Base description which applies to whole site

3.2 Artikel 2. Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit

Stimuleren van een goede kwaliteit van de gebouwde omgeving op de aspecten duurzaamheid, energiezuinigheid, veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid en toegankelijkheid.

Met deze doelstelling doet het ministerie van VRO recht aan diverse publieke waarden:

  • De energietransitie in de gebouwde omgeving maakt onze energievoorziening minder afhankelijk van instabiele regio's, zorgt voor vermindering van de CO2-uitstoot op de lange termijn en maakt huishoudens weerbaarder tegen schokken in energieprijzen.

  • Gebouwen voldoen aan de eisen van bouwregelgeving op het gebied van veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid en duurzaamheid.

  • Vermindering van het gebruik van primaire grondstoffen in de bouw door onder meer zo hoogwaardig mogelijk gebruik van bouw- en sloopafval draagt bij aan de beschikbaarheid en betaalbaarheid van producten en diensten op de langere termijn.

Deze publieke waarden worden op onderdelen concreet gemaakt in de volgende op termijn te bereiken resultaten:

  • Vermindering van de CO2-uitstoot in de gebouwde omgeving door in 2030 een CO2-reductie van 55% te bereiken ten opzichte van 1990.

  • In de bestaande bouw is het streven om uiterlijk in 2030 2,5 miljoen woningen te isoleren, 120.000 gebouwen vergaand te verduurzamen en 500.000 nieuwe aansluitingen op warmtenetten te realiseren.

  • Huurwoningen met een EFG-label worden de komende jaren versneld verduurzaamd zodat vanaf 2029 alleen nog woningen met minimaal label D verhuurd worden.

  • Voor de utiliteitsbouw zal de implementatie van de vastgestelde EPBD IV afgerond worden.

  • In 2050 een volledig circulaire economie met als richtinggevend doel het gebruik van primaire abiotische grondstoffen in 2030 te halveren. Het Nationaal Programma Circulaire Economie 2023–2030 (NPCE) is een belangrijke stap in de richting om deze doelen te realiseren.

  • Om ervoor te zorgen dat Nederland in 2050 klimaatbestendig en waterrobuust is ingericht, wordt in de nationale aanpak klimaatadaptatie gebouwde omgeving (fase I) gewerkt aan een aantal actielijnen, waaronder het minder vrijblijvend maken van klimaatadaptief bouwen en inrichten. Hiertoe is de landelijke maatlat groene klimaatadaptieve gebouwde omgeving gepubliceerd gericht op nieuwbouw. We werken aan juridische borging van de landelijke maatlat en doorontwikkeling van de maatlat naar bestaand bebouwd gebied.

  • We werken toe naar een gezamenlijke nationale aanpak funderingsschade met publieke en private partners.

Met het oog op de doelen binnen dit beleidsartikel is de inzet van burgers, instellingen, bedrijven en de gehele overheid noodzakelijk. Met alle betrokken partijen wordt intensief gesproken over de noodzakelijke acties en te nemen maatregelen. Samen met medeoverheden, corporaties, netbeheerders, energiebedrijven, de financiële sector, de ontwerp-, bouw-, en technieksector en talloze andere bedrijven, instellingen en maatschappelijke organisaties gaan we, ieder vanuit de eigen verantwoordelijkheid, mensen helpen met het verduurzamen van hun huis of gebouw. We maken wetgeving, stellen normen aan de huursector, de utiliteitsbouw en stimuleren energiezuinige installaties. De minister van VRO heeft hierbij een stimulerende, regisserende en wetgevende rol.

Stimuleren

Op basis van artikel 120 van de Woningwet, hoofdstuk 4 van de Wet milieubeheer en de Kadasterwet is de minister verantwoordelijk voor het stimuleren van energiebesparing en reductie van CO2-uitstoot in de gebouwde omgeving. De minister geeft invulling aan deze verantwoordelijkheid door kaderstelling (wet- en regelgeving), het uitvoeren van acties, ondersteuning van innovatie (onder andere door middel van subsidies) en monitoring. De minister stimuleert energietransitie in de gebouwde omgeving met verschillende (subsidie)instrumenten, afspraken en ondersteuningsmaatregelen.

