Base description which applies to whole site

3.3 Artikel 23: Kennis en innovatie

Het hoofddoel van het kennis- en innovatiebeleid van de Minister van LVVN is het leveren van een bijdrage aan (1) het ontwikkelen van kennis en innovatie (voor beleid en samenleving) en (2) de verspreiding van kennis en van werkende ideeën en oplossingen, voor een toekomstbestendig voedselsysteem, een robuuste natuur en een vitaal platteland.

Rol:

  • Er is een goed functionerende kennis-, innovatie en onderzoeksinfrastructuur op het terrein van land- en tuinbouw, visserij, voedsel, natuur en landelijk gebied.

  • Er is voldoende kennis beschikbaar om kennisgedreven beleidsadvies te kunnen geven.

  • Kennisontwikkeling, kennisbenutting, kennisverspreiding (waaronder via onderwijs en educatie) en (technologische en sociale) innovatie worden gerealiseerd.

De Minister is (mede) verantwoordelijk voor:

Stimuleren:

  • Van de inzet en verspreiding van kennis en innovatie gericht op een toekomstbestendig voedselsysteem, een robuuste natuur, en een vitaal platteland.

  • Van de inzet van het groen onderwijs voor de maatschappelijke opgaven: toekomstbestendig voedselsysteem, robuuste natuur, en een vitaal platteland. De Minister is hiervoor samen met de Minister van OCW als vakminister medeverantwoordelijk. 

  • Van voedsel-, natuur- en duurzaamheidseducatie richting scholen en breder in de samenleving. 

  • Van publiek-private samenwerking gericht op het opstellen en (laten) uitvoeren van meerjarige missiegedreven innovatieprogramma’s voor Landbouw, Water en Voedsel.  

  • Van internationale samenwerkingsprogramma’s voor onderzoek gericht op de maatschappelijke opgaven: toekomstbestendig voedselsysteem, robuuste natuur, en een vitaal platteland. 

Tenslotte wordt door de Minister van LVVN de volgende (rand)voorwaarden gecreëerd om blijvend de doelen te realiseren en verantwoordelijkheden na te komen:

Regisseren:

  • De Minister is als penvoerder verantwoordelijk voor de inhoudelijke programmering van Wageningen Research op basis van de Subsidieregeling instituten voor toegepast onderzoek.

  • Uitvoeren van wettelijke onderzoekstaken door Wageningen Research gericht op genetische bronnen, voedselveiligheid, besmettelijke dierziekten, economische informatievoorziening, natuur en milieu en visserij.

  • Regievoering op de subsidieverlening aan Wageningen Research en de opdrachtverlening RIVM voor het groene domein.

Financieren:

  • Het financieren van de kennisbasis van Wageningen Research, op basis van de Subsidieregeling instituten voor toegepast onderzoek.

  • Instandhouding van een groene kennis- en (basis)onderzoeksinfrastructuur voor het landbouw-, natuur- en voedseldomein.

Uitvoeren:

  • Van interventies voor kennis en innovatie van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid voor het verspreiden van kennis, het ontwikkelen van praktijkgerichte innovaties in de landbouw en het versterken van het agrarisch kennis- en innovatiesysteem (AKIS).

De Kennis- en Innovatieagenda Landbouw, Water en Voedsel vormt het kader voor de kennis en innovatieprogrammering. Met de nieuwe governance van het missiegedreven innovatiebeleid wordt meer ingezet op koplopers en blijft de samenwerking met private partijen geborgd.

Vanuit de nieuwe aanpak «Ruimte voor Landbouw en Natuur» wordt het beleid ten aanzien van de opgaven in het landelijk gebied vormgegeven. Ook hierbij zijn innovatie en kennis(delen) belangrijke componenten om te komen tot specifieke maatregelen en oplossingen.

Naar aanleiding van de periodieke rapportage van artikel 23 (Berenschot, 2025) is de beschrijving van aangescherpt. De formulering van de stelselverantwoordelijkheid van LVVN voor kennis en innovatie is verduidelijkt, en de financiering van de basisinfrastructuur van de twee kennisinstituten met de grootste bijdrage is direct herleidbaar uit de begrotingstructuur.

Budgettaire gevolgen van beleid art. 23 (bedragen x € 1.000)

23 Kennis en innovatie

bedragen x1.000

 

Art.

