Base description which applies to whole site

4.5 Artikel 17 Luchtvaart

IenW werkt aan een veilige en duurzame luchtvaart die Nederland goed verbindt met de rest van de wereld en waarbij de kwaliteit van de leefomgeving rond de luchthavens wordt gewaarborgd.

Samenvatting budgettaire gevolgen van beleid

In onderstaande tabel is een samenvatting opgenomen van de totale verplichtingen, uitgaven en ontvangsten van dit artikel. De onderverdeling naar de financiële instrumenten is opgenomen in de totaal tabel van de budgettaire gevolgen van beleid.

Tabel 42 Samenvatting budgettaire gevolgen van beleid artikel 17 (bedragen x € 1.000)
     

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2020

2021

2022

2023

2024

2024

2024

Verplichtingen

167.781

188.754

60.046

209.745

116.074

114.121

1.953

        

Uitgaven

33.366

26.662

22.536

81.118

70.157

62.788

7.369

        

1 Luchtvaart

33.366

26.662

22.533

81.118

70.157

62.788

7.369

        

Ontvangsten

1.086

2.104

3.256

7.631

1.399

12.263

‒ 10.864

In onderstaande tabel is een overzicht en toelichting opgenomen op de rol en verantwoordelijkheid van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat bij Luchtvaart. Voor een nadere toelichting op de verschillende typologieën stimuleren, regisseren, financieren en (doen) uitvoeren wordt verwezen naar de leeswijzer.

Tabel 43 Rol en verantwoordelijkheden

Rol

Toelichting

Stimuleren

De Minister is verantwoordelijk voor de vormgeving van de kaders en voor het binnen deze kaders (doen) realiseren van de gewenste ontwikkeling van de Nederlandse luchtvaart.De rol stimuleren heeft betrekking op de volgende taken:- Het voortzetten van de samenwerking met de luchtvaartsector en kennisinstellingen aan de Duurzame Luchtvaarttafel. Daar volgt uitvoering van de verduurzamingsvoorstellen uit het Akkoord Duurzame Luchtvaart(2019) en de Luchtvaartnota (2020).- Het uitvoeren van het programma Luchtvaart in Transitie dat onderscheidende technologieën voor ultra-efficiënte vliegtuigen stimuleert.- Samen met de luchtvaartsector, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties werkt de Minister aan de uitvoering van de innovatiestrategie luchtvaart.- De Minister stimuleert meer en gerichter onderzoek naar niet-CO2-klimaateffecten van de burgerluchtvaart.- Nederland draagt bij aan de Europese strategie voor kennis en innovatie, met doorlopende inzet op optimale vormgeving en benutting van EUsubsidies voor verduurzaming van de luchtvaart.- De Minister stimuleert en faciliteert innovatieve ontwikkelingen van drones en onbemande luchtvaartuigen door experimenteren met nieuwe vervoersvormen mogelijk te maken en door de digitale infrastructuur op een robuuste wijze te implementeren.- De Minister vindt het van belang dat de regionale luchthavens Rotterdam The Hague Airport, Groningen Airport Eelde en Maastricht Aachen Airport zich ontwikkelen voor de regio’s waarin ze liggen en verwacht van de luchthavens dat zij ten behoeve van de luchthavenbesluiten samen met onder meer omwonenden, belangengroepen en regionale overheden de gewenste ontwikkelrichting van de luchthaven verkennen.

Regisseren

De rol regisseren heeft betrekking op de volgende taken:- De kaders voor de veiligheid van de burgerluchtvaart komen grotendeels internationaal tot stand bij de internationale burgerluchtvaartorganisatie van de Verenigde Naties (ICAO). De implementatie vindt veelal plaats via regels die rechtstreeks van toepassing zijn in de lidstaten. De Minister levert een actieve bijdrage aan de totstandkoming van de kaders op mondiaal en Europees niveau. Nederland zet in op een hoge compliance met deze kaders. De Minister neemt de regie om het Nederlandse luchtvaartveiligheidssysteem verder te versterken.- Regie voeren op de internationale verbondenheid voor Schiphol en de regionale luchthavens van nationale betekenis door de verbondenheid periodiek te beoordelen aan de hand van het beleidskader netwerkkwaliteit.- Regie voeren om te komen tot een hernieuwde balans in de omgeving van Schiphol. In de afweging van de publieke belangen rondom Schiphol heeft het voorrang de geluidsoverlast aan te pakken en tegelijk de economische functie van Schiphol te behouden.- In internationaal verband bijdragen aan de verdere implementatie van het mondiale langetermijndoel van netto-nul CO2-emissies in 2050 vastgesteld door ICAO voor de internationale burgerluchtvaart.- Nederland werkt samen met EU-lidstaten en met de European Civil Aviation Conference (ECAC) om de inzet in ICAO-verband voor te bereiden omtrent de periodieke evaluatie van CORSIA in 2024. Ook de aanscherping van de certificeringstandaard van nieuwe toestellen en motoren op gebied van emissies staat op de agenda.- Nederland blijft inzetten op het realiseren van een accijns voor luchtvaartbrandstoffen voor commercieel vliegverkeer binnen de EU, middels de herziening van de richtlijn energiebelastingen.- Het vaststellen van de (gewijzigde) luchthavenbesluiten voor de regionale luchthavens Rotterdam The Hague Airport, Groningen Airport Eelde en Maastricht Aachen Airport.- De Minister richt zich nationaal en internationaal op het veiligstellen en verbeteren van de inrichting, het beheer en het gebruik van het luchtruim en op de verbetering van de prestaties van Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) en het Maastricht Upper Area Control Centre (MUAC),een intensievere samenwerking tussen civiele en militaire luchtverkeersleidingsorganisaties (integratie) en een betere samenwerking van internationale luchtverkeersleidingsorganisaties binnen het Functional Airspace Block Europe Central (FABEC).- Regie voeren op verbetering van de samenwerking tussen Schiphol en de regionale luchthavens op de publieke belangen veiligheid, duurzaamheid, kwaliteit van de leefomgeving en verbondenheid.- Voorts zet de Minister in op een intensivering en stroomlijning van de inspanningen van alle overheden, belangenorganisaties en sectorpartijen betrokken bij bovenstaande beleidsopgaven.- Ten slotte is de Minister verantwoordelijk voor het toezicht op en de handhaving van (een deel van) de wet- en regelgeving door de ILT op dit beleidsterrein (zie beleidsartikel 24 Handhaving en Toezicht).

