Base description which applies to whole site

Artikel 22 Natuur, visserij en gebiedsgericht werken

De Minister van LNV streeft naar een sterke en veerkrachtige natuur, een duurzame en economisch rendabele visserijsector en draagt via gebiedsgericht werken bij aan het versterken van de brede welvaart.

  • De Minister is verantwoordelijk voor het beschermen, herstellen en duurzaam benutten van de natuur en biodiversiteit, mede in relatie tot de klimaat-, en stikstofdoelstellingen, in nationaal, EU- en mondiaal verband. Voor de natuurkwaliteit van de Rijkswateren en voor de internationale samenwerking op natuurgebied treedt de Minister als eerstverantwoordelijke op.

  • De Minister is verantwoordelijk voor het versterken van de positie van de Nederlandse visserijketen en het bevorderen van duurzaamheid, transparantie en ketenverantwoordelijkheid in de Nederlandse visserijketen.

  • De Minister is medeverantwoordelijk voor gebiedsgericht werken, waarbij de LNV-opgaven in onderlinge samenhang met andere maatschappelijke en regionale opgaven optimaal worden opgepakt om te komen tot een optimale versterking van de brede welvaart.

  • De Minister is het aanspreekpunt voor wat betreft de betrokkenheid van het Rijk bij bodemdaling in het landelijke gebied in relatie tot landbouw, natuur en biodiversiteit en de vitaliteit van het platteland in bredere zin en voor landbouw als onderdeel van het Klimaatakkoord.

De Minister is (mede)verantwoordelijk voor:

Stimuleren

  • Het stimuleren en versterken van de maatschappelijke betrokkenheid bij het beschermen, versterken en duurzaam benutten van natuur en biodiversiteit, op zowel nationaal als internationaal niveau.

  • Het bevorderen van het behoud en versterken van biodiversiteit in het agrarisch gebied en binnen agroketens.

  • Het ondersteunen van het versterken van de positie van de Nationale parken.

  • Het stimuleren van de inzet van de Nederlandse bos-, natuur- en houtsector in het energie- en klimaatbeleid en het bevorderen van de duurzame bijdrage van bos en natuur aan de groene grondstoffenvoorziening.

  • Het stimuleren van maatschappelijke initiatieven in lijn met de LNV-visie, Nederland Natuurpositief, het Programma Natuur en het Natuur- en milieubeleidsplan Caribisch Nederland.

  • Het bevorderen van een duurzame, innovatieve en rendabele visserij- en aquacultuursector binnen de kaders van het Gemeenschappelijk visserijbeleid (Europees Maritiem, Visserij en Aquacultuur Fonds 2021-2027 (EMFAF)).

Regisseren

  • Het inzetten, samen met medeoverheden en bedrijfsleven, in lijn met de Agenda Natuurinclusief op de totstandkoming van afspraken over het herstel van biodiversiteit, aansluitend op de afspraken uit de EU-Biodiversiteitsstrategie en het mondiale biodiversiteitsverdrag (Convention on Biological Diversity, CBD).

Uitvoeren

  • Het met provincies nakomen van afspraken die gemaakt zijn in het Natuurpact en samen met provincies en IenW/RWS monitoren van de toestand van de natuur en biodiversiteit en benutting van natuur op land en in het water.

  • Het samen met de provincies opstellen van het gezamenlijke Programma Natuur, waarmee onder andere invulling wordt gegeven aan het ambitiedocument Nederland Natuurpositief en aan de langjarige financiële impuls in het natuurbeleid als gevolg van de stikstofaanpak.

  • Het onderhouden en handhaven van onder andere de Wet natuurbescherming en de Wet grondslagen natuurbeheer- en bescherming Caribisch Nederland en de implementatie van de Omgevingswet en handhaven en onderhouden daarvan, voor zover het betreft de regels waarvoor de minister van LNV verantwoordelijk is.

  • Het voorbereiden en uitvoeren van internationale en in EU-verband gemaakte afspraken over de internationale handel in bedreigde dieren en planten.

  • De implementatie van het Europese exotenbeleid. De provincies zijn verantwoordelijk voor het beheer van invasieve exoten.

  • Het doen uitvoeren van regelingen en programma’s, zoals het Programma naar een Rijke Waddenzee, het Programma Noordzee 2022-2027, de natuuronderdelen van de Mariene Strategie en het beheer van Kroondomeinen.

  • Het samen met provincies uitwerken en uitvoeren van de bossenstrategie.

  • Staatsbosbeheer in staat stellen om, in samenhang met zijn maatschappelijke omgeving, uitvoering te kunnen geven aan zijn (kern)taken, zoals bedoeld in de Wet verzelfstandiging Staatsbosbeheer en het Convenant LNV/Staatsbosbeheer (2014).

  • Het doen uitvoeren van de regelingen in het kader van de Brexit Adjustment Reserve (saneringsregeling, liquiditeitsregeling en stilligregeling).

Agenda Natuurinclusief

De Agenda Natuurinclusief is onderdeel van het Programma Natuur en beoogt de samenhang en integratie te vinden met andere inspanningen en maatschappelijke domeinen, wat moet leiden tot een meer natuurinclusieve samenleving. Alleen met integraal en natuurinclusief werken op alle terreinen kan de natuur weer worden hersteld en kan haar kracht weer benut worden. Dat vergt natuurbeleid dat zich uitstrekt buiten beschermde natuurgebieden, zoals de stad en agrarisch gebied, en dat zich ook richt op onze economie en op het beïnvloeden van ons gedrag, zodat aan de voorkant rekening wordt gehouden met de natuur. Deze agenda is van belang voor het bereiken van Europese en internationale Biodiversiteitsdoelen.

In 2023 werken we aan de uitvoering en de concretisering van de Agenda Natuurinclusief. De Agenda 1.0 is een startdocument voor een beweging naar natuurinclusiviteit en geeft de stand van zaken van dit moment. In het najaar van 2023 is de Agenda Natuurinclusief 2.0 gereed en zal voor alle domeinen duidelijk zijn welke uitvoeringsstappen zijn gemaakt en nog zullen maken, en wat daarvoor nodig is. Ook zal onderzocht zijn op welke domeinen de Agenda verbreed kan worden.

Versterking Noordzee ecosysteem (Windenergie op zee)

Het kabinet streeft er naar de klimaatdoelen te verbinden aan de doelen van het Noordzee milieu- en ecosysteem en daarmee de versterking van de draagkracht van het natuurlijke kapitaal van de Noordzee. Dit moet bijdragen aan het behalen van zowel de ecologische doelen (van afname naar versterking) als de ontwikkeling van duurzaam economisch profijt (productie duurzame energie stijgt, realisatie geïnstalleerd vermogen stijgt). Het beleid bouwt voort op het Noordzeeakkoord en is aanvullend gericht op de volgende Energie op Zee opgave (versnelling en schaalsprong). Concreet betekent dit het behalen en in stand houden van de Europese N2000- en KRM-doelen en het realiseren van de duurzame energiedoelen en duurzaam gebruik. De Europese Commissie stuurt nadrukkelijk op de dubbeldoelstellingen bescherming mariene milieu, het behalen van duurzame energiedoelen en duurzame blauwe economie. Als de natuur en de ecologische doelen verder onder druk komen te staan, zal dit mogelijk de opgave voor de duurzame energie en voedseltransitie ernstig kunnen vertragen.