Omschrijving

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

 

Verplichtingen

0

0

313.045

302.813

299.416

337.044

313.852

         
 

Uitgaven

0

0

380.740

395.385

371.580

389.359

344.634

         
 

Subsidies (regelingen)

       
 

Beleidsondersteunend onderzoek (Wageningen Research)

0

0

48.305

33.640

20.650

19.266

19.255

 

Missiegedreven kennis- en innovatiebeleid (Wageningen Research)

0

0

48.275

43.018

49.053

44.832

44.832

 

Kennis- en innovatieketen

0

0

61.423

106.630

100.663

127.722

90.208

 

Onderwijs en educatie

0

0

10.493

9.515

8.065

7.794

7.444

 

Nationaal Groeifonds

0

0

58.099

52.498

51.538

47.076

36.098

 

Opdrachten

       
 

Kennis- en innovatieketen

0

0

4.387

5.033

5.493

5.589

5.589

 

Programmering RIVM

0

0

6.746

3.755

3.140

3.125

3.746

 

Bijdrage aan agentschappen

       
 

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

0

0

8.692

6.178

6.323

6.465

7.409

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

       
 

Wageningen Research

0

0

134.320

135.118

125.534

125.247

127.810

 

ZonMw

0

0

0

0

1.121

2.243

2.243

         
 

Ontvangsten

0

0

7.474

7.474

7.474

7.474

7.474

         
 

Ontvangsten

       
 

Diverse ontvangsten

0

0

7.474

7.474

7.474

7.474

7.474

Budgetflexibiliteit

Tabel 17 Geschatte budgetflexibiliteit

Geschatte budgetflexibiliteit

2026

juridisch verplicht

94,0%

bestuurlijk gebonden

0,0%

beleidsmatig gereserveerd

6,0%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0,0%

De geschatte budgetflexibiliteit 2026 juridisch verplicht is 94%, bestuurlijk gebonden is 0%, beleidsmatig gereserveerd is 6%, nog niet ingevuld/vrij te besteden is 0%.

23.1 Kennis en innovatie

Subsidies

Beleidsondersteunend onderzoek (Wageningen Research)

Het geraamde subsidiebudget voor «Beleidsondersteunend onderzoek» in 2026 is € 48,3 mln. Deze middelen zijn bedoeld om LVVN-beleid te onderbouwen en knelpunten in de LVVN beleidsuitvoering op te lossen. Middels een subsidie onder de Toegepast onderzoek (TO2) regeling ontwikkelt Wageningen Research (WR) kennis op een groot aantal thema’s. Voor het beleidsondersteunend onderzoek zijn de zes missies (zie hieronder bij missiegedreven kennis- en innovatiebeleid WR) uit de Kennis- en Innovatieagenda Landbouw, Water en Voedsel (KIA LWV) richtinggevend. Het gaat hier veelal om middellange termijn en maatschappelijk urgente dossiers. Daarnaast zijn er meerjarige kennisprojecten voor:

  • Toegepast onderzoek ter ondersteuning van doelbereik (natuur, water en klimaat) door boeren, tuinders en vissers,

  • Toekomstgerichte bedrijfs- en marktconcepten voor een toekomstbestendig voedselsysteem en vitaal platteland,

  • Toegepast onderzoek ten behoeve van het halen van natuurdoelen via integratie van natuur in de woon-en werkomgeving.

  • En wordt onderzoek gedaan naar aanleiding van onder meer beleidsbrieven, internationale verplichtingen en bestuurlijke afspraken.

Missiegedreven kennis- en innovatiebeleid (Wageningen Research)

Voor het subsidiebudget «missiegedreven kennis- en innovatiebeleid» in 2026 is € 48,3 mln. geraamd. Deze middelen zijn bedoeld voor publiek-private samenwerking gericht op de realisatie van de Kennis en Innovatieagenda Landbouw, Water en Voedsel (KIA-LWV). In de programma’s werken kennis- en onderwijsinstellingen, private partijen, maatschappelijke organisaties en overheden samen aan de ontwikkeling, verspreiding en toepassing van kennis en innovatie om de missiedoelen te realiseren. Speciale aandacht gaat naar de verspreiding van kennis naar het midden- en kleinbedrijf. De KIA LWV 2024-2027 beslaat het hele LVVN-domein en relevante onderwerpen van de ministeries IenW en VWS. In de KIA staan de volgende 6 missies centraal:

