Base description which applies to whole site

Artikel 22 Natuur, visserij en gebiedsgericht werken

De Minister van LVVN streeft naar een sterke en veerkrachtige natuur, een duurzame en economisch rendabele visserijsector en draagt via gebiedsgericht werken bij aan het versterken van de brede welvaart.

  • De Minister is verantwoordelijk voor het beschermen, versterken en duurzaam benutten van de natuur en biodiversiteit, mede in relatie tot de klimaat-, en stikstofdoelstellingen, in nationaal, EU- en mondiaal verband. Voor de natuurkwaliteit van de Rijkswateren en voor de internationale samenwerking op natuurgebied treedt de Minister als eerstverantwoordelijke op.

  • De Minister is verantwoordelijk voor het versterken van de positie van de Nederlandse visserijketen en het bevorderen van duurzaamheid, transparantie en ketenverantwoordelijkheid in de Nederlandse visserijketen.

  • De Minister is medeverantwoordelijk voor gebiedsgericht werken, waarbij de LVVN-opgaven in onderlinge samenhang met andere maatschappelijke en regionale opgaven optimaal worden opgepakt om te komen tot een optimale versterking van de brede welvaart.

  • De Minister voert de regie over de aanpak van regionale knelpunten en de inzet van de Regio Envelop, in overleg met de Minister van BZK.

  • De Minister is het aanspreekpunt voor wat betreft de betrokkenheid van het Rijk bij bodemdaling in het landelijke gebied in relatie tot landbouw, natuur en biodiversiteit en de vitaliteit van het platteland in bredere zin en voor landbouw als onderdeel van het Klimaatakkoord.

De Minister is (mede)verantwoordelijk voor:

Stimuleren

  • Het stimuleren en versterken van de maatschappelijke betrokkenheid bij het beschermen, versterken en duurzaam benutten van natuur en biodiversiteit, op zowel nationaal als internationaal niveau.

  • Het bevorderen van behoud en versterken van biodiversiteit in het agrarisch gebied en binnen agroketens.

  • Het ondersteunen van het versterken van de positie van de Nationale parken.

  • Het stimuleren van de inzet van de Nederlandse bos-, natuur- en houtsector in het energie- en klimaatbeleid en het bevorderen van de duurzame bijdrage van bos en natuur aan de groene grondstoffenvoorziening.

  • Het stimuleren van maatschappelijke initiatieven in lijn met de LVVN-visie, Nederland Natuurpositief, het Programma Natuur en het Natuur- en milieubeleidsplan Caribisch Nederland.

  • Het bevorderen van een duurzame, innovatieve en rendabele visserij- en aquacultuursector binnen de kaders van het Gemeenschappelijk visserijbeleid (Europees Maritiem, Visserij en Aquacultuur Fonds 2021-2027 (EMVAF)).

Regisseren

  • Het inzetten, samen met medeoverheden en bedrijfsleven, op de totstandkoming van afspraken over het versterken van biodiversiteit, aansluitend op de afspraken uit de EU-Biodiversiteitsstrategie en het mondiale biodiversiteitsverdrag (Convention on Biological Diversity, CBD).

  • Het voeren van regie op de aanpak van regionale knelpunten en de inzet van de Regio envelop, in overleg met de Minister van BZK, met als doel om de brede welvaart in de regio’s in Nederland te versterken.

Uitvoeren

  • Het met provincies nakomen van afspraken die gemaakt zijn in het Natuurpact en samen met provincies en IenW/RWS monitoren van de toestand van de natuur en biodiversiteit en benutting van natuur op land en in het water.

  • Het samen met de provincies opstellen van het gezamenlijke Programma Natuur, waarmee onder andere invulling wordt gegeven aan het ambitiedocument Nederland Natuurpositief en aan de langjarige financiële impuls in het natuurbeleid als gevolg van de stikstofaanpak.

  • Het onderhouden en handhaven van onder andere de Wet natuurbescherming en de Wet grondslagen natuurbeheer- en bescherming Caribisch Nederland en het treffen van voorbereidingen voor het invoeren van de Omgevingswet.

  • Het voorbereiden en uitvoeren van internationale en in EU-verband gemaakte afspraken over de internationale handel in bedreigde dier- en plantsoorten.

  • De implementatie van het Europese exotenbeleid. De provincies zijn verantwoordelijk voor het beheer van invasieve exoten.