(doen) uitvoeren

De rol uitvoeren heeft betrekking op de volgende taken:- Het uitvoeren van het Nederlandse luchtvaartveiligheidsprogramma 2020-2024 met het Nederlands Actieplan voor Luchtvaartveiligheid (NALV) voor de jaren 2023–2026.- Het uitvoeren van de Actieagenda trein en luchtvaart in samenwerking met partners.- Het inzetten op betere internationale (nacht-)treinverbindingen die aansluiten op HSL-knooppunten over de grens.- Het uitvoeren van het Programma Omgeving Luchthaven Schiphol.- Om een nieuwe bovengrens van het aantal vliegtuigbewegingen per jaar voor Schiphol vast te leggen wordt het anticiperend handhaven beëindigd, wordt de balanced approach procedure doorlopen om het luchtvaartverkeersbesluit te wijzigen en wordt er gewerkt aan een nieuw normenstelsel waarbij de milieueffecten van het maximum van 440.000 vliegtuigbewegingen als bovengrens worden gehanteerd.- Het ontwikkelen van het nieuwe stelsel voor geluidnormen en aan de reductie van andere emissies.- Verdere invulling geven aan de Programmatische aanpak geluid en aan de uitvoering van de gebiedsagenda.- Het uitwerken van een CO2-plafond per luchthaven.- Verdere implementatie van de Europese bijmengverplichting (ReFuelEU Aviation) voor duurzame brandstoffen.- Het uitwerken van wijzigingen voor de Wet milieubeheer en het Besluit energie vervoer naar aanleiding van het in werking treden van de Europese richtlijn Renewable Energy Directive III (RED III).- Maatregelen nemen om een mondiaal kwantificeerbaar doel voor duurzame luchtvaartbrandstoffen vast te stellen.- Het samenvoegen van het civiele en militaire luchtruim.- Het uitvoeren van het programma Luchtruimherziening.- Het uitvoeren van een aantal projecten in Caribisch Nederland voor de borging van de luchtvaartveiligheid, zoals het aeronautical ground lightproject.

Onderstaand zijn de indicatoren en kengetallen opgenomen die inzicht geven in de mate waarin aan de algemene doelstelling wordt voldaan. De systeemmonitor luchtvaartveiligheid en de Staat van de Luchtvaart geeft inzicht in het veiligheidssysteem. Het aantal passagiersbestemmingen van Luchthaven Schiphol schetst een beeld van de mate waarin Nederland goed is verbonden met de rest van de wereld. Tot slot geeft de indicator CO2-uitstoot van vluchten vanuit Nederland inzicht in ontwikkelingen van duurzame luchtvaart ten opzichte van eerdere jaren. Scores op indicatoren kunnen aanleiding zijn om beleid bij te sturen. De kengetallen bieden met name belangrijke contextuele informatie.

Veilige luchtvaart

Voor veiligheid is het handelen van het ministerie of de veiligheid in al zijn facetten, niet in één overkoepelende indicator te vatten. Daarom verschijnt vanaf 2021 jaarlijks een systeemmonitor luchtvaartveiligheid, die vanuit de regierol van het ministerie in beeld brengt hoe het systeem functioneert. De ILT brengt jaarlijks de Staat van de Luchtvaart uit. Het rapport geeft een beeld van de trends en ontwikkelingen over de veiligheid en duurzaamheid in en rondom luchthavens.

Nederland goed verbonden

Tabel 44 Kengetal: Aantal passagiersbestemmingen waarnaar (> 2 x per jaar) met voornamelijk geregelde vluchten wordt gevlogen per luchthaven

Luchthaven

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Amsterdam

272

277

271

265

280

298

301

Frankfurt

322

319

295

285

309

321

314

London Heathrow

210

220

249

219

239

232

223

Parijs Charles de Gaulle

316

330

294

264

283

291

290

Brussel

204

203

191

181

185

185

188

Bron: Amsterdam Airport Schiphol (AAS), op basis van APG (t/m 2022) en OAG schedules data van AirportIS (per 2024)

Toelichting

In deze tabel is het aantal passagiersbestemmingen per luchthaven opgenomen waarvoor geldt dat deze meer dan twee keer per jaar worden aangevlogen. In 2024 biedt Frankfurt net als voorgaande jaren de meeste passagiersbestemmingen aan. Schiphol staat op een tweede positie. Ten opzichte van 2023 is het aantal bestemmingen alleen op Schiphol en Brussel toegenomen. Op Londen Heathrow is het aantal bestemmingen in 2024 ten opzichte van 2023 het meest gedaald.

Duurzame luchtvaart

Tabel 45 Indicator: Duurzame Luchtvaart: CO2-uitstoot van vluchten vanuit Nederland
 

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

doel 2030

doel 2050

CO2-uitstoot (Mton)

12,4

12,1

6,7

7,4

9,7

10,3

n.n.b

11,1

5,5

Bron: CBS 2025 («afzet voor bunkers») (de gegevens over 2023 zijn voorlopige cijfers).

Toelichting

De CO2-uitstoot van vluchten (internationale luchtvaart) vertrekkend vanuit Nederland is berekend aan de hand van de CBS-cijfers over gebunkerde kerosine voor luchtvaart. Op basis van een emissiefactor wordt kg brandstof omgerekend naar kg CO₂. De CO₂-uitstoot afkomstig van gebunkerde brandstoffen wordt berekend aan de hand van de hoeveelheid verbrande brandstof met een emissiefactor van 3,16 (kg CO2/kg kerosine).

De gegevens over 2024 waren nog niet beschikbaar ten tijde van het opstellen van dit jaarverslag. Deze informatie zal worden aangeboden bij de ontwerpbegroting 2026.

Onderstaand wordt ingegaan op de beleidsconclusies op het gebied van Luchtvaart.

Het uitgevoerde beleid is in hoge mate conform hetgeen in de begroting 2024 is opgenomen. Dit wordt hieronder nader toegelicht.

Veilige luchtvaart

Zoals vastgelegd in het Nederlands luchtvaartveiligheidsprogramma 2020-2024 (NLVP) streeft Nederland naar een continue verbetering van de luchtvaartveiligheid. Nederland zet in op een volledige compliance met de internationale verplichtingen en heeft de ambitie om voortdurend tot de best presterende landen te behoren. De jaarlijkse publicatie van de Systeemmonitor luchtvaartveiligheid geeft inzicht in het Nederlandse luchtvaartveiligheidssysteem (Kamerstukken II 2024/25, 31936, nr. 1174). Het ministerie van IenW zet met de luchtvaartsector onder andere in op de uitvoering van de veiligheidsinitiatieven in Bijlagen I en II bij het Nederlands Actieplan Luchtvaartveiligheid (NALV) 2022-2026. In december 2024 is de monitoring van de veiligheidsinitiatieven in het NALV met de Bijlagen I en II voor 2025-2026 naar de Kamer gestuurd (Kamerstukken II 2024/25, 31936, nr. 1182).

