Base description which applies to whole site

3.2 Artikel 22 Natuur, visserij en gebiedsgericht werken

De Minister van LNV streeft naar een sterke en veerkrachtige natuur, een duurzame en economisch rendabele visserijsector en draagt via gebiedsgericht werken bij aan het versterken van de brede welvaart.

  • De Minister is verantwoordelijk voor het beschermen, versterken en duurzaam benutten van de natuur en biodiversiteit, mede in relatie tot de klimaat-, en stikstofdoelstellingen, in nationaal, EU- en mondiaal verband. Voor de natuurkwaliteit van de Rijkswateren en voor de internationale samenwerking op natuurgebied treedt de Minister als eerstverantwoordelijke op.

  • De Minister is verantwoordelijk voor het versterken van de positie van de Nederlandse visserijketen en het bevorderen van duurzaamheid, transparantie en ketenverantwoordelijkheid in de Nederlandse visserijketen.

  • De Minister is medeverantwoordelijk voor gebiedsgericht werken, waarbij de LNV-opgaven in onderlinge samenhang met andere maatschappelijke en regionale opgaven optimaal worden opgepakt om te komen tot een optimale versterking van de brede welvaart.

  • De Minister voert de regie over de aanpak van regionale knelpunten en de inzet van de Regio Envelop, in overleg met de Minister van BZK.

  • De Minister is het aanspreekpunt voor wat betreft de betrokkenheid van het Rijk bij bodemdaling in het landelijke gebied in relatie tot landbouw, natuur en biodiversiteit en de vitaliteit van het platteland in bredere zin en voor landbouw als onderdeel van het Klimaatakkoord.

De Minister is (mede)verantwoordelijk voor:

Stimuleren

  • Het stimuleren en versterken van de maatschappelijke betrokkenheid bij het beschermen, versterken en duurzaam benutten van natuur en biodiversiteit, op zowel nationaal als internationaal niveau.

  • Het bevorderen van behoud en versterken van biodiversiteit in het agrarisch gebied en binnen agroketens.

  • Het ondersteunen van het versterken van de positie van de Nationale parken.

  • Het stimuleren van de inzet van de Nederlandse bos-, natuur- en houtsector in het energie- en klimaatbeleid en het bevorderen van de duurzame bijdrage van bos en natuur aan de groene grondstoffenvoorziening.

  • Het stimuleren van maatschappelijke initiatieven in lijn met de LNV-visie, Nederland Natuurpositief, het Programma Natuur en het Natuur- en milieubeleidsplan Caribisch Nederland.

  • Het bevorderen van een duurzame, innovatieve en rendabele visserij- en aquacultuursector binnen de kaders van het Gemeenschappelijk visserijbeleid (Europees Maritiem, Visserij en Aquacultuur Fonds 2021-2027 (EMVAF)).

Regisseren

  • Het inzetten, samen met medeoverheden en bedrijfsleven, op de totstandkoming van afspraken over het versterken van biodiversiteit, aansluitend op de afspraken uit de EU-Biodiversiteitsstrategie en het mondiale biodiversiteitsverdrag (Convention on Biological Diversity, CBD).

  • Het voeren van regie op de aanpak van regionale knelpunten en de inzet van de Regio envelop, in overleg met de Minister van BZK, met als doel om de brede welvaart in de regio’s in Nederland te versterken.

Uitvoeren

  • Het met provincies nakomen van afspraken die gemaakt zijn in het Natuurpact en samen met provincies en IenW/RWS monitoren van de toestand van de natuur en biodiversiteit en benutting van natuur op land en in het water.

  • Het samen met de provincies opstellen van het gezamenlijke Programma Natuur, waarmee onder andere invulling wordt gegeven aan het ambitiedocument Nederland Natuurpositief en aan de langjarige financiële impuls in het natuurbeleid als gevolg van de stikstofaanpak.

  • Het onderhouden en handhaven van onder andere de Wet natuurbescherming en de Wet grondslagen natuurbeheer- en bescherming Caribisch Nederland en het treffen van voorbereidingen voor het invoeren van de Omgevingswet.

  • Het voorbereiden en uitvoeren van internationale en in EU-verband gemaakte afspraken over de internationale handel in bedreigde dier- en plantsoorten.

  • De implementatie van het Europese exotenbeleid. De provincies zijn verantwoordelijk voor het beheer van invasieve exoten.

  • Het doen uitvoeren van regelingen en programma’s, zoals de natuuronderdelen van de Mariene Strategie waaronder het Noordzeeakkoord en het Programma Noordzee 2022-2027 en het beheer van Kroondomeinen

  • Het samen met provincies uitwerken en uitvoeren van de bossenstrategie.

  • Staatsbosbeheer in staat stellen om, in samenhang met zijn maatschappelijke omgeving, uitvoering te kunnen geven aan zijn (kern)taken, zoals bedoeld in de Wet verzelfstandiging Staatsbosbeheer en het Convenant LNV/Staatsbosbeheer (2014).

Ecologisch impulspakket wadden

Het Waddengebied is een van de regio’s in Nederland waar aanlanding van wind op zee een rol speelt. Deze regio’s worden geconfronteerd met extra milieudruk, benodigde ruimte voor deze projecten en effecten op de leefomgeving. Binnen het Programma aansluiting wind op zee – Eemshaven (PAWOZ) wordt onderzocht via welke routes kabels en leidingen van windparken in de Noordzee naar de Eemshaven kunnen gaan. Bij elk van de mogelijke routes zal in meer of mindere mate het Unesco Werelderfgoed Waddenzee worden doorkruist. Het Rijk is zich bewust van effecten voor de regio en wil hieraan tegemoet komen met investeringen in deze gebieden om de lokale leefomgeving te verbeteren. Bovenop de middelen die landelijk beschikbaar worden gemaakt voor gebiedsinvesteringen bij aanlanding van elektriciteit, heeft het Rijk tot en met 2025 specifiek voor het Waddengebied middelen beschikbaar gesteld voor een Ecologisch Impulspakket Waddengebied (€ 18 mln.). Hiermee wordt specifiek in de ecologie van het Waddengebied geïnvesteerd. Het pakket sluit aan op de uitdagingen op het terrein van natuurherstel en -beheer zoals genoemd in de Agenda voor het Waddengebied 2050.

Overkoepelend LNV Grondbeleid

Voor het behalen van de NPLG doelen is grondmobiliteit essentieel. LNV hanteert daarvoor in samenspel met andere overheden diverse grondinstrumenten om de gewenste inrichting van het landelijk gebied te realiseren. Er is binnen LNV behoefte aan een visie en positionering op grond en overzicht van het totale palet aan grondinstrumentarium in samenhang. Daarom is in 2023 een nieuw team Grondbeleid opgericht. Dit team zal in 2024 een overkoepelend LNV grondbeleid opleveren. In dat beleid wordt de integraliteit en volledigheid van het instrumentarium geborgd en de inbreng van LNV uitgewerkt.