  • Het doen uitvoeren van regelingen en programma’s, zoals de natuuronderdelen van de Mariene Strategie waaronder het Noordzeeakkoord en het Programma Noordzee 2022-2027 en het beheer van Kroondomeinen

  • Het samen met provincies uitwerken en uitvoeren van de bossenstrategie.

  • Staatsbosbeheer in staat stellen om, in samenhang met zijn maatschappelijke omgeving, uitvoering te kunnen geven aan zijn (kern)taken, zoals bedoeld in de Wet verzelfstandiging Staatsbosbeheer en het Convenant LVVN/Staatsbosbeheer (2014).

Onderstaand wordt ingegaan op de belangrijkste gerealiseerde beleidsresultaten in 2024.  

 Legalisatieopgave van de PAS-melders 

Het kabinet voelt zware urgentie en verantwoordelijkheid om de legalisatieopgave van de PAS-melders op te lossen, samen met de provincies. Dit kabinet heeft geconstateerd dat de oude aanpak via legalisatie met stikstofruimte onvoldoende effect heeft, daarom is in 2024 de aanpak verbreed. PAS-melders worden ondersteund via een maatwerkaanpak in het vinden van een oplossing (Kamerstuk 35334-322, 2024). Ook is in 2024 de Regeling Provinciale maatregelen PAS-melders opnieuw opengesteld waarmee de provincies maatregelen kunnen nemen om PAS-melders een oplossing te bieden. De eerste aanvraagperiode van deze regeling heeft in het najaar van 2024 plaatsgevonden. 

 AERIUS-instrumentarium 

De rol en positionering van het AERIUS-instrumentarium, met name voor toestemmingverlening en beleidsvorming, is begin 2024 nader uiteengezet (Kamerstuk 37735-590, 2024). Het AERIUS-instrumentarium is in 2024 verder doorontwikkeld in lijn met het advies van het Adviescollege ICT-toetsing. Zo zijn de onderliggende data geactualiseerd, en is er gewerkt aan functionaliteit en het beschikbaar maken van gegevens voor het doorrekenen van scenario’s voor gebiedsplannen. In AERIUS Calculator zijn in 2024 ca. 750.000 berekeningen uitgevoerd. In 2024 is er budget besteed om AERIUS draaiende te houden, de (door)ontwikkeling van AERIUS en andere stikstoftooling te faciliteren, en voor gerelateerde adviesvragen over stikstof aan het RIVM.

Inzet zaakbegeleiding

Ondernemers die vallen onder de aanpak piekbelasting en ondernemers die kunnen deelnemen aan de Lbv beschikken over de mogelijkheid om gebruik te maken van een zaakbegeleider. In 2024 is verder gewerkt met de inzet van zaakbegeleiders om een vast contactpersoon te bieden vanuit de overheid die de ondernemer kan begeleiden en faciliteren bij het maken van een toekomstkeuze. Zaakbegeleiders hebben brede ervaring in de agrarische sector en kennen de weg binnen de landelijke overheid, provincies en gemeentes. 

Nationale Grondbank

De Nationale Grondbank (NGB) van het Ministerie van LVVN is sinds begin 2023 operationeel. De NGB zorgt voor verbeterde grondmobiliteit in het landelijk gebied die bijdraagt aan het halen van de doelen uit het huidige Regeerprogramma, zoals beschikbaarheid van landbouwgrond voor perspectief van (jonge) boeren (o.a. via ruil van grond, verplaatsen, omvormen) en doelen op het gebied van natuur, water en klimaat. In 2024 is voor 24 casussen, op verzoek van provincies of van deelnemers aan beëindigingsregelingen, gestart met het aankoopproces. Voor de 13 nog lopende casussen gaat het om een totale omvang van circa 570 hectare agrarische grond. In 2024 is daarnaast de eerste aankoop gerealiseerd, het betreft een aankoop van circa 12 hectare.

Provinciale maatregelen 

In 2024 is verder gewerkt aan de uitvoering van de provinciale versnellingsmaatregelen die onderdeel waren van de provinciale uitvraag van 2022 om eerste stappen te zetten in de doorontwikkeling van het landelijk gebied. 