In 2023 wordt gewerkt aan de ontwikkeling van maatregelen voor natuurversterking en soortenbescherming binnen en buiten windenergieparken, inclusief experimenten natuurinclusief bouwen; investeren in aanvullende natuurherstelmaatregelen binnen en buiten windenergieparken en gerichte compensatie voor de natuur. Ook wordt ingezet op de digitalisering Ecologische Monitoring Noordzee, wat de monitoring van het toenemend menselijk gebruik van de Noordzee efficiënter en makkelijker uitvoerbaar maakt. Het doel is om een aanzet te leveren voor verschillende monitoringsprogramma's op de Noordzee zodat er efficiënter kan worden gewerkt en er een meerwaarde ontstaat van het simultaan verzamelen van gegevens.

Verduurzamen en aanpassen van de visserijsector (Windenergie op zee)

Onder meer de toename van windenergieparken op zee en de daarmee afnemende ruimte voor overige activiteiten zorgt ervoor dat de visserijsector in aard en omvang moet aanpassen. Zeker nu de sector steeds kleiner wordt, zijn er verdere optimalisaties nodig om de bedrijven en ook de infrastructuur (scholing, visafslagen, gemeenschappen) toekomstperspectief te bieden.

Het kabinet heeft besloten om bij het aanwijzen van nieuwe gebieden voor windenergie in het Programma Noordzee 2022-2027 extra middelen uit het Klimaatfonds vrij te maken voor deze maatregelen voor onder andere aanpassingen van de visserij en voedselvoorziening en de keten en gemeenschappen. In de periode tot en met 2030 komt hiervoor € 199 mln. extra beschikbaar. Deze middelen bieden de kans om steviger in te zetten op de ontwikkeling van nieuwe technieken, waar nodig en mogelijk vlootvernieuwing te stimuleren en nieuwe vormen van voedselwinning onder andere in windparken te ondersteunen.

In 2023 zal onderzoek gedaan worden naar verdere verduurzamingsopties, innovatie en de ontwikkeling van medegebruik door (alternatieve vormen van) visserij en voedselproductie in windparken. Daarbij wordt ook gekeken naar de visserijinfrastructuur, door ondersteuning te bieden bij ketenoptimalisatie en regionale ontwikkeling. Er wordt gewerkt aan het opstellen van concrete doelen voor voedselwinning uit zee en er wordt ingezet om te komen tot meer duidelijkheid over de beschikbare ruimte voor voedselwinning uit zee. Voor het vraagstuk van de ruimte voor visserij/voedselwinning wordt aangesloten bij de ruimtelijke processen die rond de inpassing van windenergie op zee worden doorlopen in het kader van de partiële herziening van het Programma Noordzee 2022-2027, maar ook bij gebiedsverkenningen en gebiedspaspoorten die richting geven aan de concrete invulling en mogelijkheden voor medegebruik van windparken. Onderzoeken die hier een bijdrage aan leveren en waar in 2023 aan gewerkt zal worden bestaan onder andere uit een sociaaleconomische impact analyse , displacementonderzoek en onderzoek naar de wenselijkheid en mogelijkheid van (passieve) visserij en voedselproductie in windenergiegebieden.

PAS-melders

Op het budget Specifieke uitkering is voor 2023 € 250 mln. beschikbaar om de legalisatieopgave van de PAS-melders. Dit budget wordt verdeeld over de twaalf provincies en ingezet om de legalisatieopgave versneld te laten verlopen (Kamerstuk 2022Z14127). Hiermee geeft het Kabinet uitvoering aan het wettelijke legalisatieprogramma (volgend uit art. 1.13a Wnb) en de motie Bisschop die om het versneld uitvoeren van het programma vraagt (Kamerstuk 33 376, nr. 276). Deze aanpak is aanvullend op de maatregelen die het Rijk treft in het kader van het legalisatieprogramma.

Met deze middelen worden de provincies in staat gesteld om de benodigde maatregelen te treffen om de problematiek van de PAS-melders versneld op te lossen. De middelen kunnen door provincies worden ingezet voor maatregelen om een reductie van stikstofdepositie te bewerkstelligen waarmee stikstofruimte wordt gegenereerd om PAS-melders te legaliseren door het verlenen van toereikende natuurvergunningen en additionele maatregelen. Met deze middelen is het zodoende voor de provincies mogelijk om het noodzakelijke maatwerk te bieden. Deze maatregel bewerkstelligt een versnelling van een jaar ten opzichte van de huidige planning van andere regelingen.

Provinciale Uitvraag

De stikstofaanpak heeft voor het landelijk gebied en de maatschappij grote gevolgen. Op verzoek van de minister van Natuur en Stikstof hebben de provincies in het voorjaar van 2022 voorstellen ingediend om de integrale gebiedsgerichte aanpak versneld van start te laten gaan. De versnellingsvoorstellen moeten vooruitlopend op de gebiedsprogramma’s in de jaren 2022 en 2023 bijdragen aan de doelen in de integrale gebiedsgerichte aanpak: natuur (inclusief stikstof), water en klimaat. Bij de beoordeling van de versnellingsvoorstellen van de provincies door het Rijk zijn daarom vier criteria gehanteerd. De maatregelen zijn no-regret; dragen bij aan doelmatig, duurzaam en één of meer van de doelen van de aanpak; leiden tot zo min mogelijk lock-in effecten; en zorgen voor draagvlak in de regio. De versnellingsvoorstellen moeten vooruitlopend op de gebiedsprogramma’s in de jaren 2022 en 2023 bijdragen aan de doelen in de integrale gebiedsgerichte aanpak: natuur (inclusief stikstof), water en klimaat. De voorstellen voorzien in de aankoop van onder andere bedrijven, de afwaardering van gronden, innovatie, kennisontwikkeling, het vergroten van maatschappelijke betrokkenheid en het uitvoeren van KRW-, natuur- en stikstofmaatregelen. De totale uitgaven bedragen € 504 mln., waarvan € 229 mln. in 2022 en € 275 ml. in 2023. Deze middelen zullen via een specifieke uitkering aan de provincies verstrekt worden.