Regisseren

Op basis van artikel 2 van de Woningwet is de minister verantwoordelijk voor het opstellen en het beheer van de bouwregelgeving en stelselverantwoordelijk voor het borgen van de bouwkwaliteit. Op grond van deze verantwoordelijkheid worden in ieder geval regels gesteld over het bouwen van nieuwe bouwwerken, de staat van bestaande bouwwerken en het gebruiken en slopen van bouwwerken. Deze regels worden gesteld vanuit het oogpunt van veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid of milieu. Door naleving van deze regels is de minimumkwaliteit van bouwwerken gewaarborgd. Toezicht en handhaving hierop berust bij gemeenten.

1. Gebiedsgerichte aanpak warmtetransitie

De collectieve wijkgerichte aanpak heeft vertraging opgelopen. De collectieve verduurzamingsoplossingen (met de laagste maatschappelijke kosten) zijn nog te vaak onvoldoende aantrekkelijk (waaronder betaalbaar) voor de individuele eindgebruiker. Om de aansluiting op het warmtenet aantrekkelijker te maken wordt onderzocht om de verschillende subsidies ten aanzien van de aansluitkosten en inpandige kosten bij een overstap op een warmtenet met elkaar te stroomlijnen. Het streven is om dit in 2026 in werking te laten treden. Deze actie loopt samen met de inzet van het ministerie van KGG om de kosten van warmtenetten omlaag te brengen voor de eindgebruiker. In 2025 zal het wetstraject van de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (Wgiw) verder worden gebracht met oog op de beoogde inwerkingtreding is 1 juli 2026.

2. Verduurzaming individuele aanpak woningen

Verduurzaming koopwoningen en Verenigingen van Eigenaren

In het regeerprogramma is opgenomen door te gaan met rentevrije leningen voor energiebesparende maatregelen voor woningeigenaren met een laag- of middeninkomen via het Nationaal Warmtefonds. Dit is een investering in bestaanszekerheid en de middelen hiervoor zijn afkomstig van het ministerie van VRO, het Klimaatfonds van het ministerie van KGG en het Social Climate Fund. Dit is een Europees Fonds waarvoor het ministerie van SZW een aanvraag zal doen. Met deze middelen kan het Warmtefonds komende jaren doorgroeien.

In 2026 wordt het beleid voor verduurzaming van koopwoningen en Verenigingen van Eigenaren (VvE’s) doorgezet en op een aantal manieren versterkt. Het Kennis en Expertisecentrum verduurzaming VvE’s continueert in 2026 en wordt uitgebreid met de helpdesk voor VvE-besturen. Daarnaast loopt in 2026 de opleiding voor VvE-procesbegeleiders bij de Hogeschool Utrecht door. Verder zullen meer woningeigenaren gebruik kunnen maken van een groter bouwdepot voor verduurzaming bij het afsluiten van een hypotheek. In het kader van wetgeving worden in 2026 de besluitvormingsregels voor VvE’s in het burgerlijk wetboek aangepast.

Huurwoningen

De stimulering van verduurzaming van huurwoningen wordt in 2026 voortgezet. De minister van VRO onderzoekt hoe de verschillende subsidies op inpandige kosten warmtenetten (met name SVVE, ISDE, SAH) voor de verschillende doelgroepen beter gestroomlijnd kunnen worden, zodat het subsidielandschap beter toe te passen is in de wijkaanpak van gemeenten. In 2026 zal naar verwachting een nieuwe of aangepaste regeling in werking treden. Actielijnen uit het in 2025 gepresenteerde Ondersteuningspakket verduurzaming particuliere verhuur worden verder uitgewerkt, waaronder de wetswijziging voor een aanpassing van het initiatief- en instemmingsrecht bij verduurzaming. Er worden eisen in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) geïntroduceerd waaruit volgt dat per 1 januari 2029 huurwoningen ten minste verduurzaamd moeten zijn naar energielabel D. De verlengde subsidieregeling verduurzaming en onderhoud huurwoningen (SVOH) helpt private verhuurders bij het uitfaseren van de slechte energielabels.