Natuurmonitoring

Het kabinet werkt met provincies en andere partijen aan intensivering en verbetering van natuurmonitoring, aanvullend op de bestaande basis met het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM) en de Databank Flora en Fauna (NDFF).  De ambitie is dat inzichtelijker wordt wat het effect is van de natuurherstelmaatregelen op systeemherstel in en rond natuurgebieden, of de gewenste condities worden bereikt die nodig zijn voor de instandhoudingsdoelen van habitattypen en soorten uit Vogel- en Habitatrichtlijn (VHR), en of deze VHR doelen worden bereikt op zowel landelijk als gebiedsniveau. Het ‘Verbeterprogramma VHR natuurmonitoring’ speelt onder andere in op de nieuwe informatiebehoeftes vanuit Programma Natuur en het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) om te rapporteren over doelen van de Vogel- en Habitatrichtlijn (VHR) op meerdere schaalniveaus. Het programma steunt op drie pijlers:

  • 1. Monitoring van natuurmaatregelen;

  • 2. Monitoring van omgevingscondities; en

  • 3. Monitoring van VHR doelbereik.

Uitvoering van het verbeterprogramma vergt een langjarige inzet (2023-2030), waarbij verbeteringen stapsgewijs worden doorgevoerd. De ambities is om eind 2024 onder andere een publieksvriendelijk digitaal dashboard ontwikkeld te hebben en de transitie van de NDFF naar een systeem met open data te hebben afgerond.

Nationaal Biodiversiteits Strategisch Actieplan (NBSAP)

In 2024 zal het Nationaal Biodiversiteit Strategisch Actieplan (NBSAP) worden gepresenteerd. Het NBSAP vloeit voort uit het Global Biodiversity Framework (GBF), waarover partijen bij het VN-Biodiversiteitsverdrag in december 2022 afspraken hebben gemaakt in Montreal. In dit NBSAP geeft Nederland weer hoe de doelen uit het GBF zullen worden vertaald in het nationaal beleid. 

Nationale Parken

In juni 2023 heeft de Minister voor Natuur en Stikstof het Beleidsprogramma Nationale Parken 2024-2030 uitgebracht. Hieraan hebben nationale parken, provincies en partners onder regie van LNV samen gewerkt. Het Beleidsprogramma 2024-2030 geeft aan hoe parkorganisaties, provincies, Rijk en partners de komende jaren invulling willen geven aan de ontwikkeling van Nederlandse nationale parken naar robuuste natuur en landschapsgebieden met onthaalfunctie. Het bevat onder andere ambities, doelen en basiseisen waar bestaande parken op termijn en nieuwe parken bij aanvang aan moeten voldoen. Op basis van dit beleidsprogramma heeft LNV voor de jaren 2024-2030 € 5,0 miljoen per jaar extra gereserveerd voor het versterken van de positie van nationale parken. Dit komt bovenop de reeds beschikbare € 1,3 miljoen. Op een later moment in 2023 vindt uitwerking op onderdelen van het beleidsprogramma plaats en worden afspraken gemaakt over de gezamenlijke financiering door Rijk en provincies. 

Gebiedsgerichte aanpak

In 2024 vervolgt LNV de beoordeling van gebiedsprogramma’s, het opstellen en vaststellen van het Meerjarenprogramma landelijk gebied 2024, en het inzetten van de Nationale Grondbank (NGB) als instrument om de grondmobiliteit ten behoeve van de transitie in het landelijk gebied te versnellen.

Aanpak Piekbelasters

Voor de aanpak piekbelasters is de programmadirectie Uitvoering Aanpak Piekbelasters (UAPB) opgezet. De UAPB informeert, begeleidt en ondersteunt in nauwe samenwerking met provincies en andere medeoverheden circa 3000 agrarische bedrijven in het maken van een keuze om te komen tot forse stikstofreductie. Voor agrarisch ondernemers staan zaakbegeleiders ter beschikking. Op basis van verschillende (uit te werken) regelingen kunnen agrarische ondernemers de keuze maken om hun bedrijf te beëindigen dan wel anders vorm te geven door (combinaties van) innoveren, extensiveren, omschakelen of verplaatsen. Deelname is vrijwillig.

Tabel 16 Budgettaire gevolgen van beleid Artikel 22 (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Verplichtingen

758.961

776.915

737.688

604.307

503.512

499.597

495.866

        

Uitgaven

583.999

1.412.487

770.485

624.738

502.324

499.158

495.850

        

Subsidies (regelingen)

       

Vermaatschappelijking Natuur en Biodiversiteit

5.841

7.037

6.085

5.814

6.349

6.698

6.698

Natuur en Biodiversiteit op land

23.303

47.791

78.238

89.415

24.337

21.400

17.664

Beheer Kroondomeinen

775

803

803

803

803

803

803

Duurzame visserij

8.144

214.663

14.859

6.871

6.159

6.580

6.462

Overige stelsel activiteiten

4.695

6.543

6.208

6.302

6.187

6.719

6.719

Natuur en Biodiversiteit Grote Wateren

0

3.900

3.900

2.100

0

0

0

Leningen

       

Leningen rente en aflossing

22.922

22.263

22.145

22.145

22.145

22.145

22.145

Garanties

       

Garantie Klimaatfonds

350

322

0

0

0

0

0

(Schade)vergoeding

       

Vermaatschappelijking natuur en biodiversiteit

0

1.000

5.000

5.000

0

0

0

Opdrachten

       

Vermaatschappelijking Natuur en Biodiversiteit

4.762

6.177

15.147

14.187

12.010

12.039

12.039

Natuur en Biodiversiteit op land

28.274

35.197

75.344

68.208

41.827

41.859

42.241

Natuur en Biodiversiteit Grote Wateren

6.585

19.934

34.056

34.215

36.964

35.511

35.559

Duurzame visserij

570

29.217

36.940

29.918

30.653

30.966

30.765

Internationale Samenwerking

2.103

2.188

3.027

3.080

3.068

3.068

3.068

Klimaatimpuls Natuur en Biodiversiteit

4.538

5.993

5.998

3.306

3.306

3.306

3.306

Regio Deals

292

25

0

0

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

       

Rijksrederij

13.399

12.574

9.812

10.148

9.812

9.812

10.129

Rijksvastgoedbedrijf

0

100.000

100.000

0

0

0

0

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

       

Staatsbosbeheer

29.649

31.077

30.987

30.965

31.025

30.573

30.573

Bijdrage aan medeoverheden

       

Caribisch Nederland

3.212

11.725

16.475

800

800

800

800

Specifieke uitkering

421.776

851.893

303.620

289.620

265.039

265.039

265.039

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

       

Internationale Samenwerking

1.535

2.165

1.841

1.841

1.840

1.840

1.840

Storting/onttrekking begrotingsreserve

       

Storting begrotingsreserve visserij

1.274

0

0

0

0

0

0

        

Ontvangsten

52.889

57.916

34.190

31.486

47.662

49.464

60.241

        

Ontvangsten

       

Landinrichtingsrente

26.429

24.153

22.845

19.641

18.197

16.544

14.416

Verkoop gronden

8.804

1.000

500

1.000

18.620

23.275

36.380

Overige ontvangsten natuur

11.600

5.387

2.089

2.089

2.089

2.089

1.889

Duurzame visserij

6.056

24.247

8.756

8.756

8.756

7.556

7.556

Onttrekkingen begrotingsreserves

0

3.129

0

0

0

0

0

Budgetflexibiliteit

Het budget voor 2024 op artikel 22 is voor ongeveer € 210 mln. (27%) juridisch verplicht, voor € 552,5 mln. (72%) bestuurlijk gebonden en voor € 7,8 mln. (1%) beleidsmatig gereserveerd. Zo zijn bijvoorbeeld uitgaven voor natuur en biodiversiteit op het land grotendeels juridisch verplicht. Voor de specifieke uitkering in het kader van het Programma Natuur zijn meerjarige afspraken met provincies gemaakt, waardoor dit bedrag grotendeels bestuurlijk gebonden is.