Budgettaire gevolgen van beleid Artikel 22 (bedragen x1000)

Omschrijving

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

987.454

892.698

535.168

528.341

520.699

470.671

469.528

        

Uitgaven

572.684

677.579

1.219.304

548.676

529.853

469.832

469.089

waarvan juridisch verplicht

  

71%

    
        

Subsidies (regelingen)

       

Vermaatschappelijking Natuur en Biodiversiteit

5.988

7.050

7.411

6.374

6.250

6.830

6.830

Natuur en Biodiversiteit op land

10.271

29.006

61.922

62.920

60.475

2.255

1.818

Beheer Kroondomeinen

775

871

803

803

803

803

803

Duurzame visserij

4.166

54.202

162.759

7.759

6.871

6.159

6.580

Overige stelsel activiteiten

5.169

6.034

6.410

6.058

6.152

6.037

6.569

Leningen

       

Leningen rente en aflossing

23.509

22.923

22.745

22.145

22.145

22.145

22.145

Garanties

       

Garantie Klimaatfonds

324

324

322

0

0

0

0

Opdrachten

       

Vermaatschappelijking Natuur en Biodiversiteit

2.132

8.067

10.699

5.899

5.891

3.348

3.348

Natuur en Biodiversiteit op land

1.396

23.747

32.166

43.345

43.354

43.810

43.779

Natuur en Biodiversiteit Grote Wateren

11.927

8.849

20.644

25.838

28.844

32.618

31.152

Duurzame visserij

449

4.294

32.630

30.236

30.566

31.301

31.539

Internationale Samenwerking

1.932

2.526

3.948

3.948

3.948

3.918

3.918

Klimaatimpuls Natuur en Biodiversiteit

4.865

5.805

6.426

6.431

3.306

3.306

3.306

Regio Deals

194

550

0

0

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

       

Rijksrederij

8.995

11.521

12.574

9.274

9.591

9.274

9.274

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

       

Staatsbosbeheer

29.865

29.547

29.517

29.517

29.465

29.465

29.465

Bijdrage aan medeoverheden

       

Caribisch Nederland

4.065

12.435

14.292

17.037

800

800

800

Specifieke uitkering

335.015

447.894

792.262

269.318

269.618

265.989

265.989

Regio deals

116.517

0

0

0

0

0

0

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

       

Internationale Samenwerking

1.740

1.934

1.774

1.774

1.774

1.774

1.774

Storting/onttrekking begrotingsreserve

       

Storting begrotingsreserve visserij

3.390

0

0

0

0

0

0

        

Ontvangsten

537.821

49.331

33.365

30.257

27.053

24.409

22.756

        

Ontvangsten

       

Landinrichtingsrente

28.441

26.335

24.353

23.045

19.841

18.397

16.744

Verkoop gronden

12.159

8.804

0

0

0

0

0

Overige ontvangsten natuur

3.894

6.877

4.019

2.219

2.219

2.219

2.219

Duurzame visserij

7.690

4.993

4.993

4.993

4.993

3.793

3.793

Onttrekkingen begrotingsreserves

485.637

2.322

0

0

0

0

0

Budgetflexibiliteit

Het budget voor 2023 is voor circa € 865 mln. (71%) juridisch verplicht en voor ca. € 343 mln. (28%) bestuurlijk gebonden. Dit komt door de verplichtingen die rusten op de onderdelen van dit artikel. Zo is er onder Bijdrage aan (mede)overheden een groot deel van het budget juridisch verplicht vanwege specifieke uitkeringen. Daarnaast zijn ook de Rijksbijdrage aan Staatsbosbeheer, de Rijksrederij, het budget voor Leningen rente en aflossing en een groot deel van het opdrachten- en subsidiebudget verplicht.

Geschatte budgetflexibiliteit
 

2023

juridisch verplicht

71%

bestuurlijk gebonden

28%

beleidsmatig gereserveerd

1%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0%

Leningen

Leningen rente en aflossing

In 2023 is er € 22,7 mln. beschikbaar voor de betaling van de rente op en aflossing van leningen die LNV heeft uitstaan. Deze leningen zijn in het verleden met tussenkomst van het Nationaal Groenfonds verstrekt voor de realisatie (verwerving en doorlevering van gronden) van het Natuurnetwerk Nederland (voorheen: Ecologische Hoofdstructuur). Door de decentralisatie van het natuurbeleid naar de provincies worden hiervoor geen nieuwe leningen meer aangegaan.

Garanties

Klimaatfonds

In 2023 is er € 0,3 mln. geraamd voor een reservering in de risicovoorziening voor het Klimaatfonds van het Nationaal Groenfonds dat in 2021 is gestart. Het Groenfonds trekt € 70 mln. extra geld aan voor de financiering van projecten die een bijdrage leveren aan de klimaatdoelstellingen van de sector Landbouw en Landgebruik. Met de beschikbare middelen in het Klimaatfonds pakt het Groenfonds economisch levensvatbare projecten op die banken laten liggen en verstrekt aan deze projecten onder marktconforme voorwaarden risicodragende financieringen(achtergestelde leningen). Het Ministerie van LNV staat voor 80% van de € 70 mln. uit het Klimaatfonds garant. De reservering in de risicovoorziening van € 0,3 mln. bestaat uit twee onderdelen: ten eerste uit een marktconforme premie die Het Groenfonds aan LNV betaalt voor deze garantstelling, gelijk aan 0,73% over het totale bedrag aan gegarandeerde, uitstaande leningen. Ten tweede bestaat het uit een bedrag van € 1 mln., gespreid over 2021, 2022 en 2023, in overeenkomst met Financiën. Meer informatie over risicoregelingen en garanties is te vinden in de begrotingsparagraaf 2.6 Overzicht risicoregelingen.

Subsidies

Vermaatschappelijk natuur en biodiversiteit

Voor subsidies ‘Vermaatschappelijking natuur en biodiversiteit’ is in 2023 € 7,4 mln. beschikbaar. De middelen worden ingezet voor de volgende activiteiten:

  • Natuurcombinaties (€ 3,1 mln.): onder de noemer natuurcombinaties werkt LNV aan het verankeren van het belang van natuur in andere sectoren en het beter gebruik maken van de natuur bij de aanpak van maatschappelijke opgaven (nature based solutions). Het beschikbare budget wordt ingezet voor de ondersteuning van kansrijke maatschappelijke initiatieven, de opbouw van kennis door ondersteuning van onderzoeken en pilots ten behoeve van onderbouwing van beleidskeuzes en ten behoeve van versnelling en opschaling van natuurinclusieve praktijken en de verspreiding van kennis en netwerkvorming, waardoor initiatiefnemers en koplopers van elkaar kunnen leren. Daarbij richt de inzet zich onder meer op natuurinclusieve landbouw, natuurinclusief bouwen, groen in de stad en de rol van natuur in de energietransitie. Daarnaast wordt een deel van het budget ingezet voor de Agenda Natuurinclusief.

  • Nationale parken (€ 2,7 mln.). De Nationale Parken vertegenwoordigen een maatschappelijke waarde. Om deze waarde goed te benutten is er in 2023 € 1,0 mln. beschikbaar voor activiteiten op het gebied van educatie in de Nationale Parken. Daarnaast is er budget gereserveerd voor de uitfinanciering van de regeling Tijdelijke Ondersteuning Nationale Parken (€ 1,6 mln.). Deze regeling is in 2020 opengesteld met een budget van € 5,45 mln. en is bedoeld voor de ondersteuning van nationale parken bij de ontwikkeling richting de 12 ambities in de standaard voor de gebiedsaanduiding nationaal park.

  • Natuurlijk kapitaal en vergroening financiële sector (€ 1,6 mln.): LNV werkt samen met onder meer, MVO Nederland, IUCN Nederland, De Nederlandsche Bank en financiele instellingen kennisinstellingen aan methoden en instrumenten die inzicht geven in het beslag op en de afhankelijkheid van biodiversiteit en ecosysteemdiensten van bedrijven en financiële instellingen. Ook wordt gewerkt aan toepassing van de methoden en instrumenten door overheden en gebiedspartijen, bijvoorbeeld voor ruimtelijke en thematische vraagstukken. De beschikbare middelen worden ingezet voor het ondersteunen en stimuleren van private partijen, financiële instellingen, overheden en andere maatschappelijke partijen om daarmee aan de slag te gaan en het ontwikkelen en ontsluiten van de hiervoor benodigde informatie, ook in internationaal verband.