In april 2024 hebben de provincies maatregelpakketten ingediend die bijdragen aan het behalen van de (inter)nationale natuur-, water- en klimaatverplichtingen. Deze maatregelen zijn opgesteld op basis van het tussentijds beeld van het Rijk, de onafhankelijke wetenschappelijke beoordeling van Wageningen Economic Research (WEcR) en (indien van toepassing) adviezen van de Ecologische Autoriteit. De maatregelpakketten zijn vervolgens door het Rijk integraal beoordeeld, waarna het kabinet middelen aan de provincies beschikbaar heeft gesteld voor de uitvoering van deze provinciale koplopermaatregelpakketten (Kamerbrief 35 334, nummer 192). De provincies voeren deze maatregelen uit samen met boeren, gemeenten, waterschappen en andere gebiedspartijen in het landelijk gebied. De uitvoering hiervan is van start gegaan in 2024 en zal de komende jaren doorlopen. De Kamer is op 29 november 2024 geïnformeerd over de voortgang van de uitvoering van de provinciale maatregelen die in 2022 en 2024 zijn toegekend met het ‘Stand-van-zaken rapport Uitvoering van de aanpak in gebieden’ bij de Kamerbrief ‘Ruimte voor Landbouw en Natuur’ (Kamerbrief 35 334). 

Programma Natuur

In 2024 is de Regeling Specifieke uitkering (SPUK) Programma Natuur fase 2 gepubliceerd. De aanvragen zijn getoetst. Voor in totaal €1,35 mlrd. zijn beschikkingen aan alle provincies verleend voor uitvoering van natuurherstelmaatregelen. De maatregelen dragen bij aan de instandhouding van beschermde soorten en habitats.

Natuurmonitoring

In 2024 zijn met succes de voorbereidingen getroffen voor de openstelling van de Nationale Databank Flora en Fauna begin 2025.

Als onderdeel van het Verbeterprogramma VHR monitoring zijn volgens planning methodieken ontwikkeld en pilots gestart voor het centraal vastleggen van natuurmaatregelen en het monitoren van omgevingscondities. Er is een start gemaakt met de ontwikkeling van uniforme beoordelingskaders voor habitattypen, en er is een plan voor intensivering van het Verbeterprogramma in 2025 vastgesteld. Daarnaast is een plan van aanpak vastgesteld om te starten met aanvullende monitoring voor de Europese Natuurherstelverordening in 2025.

Programma veenweide (onderdeel paragraaf Klimaatopgave)

In 2024 hebben provincies via de koplopermaatregelenpakketten NPLG middelen ontvangen voor de uitrol van veenweidemaatregelen. Ook is in 2024 de Samenwerkingsmaatregel veenweide en overgangsgebieden opengesteld geweest, in welk kader eind 2024 eerste beschikkingen zijn verstrekt. In het kader van het Veenweide Innovatie Programma Nederland (VIP-NL) zijn aan diverse consortia subsidiebeschikkingen verstrekt voor het uitvoeren van onderzoek naar kosteneffectieve maatregelen om broeikasgasemissies uit veengronden te verminderen. Ook zijn subsidiebeschikkingen verstrekt aan het Veenweide Innovatiecentrum (VIC) voor het uitvoeren van onderzoek naar mogelijke nieuwe businessconcepten op veengronden en aan het Nationaal Onderzoeksprogramma Broeikasgassen Veenweide (NOBV) voor de voortzetting (fase 2) van het onderzoek in de periode 2024-2028. In het NOBV is de monitoring van CO2-emissies vormgegeven en zijn hierover rapportages gepubliceerd.

Caribisch Nederland                                           

In 2024 is ingezet op verdergaand natuurherstel zodat huidige en toekomstige generaties op duurzame wijze gebruik kunnen blijven maken van de natuur. Er is bijgedragen aan de strategische doelen die in 2030 behaald moeten zijn waaronder herstel en beheer van koraal, unieke habitats en soorten en duurzaam landgebruik voor de lokale economie. Vanuit LVVN is concreet bijgedragen aan koraal-en mangrove herstel, herbebossing, gebiedsplannen en capaciteitsopbouw en structuurvisies, de aanpak van grazers, invasieve soorten, voedselzekerheid op de eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Het betreft een interdepartementaal programma waaraan ook I&W en BZK bijdragen. Het betreft uitkeringen voor activiteiten die doorlopen tot 2030 zonder jaargrenzen waarin 2024 het einde van de eerste fase van het Natuur- en milieubeleidsplan Caribisch Nederland markeert. Voor deze eerste fase is een evaluatie opgesteld die samen met de Staat van de natuur in 2025 aan de Tweede Kamer zal worden aangeboden. In de evaluatie wordt een financiële analyse meegenomen.