Nederland goed verbonden

In 2024 heeft een evaluatieonderzoek naar de werking van de tariefregelgeving op Schiphol plaatsgevonden. Deze evaluatie biedt inzicht in de knelpunten die stakeholders ondervinden met betrekking tot de zeven wijzigingen in de tariefregelgeving die in 2017 zijn geïmplementeerd en op 1 april 2019 zijn ingegaan. Daarnaast biedt het waardevolle aanknopingspunten voor mogelijke verbeteringen (Kamerstukken II 2024/25, 29665, nr.530).Tevens is de benchmark luchthavengelden en overheidsheffingen 2023 uitgebracht (Kamerstukken II 2023/24, 31936, nr.1168).

In 2024 zijn verder een aantal bilaterale luchtvaartverdragen tussen Nederland en onder meer Jamaica, Mongolië, Benin en Turkmenistan afgesloten of geactualiseerd; deze gemoderniseerde verdragen bieden in Nederland gevestigde EU luchtvaartmaatschappijen alsmede de luchtvaartmaatschappijen uit de verdragsluitende landen de mogelijkheid om bij te dragen aan de internationale bereikbaarheid van ons land.

Er zijn onderzoeken uitgevoerd naar de bijdrage van Schiphol aan de economie en het vestigingsklimaat (Kamerstukken II, 2024/25, 31936, nr.1179) en naar de betekenis van luchtvrachtvervoer voor Nederland (Kamerstukken II, 2024/25, 31936, nr. 1175). Hiermee worden de inzichten vergroot over het belang van een goede verbondenheid van Nederland door de lucht. Die connectiviteit en de kwaliteit van het bestemmingennetwerk van Schiphol is zoals elk jaar weer in de monitor netwerkkwaliteit en staatsgaranties in kaart gebracht en vergeleken met concurrerende luchthavens (Kamerstukken II, 2023/24, 31936, nr. 1168). Daarnaast is een onderzoek uitgevoerd in hoeverre de Nederlandse luchtvaartsector nu en in de toekomst bijdraagt aan de open strategische autonomie van Nederland(Kamerstukken II 2024/25, 29665, nr. 530).

Ook is een onderzoek uitgevoerd naar slothandel (Kamerstukken II, 2024/25, 31936, nr. 1179). Hierin is geconcludeerd dat er momenteel minder draagvlak is dan uit eerder onderzoek is gebleken voor verdergaande slotmobiliteit.

Nederland heeft van 4 t/m 7 september 2024 in Benelux verband de ECAC DGCA Special/73 georganiseerd in Maastricht. Tezamen met België, Luxemburg, het BeNeLux secretariaat, de Commissie, EASA, EUROCONTROL (MUAC), en Joint Aviation Authority Training Organisation (JAA To) heeft Nederland de internationale relaties binnen Europa verder verstevigd en hebben de eerste voorbereidende beraadslagingen plaats gevonden over de Europese inzet tijdens de 42ste ICAO Assembly 2025.

Gezonde en aantrekkelijke leefomgeving

In de omgeving van luchthavens is het borgen van de kwaliteit van de leefomgeving belangrijk voor de gezondheid en leefomgevingskwaliteit van mensen en natuur. Ook bepaalt die kwaliteit mede de keuze voor een vestigingsplaats van internationale ondernemingen. Daarom is die kwaliteit belangrijk voor ons welzijn en onze welvaart. Het kabinet kiest voor een aanpak waarmee de negatieve effecten van de luchtvaart worden verminderd en tegelijk de economische functie van Schiphol en de ander luchthavens behouden blijft.

In 2024 is verder gewerkt aan de ontwikkeling van het nieuwe stelsel voor regulering van luchtvaartgeluid. Dit stelsel moet het makkelijker maken om te sturen op de geluidbelasting, en moet beter aansluiten bij de ervaren hinder van omwonenden. Periodiek worden stakeholders in een nationale klankbordgroep betrokken bij de stelselontwikkeling. Op 30 september 2024 stond de bijeenkomst van de klankbordgroep bijvoorbeeld in het teken van de wijze waarop aanvullende (hinder)indicatoren een plek kunnen krijgen in het nieuwe stelsel.

Op het gebied van geluid is in 2024 voor de regionale luchthavens een nieuw voorschrift van kracht geworden voor de berekening van vliegtuiggeluid. Met deze Europese methode kan de geluidbelasting als gevolg van vliegtuigen en helikopters rondom regionale luchthavens nauwkeuriger bepaald worden. Hierdoor kan de impact op de omgeving beter worden beoordeeld, en kan er effectiever gestuurd worden met maatregelen om de hinder te verminderen.

Ook is in 2024 de GGD Gezondheidsmonitor afgenomen. In deze vierjaarlijkse monitor van de gezondheid in Nederland is sinds 2020 extra aandacht voor de gevolgen van luchtvaartgeluid op de gezondheid van omwonenden. De resultaten van deze monitor zullen in de loop van 2025 beschikbaar komen.

Tenslotte is in 2024 verder onderzoek gedaan naar de bijdrage van luchtvaart aan de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen in de omgeving van luchthavens. Deze onderzoeken lijken te bevestigen dat de invloed van luchtvaart op de lokale luchtkwaliteit klein is. Omdat het hier verschillende losse onderzoeken betrof is daarnaast een groep onafhankelijk experts gevraagd te reflecteren op de onderzoeken en de conclusies van de onderzoeken. Het advies van deze expertgroep wordt begin 2025 verwacht. Wel wordt bezien of in de luchthavenbesluiten waarvan in 2024 de aanvraag in voorbereiding was operationele maatregelen opgenomen kunnen worden om de luchtkwaliteit op de luchthaven zelf te verbeteren.

Programma Omgeving Luchthaven Schiphol

In 2024 heeft IenW gewerkt aan de effectuering van het regeerprogramma, waarin het kabinet zich tot doel heeft gesteld om de rechtspositie van omwonenden van Schiphol zo snel mogelijk te herstellen en de geluidbelasting met 20% terug te dringen met behoud van de netwerkkwaliteit van Schiphol. Bij het besluit is gekeken naar enerzijds het belang van Schiphol als internationale luchthaven met een sterk netwerk aan bestemmingen wereldwijd en anderzijds naar het belang van de omwonenden van Schiphol en een goede leefomgeving. In de afweging van de publieke belangen rondom Schiphol heeft het voorrang de geluidsoverlast aan te pakken en tegelijk de economische functie en netwerkkwaliteit van Schiphol te behouden. Voor de lange termijn wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een normenstelsel op milieunormen die negatieve effecten van de civiele luchtvaart steeds verder laten afnemen. Voor de luchtvaart ontstaat dan op de langere termijn groeiruimte als vliegtuigen stiller en schoner worden. In 2024 is een eerste uitwerking hiervan gepresenteerd. 