Natuur en biodiversiteit op land

Voor het subsidiebudget voor ‘Natuur en biodiversiteit op land’ is in 2023 € 61,9 mln. geraamd. Hiervan is € 24,3 mln. geraamd voor de uitfinanciering van de Regeling versneld natuurherstel. Met deze regeling wordt ingezet op natuurherstelprojecten bij terreinbeherende organisaties (TBO’s). Maatregelen hebben binnen deze regeling tot doel natuurherstel en natuurverbetering ten behoeve van het bereiken van de instandhoudingsdoelen van stikstofgevoelige habitats in Natura 2000-gebieden. De maatregelen zijn onderdeel van de structurele stikstofaanpak (Kamerstukken 35 334, nr. 82). De eerste tranche heeft in 2021 open gestaan. Hieruit zijn verschillende maatregelen gefinancierd waarvan het grootste gedeelte bestaat uit het verwijderen van opslag, toevoegen van steenmeel, hydrologische maatregelen, begrazing en plaggen en chopperen. De tweede tranche van de regeling is in het voorjaar van 2022 opengesteld. Ook worden er middelen ingezet voor de uitvoering van de Natuurcompensatiebank (€ 23,5 mln.). Door middel van een subsidieregeling, die door RVO wordt uitgevoerd, worden de middelen via diverse modules beschikbaar gesteld voor het treffen van natuurmaatregelen. De getroffen natuurmaatregelen komen in komende jaren, zodra deze zich voldoende hebben ontwikkeld en zich kwalificeren, via een register beschikbaar voor gebruik als compensatienatuur in de vergunningverlening van adc-projecten van Rijk en Waterschappen. Ter uitwerking van de natuurcompensatiebank is een wetsvoorstel op 13 april 2022 ingediend. Daarnaast wordt er € 8,7 mln. geraamd voor het Programma Veenweide. Deze middelen worden onder meer ingezet voor uitvoering van het Nationaal Onderzoeksprogramma Broeikasgassen Veenweiden (NOBV), de uitvoering van GLB-pilots en onderzoek via het Nationaal Veenweide Innovatieprogramma (VIP-NL). Op basis hiervan vindt op diverse locaties, verspreid over de veenweidegebieden, onderzoek plaats en worden pilots uitgevoerd. De onderzoeken worden uitgevoerd door onderzoeksconsortia waarin alle relevante onderzoeksinstituten zijn betrokken. Het programma staat onder regie van de regiegroep veenweide met vertegenwoordigers van de klimaattafel Landbouw & Landgebruik van het Klimaatakkoord. Verder wordt er een budget van € 4,9 mln. geraamd voor financiële ondersteuning van onderzoeken in het kader van het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb). Hiervan wordt € 2,9 mln. ingezet voor de ondersteuning van het Aanvalsplan Grutto. Deze bijdrage wordt ingezet als extra nationale bijdrage aan het ANLb budget dat provincies inzetten voor weidevogelbeheer, gelabeld aan het Aanvalsplan Grutto. Hiermee is in het beheerjaar 2022 in 13 kansgebieden extra zwaar beheer in het leefgebied open grasland gerealiseerd. Deze extra beheerkosten Aanvalsplan Grutto worden in de betaalsystematiek van het ANLb in het daaropvolgende jaar uitbetaald. Tot slot wordt er € 0,4 mln. geraamd voor de uitfinanciering van de Tijdelijke regeling particulier natuurbeheer (Staatscourant 1998, nr. 163, 15298).

Beheer Kroondomeinen

Het Loo is een landgoed van circa 10.400 hectare bestaat uit twee deelgebieden: de Staatsdomeinen bij Het Loo en het eigenlijke Kroondomein. Bij de Staatsdomeinen bij Het Loo zijn de baten en lasten voor rekening van de Staat. De Kroondrager is economisch eigenaar van het eigenlijke Kroondomein (6.700 hectare) en heeft hierop het vruchtgebruik en gebruikersrechten alsmede de lasten. Het juridisch eigendom berust bij de Staat. In juni 2022 heeft het Rijk een subsidiebeschikking verstrekt voor de periode 2022-2027 (Kamerstukken 35925-I, nr. 14). De Kroondrager ontvangt deze subsidie, als privaatrechtelijk vruchtgebruiker van het eigenlijke Kroondomein, voor beheers- en inrichtingsmaatregelen van het Kroondomein. Voor de subsidie is in 2023 € 0,8 mln. geraamd.

Duurzame Visserij

Het merendeel van het subsidiebudget voor Duurzame visserij van € 162,8 mln. is bestemd voor de saneringsregeling in het kader van de Brexit Adjustment Reserve (BAR). Voor deze saneringsregeling, die in 2023 tot uitbetaling zal komen, is € 155 mln. gereserveerd. Deze aanpak is beschreven in de Kottervisie (Kamerstuk 29 675, nr. 194) en is er op gericht om ondernemers die geen toekomst meer zien, en getroffen zijn door de Brexit, te helpen om op een zorgvuldige manier te stoppen met hun bedrijf. Daarnaast is € 6,2 mln. bestemd voor cofinanciering van het Europees Maritiem Visserij en Aquacultuur Fonds (EMFAF). Het EMFAF programma is verbonden met de bredere beleidsagenda voor visserij, aquacultuur en maritieme zaken. De grote uitdagingen voor de toekomst zijn de klimaatopgave en het beschermen van kwetsbare biodiversiteit op zee en andere wateren. De EMFAF-middelen dragen bij aan deze uitdagingen middels een breed spectrum van activiteiten en maatregelen, waaronder het geven van steun aan innovaties, investeringen en onderzoek. Tot slot is in 2023 € 1,6 mln. gereserveerd voor de nationale innovatiemiddelen visserij welke volgen uit afspraken uit het Regeerakkoord van Rutte-III. Het programma richt zich op de delen van het innovatieproces die onder het EFMZV en de opvolger EMFAF minder aan bod komen. In 2023 wordt een vervolg gegeven aan de brede innovatieregeling.

Overige stelsel activiteiten

Het budget voor Overige stelsel activiteiten in 2023 bedraagt € 6,4 mln. en wordt met name ingezet voor (internationaal) verplichte monitoring van natuurinformatie. Het verzamelen van gegevens over planten, dieren en habitats (monitoring) is nodig om de voortgang bij het realiseren van (inter)nationale natuurdoelen te kunnen volgen en indien nodig bij te sturen en voor het opstellen van de internationale rapportages op het gebied van natuur en biodiversiteit (waaronder de EU-richtlijnen, CBD, Verdrag van Bern, Verdrag van Bonn en het Waddenverdrag). De gegevens worden vooral via het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM) verzameld. Ook worden middelen uit dit budget ingezet voor de 8e Nederlandse Bosinventarisatie, die gegevens levert voor internationale bos en klimaatrapportages (waaronder UNFCCC (onderdeel LULUCF), GFRA, ITTO/ITTA en Forest Europe). Verder verstrekt LNV een bijdrage aan BIJ12 voor het beheer van de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF) en aan het CBS voor de statistische bewerking van natuurgegevens en publicaties daarover in het Compendium voor de Leefomgeving. 