Tabel 17 Geschatte budgetflexibiliteit
 

2024

juridisch verplicht

27%

bestuurlijk gebonden

72%

beleidsmatig gereserveerd

1%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0%

Subsidies

Vermaatschappelijking Natuur en Biodiversiteit.

Voor subsidies ‘Vermaatschappelijking natuur en biodiversiteit’ is in 2024 € 6,1 mln. beschikbaar. De middelen worden ingezet voor de volgende activiteiten:

  • Natuurcombinaties (€ 2,8 mln.): onder de noemer natuurcombinaties werkt LNV aan het verankeren van het belang van natuur in andere sectoren in landelijk en stedelijk gebied en het beter gebruik maken van de natuur bij de aanpak van maatschappelijke opgaven (nature based solutions). Het beschikbare budget wordt ingezet voor de ondersteuning van kansrijke maatschappelijke initiatieven, de opbouw van kennis door ondersteuning van onderzoeken en pilots ten behoeve van onderbouwing van beleidskeuzes en ten behoeve van versnelling en opschaling van natuurinclusieve praktijken en de verspreiding van kennis en netwerkvorming, waardoor initiatiefnemers en koplopers van elkaar kunnen leren. Daarbij richt de inzet zich onder meer op natuurinclusieve landbouw, natuurinclusief bouwen, groen in en om de stad en de rol van natuur in de energietransitie (bijvoorbeeld bij isoleren).

  • Nationale Parken (€ 1,6 mln.): dit subsidiebudget wordt, naast het opdrachtenbudget voor Nationale Parken, ingezet voor onder andere de educatie in de Nationale Parken, financiering van het ondersteunende bureau, uitfinanciering van de Regeling Tijdelijke ondersteuning Nationale Parken (in 2024) en versterking van de positie van de parken. Besluitvorming over de gezamenlijk financiering van het beleidsprogramma tussen Rijk en provincies vindt dit najaar plaats. 

  • Natuurlijk Kapitaal en Vergroening van de financiële sector (€ 1,6 mln.): LNV werkt samen met onder meer MVO Nederland, IUCN Nederland, Stichting voor Duurzame Ontwikkeling, De Nederlandsche Bank en financiële instellingen kennisinstellingen aan methoden en instrumenten die inzicht geven in het beslag op en de afhankelijkheid van biodiversiteit en ecosysteemdiensten van bedrijven en financiële instellingen. Ook wordt gewerkt aan toepassing van de methoden en instrumenten door overheden en gebiedspartijen, bijvoorbeeld voor ruimtelijke en thematische vraagstukken. De beschikbare middelen worden ingezet voor het ondersteunen en stimuleren van private partijen, financiële instellingen, overheden en andere maatschappelijke partijen om daarmee aan de slag te gaan en het ontwikkelen en ontsluiten van de hiervoor benodigde informatie, ook in internationaal verband.

Natuur en biodiversiteit op land

Voor natuur en biodiversiteit op land is in 2024 € 78,2 mln. beschikbaar.

Hiervan is € 20,6 mln. gereserveerd voor de uitfinanciering van de Regeling versneld natuurherstel. Met deze regeling wordt ingezet op natuurherstelprojecten bij terreinbeherende organisaties. Maatregelen hebben binnen deze regeling tot doel natuurherstel en natuurverbetering ten behoeve van het bereiken van de instandhoudingsdoelen van stikstofgevoelige habitats in Natura 2000-gebieden. De maatregelen zijn onderdeel van de structurele stikstofaanpak (Kamerstukken 35 334, nr. 82). De eerste tranche heeft in 2021 open gestaan, de tweede tranche in 2022. Hieruit zijn verschillende maatregelen gefinancierd waarvan het grootste gedeelte bestaat uit het verwijderen van bosopslag, toevoegen van steenmeel, hydrologische maatregelen, begrazing en plaggen en chopperen.

Ook is er € 22,2 mln. uit de natuurcompensatiebank gereserveerd voor een aantal specifieke (bovenwettelijke) stikstofmaatregelen op het gebied van industrie, bouw en mobiliteit, waaronder de industriële piekbelasters. De precieze maatregelen worden nog nader uitgewerkt.

Verder wordt € 16,4 mln. geraamd voor de uitvoering van de samenwerkingsmaatregel Veenweiden en overgangsgebieden N2000. Het gaat hier om de additionele middelen bovenop de EU-financiering uit het GLB-NSP. De regeling wordt bij de eerste openstelling in overgangsgebieden N2000 gericht op reductie ammoniakemissie door extensivering van melkveehouderijbedrijven. Het budget is voor ondersteuning van de samenwerking en voor een jaarlijkse vergoeding voor extensivering. Ook is er budget voor de voorbereiding van een gebiedsplan of van een samenwerkingsverband. Daarnaast wordt er € 6,7 mln. geraamd voor het Programma Veenweide die onder meer worden ingezet voor de uitvoering van het Nationaal Onderzoeksprogramma Broeikasgassen Veenweiden (NOBV), de uitvoering van GLB-pilots en onderzoek via het Nationaal Veenweide Innovatieprogramma (VIP-NL). Op basis hiervan vindt op diverse locaties, verspreid over de veenweidegebieden, onderzoek plaats en worden pilots uitgevoerd. Verder wordt er een budget van € 1,3 mln. gereserveerd voor financiële ondersteuning van onderzoeken in het kader van het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb). Tot slot wordt er € 0,4 mln. geraamd voor de uitfinanciering van de Tijdelijke regeling particulier natuurbeheer (Staatscourant 1998, nr. 163, 15298).

Ter versnelling van de uitvoering van het Aanvalsplan landschap wordt er incidenteel € 15,0 mln. budget toegevoegd aan de interventie Niet productieve investeringen op landbouwbedrijven, waarvan € 7,5 mln. in 2024 en € 7,5 mln. in 2025 wordt uitgegeven. Het NPLG heeft het doel opgenomen dat 10% van het landelijk gebied in 2050 groenblauwe dooradering (GBDA) heeft. Hiervoor wordt in 2024 een start gemaakt met het aanvalsplan landschapselementen. De doelstelling is om daarmee ruim 650 hectare nieuwe landschapselementen te realiseren. Agrarische ondernemers wordt de mogelijkheid geboden om landschapselementen op hun landbouwgrond aan te leggen (interventie Niet productieve investering op landbouwbedrijven). Dit is onderdeel van een grotere opgave, maar dit bedrag helpt om nu een start te maken met de genoemde 650 hectare.