Om de regelgeving zo snel mogelijk op orde te krijgen, en de geluidbelasting te verlagen, werkt het kabinet door aan de Europese balanced approach-procedure. In september 2024 is een aangepast maatregelenpakket genotificeerd bij de Europese Commissie. Met dit genotificeerde pakket wordt 15% van de totale geluidsdoelstelling van 20% uit het Actieplan Omgevingslawaai Schiphol (2024-2029) gerealiseerd. In december 2024 is het maatregelenpakket aangevuld met een maximum aantal vliegtuigwegingen van 478.000. De resultaten van de balanced approach-procedure zullen in wet- en regelgeving worden vastgelegd. Om een luchthavenverkeerbesluit (LVB) vast te kunnen leggen, is een milieueffectrapportage nodig. De procedure hiervoor is in 2024 gestart.

In 2024 is het Actieplan Omgevingslawaai Schiphol 2024-2029 vastgesteld. Dit Actieplan beschrijft hoeveel geluid het vliegverkeer van en naar Schiphol produceert en welke maatregelen worden genomen om de geluidbelasting te beperken. Het actieplan wordt iedere vijf jaar geactualiseerd. Ook staat in het actieplan het huidige beleid en welke maatregelen de overheid de komende vijf jaar wil nemen. 

Op 10 oktober 2024 is de termijn afgelopen van de  bestuursovereenkomst «intenties samenwerking NOVEX Schipholregio». Rijk en regio blijven zich echter inspannen op het samen afwegen van keuzes van de verschillende opgaven in de Schipholregio via de uitwerking van het Programma NOVEX Schipholregio en de afstemming op bestuurlijk en ambtelijk niveau tussen het ministerie van IenW en de Bestuurlijke Regie Schiphol (BRS). De interbestuurlijke samenwerking blijft gebaseerd op wederzijds informeren, reflecteren en meedenken. Rijk en regio werken ieder vanuit eigen rol, bevoegdheden en verantwoordelijkheden samen aan de maatschappelijke opgaven in de Schipholregio. Dit draagt bij aan wederzijds begrip, kennisuitwisseling, vertrouwen, en betere en uitvoerbare besluiten.

In 2024 heeft IenW samen met collega-departementen en de Bestuurlijke Regie Schiphol (BRS) gewerkt aan de uitvoering van de in 2023 vastgestelde uitvoeringsagenda. In 2024 is in dat kader vooral aandacht geweest voor knelpuntengebieden voor woningbouw in de Schipholregio als Kronenburg en Rijsenhout.

Duurzame luchtvaart

Voor de internationale burgerluchtvaart heeft ICAO een mondiaal doel van netto-nul CO2-emissies in 2050 vastgesteld. In 2024 heeft Nederland in internationaal verband bijgedragen aan de ontwikkeling van een monitoring en rapportagemethodologie, voor de implementatie van het 2050 doel.

In Europa is een akkoord bereikt voor een monitoring, reporting and verification (MRV) verplichting voor niet-CO2-klimaateffecten. Het gaat hierbij om de uitstoot van bijvoorbeeld stikstofoxiden (NOx), roetdeeltjes en waterdamp tijdens het vliegen en de gevolgen hiervan voor het klimaat. De MRV-verplichting geldt vanaf 1 januari 2025.

Op nationaal niveau is gewerkt aan de implementatie van de Europese bijmengverplichting (de ReFuelEU Aviation-verordening) voor duurzame luchtvaartbrandstoffen. De bijmengverplichting treedt op 1 januari 2025 in werking. De aanwijzing van de bevoegde autoriteiten, en de grondslag voor boetes voor het niet naleven van de bijmengverplichting, moeten in een nationale wet worden vastgelegd. De Uitvoeringswet die dit regelt is op 6 november 2024 bij de Tweede Kamer ingediend (Kamerstukken II 2024/25, 36649).

Daarnaast is gewerkt aan de implementatie van de Europese richtlijn Renewable Energy Directive III (RED III). De RED is het wettelijke kader in de EU voor de inzet van hernieuwbare energie, om het doel van 55% CO2-reductie in 2030 te halen. De benodigde wijziging van de Wet milieubeheer en het Besluit energie vervoer zijn in voorbereiding. In het voorstel krijgen luchtvaartbrandstofleveranciers een eigen jaarverplichting voor CO2-reductie (Kamerstukken II 2023/24, 32813, nr. 1383).

Voor de innovatiestrategie luchtvaart zijn er roadmaps opgesteld en zijn er meerdere onderzoeken uitgevoerd, onder andere naar elektrisch vliegen (Kamerstukken II 2023/24, 31936, nr. 1150 en nr. 1168). Ook is er gewerkt aan de kennisagenda luchtvaart. Deze vormt de basis voor het kennisbeleid voor luchtvaart en geeft focus en richting aan de gewenste kennisontwikkeling in de komende jaren.

De voorstellen om vanuit het Klimaatfonds te investeren in nieuwe productietechnologieën voor duurzame luchtvaartbrandstoffen, zijn toegekend. Er is een start gemaakt met het inrichten van een programma om de gelden doelmatig en effectief te besteden en te zorgen voor een goede aansluiting op het beleid.

Het programma Luchtvaart in Transitie heeft voor het eerst de volledige verantwoordingscyclus doorlopen voor alle projecten die een subsidiebeschikking hebben ontvangen. In 2024 zijn de ontwerpen opgeleverd van de waterstof-elektrische aandrijflijn en van het brandstofsysteem voor directe verbranding van waterstof. En er is een subsidieregeling opengesteld die gericht is op het stimuleren en vergroten van het innovatievermogen van mkb-bedrijven in de vliegtuigmaakindustrie.

In 2024 is ook verder gewerkt aan de vormgeving van het CO2-plafond per luchthaven (Kamerstukken II 2023/24, 31936, nr. 1168). In samenwerking met het ministerie van Financiën is een onderzoek uitgezet naar de afstandsafhankelijke vliegbelasting, die het kabinet per 2027 wil invoeren. Tot slot is de samenwerking met de luchtvaartsector en kennisinstellingen aan de Duurzame Luchtvaarttafel voortgezet. Daar volgt uitvoering van de voorstellen uit het Akkoord Duurzame Luchtvaart (2019).