  • Veerkrachtige natuur

  • Duurzame land- en tuinbouw

  • Vitaal landelijk gebied in een klimaatbestendig Nederland

  • Duurzaam en gewaardeerd voedsel, dat gezond, toegankelijk en veilig is

  • Duurzaam en veilig gebruik van de Noordzee en andere grote wateren

  • Veilige en weerbare delta

De missies krijgen ondersteuning van het sleuteltechnologieprogramma, met aandacht voor slimme technologieën (digitalisering, toepassing van kunstmatige intelligentie en robotisering) en veredelingstechnologie en fermentatie en bioconversie. Daarnaast wordt ingezet op cross-over onderwerpen met andere thema's, onder andere op de onderwerpen ‘voeding-gezondheid-leefomgeving’ en ICT.

Kennis- en innovatieketen

Voor het subsidiebudget «Kennis- en innovatieketen» in 2026 is € 61,4 mln. geraamd. Deze middelen zijn bestemd voor activiteiten op het terrein van kennis en innovatieverspreiding, -versnelling en implementatie. Hiermee worden een aantal activiteiten uitgevoerd, gericht op de ontwikkeling van de landbouw en de natuur in het landelijk gebied. Hieronder wordt een toelichting gegeven op activiteiten binnen de kennis en innovatieketen:

  • Doelsturing: In 2026 is € 7,5 mln. beschikbaar voor doelsturing, meten en berekenen en het Nationaal Kennisprogramma Stikstof (NKS).

    • Binnen doelsturing wordt gewerkt aan de verdere doorontwikkeling van de wetenschappelijke basis voor een landelijke set aan kritische prestatie indicatoren (KPI's) voor duurzame landbouw door het kennisconsortium van WUR en boerenverstand. Aanvullend wordt ondersteunend onderzoek gedaan door het kennisconsortium ten behoeve van de beleidsimplementatie van bedrijfsgerichte doelsturing op klimaat, stikstof en water.

    • Binnen meten en berekenen wordt gewerkt aan continu kunnen meten met sensoren van stalemissies. Dit om veehouders te kunnen informeren over hun emissies, te stimuleren tot een lagere emissie of om tot een doelvoorschriftvergunning (vergunning met emissieplafond) te komen. Het programma maakt gebruik van initiatieven uit de regio's, koppelt ze aan elkaar, en bouwt deze waar nodig verder uit.

    • In het NKS wordt onderzoek naar het meten en berekenen van stikstof uitgevoerd. Hiermee wordt de kennisbasis voor het bepalen en monitoren van de stikstofdruk meer en meer nauwkeurig en transparant. In 2026 gebeurt dat door op meer punten te meten, het verbeteren en onderhouden van stikstofmodellen en het in te zetten op gebruik van innovatieve meetmethoden in aanvulling op de bestaande meetnetten.

  • Experimenteerlocaties: in 2025 zijn de eerste 3 experimenteerlocaties gestart, die ook in 2026 worden ondersteund. In 2026 zullen additionele experimenteerlocaties starten door middel van een tweede openstelling van de subsidieregeling experimenteerlocaties (SREL). Het platform experimenteerlocaties is gestart. Voor de SREL en het nationale platform is ca. € 6,1 mln. beschikbaar.

  • Sociaal Economische Begeleiding (SEB): in 2026 is € 8,4 mln. beschikbaar voor het financieren van de in 2024 en 2025 reeds gestarte tien regionale knooppunten waar agrarische ondernemers zich kunnen melden voor meerjarige sociaal- economische begeleiding gericht op de behoeften van de ondernemers en de opgaven in het landelijk gebied.

  • De Vereniging Agrarische Bedrijfsadviseurs (VAB) is door de minister van LVVN aangewezen als erkende beroepsorganisatie voor adviseurs in het kader van het bedrijfsadviseringssysteem als bedoeld in artikel 15 van Verordening (EU) nr. 2021/2115 en de Uitvoeringsregeling GLB 2023. Voor het beheer en doorontwikkeling van het bedrijfsadviseringssysteem (BAS register), het register voor permanente educatie voor BAS adviseurs en voorlichtingstaken en kennisverspreiding binnen het Agricultural Knowledge and Innovation System (AKIS) is in 2026 € 0,2 mln. beschikbaar gesteld.

  • Kennisoverdracht naar het boerenerf: voor de subsidiemodule agrarische bedrijfsadvisering en educatie (SABE) is in 2026 € 3,7 mln. beschikbaar. Deze middelen worden samen met Europese middelen in het GLB aangewend voor agrarisch bedrijfsadvies en het opstellen van een bedrijfsplan voor toekomstbestendige landbouw.