3. Verduurzaming utiliteitsbouw

De verduurzaming van de utliteitsbouw wordt doorgaand gestimuleerd met een instrumentenmix van subsidies, fiscale regelingen, financiering, ontzorging voor MKB, maatschappelijk vastgoed en bedrijventerreinen. Daarnaast zal in 2026 de implementatie van de vastgestelde European Performance Buildings Directive (EPBD IV) afgerond worden. Dit zal onder meer leiden tot normering voor de gebouwen met de slechtste energieprestatie vanaf 2030, en een koplopersrol voor publieke instanties.

Circulair bouwen

We continueren in 2026 in samenwerking met partijen in de bouw en andere overheden de uitvoering van de Beleidsagenda normering en stimulering circulair bouwen (32852, nr. 223). In 2026 vindt de inwerkingtreding plaats van een wijziging van het Besluit bouwwerken leefomgeving en een bijbehorende wijziging van de Omgevingsregeling voor de aanscherping van de milieuprestatie-eis voor kantoren en de uitbreiding van de eis naar andere gebruiksfunctie. Daarnaast zijn er ook een aantal technische verbeteringen met betrekking tot de berekening van de milieuprestatie van gebouwen (28325, nr. 279). Tevens geven we uitvoering aan het Nationaal Programma Circulaire Economie 2023‒2030 (32852, nr. 225) en aan de actualisatie die in september 2025 is aangeboden aan de Kamer. Verder wordt in 2026 uitvoering gegeven aan de Nationale Aanpak Biobased Bouwen, conform het Ontwerp-Meerjarenprogramma Klimaatfonds 2026 (Voorjaarsbesluitvorming Groene Groei; 33043, nr. 114). De bekostiging van de stichting Nationale Milieudatabase (NMD) is met ingang van 2026 geactualiseerd.

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

Sinds 1 januari 2024 is het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) in werking getreden alsmede de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) voor eenvoudige nieuwbouw (gevolgklasse 1). In 2026 wordt verder gewerkt aan nieuwe wijzigingen van het Bbl ter verbetering van de regels, onder andere in verband met maatschappelijke behoeften, bijvoorbeeld in het kader van STOER (schrappen tegenstrijdige en overbodige regels). Ook wordt er gewerkt aan wijzigingen van het Bbl in verband met de implementatie van EU-regelgeving, zoals de Europese Richtlijn energieprestatie van gebouwen (EPBDIV), de Giga-bit infrastructuur verordening (GIA) en de herziene Verordening Bouwproducten (CPR).

4. Aanpak funderingsschade

We werken in 2026 verder aan een nationale aanpak funderingsproblematiek. In de voortgangsbrief van 3 december 2024 (28325, nr. 277) is aangegeven dat, om het bewustzijn en de informatiepositie van mensen rond funderingsschade te vergroten en woningeigenaren te stimuleren aan de slag te gaan met schade- en funderingsherstel, we de volgende stappen gaan zetten: 1) het verbeteren van de informatievoorziening; 2) woningeigenaren gebiedsgericht ondersteunen met onderzoek, advies en begeleiding; startend in enkele gebieden waar urgente funderingsproblemen zijn met uiteenlopende oorzaken. Voor de periode 2025 tot en met 2028 is hiervoor door het kabinet een bedrag van € 56 mln. vrijgemaakt. Daarnaast is aanvullend € 20 mln. gereserveerd voor het landelijke werkend maken van het Fonds Duurzaam Funderingsherstel. Bij de verdere uitwerking van de nationale aanpak wordt het in de voortgangsbrief van december 2024 aangekondigde advies van ABDTOPConsult over de invulling en vormgeving van een meerjarige aanpak op nationaal niveau betrokken.