Regionale luchthavens, Luchtruim en Caribisch Nederland

In 2024 is verder gewerkt aan de procedures op weg naar de luchthavenbesluiten. De berekeningsmethoden Doc29 en NORAH zijn verankerd in de Regeling burgerluchthavens. Ook is verder onderzoek gedaan naar luchtverontreinigende emissies. Vaststelling van de luchthavenbesluiten is voorzien voor 2025. De Kamer is over deze onderwerpen geïnformeerd via verschillende brieven (Kamerstukken II 2023/24 en 2024/25, 31936, nr. 1135, 1137 en 1174).

Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) en Commandant Luchtstrijdkrachten (CLSK) hebben in 2024 verder gewerkt aan de integratie van hun organisaties. Vanwege de complexiteit en eisen die daaraan gesteld worden loopt de integratie ook in 2025 door. Nederland heeft voor de periode 2025-2029 een performance plan opgesteld met daarin prestatiedoelen voor LVNL. Dit plan is in 2024 ter beoordeling aangeboden aan de Europese Commissie. In 2025 wordt hierover definitieve besluitvorming verwacht.

Programma Luchtruimherziening

In een groot deel van 2024 was Programma Luchtruimherziening (LRH) door de Tweede Kamer controversieel verklaard. Programma LRH richt zich op het verruimen van de militaire missie effectiviteit en het verminderen van omvliegen, uitstoot en geluid van civiel verkeer. Het betreft een meerjarig proces met meerdere programmapartners (IenW, Defensie, MUAC, LVNL en CLSK) waar onder andere participatie met de omgeving, afstemming met de buurlanden en het uitvoeren van simulaties en veiligheidstoetsen onderdeel van uitmaken.

Omdat het Programma LRH tot de vorming van het nieuwe Kabinet controversieel was, waren de contacten met de stakeholders summier en alleen op ambtelijk niveau. Op ambtelijk niveau is met een aantal provincies en gemeenten een aantal oefensessies over het gebiedsadvies georganiseerd. Ook zijn gesprekken gevoerd met de ambtelijke werkgroep van de Bewonersraad Schiphol (BRS) en Maatschappelijke Raad Schiphol (MRS). Verder is een nieuw narratief in samenwerking met de programmapartners opgesteld en is met behulp van visualisaties getracht het Schetsontwerp Hoofdstructuur en de Startnotitie Hoger Naderen inzichtelijk en toegankelijk maken voor de omgeving.

Nu het nieuwe kabinet een feit is worden de werkzaamheden voor het eerste ontwerp van de nieuwe inrichting van het luchtruim op hoofdlijnen (Schetsontwerp Hoofdstructuur) inclusief de NLR Effectanalyse en de Startnotitie Hoger Naderen verder afgerond. In Q2 2025 zal deze informatie worden gepubliceerd. Daarbij is ook de participatieaanpak voor na publicatie van deze documenten verder uitgewerkt. Zo zullen bijvoorbeeld technische briefings en informatiesessies met de omgeving worden voorbereid en in het voorjaar 2025 worden georganiseerd. Ook de voorbereidingen van het samenstellen en de scope van een Externe Commissie zijn in gang gezet. Deze Externe Commissie zal haar bevindingen over het Schetsontwerp opstellen en voorzien van een advies (Q3 2025).

Programma Lelystad Airport

In een groot deel van 2024 was project Lelystad Airport door de Tweede Kamer controversieel verklaard. Het in de basis niet-politieke proces van een natuurvergunningsaanvraag door de luchthaven liep wel door.

Vanwege de PAS-uitspraak van de Raad van State in 2019 had Lelystad Airport een natuurvergunning nodig. Lelystad Airport is verantwoordelijk voor de aanvraag van de natuurvergunning bij het bevoegd gezag (LVVN) en heeft dat gedaan. De luchthaven heeft over de aanvraag een aantal keer contact gehad met LVVN. Een beoordeling wordt begin 2025 verwacht.

Een ander vraagstuk betrof de oplossing voor de ‘laagvliegroute Lemelerveld-Zwolle. In de zomer van 2023 is gemeld dat Lelystad Airport een verzoek heeft gedaan de uitgangspunten voor de nadering van de luchthaven aan te passen, teneinde een oplossing te bieden voor het routedeel boven Lemelerveld-Zwolle. Door dit routedeel te schrappen kan het laatste deel van de ‘laagvliegroutes’ worden opgelost en op alle vertrek- en naderingsroutes ongehinderd geklommen en gedaald worden. Dit voorstel van de luchthaven is doorgeleid naar LVNL. LVNL heeft eind 2023 gereageerd op dit verzoek. LVNL geeft aan dat het voorstel van Lelystad Airport mogelijk is met ondersteunende maatregelen. De Kamer is hierover geïnformeerd per brief op 20 december 2023 (Kamerstukken II 2023/24, 31936, nr. 1138). De luchthaven heeft publiekelijk door middel van een position paper aangegeven de ondersteunde maatregelen in te kunnen vullen. Over de voorgestelde oplossing moet nog besluitvorming plaatsvinden. Het ligt voor de hand dat dit besluit in samenhang met een openstellingsbesluit genomen wordt.

In het regeerprogramma dat medio september 2024 verscheen is opgenomen dat het kabinet in 2025 duidelijkheid zal geven over de opening van Lelystad Airport voor groot handelsverkeer. Daartoe wordt onder andere het milieueffectrapport (MER) door de luchthaven geactualiseerd. Onderdeel van het MER is ook het voorstel van Lelystad Airport om het routedeel Lemelerveld-Zwolle te schrappen. Lelystad Airport brengt de geluidseffecten hiervan in beeld.

Naast bovenstaande stappen zijn door het projectteam Lelystad Airport (LA) het afgelopen jaar ook diverse andere stappen gezet om, wanneer er een positief besluit wordt genomen over de opening van de luchthaven, deze zo snel mogelijk open te kunnen stellen voor groothandelsverkeer. Zo is de hoofdlijnenplanning geüpdatet, zijn specifiek de te doorlopen stappen voor de slotallocatie in beeld gebracht, is de business case door de luchthaven geüpdatet, zijn de eerste stappen gezet om een eventuele zienswijzeprocedure op het wijzigings-Luchthavenbesluit te kunnen starten en is gewerkt aan het afstoffen van het plan van aanpak met betrekking tot monitoring en evaluatie.