  • Actieprogramma Digitalisering: in 2026 is € 8,8mln. beschikbaar om grote kansen voor een toekomstbestendige landbouw, visserij, voedselproductie en robuuste natuur te benutten. Het gaat hierbij onder andere over het opzetten van een geschikte data-infrastructuur in samenhang met Programma Doelsturing, waarin afspraken worden gemaakt over datadelen en –standaarden. Daarnaast werkt LVVN aan het beschikbaar stellen van open (satelliet) data, zorgen voor voldoende digitale competenties bij de gebruikers, weerbaarheid tegen cybersecurity en waar nodig het ontwikkelen van nieuwe kennis of het faciliteren van investeringen.

  • Innovatieprogramma ‘Robots naar het boerenerf’: in 2026 is € 6,2 mln. beschikbaar voor een koploperscampagne, ondersteunende digitale infrastructuur, robotica-educatie, vraaggestuurd toegepast onderzoek en internationalisering. Door de koploperscampagne kunnen telers op hun eigen bedrijf ervaring opdoen met robots voor arbeidsbesparing en verduurzaming. Met NWO en het onderwijsinstellingen worden educatieprogramma’s gestart over robotica en bijbehorende digitalisering en dienstverlening. Verder wordt in 2026 een regeling opengesteld voor vraaggestuurd onderzoek voor doorontwikkeling en integratie van robots op agrarische bedrijven.

  • OBN Natuurkennis: voor het kennisnetwerk OBN Natuurkennis is in 2026 € 4,0 mln. beschikbaar voor natuurherstel en natuurbeheer. Deze middelen worden via een meerjarige subsidie aan VBNE verstrekt. OBN Natuurkennis is een onafhankelijk platform waar beheer, beleid en wetenschap samenwerken op het gebied van natuurherstel en natuurbeheer. Het kennisnetwerk ontwikkelt, bundelt en verspreidt kennis over strategieën en maatregelen voor het structureel herstel en beheer van natuurkwaliteit. De resultaten zijn bruikbaar voor zowel terreinbeheerders als provincie- en rijksambtenaren.

  • De Stichting Dutch Agri Food Week organiseert jaarlijks in oktober De Week van Ons Eten. Met verschillende events, online en fysiek in heel Nederland, wordt de relatie boer/tuinder/visser/ voedselproducent en de consument versterkt, wordt de waardering voor duurzame Nederlandse producten vergroot en wordt het belang van deze sectoren voor de Nederlandse economie onder de aandacht gebracht. Daarnaast is er aandacht voor het werken en leren in de groene sectoren. Dit gebeurt op verschillende manieren door kennisoverdracht, dialoog, proeven, inspireren en beleven. Voor 2026 is er € 0,3 mln. beschikbaar.

Onderwijs en educatie

Voor het subsidiebudget «Onderwijs en educatie» in 2026 is € 10,5 mln. geraamd.

  • Voor Groenpact is in 2026 € 4,6 mln. beschikbaar. In Groenpact werkt LVVN samen met onderwijs- en kennisinstellingen, het bedrijfsleven (werkgevers- en werknemersorganisaties) en maatschappelijke organisaties (waar onder jongerenorganisaties) in het groene domein. Gewerkt wordt aan de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt, de vernieuwing van het onderwijs en innovaties in de beroepspraktijk. Met de nieuwe fase van Groenpact wordt ingezet op het versterken van de veerkracht en veranderkracht in het groene domein, met aandacht voor innovatie en arbeidsbesparing, de kracht van ondernemerschap en generatievernieuwing (boeren en tuinders), perspectief voor de visserij en regionale verbinding. Talent- en competentieontwikkeling en meer hybride aanpakken (van leren, werken en innoveren) staan daarbij centraal.

  • In 2026 zet LVVN € 5,9 mln. in voor voedsel-, natuur- en duurzaamheidseducatie, via het onderwijs maar ook breder binnen de samenleving. LVVN is onderdeel van de rijksbrede werkgroep Duurzame School. Het programma Jong Leren Eten (JLE) werkt aan de verdere borging van voedseleducatie en zet in op de verdere ontwikkeling van educatieprogramma's voor specifieke doelgroepen (vmbo/ mbo/ hbo). Daarnaast wordt verkend hoe meer ingezet kan worden op sociale innovatie binnen het LVVN domein.