Brexit Adjustment Reserve (BAR) visserij

De Brexit Adjustment Reserve (BAR) is opgezet om de gevolgen van de visserij op te vangen. In totaal heeft Nederland € 886,2 mln. toegewezen gekregen, waarvan € 200,0 mln. bestemd was voor de visserij. Specifiek waren deze middelen bestemd voor visserijbedrijven die geraakt waren door de Brexit, bijvoorbeeld door een vermindering van vangstmogelijkheden.

In 2022 en 2023 hebben drie regelingen (de saneringsregeling, liquiditeitsregeling en stilligregeling) opengestaan voor aanvragen. Onder de saneringsregeling zijn er 51 vissersvaartuigen gesaneerd, wat als doel had om de vangstmogelijkheden weer in balans te brengen met de vangstcapaciteit. De stilligregeling zag op het compenseren van eigenaren van vissersvaartuigen voor het stilliggen als gevolg van de quotaverliezen door het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de EU. Voor deze regeling zijn er 75 aanvragen toegewezen. De liquiditeitsregeling is een tegemoetkoming voor vissers die inkomensverlies hebben geleden in het eerste kwartaal van 2021 door het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de EU. Vier aanvragen zijn op de liquiditeitsregeling toegewezen. Net als in eerdere jaren was de RVO belast met de afhandeling van subsidieaanvragen, inclusief bezwaar- en beroepszaken. Tot slot zijn in 2024 de voorbereidingen getroffen voor de evaluatie van de BAR.

In september 2024 zijn de BAR-gelden bij de Europese Commissie gedeclareerd (Kamerstuk 35393, nr. 54). Onderdeel van deze declaratie was € 134,0 miljoen voor de BAR-regelingen voor de visserij. 

Energie Efficiëntieregeling Visserij

In 2023 heeft de regeling voor het verhogen van de energie-efficiëntie in de visserij opengestaan. De regeling richt zich primair op (garnalen)kotters. De regeling biedt vissers de ruimte om - binnen de staatssteunkaders - zelf te bepalen welke maatregelen getroffen moeten worden ten behoeve van de verhoging van de energie-efficiëntie. In 2024 zijn alle aanvragen die voldeden aan de voorwaarden verleend. Ondernemers zijn nu bezig met het uitvoeren van hun activiteiten.

IJsselmeersanering

LVVN heeft in het kader van het Actieplan «Toekomstig visserijbeheer IJsselmeergebied» (Kamerstuk 29 664, nr. 71)  een saneringsregeling voor het IJsselmeergebied  (Kamerstuk 31 710, nr. 85) opengesteld. Dit betreft een uitkoopregeling voor staand want netten en zegennetten. De regeling bood de mogelijkheid voor visserijbedrijven om op vrijwillige basis tegen betaling afstand te doen van het recht om de genoemde netten in te kunnen zetten en hiermee de visserijdruk te verminderen. De regeling heeft tweemaal open gestaan. Van 1 juli 2024 t/m 12 augustus 2024 en nogmaals van 1 november 2024 t/m 15 november 2024. Van de regeling is uiteindelijk geen gebruik gemaakt. Over de achtergronden hiervan is de Kamer eerder geïnformeerd (Kamerstuk 36 625 XIV, Nr. 4).

Klimaatopgave Landbouw en Landgebruik

Uit de KEV2024 blijkt dat het sectorale restemissiedoel (maximale uitstoot CO2 in 2030) voor landbouw incl. glastuinbouw (17,9 Mton CO2 -eq. in 2030) en landgebruik (1,8 Mton CO2 -eq. in 2030) nog niet binnen bereik ligt (Kamerstuk 32 813, nr. 1416). PBL raamt op basis van het vastgesteld en voorgenomen beleid voor landbouw een emissie in 2030 van 22 (20,0 ‒ 24,7) Mton CO2 -equivalenten. Inclusief geagendeerd beleid komt de raming op 20,7 ‒ 25,5 Mton. Het afgesproken sectordoel voor de glastuinbouw van 4,3 Mton CO2 -eq. ligt ook niet binnen bereik maar wel binnen de bandbreedte. De KEV 2024 raamt een uitstoot van 5,8 (3,8-8,1) Mton CO2 -eq. in 2030. Voor landgebruik raamt PBL op basis van het vastgesteld en voorgenomen beleid 4,8 (4,7-5,3) Mton CO2 -eq. en 4,3–5,1 Mton inclusief geagendeerd beleid in 2030. 

