Base description which applies to whole site

3.7 Artikel 7 Oorlogsgetroffenen en Herinnering WO II

De zorg voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen uit de Tweede Wereldoorlog (WO II) is geborgd en mensen beseffen, mede op basis van de gebeurtenissen uit WO II, wat het betekent om in vrijheid te kunnen leven. 

Het Nationaal Bevrijdingsonderzoek 2022 geeft aan dat zowel de Nationale Herdenking als Bevrijdingsdag nog steeds door het grootste deel van de Nederlandse bevolking belangrijk of heel belangrijk worden gevonden. Maar liefst 83% van de Nederlanders geeft aan de Nationale Herdenking (heel) belangrijk te vinden. Als het gaat om Bevrijdingsdag is dat 75%. Vergeleken met vorig jaar is het belang dat men hecht aan de Nationale Herdenking gelijk gebleven. Mensen vinden Bevrijdingsdag iets minder belangrijk dan vorig jaar. De herdenking en Bevrijdingsdag worden belangrijk gevonden vanwege voornamelijk de volgende redenen: men is van mening dat het belangrijk is om stil te staan bij de vrijheid en diegenen die daarvoor hun leven hebben gegeven; omdat de dagen een gevoel van saamhorigheid geven; en omdat het belangrijk is ons te realiseren dat zoiets als de Tweede Wereldoorlog niet meer zou mogen plaatsvinden.

Nationaal Vrijheidsonderzoek 2023

De minister is verantwoordelijk voor de continuïteit, kwaliteit, effectiviteit en toekomstgerichtheid van specifieke zorg en het stelsel van pensioenen en uitkeringen voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WO II. Het is belangrijk om de herinnering aan WO II levend te houden en te borgen dat blijvend betekenis kan worden gegeven aan het verhaal. De minister is verantwoordelijk voor:

Stimuleren: van het blijvend betekenis laten houden aan de herinnering aan WO II.

Financieren: van begeleidende instellingen voor maatschappelijk werk en sociale dienstverlening aan erkende deelnemers aan het voormalig verzet en oorlogsgetroffenen, van instellingen die de herinnering aan de WO II levend houden.

Regisseren: het in stand houden en ondersteunen van een infrastructuur die het mogelijk maakt de zorg- en dienstverlening aan verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WO II te garanderen en de herinnering aan WO II blijvend betekenis te laten houden, actueel houden van de wet- en regelgeving voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WO II.

Uitvoeren: opdrachtgever en toezichthouder van diverse ZBO’s en het Nationaal Comité 4 en 5 mei.

De ambitie is dat alle inwoners van Nederland in iedere levensfase op een kwalitatief goede manier in aanraking (kunnen) komen met het verhaal van de Tweede Wereldoorlog in al haar facetten, verbonden met hedendaagse maatschappelijke vraagstukken zoals democratie, rechtsstaat en vrijheid. Om deze ambitie te realiseren worden vele professionele en vrijwilligersorganisaties binnen de herinneringssector gefaciliteerd. In 2023 is de stichting WO2Net opgericht. De stichting zal enerzijds het beheer en de doorontwikkeling van het Netwerk Oorlogsbronnen overnemen, anderzijds zal de stichting werken aan meer samenhang in het aanbod van educatie, digitalisering en musea op het terrein van WOII. In 2024 is W02NET volledig ingericht om met deze uitdaging aan de slag te gaan. Daarnaast heeft het Platform WOII, het platform van professionele partijen binnen de herinneringssector, zich omgevormd tot een veldberaad met een duidelijker planning van activiteiten. De nieuwe opzet wordt vanaf 2024 ex durante geëvalueerd.

In 2024 en 2025 staan we samen met de WOII-sector en de provincies stil bij de 80e herdenking van de Tweede Wereldoorlog en de viering van 80 jaar vrijheid. Tijdens het jubileumjaar zal worden ingezet op educatie over W0II en in bijzonder educatie over de Holocaust en andere verschrikkingen die tijdens de Tweede Wereldoorlog hebben plaatsgevonden. Dit in aanvulling op de reguliere kennis-/educatie activiteiten en in aansluiting op de bestaande infrastructuur voor educatie.

Uit de beleidsreactie op het rapport ‘Deel en Verbind van de commissie ‘Versterking kennis geschiedenis voormalig Nederlands-Indië’ (Kamerstukken II 2022/23 26 049, nr. 119), worden de volgende acties verder uitgevoerd: het aanstellen van een tijdelijke co-curator; het ontwikkelen van een dynamisch digitaal platform; het vergroten van bekendheid en samenhang van aanbod van de gastlessen over WOII en het laten uitvoeren van een verkenning naar bestaand erfgoed in publieke ruimte. Daarnaast loopt de extra impuls van de collectieve erkenning van de Indische en Molukse gemeenschap in Nederland eind 2024 af. Via een breed reflectietraject wordt in 2023 en 2024 gekeken wat sinds 2017 is bereikt en hoe dit heeft bijgedragen aan het doel van de collectieve erkenning van de Indische en Molukse gemeenschap. Op basis daarvan wordt in de loop van 2024 bepaald hoe vanaf 2025 wordt verdergegaan met het beleid van de collectieve erkenning en welke accenten daarbij gelegd moeten worden.