Nationaal Groeifonds (NGF)

LVVN is verantwoordelijk voor het uitvoeren van vijf NGF projecten. In 2026 is hiervoor € 58,1 mln. beschikbaar.

  • Voor Cellulaire Agricultuur (kweekvlees en precisiefermentatie) is in 2026 € 10,0 mln. beschikbaar. Hierbij wordt er in samenwerking met bedrijven en kennisinstellingen gewerkt aan een integraal programma Cellulaire Agricultuur (CA). Het doel is om voldoende gekwalificeerd CA-personeel op te leiden, fundamentele en toegepaste CA-kennis te ontwikkelen en opschalingsfaciliteiten beschikbaar te maken voor CA-bedrijven. CA heeft de potentie om een kansrijke sector te worden die een significante bijdrage kan leveren aan het duurzame verdienvermogen van Nederland en kan een positieve impact hebben op milieu, klimaat en dierenwelzijn.

  • Voor het programma CROP-XR is in 2026 € 5,2 mln. beschikbaar. Dit project behelst onderzoek op het snijvlak van plantenwetenschappen, datawetenschappen en kunstmatige intelligentie om te komen tot nieuwe ‘smart data’-methoden voor plantenveredeling. Daarnaast wordt ingezet op kennisverspreiding en een snelle vertaling van de ontwikkelde kennis naar commercialiseerbare gewassen.

  • Voor het programma Regeneratieve Landbouw (Re-Ge-NL) is in 2026 € 18,0 mln. beschikbaar gesteld om samen met duizend Nederlandse boeren een toekomstbestendige landbouwsector te ontwikkelen waarbij landbouw samengaat met bodemverbetering, herstel van bodemleven en natuur. Daarnaast biedt het ook een goed verdienmodel voor boeren.

  • Voor het nieuw op te richten nationaal Centrum voor Proefdiervrije Biomedische Translatie (CPBT) is in 2026 € 10,8 mln. beschikbaar. Met dit project wordt een nationaal centrum voor het valoriseren en dissemineren van proefdiervrije innovaties en expertise opgezet. Het centrum heeft als doel om de stap van nieuwe biomedische innovaties naar patiënt en gebruiker te verbeteren en te versnellen, met minder kosten en zonder proefdieren. Dit zorgt onder meer voor veiligere, effectievere en betere medicijnen met minder dierenleed.

  • Voor het Holomicrobioom-programma is in 2026 € 14,0 mln. beschikbaar. In het Holomicrobioom-programma wordt voor het eerst onderzocht hoe microbiomen in alle delen van ons voedselsysteem samen één groot netwerk vormen: een 'holomicrobioom'. Het nieuw op te richten Holomicrobioom Instituut gaat innovatie in landbouw en veehouderij, in voedselproductie en gezondheidszorg, en in bodem- en waterbeheer in Nederland bijeenbrengen.

Opdrachten

Kennis- en innovatieketen

Het geraamde opdrachtenbudget voor «Kennis en innovatieketen» in 2026 is € 4,4 mln. Deze middelen zijn bedoeld voor de ontwikkeling van kennis, praktijkgerichte innovaties en activiteiten voor onderwijs en educatie. Hiervoor worden opdrachten uitgezet bij kennisinstellingen, anders dan Wageningen Research, die ook bijdragen aan de missies van het thema Landbouw, Water en Voedsel. Het gaat hier om projecten bedoeld om nieuw beleid te onderbouwen, knelpunten in de beleidsuitvoering op te lossen en perspectiefvolle oplossingsrichtingen aan te dragen, maar ook om nieuwe kennis over te dragen aan diverse doelgroepen. Voorbeelden hiervan zijn:

  • Basisfinanciering van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL); hiervoor is in 2026 € 1,9 mln. beschikbaar. Het PBL verricht analyses, evaluaties en verkenningen over milieu, natuur en ruimte zoals de wettelijke taken uit de Omgevingswet voor de Landbouw en Natuurverkenning en de Omgevingsbalans. 

  • Doorlopende budgetbijdrage aan het Nederlands Polair Programma en het Polair Activiteiten Programma; hiervoor ontvangt Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) in 2026 € 0,4 mln. van het ministerie van LVVN.