Beleidskeuzes uitgelegd

In antwoorden op de begrotingsrapporteurs van de vaste commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over het departementale jaarverslag 2024 is toegezegd om in het begrotingsartikel een verwijzing op te nemen naar eerder verstuurde kaders «beleidskeuzes uitgelegd» (36740 VII, nr. 16). Dit om daarmee het inzicht in de koppeling tussen doelen en ingezette middelen op dit begrotingsartikel verder inzichteljk te maken. Onderstaande tabel toont de eerder met de Tweede Kamer gedeelde onderbouwing van instrumenten die in dit begrotingsartikel terugkomen.

Tabel 16 Eerder verstuurde «Beleidskeuzes uitgelegd» (artikel 2)

Naam instrument

Kamerstuk

Datum onderbouwing

Maatregelen Meerjarenprogramma klimaatfonds 2025: Perceel verduurzaming gebouwde omgeving

Kamerstuk 32813, nr. 1374

April 2024

Maatregelen Meerjarenprogramma klimaatfonds 2026: Perceel verduurzaming gebouwde omgeving

Kamerstuk 33043, nr. 114

April 2025

Verduurzaming Groningen en Noord-Drenthe (Nij begun)

Kamerstuk 36725-XXII, nr. 4

Mei 2025

De stand voor 2024 valt formeel niet onder het begrotingshoofdstuk van VRO, maar wordt hier voor de inzichtelijkheid wel getoond. De gerealiseerde begrotingsstand voor het jaar 2024 is formeel verantwoord onder artikel 4 van het jaarverslag van BZK.

Tabel 17 Budgettaire gevolgen van beleid art. 2 Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit (bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

 

Verplichtingen

1.727.694

2.162.589

890.977

1.022.060

859.955

701.042

574.811

         
 

Uitgaven

1.448.138

1.675.689

1.086.912

1.200.950

1.006.717

804.433

635.654

         

02.1

Energietransitie en duurzaamheid

1.427.197

1.637.417

1.023.752

1.159.465

965.316

790.042

620.766

 

Subsidies (regelingen)

521.804

795.354

715.341

862.766

701.465

544.423

367.011

 

Energiebesparing Koopsector

19.392

34.808

20.000

31.550

28.500

38.000

38.000

 

Energietransitie en duurzaamheid

23.259

31.475

17.384

17.512

12.848

11.252

10.623

 

Kennis- en innovatieprogramma bouwproductie stikstof

1.899

4.407

2.000

0

0

0

0

 

Maatschappelijk vastgoed fonds

0

49.910

30.000

55.000

30.000

30.000

30.000

 

Nationaal Groeifonds

26.198

26.571

14.022

5.460

1.000

0

0

 

Nationaal Isolatie Programma

0

0

980

980

980

980

980

 

Ontzorgen Vereniging van Eigenaren

1.373

6.258

7.259

5.730

5.303

3.072

3.072

 

Renovatieversneller

19.226

37.940

23.435

7.608

9.442

5.500

0

 

SAH

14.297

62.401

17.100

37.760

30.980

6.360

7.700

 

Subsidie verduurzaming en onderhoud huurwoningen

5.450

13.800

20.521

45.396

41.091

23.384

2.761

 

Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed

317.710

335.788

324.430

439.220

319.521

285.075

160.075

 

Warmtefonds

93.000

112.500

159.460

138.300

220.300

139.300

112.300

 

Verduurzaming Groningen en Noord-Drenthe

0

1.746

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

 

Verduurzaming Groningen en Noord-Drenthe Wooncorperaties

0

76.750

76.750

76.750

0

0

0

 

Verduurzaming Groningen en Noord-Drenthe innovatie

0

1.000

1.000

500

500

500

500

 

Opdrachten

5.265

7.460

4.900

3.500

5.700

5.700

5.700

 

Energietransitie en duurzaamheid

3.461

3.790

2.900

1.500

3.700

3.700

3.700

 

Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie

1.804

3.018

2.000

2.000

2.000

2.000

2.000

 

Verduurzaming Groningen en Noord-Drenthe

0

652

0

0

0

0

0

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

736

4.058

3.084

2.750

1.750

1.250

1.250

 

Energietransitie en duurzaamheid

736

2.804

2.084

2.000

1.000

500

500

 

Verduurzaming Groningen en Noord-Drenthe

0

1.254

1.000

750

750

750

750

 

Bijdrage aan medeoverheden

845.837

745.543

153.353

164.154

159.985

148.356

156.973

 

Aardgasvrije wijken

153

0

0

0

0

0

0

 

Ventilatie in scholen

1.028

0

0

0

0

0

0

 

Nationaal Groeifonds

0

498

0

0

0

0

0

 

Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie

10.891

17.500

9.000

9.000

9.000

9.000

9.000

 

NIP (Lokale aanpak woningisolatie)

709.882

474.834

0

0

0

0

0

 

NIP (Soortenmanagement)

50.730

834

281

186

0

0

0

 

Verduurzaming Groningen en Noord-Drenthe

4.368

10.352

8.854

6.436

6.501

5.677

4.477

 

Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed

68.785

490

0

13.496

9.798

595

10.595

 

Verduurzaming Groningen en Noord-Drenthe ontzorgingsprogramma

0

3.500

3.500

3.500

3.500

3.500

3.500

 

Verduurzaming Groningen en Noord-Drenthe isolatie en ventilatie

0

232.535

126.718

126.536

126.186

124.584

124.401

 

Verduurzaming Groningen en Noord-Drenthe uitvoeringsorganisatie

0

5.000

5.000

5.000

5.000

5.000

5.000

 

Bijdrage aan agentschappen

53.555

81.134

39.349

29.175

30.546

29.105

27.855

 

Dienst Publiek en Communicatie

2.025

2.303

1.760

1.760

1.760

1.760

1.760

 

RVB

9.156

14.638

10.050

7.850

9.562

8.750

7.500

 

RVO (Energietransitie en duurzaamheid)

39.214

39.656

16.359

9.646

8.753

8.653

8.653

 

RVO (Uitvoering Energieakkoord)

209

2.688

11.180

9.919

10.471

9.942

9.942

 

Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed

2.951

21.849

0

0

0

0

0

 

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

0

3.868

107.725

97.120

65.870

61.208

61.977

 

EGO (innovatie)

0

2.748

17.414

22.809

16.744

16.184

17.309

 

Handhaving energielabel C

0

0

1.600

1.600

1.600

1.600

1.600

 

Uitfaseren van slechte labels

0

911

1.000

0

0

0

0

 

Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed

0

209

87.711

72.711

47.526

43.424

43.068

02.2

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

20.941

38.272

63.160

41.485

41.401

14.391

14.888

 

Subsidies (regelingen)

15.959

18.764

19.139

14.761

13.067

2.280

2.280

 

Biobased bouwen

8.706

13.492

11.238

7.406

5.712

0

0

 

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

7.253

4.572

2.801

2.255

2.255

2.280

2.280

 

Aanpak funderingsschade

0

700

5.100

5.100

5.100

0

0

 

Opdrachten

4.978

16.009

17.249

16.637

15.037

9.537

9.537

 

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

4.978

15.524

12.749

12.137

10.537

9.537

9.537

 

Aanpak funderingsschade

0

485

4.500

4.500

4.500

0

0

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

4

16

0

0

0

0

0

 

Overige bijdragen

4

16

0

0

0

0

0

 

Bijdrage aan medeoverheden

0

2.626

24.791

7.608

10.716

0

0

 

Aanpak funderingsschade

0

2.626

24.791

7.608

10.716

0

0

 

Bijdrage aan agentschappen

0

857

1.981

2.479

2.581

2.574

3.071

 

RVB

0

857

1.981

2.479

2.581

2.574

3.071

         
 