In 2022 is de Ecologische Autoriteit voor acht jaar ingesteld. De Ecologische Autoriteit is hoofdzakelijke verantwoordelijke voor: 1) het toetsen of de essentiële ecologische informatie aanwezig is voor besluitvorming en 2) het op onafhankelijke wijze beoordelen van de wetenschappelijke onderbouwing op breed ecologische vlak van de informatie die nodig is voor het vaststellen van besluiten over gebiedsprogramma's en natuurdoelanalyses. Voor 2024 is een bedrag beschikbaar van € 3,2 mln. voor de kosten van de Ecologische Autoriteit. Deze middelen worden ingezet voor het uitvoeren van taken en het leveren van adviezen van de Ecologische Autoriteit.

Beheer Kroondomeinen

Het Loo is een landgoed van circa 10.400 hectare en bestaat uit twee deelgebieden: de Staatsdomeinen bij Het Loo en het eigenlijke Kroondomein. Bij de Staatsdomeinen bij Het Loo zijn de baten en lasten voor rekening van de Staat. Het eigenlijke Kroondomein (6.700 hectare) wordt, zoals is vastgelegd in de Wet op het Kroondomein, geëxploiteerd door de Kroondrager, waarbij alle baten en lasten voor zijn/haar rekening komen. Het juridisch eigendom berust bij de Staat. Het Rijk heeft voor de periode 2022-2027 een subsidie verstrekt aan de Kroondrager voor beheer- en inrichtingsmaatregelen van het Kroondomein. Voor deze subsidie is in 2024 € 0,8 mln. geraamd.

Duurzame visserij

Het subsidiebudget voor Duurzame Visserij in 2024 bedraagt € 14,9 mln. Hiervan is € 6,1 mln. bestemd voor cofinanciering van het Europees Maritiem Visserij en Aquacultuur Fonds (EMFAF). Het EMFAF-programma is verbonden met de bredere beleidsagenda voor visserij, aquacultuur en maritieme zaken. De grote uitdagingen voor de toekomst zijn de klimaatopgave en het beschermen van kwetsbare biodiversiteit op zee en andere wateren. De EMFAF-middelen dragen bij aan deze uitdagingen middels een breed spectrum van activiteiten en maatregelen, waaronder het geven van steun aan innovaties, investeringen en onderzoek. Daarnaast is in 2024 € 1,6 mln. gereserveerd voor de nationale innovatiemiddelen visserij welke volgen uit afspraken uit het Regeerakkoord van Rutte-III. Verder is in 2024 € 7,1 mln. beschikbaar voor de verduurzaming van de IJsselmeervisserij, conform de inzet uit het Actieplan ‘Toekomstig visserijbeheer IJsselmeergebied’ (Kamerstuk 29 664, nr. 71). Hiervan is € 5,0 mln. onderdeel van de Regio Deal Noordelijk Flevoland. In 2023 hebben de voorbereidende werkzaamheden voor een saneringsregeling voor het IJsselmeergebied plaatsgevonden. De beoogde saneringsregeling is ter toetsing en accordering in 2023 aan de Europese Commissie voorgelegd.

Overige stelsel activiteiten

Het budget voor Overige stelsel activiteiten in 2024 bedraagt € 6,2 mln. en wordt met name ingezet voor (internationaal) verplichte monitoring van natuurinformatie. Het verzamelen van gegevens over planten, dieren en habitats (monitoring) is nodig om de voortgang bij het realiseren van (inter)nationale natuurdoelen te kunnen volgen en indien nodig bij te sturen en voor het opstellen van de internationale rapportages op het gebied van natuur en biodiversiteit (waaronder de EU-richtlijnen, CBD, Verdrag van Bern, Verdrag van Bonn en het Waddenverdrag). De gegevens worden vooral via het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM) verzameld. Ook worden middelen uit dit budget ingezet voor de 8e Nederlandse Bosinventarisatie, die gegevens levert voor internationale bos en klimaatrapportages (waaronder UNFCCC (onderdeel LULUCF), GFRA, ITTO/ITTA en Forest Europe). Verder verstrekt LNV een bijdrage aan BIJ12 voor het beheer van de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF) en aan het CBS voor de statistische bewerking van natuurgegevens en publicaties daarover in het Compendium voor de Leefomgeving.

Natuur en biodiversiteit Grote Wateren

In het kader van de energietransitie zijn er middelen beschikbaar voor natuur in de Waddenzee, het 'Ecologisch Impulspakket Waddenzee'. Het subsidiebudget hiervoor bedraag € 3,9 mln. Inclusief het opdrachtenbudget gaat het om € 7,9 mln. Deze middelen worden ingezet op natuurprojecten voor vogels, het Integraal Beheerplan Waddenzee, herstel zoetzout overgangen en onderzoek naar ecologische effecten van klimaatverandering (inclusief cumulatie). Daarnaast worden middelen ingezet voor het project Wij & Wadvogels, het project Waakvogels en het NWO-NWA onderzoeksprogramma «Understanding complex pressures on the Wadden Sea & options for action».

Leningen

Leningen rente en aflossing

In 2024 is er € 22,1 mln. geraamd voor de betaling van de rente op en aflossing van leningen die LNV heeft uitstaan. Deze leningen zijn in het verleden met tussenkomst van het Nationaal Groenfonds verstrekt voor de realisatie (verwerving en doorlevering van gronden) van het Natuurnetwerk Nederland (voorheen: Ecologische Hoofdstructuur). Door de decentralisatie van het natuurbeleid naar de provincies worden hiervoor geen nieuwe leningen meer aangegaan.

(Schade)vergoeding

Vermaatschappelijking Natuur en biodiversiteit

Om schadeclaims van zogeheten PAS-melders te behandelen, is een onafhankelijke commissie ingericht. Voor de kosten van deze commissie en de schadevergoedingen is een bedrag van € 5,0 mln. geraamd.

Opdrachten

Vermaatschappelijking Natuur en Biodiversiteit

In 2024 is € 15,1 mln. gereserveerd voor activiteiten ten behoeve van het verankeren van het belang en de waarde van natuur in verschillende maatschappelijke sectoren. Deze activiteiten zijn de volgende:

  • Stikstofaanpak  (€ 9,0 mln.): De ontwikkeling van de aanpak van stikstof wordt ondersteund met middelen voor beheer, ontwikkeling, advies en actualisatie van het rekeninstrument AERIUS (€ 5,4 mln.). Ook worden middelen ingezet voor ondersteuning en advies, onder meer via de inzet van RVO op het gebied van ruimtelijke processen en dataverzameling, informatievoorziening en kennisuitwisseling, en worden middelen ingezet voor het Informatiepunt stikstof dat ondersteuning biedt bij vragen van burgers, ondernemers en overheidsinstanties over stikstof en de toepassing van nieuw beleid bij toestemmingsverlening (€ 2,2 mln.).

  • Nationale Parken (€ 5,2 mln.): dit opdrachtenbudget wordt, naast een deel subsidiebudget, ingezet voor onder andere de educatie in de Nationale Parken, financiering van het ondersteunende bureau en versterking van de positie van de parken. Besluitvorming over de gezamenlijk financiering van het beleidsprogramma tussen Rijk en provincies vindt in het najaar van 2023 plaats. 

  • Het overige budget (€ 1,0 mln.) wordt ingezet voor verschillende activiteiten op het gebied van onderzoek en stikstofmetingen.