Tabel 54 Tabel Budgettaire gevolgen van beleid artikel 7 (bedragen x € 1.000)
  

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Art.

Verplichtingen

218.918

213.102

198.828

181.584

164.927

153.825

144.999

         
 

Uitgaven

215.431

218.069

201.139

181.584

164.927

153.825

144.999

         

7.10

De zorg- en dienstverlening aan verzetsdeeln. en oorlogsgetroffenen WOII en de herinnering aan WOII

26.532

27.493

28.288

25.923

25.849

25.016

25.016

 

Subsidies (regelingen)

26.248

26.406

27.201

24.836

24.761

23.929

23.929

 

Nationaal Comité

11.656

8.301

5.960

5.958

5.960

5.958

5.958

 

Nationale herinneringscentra

3.468

3.025

3.004

3.003

2.853

2.853

2.853

 

Herinnering Indisch Molukse Doelgroep

1.927

1.130

5.386

3.262

3.202

2.372

2.372

 

Zorg- en dienstverlening

5.531

6.923

6.921

6.918

6.919

6.919

6.919

 

Overige

3.666

7.027

5.930

5.695

5.827

5.827

5.827

 

Bekostiging

0

400

400

400

400

400

400

 

Overige

0

400

400

400

400

400

400

 

Opdrachten

229

461

461

461

462

461

461

 

Overige

229

461

461

461

462

461

461

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

55

226

226

226

226

226

226

 

Overige

55

226

226

226

226

226

226

7.20

Pensioenen en uitkeringen voor verzetsdeeln. en oorlogsgetroffenen WOII

188.899

190.576

172.851

155.661

139.078

128.809

119.983

 

Inkomensoverdrachten

179.740

180.514

162.769

145.696

129.260

119.094

110.268

 

Wetten/regelingen verzetsdeelnemers/oorlogsgetroffenen

179.740

180.514

162.769

145.696

129.260

119.094

110.268

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

9.159

10.062

10.082

9.965

9.818

9.715

9.715

 

Sociale Verzekeringsbank

9.159

9.312

9.432

9.365

9.367

9.365

9.365

 

Pensioen- en Uitkeringsraad

0

750

650

600

451

350

350

         
 

Ontvangsten

1.568

3.339

3.339

3.339

3.339

3.339

3.339

         

Budgetflexibiliteit

Subsidies

Van het beschikbare budget van € 27,1 miljoen is 84,4% juridisch verplicht. Het betreft de financiering van aangegane verplichtingen op basis van de Kaderregeling VWS-subsidies. Dit betreft zowel instellingsubsidies die jaarlijks worden verleend als projectsubsidies die meerjarig kunnen zijn.

Bekostiging

Van het beschikbare budget van € 0,4 miljoen is 50% juridisch verplicht. Het betreft de bekostiging van wachtgelden, de vervoerskosten en de niet op grond van een wettelijke regeling of ziektekostenregeling vergoede kosten van behandeling door stichting Centrum’45, inclusief de noodzakelijke verblijfskosten.

Opdrachten

Van het beschikbare budget van € 0,5 miljoen is 9% juridisch verplicht.

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

Van het beschikbare budget van € 0,2 miljoen is 60% verplicht. Het betreft de jaarlijkse bijdrage aan International Holocaust Remembrance Association.

Inkomensoverdrachten

Van het beschikbare budget van € 162,5 miljoen is 100% juridisch verplicht. Het betreft de bekostiging van de pensioenen en uitkeringen voor verzets­deelnemers en oorlogsgetroffenen WO II.

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

Van het beschikbare budget van € 10,3 miljoen is 100% juridisch verplicht. Het betreft de bijdragen aan de Sociale Verzekeringsbank (SVB) en de Pensioen- en Uitkeringsraad (PUR).

Tabel 55 Geschatte budgetflexibiliteit
 

2024

juridisch verplicht

98,6%

bestuurlijk gebonden

1,0%

beleidsmatig gereserveerd

0,4%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0%

1. De zorg- en dienstverlening aan verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WOII en de herinnering aan WO II

Subsidies

Nationaal Comité 4 en 5 meiHet ministerie van VWS verleent in 2024 een instellingssubsidie van circa € 5,8 miljoen aan het Nationaal Comité voor met name de organisatie van de nationale herdenking op 4 mei en de viering op 5 mei.

Nationale herinneringscentraHet Ministerie van VWS verleent instellingssubsidies (circa € 2,7 miljoen) aan de vijf nationale herinneringscentra: Kamp Vught, Kamp Westerbork, Kamp Amersfoort, het Indisch Herinneringscentrum en het Oranjehotel. Deze spelen een belangrijke rol bij de blijvende betekenis van en de collectieve herinnering aan WO II. Gezien de bezoekersaantallen wordt het bereik van de herinneringscentra steeds groter. Naast het beheer en behoud van historische plekken gaat het vooral om educatieve activiteiten die vanuit de herinneringscentra worden georganiseerd.