Voorts is vanuit het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie (NPRD) Lelystad Airport inmiddels in beeld voor de stationering van F-35’s. Defensie breidt haar jachtvliegtuigcapaciteit uit en onderzoekt momenteel op welke luchthaven/vliegbasis in Nederland deze extra jachtvliegtuigen gestationeerd kunnen worden. Op 12 december 2024 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de eerste trechtering van resultaten van de locatie alternatieven voor de uitbreiding van de jachtvliegtuigcapaciteit (Kamerstukken II 2024/25, 36527, nr. 8). Lelystad Airport, samen met Groningen Eelde Airport, Twente Airport en vliegbases de Peel en Woensdrecht, wordt de komende periode nog nader onderzocht. Dit door middel van een plan-MER waarin de effecten van de stationering in beeld worden gebracht. De verwachting is dat voor de zomer 2025 een voorkeurslocatie bekend wordt gemaakt door Defensie. IenW en project Lelystad Airport zijn nauw betrokken bij dit proces.

Onbemande Luchtvaart

In 2024 is verder uitvoering gegeven aan het actieplan Onbemande Luchtvaart 2023-2025 (kamerstukken II 2022/23, 30806, nr.56). Een groot deel daarvan bestaat uit het implementeren van nieuwe regelgeving en het aanpassen van bestaande nationale regelgeving zodat onbemande luchtvaartuigen veilig in het luchtruim en de leefomgeving kunnen integreren. De aanpassingen van wet- en regelgeving voor vliegen in Caribisch Nederland zijn vergevorderd en naderen voltooiing. Met de introductie van het test- en experimenteerkader voor drones en de oplevering van de brochure BVLOS (Beyond visual line of sight) zijn mogelijkheden gecreëerd om een veilige en duurzame implementatie van maatschappelijk relevante toepassingen met drones te ondersteunen. Andere delen van het actieplan richten zich op integratie in het luchtruim, het ontwikkelen van innovatiekracht, het verbreden van kennis en stimuleren van ontwikkeling en het versterken van (inter)nationale samenwerking. Hiervoor zijn vervolg- en verdiepende onderzoeken uitgevoerd naar het realiseren van U-Space (=luchtverkeersmanagement voor onbemande luchtvaart). Ook is gestart met verdere borging van data en gegevensvoorziening ter bevordering van veilige en verantwoorde integratie van drones. De ontwikkeling van een drone-ecosysteem kan alleen samen met andere organisaties succesvol zijn. Daarom is afgelopen jaar samen met externe partners een Droneboost Strategie ontwikkeld.

Bestuur en samenwerking

Als uitwerking van het Kompas IenW en de Luchtvaartnota is in 2024 verder gewerkt aan de inzet van omgevingsgericht werken en interactieve beleidsvorming op lopende en nieuwe luchtvaartdossiers. De focus lag daarbij op prioritaire thema’s en/of waar sprake is van formele (wettelijke) participatietrajecten, zoals Programma Omgeving Luchthaven Schiphol, Luchtvaart in Transitie, de regionale luchthavenbesluiten, onbemande luchtvaart en het Programma Luchtruimherziening. Ook is in 2024 invulling gegeven aan de coördinatie en beantwoording van burger- en stakeholderbrieven en Woo-verzoeken. Andere activiteiten in 2024 zijn geweest: uitvoeren van het draagvlakonderzoek naar Luchtvaart, opstellen en monitoren van de Participatiekalender en actualiseren van de informatie voor stakeholders op de website Luchtvaartindetoekomst.nl.

Tabel 46 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 17 Luchtvaart (bedragen x € 1.000)
     

Realisatie

Vastgestelde Begroting

Verschil

 
 

2020

2021

2022

2023

2024

2024

2024

 

Verplichtingen

167.781

188.754

60.046

209.745

116.074

114.121

1.953

 
         

Uitgaven

33.366

26.662

22.536

81.118

70.157

62.788

7.369

 
         

1 Luchtvaart

33.366

26.662

22.533

81.118

70.157

62.788

7.369

 

Opdrachten

11.672

9.925

9.254

19.680

14.652

26.050

‒ 11.398

1

Opdrachten GIS

50

965

918

2.647

0

0

0

 

GIS-4 regeling

0

0

0

0

498

10.366

‒ 9.868

 

Caribisch Nederland

1.364

940

287

223

176

467

‒ 291

 

Klimaatbeleid

0

0

0

1.346

0

0

0

 

Programma Omgeving Luchthaven Schiphol

0

0

0

1.948

2.366

4.275

‒ 1.909

 

Luchtruim Regio Luchthaven

0

0

0

1.350

1.357

1.071

286

 

Luchtruimherziening

0

0

0

368

2.194

1.402

792

 

Onbemande luchtvaart

0

0

0

1.268

0

0

0

 

NGF: Luchtvaart in transitie

0

0

0

266

322

80

242

 

Overige Opdrachten

10.258

8.020

8.049

10.264

7.739

8.389

‒ 650

 

Subsidies

3.080

3.417

3.250

48.557

49.448

34.270

15.178

2

Subsidies klimaatbeleid

0

0

0

2.875

0

0

0

 

Leefbaarheidsfonds

400

400

0

0

0

0

0

 

Subsidie tarieven Bonaire

691

425

420

286

1.269

310

959

 

Subsidie omploegen graan

1.361

1.444

1.436

1.649

1.528

1.701

‒ 173

 

NGF: Luchtvaart in transitie

0

0

0

41.825

44.197

30.405

13.792

 

Subsidie Maatschappelijke Raad Schiphol (MRS)

0

0

0

0

1.205

1.205

0

 

Overige Subsidies

628

1.148

1.394

1.922

1.249

649

600

 

Bijdragen aan agentschappen

6.809

6.443

6.568

7.027

2.464

627

1.837

 

Waarvan bijdrage aan KNMI

14

14

14

14

13

14

‒ 1

 

Waarvan bijdrage aan RWS

336

518

285

2.750

949

473

476

 

Waarvan bijdrage aan RWS (Caribisch Nederland)

6.411

5.806

5.058

3.435

0

0

0

 

Waarvan bijdrage aan RVO

48

105

383

396

1.209

0

1.209

 

Waarvan bijdrage aan RIVM

0

0

828

432

293

140

153

 

Bijdragen aan medeoverheden

9.552

0

500

1.646

512

0

512

 

Bijdrage Caribisch Nederland

9.049

0

0

1.546

512

0

512

 

Overige bijdrage aan medeoverheden

503

0

500

100

0

0

0

 

Bijdragen aan internationale organisaties

1.058

1.563

2.399

1.598

1.604

1.626

‒ 22

 

Waarvan bijdrage International Civil Aviation Organization (ICAO) (HGIS)

938

1.454

1.900

1.334

1.395

1.455

‒ 60

 

Waarvan overige bijdrage aan (inter-) nationale organisaties

120

109

499

264

209

171

38

 

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

1.195

1.540

565

2.610

1.477

215

1.262

 

Leningen

0

3.774

0

0

0

0

0

 
         

Ontvangsten

1.086

2.104

3.256

7.631

1.399

12.263

‒ 10.864

3

Tabel 47 Uitsplitsing Verplichtingen art.17 Luchtvaart (bedragen x € 1.000)
     

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2020

2021

2022

2023

2024

2024

2024

Verplichtingen

167.781

188.745

60.046

209.745

116.074

114.121

1.953

Waarvan garantieverplichtingen

140.700

166.100

34.700

47.400

51.000

51.000

0

Waarvan overige verplichtingen

27.081

22.354

25.346

162.345

65.074

63.121

1.953

Onderstaand wordt op het niveau van financieel instrument, de verplichtingen en ontvangsten een toelichting gegeven op de verschillen (de mutaties) tussen de begroting en de realisatie. Zie voor de gehanteerde norm de toelichting ‘normering jaarverslag’ zoals opgenomen in de leeswijzer.