Leningen

Leningen rente en aflossing

In 2023 is er € 22,7 mln. beschikbaar voor de betaling van de rente op en aflossing van leningen die LNV heeft uitstaan. Deze leningen zijn in het verleden met tussenkomst van het Nationaal Groenfonds verstrekt voor de realisatie (verwerving en doorlevering van gronden) van het Natuurnetwerk Nederland (voorheen: Ecologische Hoofdstructuur). Door de decentralisatie van het natuurbeleid naar de provincies worden hiervoor geen nieuwe leningen meer aangegaan.

Garanties

Klimaatfonds

In 2023 is er € 0,3 mln. geraamd voor een reservering in de risicovoorziening voor het Klimaatfonds van het Nationaal Groenfonds dat in 2021 is gestart. Het Groenfonds trekt € 70 mln. extra geld aan voor de financiering van projecten die een bijdrage leveren aan de klimaatdoelstellingen van de sector Landbouw en Landgebruik. Met de beschikbare middelen in het Klimaatfonds pakt het Groenfonds economisch levensvatbare projecten op die banken laten liggen en verstrekt aan deze projecten onder marktconforme voorwaarden risicodragende financieringen(achtergestelde leningen). Het Ministerie van LNV staat voor 80% van de € 70 mln. uit het Klimaatfonds garant. De reservering in de risicovoorziening van € 0,3 mln. bestaat uit twee onderdelen: ten eerste uit een marktconforme premie die Het Groenfonds aan LNV betaalt voor deze garantstelling, gelijk aan 0,73% over het totale bedrag aan gegarandeerde, uitstaande leningen. Ten tweede bestaat het uit een bedrag van € 1 mln., gespreid over 2021, 2022 en 2023, in overeenkomst met Financiën. Meer informatie over risicoregelingen en garanties is te vinden in de begrotingsparagraaf 2.6 Overzicht risicoregelingen.

Opdrachten

Vermaatschappelijking natuur en biodiversiteit

In 2023 is € 10,7 mln. geserveerd voor activiteiten ten behoeve van het verankeren van het belang en de waarde van natuur in verschillende maatschappelijke sectoren. Deze activiteiten zijn de volgende:

  • Stikstofaanpak (€ 9,9 mln.): De ontwikkeling van de aanpak van stikstof wordt ondersteund met middelen voor beheer, ontwikkeling, advies en actualisatie van het rekeninstrument AERIUS (€ 3,4 mln.). Ook worden middelen ingezet voor ondersteuning en advies, onder meer via de inzet van RVO op het gebied van ruimtelijke processen en dataverzameling, informatievoorziening en kennisuitwisseling, en worden middelen ingezet voor het Informatiepunt stikstof dat ondersteuning biedt bij vragen van burgers, ondernemers en overheidsinstanties over stikstof en de toepassing van nieuw beleid bij toestemmingsverlening (€ 1,7 mln.). Voor de kosten die samenhangen met het legaliseren van de voormalige PAS-meldingen ontvangen de provincies een eenmalige bijdrage vanuit het Rijk (€ 4,8 mln.).

  • Het overige budget (€ 0,8 mln.) wordt ingezet voor verschillende activiteiten op het gebied van onderzoek en stikstofmetingen.

Natuur en biodiversiteit op land

Voor opdrachten op het gebied van natuur en biodiversiteit op land is in 2023 € 32,2 mln. geraamd. De middelen worden grotendeels ingezet voor het Programma Natuur. Voor de aanpak van de stikstofproblematiek wordt in 2023 in totaal € 300 mln., ingezet voor het versterken van de natuur (Kamerstuk 35 334, nr. 82). LNV heeft hiervoor via het Programma Natuur meerjarige afspraken met provincies gemaakt. Het gaat daarbij om gebiedsgerichte maatregelen die nodig zijn om de instandhoudingsdoelstellingen te bereiken en om ervoor te zorgen dat de kwaliteit van de natuurlijke habitats van soorten niet verslechtert. Het gaat daarbij onder andere over:

  • het versnellen en naar voren halen van natuur herstelmaatregelen om de gevolgen van stikstofdepositie in natuurgebieden sneller te verminderen; het verbeteren van de hydrologie om de kwaliteit van de natuur te verhogen en het verbeteren van het natuurbeheer om beter in staat te zijn de natuurdoelen te halen;

  • het versneld realiseren van het Natuur Netwerk Nederland ten behoeve van stikstofgevoelige habitats en leefgebieden door het versneld realiseren van grondverwerving en inrichtingsmaatregelen;

  • het verder versterken van het systeem van robuuste natuurgebieden door ecologische en landschappelijke verbindingen, uitbreiding van natuur bij essentiële schakels in het natuurnetwerk en het realiseren van kwaliteitsverhoging van riviernatuur in samenhang met waterveiligheid;

  • het verbeteren van condities voor behoud en herstel van algemene soorten.

Een deel van de te nemen maatregelen binnen het Programma Natuur wordt op het opdrachtenbudget geraamd. Dit budget van € 27,2 mln. wordt onder andere ingezet voor een opdracht aan Rijkswaterstaat voor de kwaliteitsverhoging van riviernatuur (€ 20,0 mln.), voor monitoring, de Agenda Natuurinclusief, basiskwaliteit en andere opdrachten. Het overige opdrachtenbudget voor Natuur en biodiversiteit op land (€ 5,0 mln.) wordt ingezet voor verschillende activiteiten waarvoor LNV als systeemverantwoordelijke verantwoordelijk is gebleven na de decentralisatie van natuurtaken naar provincies. Zo worden middelen ingezet met betrekking tot natuurwetgeving, natuurvergunningenverlening, Natura2000-gebieden en nationaal soortenbeleid.

Natuur en biodiversiteit Grote Wateren

In 2023 is er voor opdrachten op het terrein van natuur en biodiversiteit in grote wateren € 20,6 mln. beschikbaar. Het Rijk is verantwoordelijk voor het beschermen en versterken van natuur en biodiversiteit in de grote wateren (het Waddengebied, de Zuidwestelijke Delta, het IJsselmeergebied, de Noordzee, het kustgebied en het rivierengebied). LNV zorgt ervoor dat het natuurbelang goed is gewaarborgd bij het gebruik, beheer en onderhoud van grote wateren en bij de uitvoering van projecten. Het budget is bestemd voor de volgende activiteiten:

  • Versterking Noordzee ecosysteem (Windenergie op zee) (€ 10,3 mln.): Het kabinet streeft er naar de klimaatdoelen te verbinden aan de doelen van het Noordzee milieu- en ecosysteem en daarmee op de versterking van de draagkracht van het natuurlijke kapitaal van de Noordzee. De maatregelen zijn gericht op de ontwikkeling van maatregelen in natuurversterking en soortenbescherming binnen en buiten windenergieparken, inclusief experimenten natuurinclusief bouwen; investeren in aanvullende natuurherstelmaatregelen binnen en buiten windenergieparken en gerichte compensatie voor de natuur. Ook wordt ingezet op de digitalisering Ecologische Monitoring Noordzee, wat de monitoring van het toenemend menselijk gebruik van de Noordzee efficiënter en makkelijker uitvoerbaar maakt. In de periode 2023 tot en met 2030 is hier in totaal € 146,1 mln. voor gereserveerd.