Ontvangsten

27.574

17.742

91

91

91

91

91

Geschatte budgetflexibiliteit

Tabel 18 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 2
 

2026

juridisch verplicht

58%

bestuurlijk gebonden

41%

beleidsmatig gereserveerd

1%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0%

Juridisch verplicht

Van het totale uitgavenbudget op artikel 2 is 58% juridisch verplicht. Dit betreft met name de volgende instrumenten:

Subsidies (regelingen)

De uitgaven voor subsidies zijn voor 49% juridisch verplicht. De subsidies voor energietransitie en duurzaamheid betreffen onder andere subsidies voor verduurzaming en onderhoud huurwoningen, Energiebesparing Koopsector, het Kennis- en innovatieprogramma emissiearme bouwproducten (stikstof), Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed, Energietransitie en duurzaamheid, Renovatieversneller, Stimuleringsregeling aardgasvrije huurwoningen, het Warmtefonds, het Nationaal Groeifonds en het Ontzorgen van Vereniging van Eigenaren. De subsidies voor Bouwregelgeving en bouwkwaliteit betreffen onder andere subsidies voor Biobased bouwen, de Nationale Milieudatabase en de Nederlandse Normen.

Bijdrage aan medeoverheden

De bijdragen aan medeoverheden zijn voor 81% juridisch verplicht. Het betreft voornamelijk voor het Nationaal Isolatie Programma (Lokale aanpak woningisolatie en soortenmanagement), Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed, Verduurzaming in Groningen en Noord-Drenthe en aanpak funderingsschade.

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

De bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken zijn voor 81% juridisch verplicht en bestaan voornamelijk uit verduurzaming maatschappelijk vastgoed, uitfaseren slechte labels en handhaving energielabel C.

2.1 Energietransitie en duurzaamheid

Subsidies

Energiebesparing Koopsector

Om ondersteuning te bieden aan woningeigenaren van Verenigingen van Eigenaren (VvE's) die hun woning verduurzamen, is de subsidie energiebesparing eigen huis (SEEH) voor VvE’s voortgezet (32813, nr. 667) onder een nieuwe benaming subsidie verduurzaming voor Verenigingen voor Eigenaars (SVVE). Aan deze regeling zijn klimaatfondsmiddelen toegekend en is budget beschikbar beschikbaar tot en met 2030.

Energietransitie en duurzaamheid

In het kader van de afspraken voor energietransitie in de gebouwde omgeving verstrekt het ministerie van VRO subsidies aan enkele partijen, waaronder aan Energiemodule CBS, Woonbond en DGSO die zich richten op de versnelling van de digitale keten­ samenwerking in de gebouwde omgeving.

Aan de voorlichtingsorganisatie Stichting Milieu Centraal wordt voor de basisactiviteiten jaarlijks maximaal € 1,5 mln. toegekend voor de periode 2026 tot en met 2029. Dit bedrag heeft betrekking op de verlening van een subsidie aan Milieu Centraal voor het uitvoeren van de basisactiviteiten gericht op de kerntaak van consumentenvoorlichting en het zijn van een onafhankelijke vraagbaak voor consumenten en media op verschillende duurzaamheidsthema’s. De onafhankelijke positie van Milieu Centraal en de wetenschappelijke kennisbasis die hieraan ten grondslag liggen, zijn belangrijk voor consumenten om duurzamere keuzes te maken.

Deze begrotingsvermelding vormen de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverlening(en) aan Milieu Centraal als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.

Kennis- en innovatieprogramma bouwproductie stikstof

Met het kennis- en innovatieprogramma bouwproductie Stikstof wordt een bijdrage geleverd aan kennis en ontwikkeling van emissiearme bouwconcepten en bouwlogistiek, zodat dit in de toekomst emissiereductiemaatregelen worden die effectief kunnen worden opgeschaald. Voor het vervolg van dit programma zijn aanvullende middelen toegevoegd voor de jaren 2024 tot en met 2026 voor het digivaardig maken van personeel, onder meer via digicoaches en de opzet van digital experience centers. Deze worden vanuit de organisatie van het Digitaal Stelsel Gebouwde Omgeving (DSGO) gefaciliteerd.