Tevens ontvangt het Nationaal Monument Kamp Westerbork een subsidie voor gastsprekers op scholen van € 0,3 miljoen. Gastsprekers vertellen elk hun eigen verhaal over de WO II in Nederland of Nederlands-Indië, of over recente conflicten en vredesmissies.

Collectieve Erkenning Indisch NederlandIn 2024 wordt € 1,5 miljoen besteed aan de vaste onderdelen van de collectieve erkenning van Indisch en Moluks Nederland die vastgelegd zijn in de programmalijnen contextgebonden zorg, herdenken en de Nederlands-Indische pleisterplaats de Sophiahof en aan projecten via de subsidieregeling CEWIN (in totaal € 1,0 miljoen). Het is van groot belang dat de collectieve erkenning van Indisch en Moluks Nederland verankerd is en blijft in de Nederlandse samenleving. De Indische en Molukse gemeenschap bepaalt zelf hoe de verankering in de samenleving vorm krijgt.

In de begroting 2024 is € 3 miljoen gereserveerd voor de tegemoetkoming Indische Gemeenschap. De in 2021 in gang gezette impuls voor de collectieve erkenning van de Indisch en Molukse gemeenschap wordt in 2024 voortgezet, met als prioriteit het verbeteren van de kennis over de geschiedenis van voormalig Nederlands-Indië.

Zorg- en dienstverleningNa WO II is in Nederland voor de deelnemers aan het voormalig verzet en de oorlogsslachtoffers geleidelijk een stelsel van pensioenen, uitkeringen en hulp- en dienstverlening ontstaan. Dit komt voort uit de principes van ereschuld tegenover de deelnemers aan het voormalig verzet en bijzondere solidariteit tegenover de oorlogsslachtoffers. Het aantal voormalig verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen neemt gestaag af. Gezien deze ontwikkeling moeten ook de uitvoeringsorganisaties zich aanpassen. Het is belangrijk dat dit op een verantwoorde manier gebeurt, zodat continuïteit en kwaliteit van de dienstverlening zijn gewaarborgd. Het ministerie van VWS begeleidt en faciliteert deze ontwikkeling. Om zorg- en dienstverlening (maatschappelijk werk, sociale dienstverlening) aan (erkende) verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen mogelijk te maken, worden onder andere subsidies (in totaal € 5,6 miljoen) verleend aan gespecialiseerde instellingen zoals Joods Maatschappelijk Werk, Stichting Arq en Nederlands Veteranen Instituut.

OverigeDit betreft onder andere subsidies om de noodzakelijke samenhang en samenwerking aan te brengen in het educatieve/kennisaanbod, de digitalisering en het museale aanbod over WOII. In 2024 gaat de door de veldpartijen gewenste stichting WO2Net (€ 1,5 miljoen) activiteiten uitvoeren om deze samenhang te bevorderen en samenwerking te initiëren en te stimuleren. In 2024 wordt de financiële steun (€ 1,2 miljoen) voortgezet aan de digitalisering van het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR), met name ten behoeve van de verrijking van de informatie en de aansluiting op andere digitale oorlogsbronnen.

2. Pensioenen en uitkeringen voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WO II

Inkomensoverdrachten

Wetten en regelingen voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenenDe wetten en regelingen voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen worden alleen nog bijgesteld als wijzigingen in aanpalende wetten dat noodzakelijk maken, bijvoorbeeld op het terrein van zorg en sociale zekerheid. In het kader van de wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen uit WO II (Wuv, Wubo en Wbp) worden onder andere tegemoetkomingen (inkomensafhankelijk) en vergoedingen (inkomensonafhankelijk) voor bijzondere voorzieningen toegekend als onderdeel van de totale uitkering. Het betreft met name uitgaven voor medische voorzieningen, huishoudelijke hulp, deelname maatschappelijk verkeer en overige voorzieningen zoals vervoer.

Voor 2024 is € 162,8 miljoen beschikbaar, waarvan het merendeel voor de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945 (€ 102,6 miljoen). Voor de Wubo en de Wbp is in 2024 € 42,6 miljoen respectievelijk € 13,4 miljoen beschikbaar.

Kengetal: Uitkeringen aan Oorlogsgetroffenen WO II (bedragen x €1.000.000)

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

Sociale Verzekeringsbank (SVB) en Pensioen- en Uitkeringsraad (PUR)Om pensioenen, uitkeringen en bijzondere voorzieningen te kunnen toekennen aan verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen, is in 2024 € 10,1 miljoen beschikbaar voor de SVB en de PUR.

Prestatie-indicator: percentage eerste aanvragen dat door de PUR en de SVB binnen de (verlengde) wettelijke termijn is afgehandeld.

Bron: Jaarverslag van de PUR en de SVB

Licence