  • Natuur grote wateren (€ 7,7 mln.): om de natuur een bestendige plaats te geven te midden van ons intensieve gebruik, wordt geïnvesteerd in de veerkracht van het natuurlijk systeem. LNV werkt gebiedsgericht samen met andere overheden, natuurorganisaties en bedrijven om deze veerkracht en Natura 2000-doelen in de grote wateren te realiseren en doet dat door uitvoering middels de Programmatische Aanpak Grote Wateren (PAGW). Door middel van systeemingrepen en aanpassingen in beheer wordt gewerkt aan ecologisch gezonde en toekomstbestendige grote wateren. LNV participeert bijvoorbeeld in de ontwikkeling van het Integraal Rivier Management (IRM) programma voor de grote rivieren en de ontwikkeling van het toekomstbestendige ecologische systeem van het Markermeer en het IJmeer. In 2023 zullen, na besluit van IenW en LNV, de voorstellen in het kader van de 3e tranche PAGW de komende jaren worden opgepakt en uitgewerkt. Middels het Natuurwinstplan – voortgekomen uit het EU-programma LIFE-IP Deltanatuur - is een strategie ontwikkeld om de Natura 2000-doelen te behalen en daarbij de ecologische potentie van de Grote wateren centraal te stellen. In 2023 en volgende jaren wordt de strategie verder geïmplementeerd.

  • Waddenzee (€ 1,7 mln.): LNV is onder meer verantwoordelijk voor de trilaterale samenwerking tussen Denemarken, Duitsland en Nederland voor de Waddenzee en is tevens de siteholder (voor Nederland) van dit internationale natuurlijk UNESCO Werelderfgoed. De Nederlandse delegatie bestaat uit vertegenwoordigers van de ministeries van LNV en IenW, de Waddenprovincies en -gemeenten. Tevens is LNV verantwoordelijk voor de Beheerautoriteit Waddenzee die middels een Integraal Beheerplan de samenhang van het natuur-, vis- en waterbeheer bevordert en versterkt, waarmee de natuurkwaliteit verbeterd wordt. Naast LNV zijn IenW en de Waddenprovincie medeopdrachtgever van de Beheerautoriteit. LNV draagt samen met andere partijen bij aan een vijfjarig NWO programma naar de effecten van klimaatverandering op de ecologie van het Waddengebied. Hiermee wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan trilaterale kennisontwikkeling voor het Waddengebied en het Werelderfgoed Waddenzee.

  • Mariene strategie (€ 1,0 mln.): de Noordzee wordt steeds intensiever gebruikt en kent tegelijkertijd een kwetsbaar ecosysteem. Dat betekent dat het toenemend gebruik moet passen binnen de ecologische grenzen en ook bijdraagt aan de versterking van de Noordzeenatuur (Natuurinclusieve ontwikkeling). De beleidskaders voor de maatregelen zijn Natura 2000, de KRM en het Programma Noordzee 2022-2027 en zijn gericht op bescherming en herstel van de Noordzeenatuur. In het Noordzeeakkoord zijn afspraken gemaakt voor gebiedsbescherming. De implementatie van het Noordzeeakkoord levert daarmee een bijdrage aan (de ontwikkeling van) het (ecologisch) netwerk van natuurgebieden. De toenemende druk op het Noordzee ecosysteem maakt het nodig de uitvoering van de KRM en OSPAR voort te zetten; aandacht voor natuurherstel, duurzame energie op zee binnen ecologische grenzen en effecten klimaatverandering . Daarnaast is LNV verantwoordelijk voor de doelen voor biodiversiteit, invasieve exoten, vissen, het voedselweb en de integriteit van de zeebodem. LNV draagt samen met IenW bij aan het Informatiehuis Marien, bedoeld om alle mariene informatie en onderzoeksgegevens over de Noordzee op één plek toegankelijk te maken voor belangstellenden, overheden en professionals. Daarnaast draagt LNV bij aan de coördinerende rol in de uitvoering van het KRM-monitoringsprogramma dat het Informatiehuis Marien uitvoert.

Duurzame visserij

Voor opdrachten op het terrein van duurzame visserij is in 2023 € 32,6 mln. gereserveerd. Het grootste deel hiervan, € 25,0 mln., wordt ingezet voor het verduurzamen en aanpassen van de visserijsector op de Noordzee. Door de toenemende druk op de ruimte van de Noordzee, mede als gevolg van de bouw van windenergieparken op zee, zijn deze maatregelen noodzakelijk. In 2023 wordt onderzoek gedaan naar verdere verduurzamingsopties, innovatie en de ontwikkeling van medegebruik door (alternatieve vormen van) visserij en voedselproductie in windparken. Daarnaast is € 2,3 mln. gereserveerd voor uitgaven in het kader van het Noordzeeakkoord. Hiervan is € 1,2 mln. gereserveerd voor innovatie en € 0,8 mln. voor handhaving. Verder is in 2023 € 2,1 mln. beschikbaar voor de verduurzaming van de IJsselmeervisserij, conform de inzet uit het Actieplan ‘Toekomstig visserijbeheer IJsselmeergebied’ (Kamerstuk 29 664, nr. 71). In 2022 is de laatste hand gelegd aan de voorbereidende werkzaamheden die nodig zijn voor de herstructurering van de sector middels een saneringsregeling voor het IJsselmeergebied. De beoogde saneringsregeling is ter toetsing en accordering aan de Europese Commissie voorgelegd. Ook is in 2023 € 0,8 mln. beschikbaar voor de uitvoering van de nadeelcompensatieregeling en de handhaving van de in te stellen visserijvrije zones op vismigratiepunten. Om vismigratie te stimuleren is afgelopen jaren veel geïnvesteerd in vismigratievoorzieningen bij stuwen, sluizen en gemalen. Om vismigratie verder te bevorderen zal op deze locaties een visserijvrije zone worden ingesteld (Kamerbrief 29 664, nr. 204). Verder vinden er nog meerdere kleine projecten plaats, zoals ondersteuning van beleid in diverse gebieden, onderzoek, overleg met stakeholders en de inhuur van expertise. Hier is in 2023 € 2,3 mln. voor gereserveerd.