Natuur en biodiversiteit op land

Voor opdrachten op het gebied van Natuur en Biodiversiteit op land is in 2024 € 75,3 mln. geraamd. De middelen worden grotendeels ingezet voor het Programma Natuur. Voor de aanpak van de stikstofproblematiek wordt in 2024 ruim € 300 mln. ingezet voor het versterken van de natuur (Kamerstuk 35 334, nr. 82). LNV heeft hiervoor via het Programma Natuur meerjarige afspraken met provincies gemaakt. Het gaat daarbij om gebiedsgerichte maatregelen die nodig zijn om de instandhoudingsdoelstellingen te bereiken en om ervoor te zorgen dat de kwaliteit van de natuurlijke habitats van soorten niet verslechtert. De focus ligt hierbij op systeemherstel van overbelaste stikstofgevoelige natuur. Het gaat daarbij onder andere over:

  • het versnellen en naar voren halen van natuur herstelmaatregelen om de gevolgen van stikstofdepositie in natuurgebieden sneller te verminderen; het verbeteren van de hydrologie om de kwaliteit van de natuur te verhogen en het verbeteren van het natuurbeheer om beter in staat te zijn de natuurdoelen te halen;

  • het versneld realiseren van het Natuur Netwerk Nederland ten behoeve van stikstofgevoelige habitats en leefgebieden door het versneld realiseren van grondverwerving en inrichtingsmaatregelen;

  • het verder versterken van het systeem van robuuste natuurgebieden door ecologische en landschappelijke verbindingen, uitbreiding van natuur bij essentiële schakels in het natuurnetwerk en het realiseren van kwaliteitsverhoging van riviernatuur in samenhang met waterveiligheid;

  • het verbeteren van condities voor behoud en herstel van algemene soorten.

Een deel van de te nemen maatregelen binnen het Programma Natuur wordt op het opdrachtenbudget geraamd. Dit budget van € 47,2 mln. is gereserveerd voor onder andere een opdracht aan Rijkswaterstaat voor kwaliteitsverhoging van riviernatuur, voor monitoring, voor tools voor basiskwaliteit natuur en voor andere opdrachten. Daarnaast wordt een deel van het budget ingezet voor de Agenda Natuurinclusief. Vanaf 2024 zal uitvoering worden gegeven aan de Agenda Natuurinclusief 2.0 en de investeringsagenda. Ook is een deel van het budget gereserveerd voor een overheveling naar het Provinciefonds voor het Aanvalsplan Grutto.

Regieorganisatie Transitie Landelijk Gebied (RTLG) werkt samen met provincies, gemeenten, waterschappen en andere (overheids)partners aan het realiseren van de gezamenlijke en langjarige aanpak om de doelen rondom natuur, water en klimaat te halen. Het beleidsbudget in 2024 bedraagt € 15,8 mln. Met deze middelen geeft RTLG uitvoering aan deze taken door opdrachten te verstrekken voor bijvoorbeeld het organiseren van regiodagen (€ 0,4 mln.), het doen van onderzoeken (1,3 mln.), het uitvoeren van de Nationale Grondbank (€ 5,4 mln.), en het (door)ontwikkelen van instrumentarium voor de gebiedsgerichte aanpak (€ 0,5 mln.). Daarnaast wordt 2024 wordt een opdracht verstrekt aan zes Rijksuitvoeringsorganisaties (RUO’s), te weten: RVO, Kadaster, RVB, RWS, Staatsbosbeheer en RCE, gericht op: 1) het (door)ontwikkelen van een centraal portaal (met backoffice, voor vragen en verzoeken) voor overheden in relatie tot de diensten van deze RUO’s, 2) een Digitale Data Faciliteit voor het delen van data, en 3) de inbreng van expertise ter ondersteuning van de gebiedsprocessen (€ 5 mln.). Voor de bevordering van kennisontwikkeling en -deling, ten bate van de transitie in het landelijk gebied wordt er ingezet op onderzoek gericht op gebiedsontwikkeling en transitiemanagement, met inbegrip van advies en kennisvalorisatie (€ 1,9 mln.) en op het ontwikkelen van nieuwe tools om (andere) overheden te ondersteunen bij hun gebiedsgerichte opgaven (€ 0,5 mln.). Voor gesprek ken met de agrarisch ondernemer, maatschappelijke partijen en mede overheden over de toekomst van het landelijk gebied is de aanpak van het project ‘Toekomstgesprek transitie landelijk gebied’ er op gericht langjarig en breed georiënteerd in gesprek te blijven en te zorgen dat partijen de transitie door kunnen maken en een bijdrage kunnen leveren aan de gebiedsprocessen (€ 0,9 mln.).

De Uitvoering Aanpak Piekbelasters is gericht op het fors verminderen van de stikstofreductie van circa 3000 agrarische ondernemers die vallen onder de aanpak piekbelasters. Om dit te realiseren is in de uitvoering vormgegeven aan drie lijnen (waarvan de tweede lijn wordt verantwoord op Bijdragen aan medeoverheden):

  • 1. De eerste lijn is gericht op de gehele doelgroep: informatie en tool op website, belteams RVO en BIJ12, aanvraagmodules RVO, informatievoorziening aan verschillende doelgroepen; actieve doorverwijzing naar 2e lijn als ondernemer die behoefte uit (€ 6,1 mln.).

  • 2. De derde lijn omvat specialistische kennis: biedt kennis op gebied van fiscaliteit, grondzaken, bedrijfswaardering, sociaal-psychologische ondersteuning aan de zaakbegeleiders en kan eventueel zeer complexe zaken overnemen van de 2e lijn (€ 3,0 mln.).

Het overige opdrachtenbudget voor Natuur en biodiversiteit op land (€ 3,2 mln.) wordt ingezet voor verschillende activiteiten waarvoor LNV als systeemverantwoordelijke verantwoordelijk is gebleven na de decentralisatie van natuurtaken naar provincies. Zo worden middelen ingezet met betrekking tot natuurwetgeving, natuurvergunningenverlening, Natura2000-gebieden en nationaal soortenbeleid. Vanuit het nationaal soortenbeleid is er in 2024 extra aandacht voor de verbeterde aanpak van invasieve exoten en stelselherziening jacht en faunabeheer (zie beleidsprioriteiten).

Natuur en biodiversiteit Grote Wateren

In 2024 is er voor opdrachten op het terrein van natuur en biodiversiteit in grote wateren € 34,1 mln. beschikbaar. Het Rijk is verantwoordelijk voor het beschermen en versterken van natuur en biodiversiteit in de grote wateren (het Waddengebied, de Zuidwestelijke Delta, het IJsselmeergebied, de Noordzee, het kustgebied en het rivierengebied). LNV zorgt ervoor dat het natuurbelang goed is gewaarborgd bij het gebruik en beheer van grote wateren en bij de uitvoering van projecten. Het budget is bestemd voor de volgende activiteiten:

  • Versterking Noordzee ecosysteem (inpassing van windenergie op zee) (€ 16,6 mln.): Het kabinet streeft er naar de klimaatdoelen te verbinden aan de doelen van het Noordzee milieu- en ecosysteem. Daarmee wordt parallel aan de uitrol van windenergie op zee ingezet op de versterking van de draagkracht van het natuurlijke kapitaal van de Noordzee. De maatregelen zijn gericht op de ontwikkeling van natuurversterking en soortenbescherming binnen en buiten windenergieparken, inclusief experimenten natuurinclusief bouwen; investeren in aanvullende natuurherstelmaatregelen binnen en buiten windenergieparken en gerichte compensatie voor de natuur, waaronder Natura 2000-gebieden. Ook wordt de aankomende jaren ingezet op de digitalisering Ecologische Monitoring Noordzee, wat de monitoring van het toenemend menselijk gebruik van de Noordzee efficiënter en makkelijker uitvoerbaar maakt. In de periode 2023 tot en met 2030 is in totaal € 182,6 mln. gereserveerd voor de versterking Noordzee ecosysteem.