In de veehouderij is de door het PBL geraamde emissiereductie met name toe te schrijven aan de beëindigingsregelingen die het kabinet afgelopen jaren heeft opengesteld, zoals de Saneringsregeling varkenshouderijen (Srv)  en de Maatregel Gerichte Aankoop (MGA). De MGA is de voorloper van de landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties (Lbv) en de Lbv-plus. De belangstelling om deel te nemen aan deze regelingen is groot, per 20 maart 2024 waren voor de Lbv en Lbv-plus regeling samen 1305 aanvragen ingediend, het merendeel door varkenshouderijen. Per 20 maart hebben 100 veehouders aangegeven daadwerkelijk te gaan stoppen. De openstelling van de Lbv-plus is verlengd tot 20 december 2024 en de beoordeling van de aanvragen loopt nog door tot in 2025. Het is daarom nu nog niet duidelijk hoeveel veehouders uiteindelijk daadwerkelijk gaan stoppen en hoeveel dieren/dierrechten er uit de markt gehaald worden (Kamerstuk 32813, nr. 1416.).2

Ook is de in de veehouderij door het PBL geraamde emissiereductie toe te schrijven aan de gevolgen van de implementatie van de derogatiebeschikking. In het kader van de derogatiebeschikking moet de mestproductie omlaag. De mestproductieplafonds zijn op 1 januari 2024 verlaagd (Kamerstuk 32 813, nr. 1416).3

Binnen het convenant glastuinbouw  zijn er o.a. afspraken gemaakt over een CO2 heffing voor de glastuinbouw. Er loopt een verschilstudie tussen de uitkomsten van PBL (de KEV) en de Tariefstudie van Berenschot naar de CO2-heffing, op basis waarvan 1 maart 2025 een advies komt richting de VJB over beprijzing. 

Voor landgebruik specifiek veenweiden werd naast de middelen voor koplopermaatregelen van het NPLG (2024) ook ingezet op doelbereik via de samenwerkingsmaatregel Veenweiden en overgangsgebieden Natura 2000 van het GLB (2023-2027) die in 2024 voor het eerst is opengesteld. Het financiële instrumentarium voor landgebruik (veenweide, bos/bomen/natuur, landbouwbodems) is echter met het wegvallen van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) en het daaraan gekoppelde Transitiefonds komen te vervallen. Daarvoor in de plaats heeft de Minister van LVVN de aanpak Ruimte voor Landbouw en Natuur aangekondigd waarin alle staande doelen voor natuur, water en klimaat samen worden gebracht (Kamerstuk 36-600 XIV, nr. 66). Over de verdere invulling daarvan wordt besloten in het voorjaar van 2025.

Tabel 14 Budgettaire gevolgen van beleid Artikel 22 (bedragen x €1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

  

2020

2021

2022

2023

2024

2024

2024

Art.

Verplichtingen

0

987.454

758.961

330.352

3.640.197

2.287.895

1.352.302

         
 

Uitgaven

0

572.684

583.999

899.800

1.797.260

1.459.793

337.467

         

22.0

Natuur, visserij en gebiedsgericht werken

0

572.684

583.999

899.800

1.797.260

1.459.793

337.467

 

Subsidies (regelingen)

0

26.369

42.758

201.115

89.088

102.471

‒ 13.383

 

Vermaatschappelijking Natuur en Biodiversiteit

0

5.988

5.841

6.600

10.101

6.235

3.866

 

Natuur en Biodiversiteit op land

0

10.271

23.303

38.602

43.017

70.466

‒ 27.449

 

Beheer Kroondomeinen

0

775

775

867

746

803

‒ 57

 

Duurzame visserij

0

4.166

8.144

148.067

19.291

14.859

4.432

 

Overige stelsel activiteiten

0

5.169

4.695

5.579

8.579

6.208

2.371

 

Natuur en Biodiversiteit Grote Wateren

0

0

0

1.400

7.354

3.900

3.454

 

Leningen

0

23.509

22.922

22.262

21.829

22.145

‒ 316

 

Leningen rente en aflossing

0

23.509

22.922

22.262

21.829

22.145

‒ 316

 

Garanties

0

324

350

0

0

0

0

 