  • 1. De lagere gerealiseerde uitgaven van € 11,4 miljoen bij de opdrachten zijn met name het gevolg van vertraging in de planfase bij het uitvoeren van de regeling geluidsisolatie (GIS-4), vanwege extra benodigd onderzoek (- € 9,9 miljoen). Het resterende saldo wordt verklaard door diverse kleinere mutaties (- € 1,5 miljoen).

  • 2. De hogere uitgaven van € 15,2 miljoen bij subsidies worden met name veroorzaakt door een hogere uitgave op de subsidieregeling Luchtvaart in Transitie (€ 13,8 miljoen). De subsidieverstrekking voor een aantal projecten was verschoven van 2023 naar 2024. In de voorjaarnota van 2024 zijn deze wijzigingen doorgevoerd en zijn de subsidies verstrekt. Daarnaast zijn er hogere uitgaven op de subsidie tarieven Bonaire (€ 1 miljoen). De subsidie Bereikbaarheid en Bouw Kennis Platform Luchtvaarveiligheid is in 2024 vastgelegd waarvan het budget bij de 1ste suppletoire begroting is toegevoegd. Daarnaast waren er in 2024 kosten voor de levering van luchtverkeersdienstverlening op en rond Bonaire International Airport ter voorkoming van stijging luchtverkeersdienstverleningstarieven.

  • 3. De verlaging van het ontvangstenbudget komt onder andere doordat het budget met € 3,9 miljoen is verlaagd vanwege het verrekenen van het overschot aan middelen van de GIS-3 regeling met de kosten voor de GIS-4 regeling. Daarnaast is de ontvangstenreeks voor GIS-4 geactualiseerd (- € 7,1 miljoen) naar aanleiding van de afspraken die met de luchtvaartmaatschappijen is gemaakt over het moment waarop de GIS-heffing betaald gaat worden.

Onderstaand is per artikelonderdeel, zoals opgenomen in de budgettaire tabel, voor de financiële instrumenten zoveel mogelijk aangegeven waarvoor de financiële overdracht in het jaar 2024 is aangewend.

1. Luchtvaart (€ 70,2 miljoen)

De volgende financiële instrumenten zijn ingezet:

Opdrachten (€ 14,7 miljoen)

  • GIS 4 Heffing (€ 0,5 miljoen). Doel van het project Geluidsisolatie Schiphol fase 4 (GIS-4) is het verminderen van geluidshinder voor omwonenden van Schiphol door woningen van geluidsisolatie te voorzien.

  • Caribisch Nederland (€ 0,2 miljoen). Het betreft de financiering van diverse onderzoeken, opleidingen, workshops en de jaarlijks terugkerende kosten voor instandhouding van de luchtvaartpublicaties.

  • Programma Omgeving Luchthaven Schiphol (€ 2,4 miljoen). Opdrachten hebben onder andere betrekking op het nieuwe stelsel van geluidsnormen, de MER, impactanalyses en balanced approachprocedure.

  • Opdrachten luchtruim regionale luchthavens (€ 1,4 miljoen). Het betreft opdrachten om de aanvraag voor het luchthavenbesluit voor te bereiden. Het gaat om opdrachten voor geluidbelasting en uitstoot van verontreinigende stoffen.

  • Opdrachten luchtruimherziening (€ 2,2 miljoen). Begin 2018 is het programma Luchtruimherziening van start gegaan. Op 14 oktober 2022 is de definitieve Voorkeursbeslissing vastgesteld. In 2024 zijn onder andere simulaties uitgevoerd en effect analyses uitgevoerd.

  • NGF: Luchtvaart in transitie (€ 0,3 miljoen). Het betreft onder andere kosten voor onderzoeken, evaluaties en toetsen.

  • Overige opdrachten (€ 7,7 miljoen). Betreft onder andere:

    • OVV-follow-up. In 2024 is het derde externe onafhankelijke onderzoek uitgevoerd m.b.t de implementatie van de aanbevelingen van het OVV (Onderzoeksraad voor Veiligheid) uit het rapport uit 2017 conform de aanpak zoals beschreven in de brief van het ministerie aan de OVV van 11 oktober 2017 (Bijlage bij Kamerstukken II 2017-2018, 29 665, nr. 242) en daarop volgende voortgangsrapportages. Met deze aanpak versterkt het ministerie de rol als eindverantwoordelijke voor de veiligheid (Tweede Kamer, vergaderjaar 2022– 2023, 36 200 XII, nr. 2 91).

    • Nederlands luchtvaartveiligheidsprogramma (NLVP) (€ 0,6 miljoen). In 2024 is uitvoering gegeven aan het Nederlands Luchtvaartveiligheidsprogramma 2020-2024. In het Nederlands Actieplan voor Luchtvaartveiligheid (NALV) worden de maatregelen opgenomen waarmee IenW samen met de sector werkt aan het continu verbeteren van de veiligheid van de burgerluchtvaart. Hierbij maken we onderscheid tussen de domeinen commerciële, kleine en onbemande luchtvaart en Caribisch Nederland.

    • Verminderen risico op vogelaanvaringen. Uit een in 2021 afgeronde evaluatie naar het toen geldende convenant over het verminderen van het vogelaanvaringsrisico op en rond Schiphol bleek dat de huidige genomen maatregelen om het risico van aanvaringen met vogels en met name ganzen te verminderen, effectief zijn en moeten worden gecontinueerd. Om die reden wordt het sinds 2012 toegepaste viersporenbeleid, met daaraan toegevoegd een gedegen monitoring voortgezet. De vier sporen in dit beleid zijn de volgende:

      • Het technisch spoor: de inzet van en onderzoek naar technische middelen om vogels te detecteren en/of te verjagen.

      • Het ruimtelijk spoor: het voorkomen van nieuwe vogelaantrekkende bestemmingen rondom de luchthaven.