  • Ecologisch Impulspakket Wadden (€ 4,0 mln.): In het kader van de energietransitie zijn er middelen beschikbaar voor natuur in de Waddenzee, het 'Ecologisch Impulspakket Waddenzee'. Het gaat hier om het opdrachtenbudget. Inclusief het subsidiebudget gaat het om € 7,9 mln.

  • Natuur grote wateren (€ 10,9 mln.): om de natuur een bestendige plaats te geven te midden van ons intensieve gebruik, wordt geïnvesteerd in de veerkracht van het natuurlijk systeem. LNV werkt gebiedsgericht samen met andere overheden, natuurorganisaties en bedrijven om deze veerkracht en Natura 2000-doelen in de grote wateren te realiseren en doet dat door uitvoering middels de Programmatische Aanpak Grote Wateren (PAGW). Door middel van systeemingrepen en aanpassingen in beheer wordt gewerkt aan ecologisch gezonde en toekomstbestendige grote wateren. LNV participeert bijvoorbeeld in de ontwikkeling van het Integraal Rivier Management (IRM) programma voor de grote rivieren en heeft regie op de ontwikkeling van het toekomstbestendige ecologische systeem van het Markermeer en het IJmeer. In 2024 worden de voorstellen die door de ministeries van IenW en LNV zijn goedgekeurd in het kader van de 3e tranche PAGW verder uitgewerkt. Het gaat dan onder meer om ‘Optimaliseren Oostvaardersoevers’, ‘IJssel-Vechtdelta’, ‘Toekomstbestendig Lauwersmeergebied’, ‘Herstel Onderwaternatuur Waddenzee’ en ‘Langetermijnperspectief Natuur Schelde-estuarium’. De strategie, ontwikkeld in en vastgelegd in het Natuurwinstplan om de ecologische potentie van de Grote wateren centraal te stellen wordt de komende jaren verder geïmplementeerd.

  • Waddenzee (€ 1,5 mln.): LNV is onder meer verantwoordelijk voor de trilaterale samenwerking tussen Denemarken, Duitsland en Nederland voor de Waddenzee en is tevens de siteholder (voor Nederland) van dit internationale natuurlijk UNESCO Werelderfgoed. De Nederlandse delegatie bestaat uit vertegenwoordigers van de ministeries van LNV en IenW, de Waddenprovincies en -gemeenten. Tevens is LNV verantwoordelijk voor de Beheerautoriteit Waddenzee die middels een Integraal Beheerplan de samenhang van het natuur-, vis- en waterbeheer bevordert en versterkt, waarmee de natuurkwaliteit verbeterd wordt. Zo wordt onder meer geïnvesteerd in Toezicht en Handhaving. Naast LNV zijn IenW en de Waddenprovincies medeopdrachtgever van de Beheerautoriteit. Tevens draagt LNV bij aan natuurprojecten voor vogels, zoals Wij & Wadvogels en Waakvogels. LNV draagt samen met andere partijen bij aan een vijfjarig NWO programma naar de effecten van klimaatverandering op de ecologie van het Waddengebied. Hiermee wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan trilaterale kennisontwikkeling voor het Waddengebied en het Werelderfgoed Waddenzee.

  • Mariene strategie (€ 1,0 mln.): de Noordzee wordt steeds intensiever gebruikt en kent tegelijkertijd een kwetsbaar ecosysteem. Dat betekent dat het toenemend gebruik moet passen binnen de ecologische grenzen en ook bijdraagt aan de versterking van de Noordzeenatuur (Natuurinclusieve ontwikkeling). De beleidskaders voor de maatregelen zijn Natura 2000, de KRM en het Programma Noordzee 2022-2027 en zijn gericht op bescherming en herstel van de Noordzeenatuur. In het Noordzeeakkoord zijn afspraken gemaakt voor gebiedsbescherming. De implementatie van het Noordzeeakkoord levert daarmee een bijdrage aan (de ontwikkeling van) het (ecologisch) netwerk van natuurgebieden. LNV is verantwoordelijk voor de doelen voor biodiversiteit, invasieve exoten, vissen, het voedselweb en de integriteit van de zeebodem. LNV draagt samen met IenW bij aan het Informatiehuis Marien, bedoeld om alle mariene informatie en onderzoeksgegevens over de Noordzee op één plek toegankelijk te maken voor belangstellenden, overheden en professionals. Daarnaast draagt LNV bij aan de coördinerende rol in de uitvoering van het KRM-monitoringsprogramma dat het Informatiehuis Marien uitvoert.

Duurzame visserij

Voor opdrachten op het terrein van duurzame visserij is in 2024 € 36,9 mln. gereserveerd. Het grootste deel hiervan, € 29,3 mln., wordt ingezet voor het verduurzamen en aanpassen van de visserijsector op de Noordzee. In 2024 wordt onderzoek gedaan naar verdere verduurzamingsopties, innovatie en de ontwikkeling van medegebruik door (alternatieve vormen van) visserij en voedselproductie in windparken. Deze zullen ook worden besteed aan voedselvoorziening en de keten en gemeenschappen (Kamerstuk 29 675 nr. 210). Hiervoor is in de periode tot en met 2030 € 199 mln. uit het Klimaatfonds beschikbaar gesteld. Daarnaast is € 2,2 mln. gereserveerd voor uitgaven in het kader van het Noordzeeakkoord. Hiervan is € 1,5 mln. gereserveerd voor innovatie en € 0,7 mln. voor handhaving. Ook is in 2024 € 0,8 mln. beschikbaar voor de uitvoering van de nadeelcompensatieregeling en de handhaving van de in te stellen visserijvrije zones op vismigratiepunten. Om vismigratie te stimuleren is afgelopen jaren veel geïnvesteerd in vismigratievoorzieningen bij stuwen, sluizen en gemalen. Om vismigratie verder te bevorderen zal op deze locaties een visserijvrije zone worden ingesteld (Kamerbrief 29 664, nr. 204). Het resterende opdrachtenbudget (€ 4,6 mln.) is bedoeld voor meerdere kleine onderzoeken en projecten ten behoeve van de visserijsector.