Garantie Klimaatfonds

0

324

350

0

0

0

0

 

(Schade)vergoeding

0

0

0

0

0

5.000

‒ 5.000

 

Vermaatschappelijking natuur en biodiversiteit

0

0

0

0

0

5.000

‒ 5.000

 

Opdrachten

0

22.895

47.124

36.610

37.591

170.512

‒ 132.921

 

Vermaatschappelijking Natuur en Biodiversiteit

0

2.132

4.762

2.325

3.032

15.147

‒ 12.115

 

Natuur en Biodiversiteit op land

0

1.396

28.274

17.590

19.319

75.344

‒ 56.025

 

Natuur en Biodiversiteit Grote Wateren

0

11.927

6.585

7.465

5.621

34.056

‒ 28.435

 

Duurzame visserij

0

449

570

1.374

1.871

36.940

‒ 35.069

 

Internationale Samenwerking

0

1.932

2.103

2.674

2.994

3.027

‒ 33

 

Klimaatimpuls Natuur en Biodiversiteit

0

4.865

4.538

5.182

4.754

5.998

‒ 1.244

 

Regio Deals

0

194

292

0

0

0

0

 

Bijdrage aan agentschappen

0

8.995

13.399

13.553

15.855

109.812

‒ 93.957

 

Rijkswaterstaat

0

8.995

13.399

12.891

14.623

9.812

4.811

 

Rijksvastgoedbedrijf

0

0

0

0

457

100.000

‒ 99.543

 

Overige agentschappen

0

0

0

662

775

0

775

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

0

29.865

29.649

31.977

35.128

30.987

4.141

 

Staatsbosbeheer

0

29.865

29.649

31.077

33.082

30.987

2.095

 

Overige ZBO's

0

0

0

900

2.046

0

2.046

 

Bijdrage aan medeoverheden

0

455.597

424.988

592.055

1.592.348

996.653

595.695

 

Caribisch Nederland

0

4.065

3.212

2.708

1.087

16.475

‒ 15.388

 

Specifieke uitkering

0

335.015

421.776

589.347

1.591.261

980.178

611.083

 

Regio deals

0

116.517

0

0

0

0

0

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

0

1.740

1.535

1.822

1.765

1.841

‒ 76

 

Internationale Samenwerking

0

1.740

1.535

1.822

1.765

1.841

‒ 76

 

Storting/onttrekking begrotingsreserve

0

3.390

1.274

406

3.656

0

3.656

 

Storting begrotingsreserve visserij

0

3.390

1.274

0

3.457

0

3.457

 

Storting begrotingsreserve natuur

0

0

0

406

199

0

199

 

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

0

0

0

0

0

20.372

‒ 20.372

 

Bijdrage aan provinciefonds

0

0

0

0

0

20.372

‒ 20.372

         
 

Ontvangsten

0

537.821

52.889

61.971

67.853

34.190

33.663

         
Tabel 15 Budgettaire gevolgen van beleid Artikel 22 Ontvangsten (bedragen x €1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

  

2020

2021

2022

2023

2024

2024

2024

         

Art.

Ontvangsten

0

537.821

52.889

61.971

67.853

34.190

33.663

         

22.0

Natuur, visserij en gebiedsgericht werken

0

537.821

52.889

61.971

67.853

34.190

33.663

 

Ontvangsten

0

537.821

52.889

61.971

67.853

34.190

33.663

 

Landinrichtingsrente

0

28.441

26.429

22.868

22.515

22.845

‒ 330

 

Verkoop gronden

0

12.159

8.804

1.045

0

500

‒ 500

 

Overige ontvangsten natuur

0

3.894

11.600

12.767

35.017

2.089

32.928

 

Duurzame visserij

0

7.690

6.056

23.518

8.286

8.756

‒ 470

 

Onttrekkingen begrotingsreserves

0

485.637

0

1.773

2.035

0

2.035

Voor wat betreft het toelichten van significante verschillen in de uitgaven, ontvangsten en verplichtingen in de realisatie versus de vastgestelde begroting 2024 zijn de ondergrenzen gehanteerd zoals opgenomen in de staffel die te vinden is in de leeswijzer van dit jaarverslag.

