c, van de Algemene wet bestuursrecht.

Tabel 56 Wettelijke grondslagen subsidieverleningen artikel 17

Maximum bedrag

Ontvanger

Toelichting

Artikelonderdeel

€ 1.205.000,-

Maatschappelijke Raad Schiphol

IenW draagt in de jaren 2023 t/m 2026 financieel bij aan de activiteiten van de Maatschappelijke Raad Schiphol (MRS). Dit onafhankelijke overleg- en adviesorgaan verenigt bewoners, maatschappelijke- en brancheorganisaties, en experts met als doel om de dialoog te faciliteren over het Schipholbeleid, het ministerie en Schiphol gevraagd en ongevraagd te adviseren en belangen en perspectieven van de omgeving te kanaliseren. De bijdrage voor de jaren 2023 t/m 2026 bedraagt jaarlijks maximaal € 1.205.000.

17.01 Luchtvaart

€ 80.000,-

Stichting Faunabeheereenheid Noord-Holland

Voor de coördinatie van de ruivangsten ten behoeve van de luchtvaartveiligheid.

17.01 Luchtvaart

€ 150.000,-

Stichting Omgevingsfonds Maastricht Aachen Airport

Voor leefbaarheidsprojecten in de omgeving van de luchthaven Maastricht Aachen Airport.

17.01 Luchtvaart

€ 310.000,-

Dutch Carribbean Air Navigation Service Provider (DC-ANSP)

Voor een deel van de kosten van de levering van luchtverkeersdienstverlening op en rond Bonaire International Airport. Zonder deze bijdrage zouden de tarieven dusdanig sterk stijgen dat een mogelijke verstoring van de markt zal optreden, met bijbehorend negatief effect op de lokale gemeenschap. Het bedrag is exclusief ecentuele koersverschillen.

17.01 Luchtvaart

€ 280.000,-

De Commissies regionaal overleg bij de luchthavens van Eelde, Lelystad, Maastricht en Rotterdam1

Voor de versterking, professionalisering en opleiding van deelnemers van de overlegorganen bij de regionale burgerluchthavens van nationale betekenis. Het maximale bedrag per commissie bedraag € 70.000.

17.01 Luchtvaart

€ 70.000,-

Stichting Leefbaarheid Luchthaven Eindhoven

Voor de instandhouding van het Luchthaven Eindhoven Overleg.

17.01 Luchtvaart

€ 50.000,-

Stichting Leefbaarheid Luchthaven Eindhoven

Voor milieugerelateerde activiteiten ter bevordering van de leefbaarheid in de omgeving van de luchthaven Eindhoven.

17.01 Luchtvaart

€ 50.000,-

Stichting AviAssist

Voor het verbeteren van de luchtvaartveiligheid in de regio Zuidoost Afrika. IenW heeft het initiatief genomen om te zorgen dat in die regio kennis over luchtvaartveiligheid wordt gedeeld, maar vooral goed gebruikt. Hiermee wordt invulling gegeven aan de doelstellingen ten aanzien van luchtvaartveiligheid zoals neergelegd in het State Safety Programme.

17.01 Luchtvaart

€ 50.000,-

Stichting Advisering Bewonersvertegenwoordigers Regionale Luchthavens (ABReL)

Voor de inhuur van externe ondersteuning door bewonersvertegenwoordigingen. IenW vindt het van belang dat bewonersorganisaties die zitting hebben in de Commissies regionaal overleg (CRO’s) en het Luchthaven Eindhoven Overleg (LEO) een bijdrage kunnen leveren aan de uitwerking van (beleids-)vraagstukken uit de Luchtvaartnota. De Stichting ABReL draagt bij aan de regionale verkenningen rond de regionale luchthavens, de bijdrage aan landelijke (beleids-)vraagstukken en deelname aan de nationale luchtvaarttafel (als uitwerking van de Luchtvaartnota).

17.01 Luchtvaart

1

Het maximale bedrag per commissie bedraag € 70.000.

In onderstaande tabel is van het totaal van de geraamde programma uitgaven inzicht gegeven in het geschatte aandeel juridisch verplicht, bestuurlijk gebonden, beleidsmatig gereserveerd en nog niet ingevuld/vrij te besteden. In lijn met de Regeling rijksbegrotingsvoorschriften is voor de juridisch verplichte uitgaven op het niveau van een Financieel Instrument als geheel van het totale artikel een kwalitatieve toelichting opgenomen.

Tabel 57 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 17
 

2024

juridisch verplicht

94%

bestuurlijk gebonden

6%

beleidsmatig gereserveerd

0%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0%

Toelichting

Van de totale in 2024 beschikbare programma uitgaven (€ 62,8 miljoen) is 94% juridisch verplicht. Per financieel instrument wordt dit onderstaand toegelicht.

  • 1. Opdrachten. Het beschikbare budget in 2024 is voor 87% juridisch verplicht en voor de rest bestuurlijk gebonden. De juridische verplichtingen bij de opdrachten betreffen onder meer de opdrachten Caribisch Nederland, klimaatbeleid, geluidisolatie Schiphol, regionale luchthaven, luchtruimherziening, onbemande luchtvaart, NLVP, internationale bereikbaarheid en KDC.

  • 2. Subsidies. Het beschikbare budget in 2024 is voor 99% juridisch verplicht. Het subsidiebudget betreft met name het NGF-project Luchtvaart in transitie. Voor het volledige subsidieoverzicht wordt verwezen naar bijlage 5 in deze begroting.

  • 3. Bijdragen aan agentschappen. De uitgaven voor de agentschapsbijdrage RWS is volledig juridisch verplicht en heeft een structureel karakter. De bijdrage aan RWS heeft betrekking op beleidsondersteuning en advies (BOA). RWS reserveert capaciteit voor het uitvoeren van studies of het leveren van bijdragen daaraan, adviezen met betrekking tot beleidsnota’s en de uitvoerbaarheid van beleid.

  • 4. Bijdragen aan ZBO's/RWT's. De uitgaven aan de Luchtverkeersleiding Nederland zijn volledig juridisch verplicht op basis volgend uit de afspraken die gemaakt zijn in de ‘Overeenkomst betreffende de operationaliteit voor civiel medegebruik van de militaire radar bij Soesterberg’. Dit betreft een structurele bijdrage.

  • 5. Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties . Het beschikbare budget in 2024 is voor 100% juridisch verplicht. De bijdrage aan internationale organisaties betreft de jaarlijkse contributie aan de International Civil Aviation Organization (ICAO), aan het hiertoe opgezette samenwerkingsverband binnen ABIS en aan de European Civil Aviation Conference (ECAC). Dit bedrag is daarmee geheel juridisch verplicht.

Licence