Internationale samenwerking

In 2024 is € 3,0 mln. beschikbaar voor opdrachten op het gebied van internationale samenwerking. Van dit budget wordt onder meer ingezet voor de uitvoering van acties die zijn overeengekomen in internationale verdragen en Europese en internationale afspraken over biodiversiteit, zoals het Global Biodiversity Framework, het CITES-verdrag, de Europese exotenverordening en de Convention on Migratory Species (CMS). Waaronder met name de afspraken in het in december 2022 in Montreal afgesloten Kunming-Montreal Global Biodiversity Framework zijn gemaakt. De uitwerking voor Nederland vindt plaats in het Nationale Biodiversiteit Strategie en Actieplan (NBSAP) dat begin 2024 verschijnt. Daarnaast wordt in 2024 verder gewerkt aan de verdere implementatie van de verschillende onderdelen van EU-Biodiversiteitstrategie, o.a. de uitwerking voor Nederland van de Natuurherstelverordening als de onderhandelingen daarover eind 2023 tot een politiek akkoord leiden. Ook wordt ingezet voor de implementatie van de aan biodiversiteit gerelateerde onderdelen van de VN 2030 Agenda voor duurzame ontwikkeling en de daaraan gekoppelde doelstellingen (Sustainable Development Goals). Ook wordt gewerkt aan het beperken van de ecologische voetafdruk van Nederland door het tegengaan van ontbossing, het bevorderen van duurzaam bosbeheer en het verduurzamen van de productie van en de handel in de belangrijkste handelsketens die in relatie tot ontbossing en duurzaam bosbeheer van grote invloed zijn. Het verduurzamen van deze handelsketens wordt samen met het Ministerie van BZ/BHOS, het bedrijfsleven en het maatschappelijk middenveld opgepakt. Tot slot wordt onder deze post ook de uitgaven (€ 1,1 mln.) geraamd voor de regeling In Beslag genomen Goederen (IBG) in het kader van de opslag en opvang van in beslag genomen goederen bij overtreding van de regels voor handel in bedreigde dier- en plantensoorten.

Klimaatimpuls Natuur en Biodiversiteit

Het budget van € 6,0 mln. in 2024 wordt hoofzakelijk ingezet voor klimaatinclusief natuurbeleid en -beheer (€ 5,7 mln.). Hiermee wordt met partijen gewerkt aan het realiseren van een bijdrage aan de CO2-reductie voor Bomen, Bos en Natuur. Partijen in dit domein zetten zich gezamenlijk in voor maatregelen die in 2030 tot een klimaatwinst van 0,4 ‒ 0,8 Mton additionele CO2 per jaar moeten leiden, door het voorkomen van ontbossing, het vergroten van de vastlegging van koolstof in bestaande natuur en de uitbreiding van bos en landschap. Het Rijk financiert het opzetten van compensatiepools bij ontbossing (via het Natuurpact), bosaanleg op rijksgronden, herstel en aanleg van landschapselementen, agroforestry en voortzetting van het in 2018 gestarte programma voor onderzoek voor klimaatslim beheer en aanleg van bos, bomen en natuur. Het Rijk en de provincies hebben gezamenlijk de Bossenstrategie vastgesteld (Kamerstuk 33 576, nr. 186), onder andere om een zorgvuldige afweging te maken tussen de verschillende doelen op het gebied van klimaat, natuur, recreatie en duurzaam gebruik van grondstoffen. Deze strategie is als doel opgenomen in het NPLG.

Bijdrage aan agentschappen

Bijdrage aan Rijksrederij

In 2024 is er € 9,8 mln. beschikbaar voor de bijdrage aan de Rijksrederij. Deze middelen zijn bestemd voor het uitvoeren van taken op het gebied van visserijonderzoek en het beheer en de inspectie voor natuur en visserij, welke voor een groot deel wettelijk verplicht zijn om uit te voeren.

Rijksvastgoedbedrijf

Er is een bedrag opgenomen ter financiering van aankopen uitgevoerd door het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) voor de Nationale Grondbank (NGB) (€ 100 mln.). Het betreft aankopen van grond en mogelijk gehele bedrijven op verzoek van provincies voor realisatie van de NPLG doelen en transitie van de landbouw.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Staatsbosbeheer

Ten behoeve van personeelskosten, huisvestingskosten en andere organisatiekosten van Staatsbosbeheer die niet kunnen worden verhaald op andere opdrachtgevers ontvangt Staatsbosbeheer een bijdrage van het Rijk. Hiervoor is in 2024 € 31,0 mln. gereserveerd. Deze rijksbijdrage is bedoeld als bijdrage aan organisatiekosten en aan het beheer van rijksmonumenten en voor specifieke opdrachten van het Rijk, zoals de organisatie van Boomfeestdag. Voor het reguliere terreinbeheer ontvangt Staatsbosbeheer, net als andere natuurbeheerders, een subsidie van de provincies (Subsidieregeling Natuur en Landschap, SNL).

Bijdrage aan medeoverheden

Caribisch Nederland

In 2024 is € 16,5 mln. geraamd op het budget Caribisch Nederland. In 2024 wordt de eerste fase (2020-2024) van het Natuur- en Milieubeleidsplan Caribisch Nederland 2020-2030 (NMBP) afgerond. Voor de financiering van deze eerste fase van het NMBP is in 2022 in totaal € 35,0 mln. aan de LNV-begroting toegevoegd. In samenwerking met de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties en Infrastructuur en Waterstaat zijn plannen opgesteld om deze middelen doelmatig en doeltreffend in te zetten via de openbare lichamen van de eilanden. Het gaat om maatregelen die gericht zijn op onder andere erosiebestrijding, het herstel en behoud van habitats en soorten, waterkwaliteitsverbetering, afval- en afvalwaterbeheer, versterking van de voedselzekerheid en onderzoek en monitoring. Hiervoor is in 2024 € 15,8 mln. beschikbaar. Daarnaast wordt in 2024 de uitvoering van de eerste fase van het NMBP geëvalueerd en worden vanuit de reguliere middelen (€ 0,7 mln.) ingezet op de ondersteuning voor het beheer van het Nationaal park Sababank, monitoring en capaciteit vanuit het ministerie van LNV voor uitvoering van het NMBP.

Specifieke uitkering

Op het budget Specifieke uitkering wordt in 2024 € 303,6 mln. geraamd. Dit budget wordt ingezet voor de volgende activiteiten:

  • Programma Natuur (€ 248,3 mln.). Voor de aanpak van de stikstofproblematiek wordt in 2024 in totaal ruim € 300 mln. ingezet voor het versterken van de natuur (Kamerstuk 35 334, nr. 82). LNV heeft via het Programma Natuur meerjarige afspraken met provincies gemaakt. Het gaat daarbij om gebiedsgerichte maatregelen die nodig zijn om de instandhoudingsdoelstellingen te bereiken en om ervoor te zorgen dat de kwaliteit van de natuurlijke habitats van soorten niet verslechtert. De focus ligt hierbij op systeemherstel van overbelaste stikstofgevoelige natuur. Het gaat daarbij onder andere over:

    • het versnellen en naar voren halen van natuur herstelmaatregelen om de gevolgen van stikstofdepositie in natuurgebieden sneller te verminderen; het verbeteren van de hydrologie om de kwaliteit van de natuur te verhogen en het verbeteren van het natuurbeheer om beter in staat te zijn de natuurdoelen te halen;

    • het versneld realiseren van het Natuur Netwerk Nederland ten behoeve van stikstofgevoelige habitats en leefgebieden door het versneld realiseren van grondverwerving en inrichtingsmaatregelen;

    • het verder versterken van het systeem van robuuste natuurgebieden door ecologische en landschappelijke verbindingen, uitbreiding van natuur bij essentiële schakels in het natuurnetwerk en het realiseren van kwaliteitsverhoging van riviernatuur in samenhang met waterveiligheid;

    • het verbeteren van condities voor behoud en herstel van algemene soorten.