      • Het foerageer spoor: het beperken van het voedselaanbod voor vogels op en rondom de luchthaven.

      • Het populatie spoor: het beperken van de populatie en het aantal aanwezige overzomerende ganzen rondom Schiphol.

    • KDC. Er heeft opdrachtverlening plaatsgevonden aan de Stichting Knowledge & Development Center (KDC) die kennis leverde om innovatieve oplossingen te vinden voor de duurzame ontwikkeling van de Mainport Schiphol (Tweede Kamer, vergaderjaar 2022–2023, 36 200 XII, nr. 2 92).

    • Cybersecurity. Het vergroten van de cyberweerbaarheid bij luchtvaartorganisaties is een continu aandachtspunt. De primaire verantwoordelijkheid voor de continuïteit en weerbaarheid van netwerk- en informatiesystemen ligt bij de organisaties zelf. Het ministerie van IenW draagt vanuit zijn systeemverantwoordelijkheid hieraan bij via algemene kaders (in beleid of in wet- en regelgeving, al dan niet voortvloeiend uit EU/internationaal verband) en initieert projecten/trajecten om de cyberweerbaarheid te verhogen.

    • Opdrachten duurzame luchtvaart. De energietransitie in de luchtvaart is nodig voor onze strategische autonomie, voor toekomstige energiezekerheid en -onafhankelijkheid en om de internationale, Europese en nationale verduurzamingsdoelen te halen. IenW heeft in 2024 opdrachten gegeven die bijdragen aan de kennisontwikkeling en innovatie op het gebied van duurzame technologieën (zoals elektrisch vliegen) en brandstof (SAF).

    • Onbemande luchtvaart (drones). Opdrachten voor de implementatie van Europese voorschriften bijvoorbeeld door de ontwikkeling van U-space conform nieuwe Europese regels, kennisontwikkeling en onderzoek bijvoorbeeld voor vertiports en urban air mobility.

    • Internationale bereikbaarheid. Onder andere Opdrachten voor de actualisatie en vernieuwing van AEOLUS en ECAC.

    • Nadeelcompensatie Te Rijdt. Omwonenden van Schiphol worden gecompenseerd als zij schade hebben geleden door geluidsoverschrijdingen.

Subsidies (€ 49,4 miljoen)

  • Subsidies tarieven Bonaire (€ 1,3 miljoen). Het betreft een tweetal subsidies aan DC-ANSP voor het verlagen van luchtverkeersdienstverleningstarieven en voor het voldoen aan de regelgeving vanuit ICAO annex 15 in het kader van Aeronautical Information Services. Om een onaanvaardbare stijging in de tarieven voor het gebruik van luchtverkeersdienstverlening op en rond Bonaire International Airport te voorkomen, wordt door IenW een deel van de kosten voor het leveren van de dienst door Dutch Caribbean Air Navigation Service Provider (DC-ANSP) gedekt via subsidiering. Daarnaast wordt een subsidie verstrekt voor de AIS/ARO (Aeronautical Information Service, ATS Reporting Office) kosten.

  • Subsidies omploegen graanresten (€ 1,5 miljoen). Eén van de sporen in de aanpak om het risico van vogelaanvaringen op Schiphol te reduceren is het beperken van voedselaanbod in de omgeving van de luchthaven. Sinds 2012 is er een subsidieregeling voor het versneld onderwerken van de graanresten na de oogst in een deel van de Haarlemmermeerpolder. Nagenoeg alle agrariërs in het werkingsgebied nemen deel aan de regeling.

  • Subsidie luchtvaart in transitie (NGF) (€ 44,2 miljoen). Deze middelen worden gebruikt om uiterlijk in 2050 een klimaatneutrale luchtvaart te kunnen realiseren. Er wordt ingezet op een duurzame luchtvaartsector en de ambitie om daarbij nieuwe toekomstbestendige banen te creëren. Specifieke maatregelen zijn:

    • De realisatie van een overkoepelde, decentraal georganiseerde datadeelinfrastructuur (BDI);

    • De ontwikkeling van nieuwe (digitale) infra-diensten;

    • De uitrol van een ‘transitieagenda’ om minimaal de helft van de Nederlandse bedrijven in de logistieke keten over de digitale streep te trekken. Tweede Kamer, vergaderjaar 2022–2023, 36 200 XII, nr. 2

  • Subsidie Maatschappelijke Raad Schiphol (€ 1,2 miljoen). Dit betreft een financiële bijdrage aan de activiteiten van de Maatschappelijke Raad Schiphol (MRS).

  • Overige subsidies (€ 1,2 miljoen). Dit betreft diverse subsidies voor onder andere Commissies regionaal overleg (CRO’s), Stichting Advisering Bewonersvertegenwoordiging Regionale Luchthavens ABReL, Luchthaven Eindhoven Overleg (LEO)

Bijdragen aan agentschappen (€ 2,5 miljoen)

Dit betreft voornamelijk de bijdrage aan RWS voor beleidsondersteuning en advies (BOA) voor Schiphol en een bijdrage aan RVO voor de uitvoering van NGF Luchtvaart in Transitie, een bijdrage aan RIVM en een bijdrage aan KNMI.

Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties (€ 1,6 miljoen)

Dit betreft de jaarlijkse contributie aan de International Civil Aviation Organization (ICAO) ( 1,4 miljoen) , aan het hiertoe opgezette samenwerkingsverband binnen ABIS (de ABIS-groep vertegenwoordigt de burgerlijke luchtvaartautoriteiten van Oostenrijk, België, Kroatië, Nederland, Luxemburg, Ierland, Zwitserland en Portugal), en aan de European Civil Aviation Conference (ECAC) ( 0,2 miljoen).

Bijdragen aan ZBO’s/RWT's (€ 1,5 miljoen)

Voortvloeiend uit de afspraken die gemaakt zijn in de ‘Overeenkomst betreffende de operationaliteit voor civiel medegebruik van de militaire radar bij Soesterberg’ wordt ten behoeve van het operationeel houden van de Soesterbergradar voor de vliegveiligheid op en rond de luchthaven Schiphol een bijdrage verstrekt aan Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL). Daarnaast is onder andere een bijdrage aan LVNL verstrekt voor simulaties en voor onbemande luchtvaart.

Ontvangsten (€ 1,4 miljoen)

Dit betreft onder andere voor de verrekeningen Eurocontrol en ontvangsten van de ACM die de kosten van haar toezichtstaken deels aan de sector doorbelast en ontvangsten van regionale luchthavens voor geluidsovertredingen en de aflossing van Winair op de lening die IenW heeft verstrekt in 2020. - in de toelichting bij FIN toelichtingen gaat het alleen maar over GIS.

Licence