International samenwerking

In 2023 is € 3,9 mln. beschikbaar voor opdrachten op het gebied van internationale samenwerking. Van dit budget wordt € 1,6 mln. onder meer ingezet voor de uitvoering van acties die zijn overeengekomen in internationale verdragen en afspraken over biodiversiteit. In 2023 wordt de uitwerking verwacht van nieuwe, wereldwijde afspraken gemaakt over het verbeteren van biodiversiteit, in het kader van het VN-Biodiversiteitsverdrag (CBD). Een van de bouwstenen daarvoor is het rapport van het Intergouvernementele Platform voor Biodiversiteit en Ecosysteemdiensten (IPBES) dat in 2019 verscheen. Daarnaast wordt in 2023 verder gewerkt aan de implementatie van de EU-Biodiversiteitstrategie. Verder wordt € 1,3 mln. gereserveerd voor de implementatie van de aan biodiversiteit gerelateerde onderdelen van de VN 2030 Agenda voor duurzame ontwikkeling en de daaraan gekoppelde doelstellingen (Sustainable Development Goals). Zo wordt er internationaal aandacht besteed aan de synergie tussen natuur, voedselproductie en integraal landgebruik. Ook wordt gewerkt aan het beperken van de ecologische voetafdruk van Nederland door het tegengaan van ontbossing, het bevorderen van duurzaam bosbeheer en het verduurzamen van de productie van en de handel in de belangrijkste handelsketens die in relatie tot ontbossing en duurzaam bosbeheer van grote invloed zijn. Het verduurzamen van deze handelsketens wordt samen met het Ministerie van BZ/BHOS, het bedrijfsleven en het maatschappelijk middenveld opgepakt. Tot slot wordt onder deze post ook de uitgaven (€ 1,1 mln.) geraamd voor de regeling In Beslag genomen Goederen (IBG) in het kader van de opslag en opvang van in beslag genomen goederen bij overtreding van de regels voor handel in bedreigde dier- en plantensoorten.

Klimaatimpuls natuur en biodiversiteit

Het budget van € 6,4 mln. in 2023 wordt onder andere ingezet voor klimaatinclusief natuurbeleid en -beheer (€ 5,8 mln.). Hiermee wordt met partijen gewerkt aan het realiseren van een bijdrage aan de CO2-reductie voor Landbouw en Landgebruik. Partijen in dit domein zetten zich gezamenlijk in voor maatregelen die in 2030 tot een klimaatwinst van ten minste 0,4 Mton CO2 ten opzichte van 1990 moeten leiden en streven naar 0,8 Mton CO2 ten opzichte van 1990 in 2030 door het voorkomen van ontbossing, het vergroten van de vastlegging van koolstof en de uitbreiding van bos en landschap. Het Rijk financiert het opzetten van compensatiepools bij ontbossing, klimaatgerichte inrichting van rijksgronden (waaronder infranetwerken), herstel van landschapselementen, boslandbouw en bosaanleg door boeren en voortzetting van het in 2018 gestarte programma voor praktijkgericht onderzoek voor klimaatslim beheer van bos, bomen en natuur. Het Rijk en de provincies hebben gezamenlijk de Bossenstrategie vastgesteld (Kamerstuk 33 576, nr. 186), onder andere om een zorgvuldige afweging te maken tussen de verschillende doelen op het gebied van klimaat, natuur, recreatie en duurzaam gebruik van grondstoffen. Deze strategie komt in 2023 verder in uitvoering. Het overige budget (€ 0,6 mln.) wordt ingezet voor diverse onderzoeksopdrachten op het gebied van de klimaatopgave.

Bijdrage Baten-Lastendiensten

Rijksrederij

In 2023 is er € 12,6 mln. beschikbaar voor de bijdrage aan de Rijksrederij. Deze middelen zijn bestemd voor het uitvoeren van taken op het gebied van visserijonderzoek en het beheer en de inspectie voor natuur en visserij. Met name de start van een vlootvervanging bij de Rijksrederij leidt tot een stijging van de kosten ten opzichte van eerdere jaren.

Bijdrage ZBO/RWT

Staatsbosbeheer

Ten behoeve van personeelskosten, huisvestingskosten en andere organisatiekosten van Staatsbosbeheer die niet kunnen worden verhaald op andere opdrachtgevers en voor aanvullende rijksopdrachten ontvangt Staatsbosbeheer een bijdrage van het Rijk. Hiervoor is in 2023 € 29,5 mln. gereserveerd. Hiermee financiert Staatsbosbeheer kosten die samenhangen met bijvoorbeeld de Boomfeestdag en het beheer van rijksmonumenten. Voor het reguliere terreinbeheer ontvangt Staatsbosbeheer, net als andere natuurbeheerders, een subsidie van de provincies (Subsidieregeling Natuur en Landschap, SNL).

Bijdrage aan medeoverheden

Caribisch Nederland

In 2023 is € 14,3 mln. beschikbaar op het budget Caribisch Nederland. Dit budget wordt hoofdzakelijk ingezet voor de uitvoering van het Natuur- en Milieubeleidsplan Caribisch Nederland 2020-2030 (NMBP). Voor de financiering van de eerste fase van het NMBP is in totaal € 35,0 mln. beschikbaar gekomen voor de periode 2022-2024. In samenwerking met de ministeries van BZK en IenW zijn plannen opgesteld om deze middelen doelmatig en doeltreffend in te zetten via de openbare lichamen van de eilanden. Het gaat om maatregelen die gericht zijn op onder andere erosiebestrijding, het herstel en behoud van habitats en soorten, waterkwaliteitsverbetering, sargassum bestrijding, landbouwontwikkeling en onderzoek en monitoring. Daarnaast wordt in 2023 vanuit de reguliere middelen van het budget Caribisch Nederland ingezet op de ondersteuning voor het beheer van het Nationaal park Sababank, monitoring en capaciteit vanuit LNV voor de uitvoering van het NMBP.

Specifieke uitkering

Op het budget Specifieke uitkering wordt in 2023 € 792,3 mln. geraamd. Dit budget wordt ingezet voor de volgende activiteiten:

  • Provinciale Uitvraag (€ 275 mln.). De stikstofaanpak heeft grote gevolgen voor het landelijk gebied en voor de levens van mensen. Op verzoek van de minister van Natuur en Stikstof hebben de provincies in het voorjaar van 2022 voorstellen ingediend om de integrale gebiedsgerichte aanpak versneld van start te laten gaan. De versnellingsvoorstellen lopen vooruit op de gebiedsprogramma’s in de jaren 2022 en 2023 en dragen bij aan de doelen in de integrale gebiedsgerichte aanpak: natuur (inclusief stikstof), water en klimaat. Op het budget Specifieke uitkering wordt in 2023 in totaal € 275 mln. geraamd voor de Provinciale Uitvraag. Deze middelen komen ten goede aan de Provinciale Uitvraag gedaan in het voorjaar van 2022 en bouwen voort op de eerder beschikbaar gestelde middelen (€ 229 mln. in 2022).

  • PAS-melders (€ 250 mln.). Voor 2023 is € 250 mln. beschikbaar voor de legalisatieopgave van de PAS-melders. Dit budget wordt verdeeld over de twaalf provincies en ingezet om de legalisatieopgave versneld te laten verlopen (Kamerstuk 2022Z14127). Hiermee geeft het Kabinet uitvoering aan het wettelijke legalisatieprogramma (volgend uit art. 1.13a Wnb) en de motie Bisschop die om het versneld uitvoeren van het programma vraagt (Kamerstuk 33 376, nr. 276). Deze aanpak is aanvullend op de maatregelen die het Rijk treft in het kader van het legalisatieprogramma.