  • Uitvoeringskosten medeoverheden. Voor 2024 wordt € 30,7 mln. gereserveerd om provincies, gemeenten en waterschappen te vergoeden voor de te maken uitvoeringskosten in verband met de ontwikkeling en uitvoering van de provinciale gebiedsprogramma’s. De provincies ontvangen het gehele bedrag en hebben een financiële regierol, passend bij de verantwoordelijkheid als gebiedsregisseur.  

  • De programmadirectie Uitvoering Aanpak Piekbelasters (UAPB) is gericht op het fors verminderen van de stikstofreductie van circa 3000 agrarische ondernemers die vallen onder de aanpak. Om dit te realiseren is de uitvoering vormgegeven in drie lijnen. De eerste en derde zijn verantwoord onder Opdrachten. De tweede lijn omvat persoonlijke begeleiding: gesprekken van een ‘zaakbegeleider’ van de overheid (Rijk, provincie en gemeenten) en een agrarische ondernemer om met behulp van regelingen tot stikstofreductie te komen (€ 21 mln.)

  • Landelijk gebied. Uit dit budget is € 3,7 mln. gereserveerd voor een specifieke uitkering voor agrariërs in het aardbevingsgebied in Groningen. Dit agroprogramma ondersteunt boeren die met complexe problematiek te maken hebben, om weer perspectief te krijgen op de toekomst (Kamerstuk 33 525 nr. 846).

De middelen van Programma Natuur die onder bijdrage aan medeoverheden worden geraamd, worden via een specifieke uitkering uitgekeerd aan de provincies ten behoeve van bovenstaande maatregelen. Ook zijn er middelen (€ 19,1 mln.) gereserveerd voor het verhogen van de beheersvergoeding SNL naar 84%. Deze middelen zullen in 2024 overgeheveld worden naar het Provinciefonds.

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

In totaal is er in 2024 € 1,8 mln. beschikbaar voor internationale contributieverplichtingen en bijdragen. Nederland is partij bij een aantal internationale verdragen die als doel hebben dat de mondiale biodiversiteit en de relatie die dit met de Nederlandse biodiversiteit heeft, behouden blijft. Ondertekening en toetreding bij een verdrag leidt tot contributieverplichting. Uit het beschikbare budget worden onder meer de contributies betaald aan bijvoorbeeld de Convention on Biological Diversity (CBD), Convention on Migratory Species (CMS), de Convention on International Trade in Endangered Species of Wild Fauna and Flora (CITES) en de International Union for Conservation of Nature (IUCN).

Ontvangsten

Landinrichtingsrente

De geraamde ontvangsten van € 22,8 mln. in 2024 zijn gebaseerd op geprognosticeerde inkomsten per landinrichtingsproject. Tot aan de start van het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) in 2007 werd wettelijke landinrichting uitgevoerd op basis van de Landinrichtingswet. Op grond van deze wet schiet het Rijk de kosten van een landinrichting voor en worden de kosten daarna door de gezamenlijke eigenaren terugbetaald. Dit gebeurt door middel van de zogenaamde landinrichtingsrente waarbij wordt voorzien dat het Rijk in een aflopende reeks nog circa 20 jaar landinrichtingsrente zal ontvangen.

Verkoop gronden

Dit betreft de verkoopopbrengsten en pachtinkomsten van de Nationale Grondbank. De pachtinkomsten voor de nationale grondbank worden geraamd op € 0,5 mln. Er worden in 2024 nog geen verkoopopbrengsten verwacht.

Overige ontvangsten natuur

Dit betreft diverse geraamde inkomsten van € 2,1 mln. in 2024, onder andere de inkomsten als gevolg van het afsluiten van diverse projecten die via het Groenfonds zijn uitgevoerd, leges voor vergunningaanvragen op basis van de Wet natuurbescherming en terug ontvangsten bij diverse subsidiebijdragen.

Duurzame visserij

Van de ontvangsten in verband met visserij (€ 8,8 mln.) hangt het grootste deel (€ 6,1 mln.) samen met ontvangsten in het kader van de Europese visserijfondsen. Op de LNV-begroting worden diverse uitgaven gedaan die vervolgens worden gedeclareerd in Europa en waarvan het Europese deel als ontvangst binnenkomt. Het overige deel bestaat voornamelijk uit huurinkomsten van mosselpercelen (€ 2,5 mln.).

Toelichting op de begrotingsreserves

Begrotingsreserve Visserij

Tabel 18 Overzicht geraamd verloop begrotingsreserve visserij (bedragen x € 1.000)

Stand 1/1/2023

verwachte toevoeging 2023

Verwachte onttrekking 2023

Verwachte stand per 1/1/2024

Verwachte toevoeging 2024

Verwachte onttrekking 2024

Verwachte stand per 31/12/2024

30.811

3.129

27.682

 

2.500

25.182

De begrotingsreserve Visserij is bestemd voor uitgaven op de regelingen van het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV 2014– 2020) en het Europees Maritiem, Visserij en Aquacultuur Fonds (EMFAF 2021-2027). Hiermee wordt zeker gesteld dat de nationale cofinanciering, die is vastgesteld in het Operationeel Programma, beschikbaar blijft bij vertragingen in de uitgaven. Het budget in deze reserve is voor ca. 31% juridisch verplicht, het overige deel is veelal reeds gecommitteerd.

Extracomptabele fiscale regelingen

Naast de in dit begrotingsartikel genoemde instrumenten, zijn er fiscale regelingen die betrekking hebben op dit beleidsterrein. In onderstaande tabel is ter informatie het budgettaire belang van deze regelingen vermeld. De cijfers zijn ontleend aan de corresponderende bijlage ‘Fiscale regelingen’ in de Miljoenennota. De fiscale regelingen die niet in onderstaande tabel zijn opgenomen, maar wel op dit beleidsartikel betrekking hebben, zijn:

  • Vrijstelling bos- en natuurterreinen box 3

  • Bosbouwvrijstelling

  • Overdrachtsbelasting Vrijstelling inrichting landelijk gebied

  • Overdrachtsbelasting Vrijstelling Bureau Beheer Landbouwgronden, is vervallen per 1 januari 2019.

  • Overdrachtsbelasting Vrijstelling natuurgrond

Voor een beschrijving van de regelingen, de doelstelling, de ramingsgrond, een verwijzing naar de laatst uitgevoerde evaluatie en het beoogde jaar van afronding van de volgende evaluatie wordt verwezen naar de bijlage bij de Miljoenennota ‘Toelichting op de fiscale regelingen’.

Tabel 19 Fiscale regelingen 2022-2024, budgettair belang op transactiebasis in lopende prijzen (x € miljoen)12
 

2022

2023

2024

Fiscale faciliteiten Natuurschoonwet

39

44

50

Vrijstelling vergoeding bos- en natuurbeheer

9

14

15

1

[-] = regeling is in dat jaar niet van toepassing; [0] = budgettair belang van de regeling bedraagt in dat jaar afgerond nihil.

2

OVB = Overdrachtsbelasting

Licence