Verplichtingen

De verplichtingen vallen € 1,4 mld. hoger uit dan verwacht. Dit wordt met name verklaard door een verplichtingenschuif van ruim € 1,3 mld. in het kader van de SPUK-regeling Programma Natuur 2e fase. Verder wordt het verschil verklaard door een verschuiving van verplichtingenbudget (€ 169,7 mln.) van 2025 en 2026 naar 2024 voor de provinciale maatregelpakketten in het kader van de SPUK-regeling provinciale maatregelen landelijk gebied (RPML).

Uitgaven

Subsidies

Natuur en Biodiversiteit op land

Op het subsidiebudget Natuur en Biodiversiteit op land zijn de gerealiseerde uitgaven € 27,4 mln. lager uitgevallen. Dit wordt voornamelijk verklaard door een interdepartementale overheveling van € 20,0 mln. naar de begroting van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Deze middelen zijn bestemd voor het stimuleren van de depositiereductie bij Yara Sluiskil waarbij de bovenwettelijke reductie van ammoniakemissies wordt beoogd. Daarnaast is het budget van de Regeling Versneld Natuurherstel met € 7,7 mln. verlaagd omdat de uitputting van deze regeling lager uitkomt dan het beschikbare budget.

Opdrachten

Vermaatschappelijking Natuur en Biodiversiteit

De gerealiseerde uitgaven op het opdrachtenbudget Vermaatschappelijking Natuur en Biodiversiteit komen € 12,1 mln. lager uit ten opzichte van de vastgestelde begroting 2024. Dit verschil wordt met name verklaard door de subsidieregeling nationale parken. Hiervoor wordt circa € 4,0 mln. verantwoord onder het instrument 'subsidies (regelingen)'. Daarnaast is er € 1,9 mln. overgeheveld naar artikel 23 voor de RIVM opdracht voor Aerius. Het overige bedrag wordt verklaard door een groot aantal kleine ramingsbijstellingen van verschillende kleine projecten.

Natuur en Biodiversiteit op land

Op het vastgesteld opdrachtenbudget Natuur en Biodiversiteit op land zijn de gerealiseerde uitgaven € 56,0 mln lager uitgekomen dan geraamd in de vastgestelde begroting 2024. Dit betreft een saldo van meerdere mutaties en wordt met name veroorzaakt door een technische mutatie op het budget voor het Programma Natuur. Er is € 29,9 mln. naar het instrument «bijdrage aan medeoverheden» overgeheveld om de middelen op het juiste begrotingsinstrument te kunnen verantwoorden. Daarnaast is bij de uitvoeringskosten aanpak piekbelasting sprake van een onderuitputting van € 11,7 mln. Die wordt veroorzaakt door het achterblijven van de vraag naar zaakbegeleiders. Ook is er is € 9,6 mln. naar rijkuitvoeringsorganisaties overgeheveld voor ondersteuning bij het versterken van de uitvoeringskracht in het landelijk gebied, deze middelen worden verantwoord op de daarvoor bestemde beleidsinstrumenten. De grondtransacties van de Nationale Grondbank worden uitgevoerd door het Rijksvastgoedbedrijf. Uitvoeringskosten hiervoor worden verantwoord onder het instrument 'bijdrage aan agentschappen', daarom is er € 8,2 mln. overgeheveld naar dat instrument.

Natuur en Biodiversiteit grote wateren

Op het vastgesteld opdrachtenbudget «Natuur en Biodiversiteit grote wateren» is een verschil ontstaan van € 28,4 mln. Dit verschil wordt voornamelijk veroorzaakt door een overheveling van middelen (€ 25 mln.) naar het Ministerie van Klimaat en Groene Groei voor de digitalisering Ecologische Monitoring. Daarnaast is er vertraging ontstaan op het programma Natuurcompensatie Voordelta van € 1,6 mln. waardoor deze middelen zijn vrijgevallen.

Duurzame visserij

Het verschil tussen de vastgestelde begroting en de realisatie in 2024 voor Duurzame visserij bedraagt € 35,1 mln. aan lagere uitgaven. Dit komt grotendeels (€ 26,7 mln.) door het doorschuiven van middelen voor het Visserij Ontwikkel Programma (VOP) naar 2025. Daarnaast zijn er geen aanmeldingen ontvangen voor de Saneringsregeling IJsselmeer waarvoor € 8,3 mln. beschikbaar voor was in 2024.