  • Landelijk gebied (€ 4,6 mln.). Uit dit budget is € 3,7 mln. gereserveerd voor een specifieke uitkering voor agrariërs in het aardbevingsgebied in Groningen. Dit agroprogramma ondersteunt boeren die met complexe problematiek te maken hebben, om weer perspectief te krijgen op de toekomst (Kamerstuk 33 525 nr. 846). Deze ondersteuning krijgt o.a. vorm via casusbegeleiding door consulenten. Daarnaast werkt LNV in het landelijk gebied samen met provincies, gemeenten en waterschappen via gebiedsgericht werken aan het realiseren van beleidsdoelen, waarvoor € 1,0 mln. is geraamd.

  • Programma Natuur (€ 259,3 mln.). Voor de aanpak van de stikstofproblematiek wordt in 2023 in totaal ruim € 300 mln. ingezet voor het versterken van de natuur (Kamerstuk 35 334, nr. 82). LNV heeft via het Programma Natuur meerjarige afspraken met provincies gemaakt. Het gaat daarbij om gebiedsgerichte maatregelen die nodig zijn om de instandhoudingsdoelstellingen te bereiken en om ervoor te zorgen dat de kwaliteit van de natuurlijke habitats van soorten niet verslechtert. Het gaat daarbij onder andere over:

    • het versnellen en naar voren halen van natuur herstelmaatregelen om de gevolgen van stikstofdepositie in natuurgebieden sneller te verminderen; het verbeteren van de hydrologie om de kwaliteit van de natuur te verhogen en het verbeteren van het natuurbeheer om beter in staat te zijn de natuurdoelen te halen;

    • het versneld realiseren van het Natuur Netwerk Nederland ten behoeve van stikstofgevoelige habitats en leefgebieden door het versneld realiseren van grondverwerving en inrichtingsmaatregelen;

    • het verder versterken van het systeem van robuuste natuurgebieden door ecologische en landschappelijke verbindingen, uitbreiding van natuur bij essentiële schakels in het natuurnetwerk en het realiseren van kwaliteitsverhoging van riviernatuur in samenhang met waterveiligheid;

    • het verbeteren van condities voor behoud en herstel van algemene soorten.

De middelen van Programma Natuur die onder bijdrage aan medeoverheden worden geraamd, worden via een specifieke uitkering uitgekeerd aan de provincies ten behoeve van bovenstaande maatregelen.

Bijdrage aan (internationale) organisaties

Internationale samenwerking

In totaal is er in 2023 € 1,8 mln. beschikbaar voor internationale contributieverplichtingen en bijdragen. Nederland is partij bij een aantal internationale verdragen die als doel hebben dat de mondiale biodiversiteit en de relatie die dit met de Nederlandse biodiversiteit heeft, behouden blijft. Ondertekening en toetreding bij een verdrag leidt tot contributieverplichting. Uit het beschikbare budget worden onder meer de contributies betaald aan United Nations Environment Programme (UNEP) voor bijvoorbeeld the Convention on Biological diversity (CBD) en Convention on Migratory Species (CMS), International Union for Conservation of Nature (IUCN) en Commission for the Conservation of Antarctic Marine Living Resources (CCAMLR).

Ontvangsten

Landinrichtingsrente

De geraamde ontvangsten van € 24,4 mln. in 2023 zijn gebaseerd op geprognosticeerde inkomsten per landinrichtingsproject. Tot aan de start van het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) in 2007 werd wettelijke landinrichting uitgevoerd op basis van de Landinrichtingswet. Op grond van deze wet schiet het Rijk de kosten van een landinrichting voor en worden de kosten daarna door de gezamenlijke eigenaren terugbetaald. Dit gebeurt door middel van de zogenaamde landinrichtingsrente waarbij wordt voorzien dat het Rijk in een aflopende reeks nog circa 25 jaar landinrichtingsrente zal ontvangen.

Overige ontvangsten natuur

Dit betreft diverse geraamde inkomsten van € 4,0 mln., onder andere de inkomsten als gevolg van het afsluiten van diverse projecten die via het Groenfonds zijn uitgevoerd, een onttrekking aan het voormalige Natuuroffensief ten behoeve voor de Regeling tijdelijke ondersteuning Nationale Parken, leges voor vergunningaanvragen op basis van de Wet natuurbescherming en terug ontvangsten bij diverse subsidiebijdragen.

Duurzame visserij

De ontvangsten voor 2023 zijn geraamd op € 5,0 mln. Deze hebben met name betrekking op de geïnde leges van afgegeven visserijvergunningen en huurinkomsten (uit onder andere mosselpercelen).

Toelichting op de begrotingsreserves

Overzicht geraamd verloop begrotingsreserve Visserij (bedragen x € 1 mln.)
 

Stand per 1/1/2022

Verwachte toevoegingen 2022

Verwachte onttrekkingen 2022

Verwachte stand per 1/1/2023

Verwachte toevoegingen 2023

Verwachte onttrekkingen 2023

Verwachte stand per 31/12/2023

Begrotingsreserve Visserij

29,4

0

2,3

27,1

0

5,0

22,1

De begrotingsreserve Visserij is bestemd voor uitgaven op de regelingen van het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV 2014–2020) en het Europees Maritiem, Visserij en Aquacultuur Fonds (EMFAF 2021-2027). Hiermee wordt zeker gesteld dat de nationale cofinanciering, die is vastgesteld in het Operationeel Programma, beschikbaar blijft bij vertragingen in de uitgaven. Het budget in deze reserve is voor ca. 13% juridisch verplicht, het overige deel is veelal reeds gecommitteerd.

Extracomptabele fiscale regelingen

Naast de in dit begrotingsartikel genoemde instrumenten, zijn er fiscale regelingen die betrekking hebben op dit beleidsterrein. In onderstaande tabel is ter informatie het budgettaire belang van deze regelingen vermeld. De cijfers zijn ontleend aan de corresponderende bijlage ‘Fiscale regelingen’ in de Miljoenennota. De fiscale regelingen die niet in onderstaande tabel zijn opgenomen, maar wel op dit beleidsartikel betrekking hebben, zijn:

  • Vrijstelling bos- en natuurterreinen box 3

  • OVB (overdrachtsbelasting) Vrijstelling inrichting landelijk gebied

  • OVB Vrijstelling Bureau Beheer Landbouwgronden, is vervallen per 1 januari 2019.

  • OVB Vrijstelling natuurgrond

  • Bosbouwvrijstelling

Voor een beschrijving van de regelingen, de doelstelling, de ramingsgrond, een verwijzing naar de laatst uitgevoerde evaluatie en het beoogde jaar van afronding van de volgende evaluatie wordt verwezen naar de bijlage bij de Miljoenennota ‘Toelichting op de fiscale regelingen’.

Tabel Art.22 Fiscale regelingen 2021-2023, budgettair belang op transactiebasis in lopende prijzen (x € miljoen)1
 

2021

2022

2023

Vrijstelling vergoeding bos- en natuurbeheer

8

11

14

Natuurschoonwet

38

39

46

1

1: [-] = regeling is in dat jaar niet van toepassing; [0] = budgettair belang van de regeling bedraagt in dat jaar afgerond nihil.

Licence