Maatschappelijk Vastgoed Fonds

Om voordelige leningen ter verduurzaming van monumentale panden maatschappelijk vastgoed te kunnen realiseren, worden gelden gereserveerd voor het Nationaal Restauratie Fonds (NRF), regionale energiefondsen en het Bank Nederlandsche Gemeenten (BNG) duurzaamheidsfonds.

Daarnaast zijn voor de jaren 2026 tot en met 2030 middelen toegevoegd uit het Klimaatfonds voor subsidie aan InvestNL waarmee een borgstellingsfaciliteit wordt ingericht voor het verduurzamen, integraal renoveren en vervangende nieuwbouw van maatschappelijk vastgoed. Doel is om eigenaren in het maatschappelijk vastgoed te ondersteunen bij het financieren van het maatschappelijk vastgoed. Hiermee wordt het verkrijgen van financiering voor het verduurzamen van het maatschappelijk vastgoed toegankelijker.  

Nationaal Groeifonds

Vanuit het Nationaal Groeifonds lopen momenteel twee projecten. Met het project Werklandschappen van de Toekomst wordt toegewerkt naar een nieuw normaal, waarin bedrijventerreinen transformeren naar groene, gezonde, energie-efficiënte en klimaatbestendige werklandschappen van de toekomst. Het project Toekomstbestendige Leefomgeving geeft een impuls aan het modernisering van de ontwerp-, bouw- en technieksector (OBT). Het voorstel bestaat uit deelprojecten op het gebied van digitalisering, duurzame kademuren en gevels, nieuwe renovatietechnieken, duurzame woningbouw en biobased bouwen.

Nationaal Isolatie Programma

Voor doe-het-zelvers is subsidie beschikbaar gesteld uit het Klimaatfonds meerjarig tot en met 2030 zodat burgers kosten kunnen besparen bij het isoleren van hun huis en schaarse professionals vooral kunnen worden ingezet voor complexe werkzaamheden.

Ontzorgen VvE

Voor de ontzorging van Verenigingen van Eigenaars (VvE’s) wordt in samenwerking met Milieu Centraal een landelijk kennis- en expertisecentrum opgericht om VvE’s te helpen bij het ingewikkelde verduurzamingsproces. Dit is nodig omdat VvE’s in vergelijking met andere soort bebouwing in de gebouwde omgeving achterlopen om hun bijdragen te leveren aan de verduurzaming van de gebouwde omgeving.

Renovatieversneller

Om de opschaling van de verduurzaming van (huur)woningen te bevorderen, is de huidige subsidieregeling Renovatieversneller aangepast voor vraag- en aanbodbundeling van marktpartijen die op grote schaal willen renoveren. De resterende middelen zijn in lijn met de eerdere doelstellingen van de renovatieversneller gekoppeld aan drie onderdelen: het ondersteuningsprogramma Verbouwstromen, de procesondersteuningsregeling Subsidieregeling procesondersteuning opschaling renovatieprojecten (SPOR) en de subsidie voor industriële aanpak uitfasering EFG-labels woningcorporaties.

Stimuleringsregeling aardgasvrije huurwoningen (SAH)

De Stimuleringsregeling aardgasvrije huurwoningen (SAH) verleent subsidies aan gemengde VvE's en sociale en particuliere verhuurders voor het aardgasvrij maken van woningen.

Subsidie verduurzaming en onderhoud huurwoningen

De regeling is een tegemoetkoming voor uitgaven die verhuurders doen in het kader van onderhoud en verduurzaming.