  • Het College van Rijksbouwmeester en Rijksadviseurs (CRa) adviseert vanuit een onafhankelijke positie als multidisciplinair team gevraagd en ongevraagd de Rijksoverheid over ruimtelijke opgaven zoals verstedelijking, landschap, natuur, landbouw, klimaatadaptie en waterbeheer.

Programmering RIVM

De bijdrage vanuit LVVN aan het RIVM-programmabudget in 2026 bedraagt € 6,7 mln. LVVN is coördinerend opdrachtgever voor het RIVM voor LVVN, EZ, KGG en VRO. Het RIVM voert onderzoek uit dat bijdraagt aan maatschappelijke doelen en verplichtingen, die onder andere voortkomen uit (Europese) wet- en regelgeving. Thema’s zijn:

  • Veilig, gezond en duurzaam voedsel en alternatieven voor dierproeven;

  • Plantaardige Agro, Milieu en Gezondheid met daarin onder andere het monitoringprogramma Landelijk meetnet effecten mestbeleid en Blootstelling gewasbeschermingsmiddelen en Gezondheid agrariërs en omwonenden;

  • Stikstof en Natuur, met daarin onder andere het onderzoek naar meet- en modelsystematiek stikstof, ondersteuning, ontwikkeling en uitvoering stikstofbeleid, beleidsmonitoring stikstof, onderzoek naar Atlas natuurlijk kapitaal en de Biodiversiteit(planner);

  • Opdrachten vanuit de ministeries van KGG, EZ en VRO over onder andere emissieregistratie, Kennisplatform Elektromagnetische Velden.

Bijdragen aan agentschappen

RIVM

De bijdrage apparaatsbudget aan het RIVM in 2026 is € 8,7 mln. betreft het apparaatsbudget ingezet voor de hierboven, bij opdrachten, beschreven thema’s voor o.a. beleidsondersteunend onderzoek, wettelijke taken en monitoringonderzoek bij het RIVM.

Bijdragen aan ZBO/RWT

Wageningen Research

De bijdrage aan Wageningen Research (WR) in 2026 is € 134,3 mln. De bijdrage bestaat uit vier onderdelen:

  • Wettelijke onderzoekstaken (WOT): in 2026 is € 77,3 mln. beschikbaar voor de WOT programma's Besmettelijke Dierziekten (BD), Voedselveiligheid (VV), Genetische Bronnen (GB), Natuur en Milieu (N&M), Visserijonderzoek (VO) en Economische Informatievoorziening (EI). Deze programma's voorzien de overheid van kennis, expertise, methodieken, analyses en faciliteiten, die nodig zijn om te voldoen aan (inter)nationale wet- en regelgeving en andere overheidstaken van nationaal en/of algemeen belang. De programma’s zijn meerjarig en worden elke 5 jaar geëvalueerd. In 2026 wordt de WOT-Genetische Bronnen geëvalueerd.

  • Kennisbasis (KB): Voor KB is in 2026 € 49,1 mln. beschikbaar. De KB van Wageningen Research vormt samen met fundamenteel onderzoek van Wageningen University en andere kennisinstellingen (bijv. RIVM, PBL) de strategische kennisbasis voor het agro- en natuurdomein. Daarmee is het een lange termijn pijler onder het LVVN-beleid. Vanaf 2025 is een nieuw Kennisbasisprogramma gestart met een looptijd tot en met 2028. De basis hiervoor ligt in het Strategisch Plan van Wageningen University & Research 2025-2028.

  • Autonome bijdrage: Voor autonome bijdrage is in 2026 € 4,8 mln. beschikbaar. Dit is een lumpsum financiering aan Wageningen Research (WR) en houdt verband met de privatisering van de toenmalige Dienst Landbouwkundig Onderzoek (DLO, nu WR) eind jaren negentig van de vorige eeuw.

  • HGIS beleidsondersteunend onderzoek: Voor HGIS beleidsondersteunend onderzoek is in 2026 € 3,1 mln. beschikbaar voor onderzoekprogrammering met focus op internationale voedselzekerheid.

Ontvangsten

Diverse ontvangsten

De geraamde ontvangsten van € 7,5 mln. in 2026 betreffen voornamelijk een taakstellende ontvangst van een jaarlijkse betaling van WR aan LVVN voor rente en aflossing op de leningen die bij de verzelfstandiging van de toenmalige Dienst Landbouwkundig Onderzoek (DLO en nu WR) eind jaren negentig werden aangegaan.

Licence