Bijdrage aan Agentschappen

Rijksvastgoedbedrijf (RVB)

De gerealiseerde bijdrage aan Rijksvastgoedbedrijf is € 99,5 mln. lager dan begroot. Dit komt hoofdzakelijk door een kasschuif van € 100,0 mln. naar 2025 en 2026 voor de aankoop van gronden door de Nationale Grondbank. Door vertraging in de uitvoering worden de aankopen van de Nationale Grondbank die voorzien waren in 2024, in latere jaren afgerond.

Bijdrage aan medeoverheden

Caribisch Nederland

Op het vastgestelde budget voor bijdrage aan Caribisch Nederland is een verschil ontstaan van € 15,4 mln. Dit is veroorzaakt door diverse overhevelingen van budget naar andere onderdelen op de Rijksbegroting. De grootste budgetoverhevelingen betreft een overheveling van € 7,0 mln. naar het BES-fonds ten behoeve van de Vrije Uitkering aan Bonaire, Saba en St. Eustatius voor de uitvoering van het Natuur- en Milieubeleidsplan Caribisch Nederland 2020-2030. Daarnaast is er € 5,7 mln. overgeheveld naar het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat voor regen- en afvalwaterbeheer.

Specifieke uitkering

Op het vastgestelde budget voor bijdrage aan medeoverheden voor Specifieke Uitkering is een verschil ontstaan van € 611,1 mln. Provincies hebben kenbaar gemaakt al in 2024 te kunnen starten met een aantal provinciale maatregelpakketten in plaats van in 2025. Zodoende is het daarbij behorende budget ten waarde van € 231,0 mln. van 2025 naar 2024 verplaatst. In het kader van de SPUK-regeling Programma Natuur 2e fase is er € 170,0 mln. uit 2025 naar 2024 geschoven. Hiermee kunnen de provincies eerder meer maatregelen voor natuurherstel treffen. Daarnaast wordt het verschil mede veroorzaakt doordat er in het voorjaar 2024 in totaal € 117,4 mln. extra budget beschikbaar is gemaakt voor de LVVN begroting ter financiering van provinciale maatregelpakketten in het kader van de SPUK regeling provinciale maatregelen landelijk gebied (RPML).Voor de SPUK regeling provinciale maatregelen PAS-melders (RPMP) in het voorjaar van 2024 in totaal € 100,0 mln beschikbaar gesteld. Deze maatregelen hebben als doel via verschillende soorten provinciale maatregelen zoveel mogelijk PAS melders een oplossing te bieden. Dit kan zowel via provinciale regelingen als via maatwerk.

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

Bijdrage aan provinciefonds

De gerealiseerde bijdrage aan het provinciefonds is € 20,4 mln. lager dan vastgesteld in de begroting. Dit wordt verklaard door een overheveling naar het provinciefonds om de vergoedingen binnen het Subsidiestelsel Natuur en Landschap op te hogen.

Ontvangsten

Overige ontvangsten natuur

De gerealiseerde ontvangsten op het budget Overige ontvangsten Natuur zijn € 32,9 mln. hoger dan geraamd in de vastgestelde begroting. Dit betreft met name terugbetalingen in het kader van de Specifieke uitkering Maatregel Gerichte Aankoop van circa € 23,2 mln. Daarnaast heeft voor de regeling provinciale maatregelen PAS-melders in het voorjaar een terugbetaling plaatsgevonden van niet gebruikte middelen van circa € 9,6 mln.

Toelichting op de begrotingsreserves

Tabel 16 Begrotingsreserve visserij (bedragen x € 1.000)

Begrotingsreserve visserij (bedragen x € 1.000)

 

Stand 1/1/2024

29.038

+ Bijschrijving rente

0

+ Storting

3.457

- Onttrekking

801

Stand per 31/12/2024

31.694

De begrotingsreserve visserij is bestemd voor uitgaven en ontvangsten met betrekking op de Europese Visserijfondsen (EFMZV en EMFAF). Hiermee blijven cofinancieringsmiddelen beschikbaar voor latere jaren.

Er is een onttrekking gedaan uit de visserijreserve van € 0,8 mln. ten behoeve van EFMZV opdrachten. (In de budgettaire tabel is onder Onttrekkingen begrotingsreserves nog een andere ontvangst geboekt.) Daarnaast vindt een storting plaats van € 3,5 mln. Dit betreft met name middelen vanuit het Noordzeeakkoord.

2

Deze informatie is ook te vinden op www.dashboardklimaatbeleid.nl.

3

Deze informatie is ook te vinden op www.dashboardklimaatbeleid.nl.

Licence