Verduurzaming maatschappelijk vastgoed

Voor de verduurzaming van maatschappelijk vastgoed zijn aan de bestaande subsidieregeling DUMAVA uit het Klimaatfonds middelen toegekend voor de jaren 2024 tot en met 2030 voor verduurzaming van gebouwen en voor verduurzaming op portefeuilleniveau. Tevens zijn middelen vrijgemaakt voor energielabels in het maatschappelijk vastgoed en handhaving van de normering ter uitfasering van de slechtste labels. De subsidie voor Caribisch Nederland voor dit doel is toegevoegd onder het instrument bijdrage aan medeoverheden.

Vanuit deze regeling is € 47,16 mln. overgeboekt naar het Warmtefonds voor 2026 voor onder andere de voorfinanciering van het Social Climate Fund (SCF). Bij voorjaarsbesluitvorming 2026 wordt op basis van nieuwe besluitvorming rond het SCF bezien of (een deel van) het budget terug kan vloeien naar DUMAVA in 2026.

Warmtefonds

Het Warmtefonds biedt bredere financieringsmogelijkheden, in het bijzonder voor woningeigenaren met een laag inkomen en VvE’s. Het budget van het Warmtefonds wordt vanuit het Klimaatfonds meerjarig opgehoogd (2028 met € 108 mln. en 2029 met € 27 mln.) voor de voortzetting van het fonds van de doelgroep voor 0% rente tot woningeigenaren met huishoudinkomens tot € 60.000 bruto en een rentekorting van 1,5% voor VvE's.

In deze stand is de besluitvorming rond het SCF verwerkt. Er is € 47,16 mln. toegevoegd aan het budget voor het Warmtefonds voor 2026. Hiermee worden onder andere middelen voorgefinancierd die bij het SCF zijn aangevraagd om mensen zonder leenruimte een lening te kunnen bieden. Deze toevoeging aan het Nationaal Warmtefonds wordt mogelijk gemaakt met middelen van de regeling DUMAVA. Bij voorjaarsbesluitvorming 2026 wordt op basis van nieuwe besluitvorming rond het SCF bezien of (een deel van) het budget terug kan vloeien naar DUMAVA in 2026.

Verduurzaming Groningen en Noord-Drenthe Wooncorporaties

Aan de woningcorporaties in Groningen en Noord-Drenthe worden voor de isolatie- en verduurzamingsmaatregelen en tevens ontzorging middelen beschikbaar gesteld uit het totale toegekende budget voor verduurzaming Groningen en Noord-Drenthe, in het kader van Nij Begun (Maatregel 29).

Opdrachten

Energietransitie en duurzaamheid

Ter uitvoering van de afspraken voor energietransitie in de gebouwde omgeving verstrekt het ministerie van VRO diverse onderzoeksopdrachten, waaronder voor de Helpdesk Energielabel.

Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie

Het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie (NPLW) is een interbestuurlijk programma van het Rijk, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Interprovinciaal Overleg (IPO) en ondersteunt gemeenten bij de lokale warmtetransitie door kennis en expertise beschikbaar te stellen over het vormgeven en uitvoeren van de lokale warmtetransitie. Voor de uitvoering van het Programma is budget beschikbaar gesteld tot en met 2030. Jaarlijks is € 2 mln. beschikbaar.

Bijdrage aan medeoverheden

Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie

Het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie (NPLW) is een interbestuurlijk programma van het Rijk, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Interprovinciaal Overleg (IPO) en ondersteunt gemeenten bij de lokale warmtetransitie door kennis en expertise beschikbaar te stellen over het vormgeven en uitvoeren van de lokale warmtetransitie. Onderdeel van het NPLW is een regionale ondersteunings­structuur. Hiervoor zijn tot en met 2030 € 9 mln per jaar beschikbaar.

Verduurzaming Groningen en Noord-Drenthe

Uit het totale toegekende budget voor verduurzaming Groningen en Noord-Drenthe «Nij Begun» (Maatregel 29) zijn middelen toegekend voor de uitvoeringscapaciteit voor diverse onderdelen als communicatie, VvE desk en bijdrage woningplannen.

Verduurzaming Groningen en Noord-Drenthe isolatie en ventilatie

Uit het totale toegekende budget voor verduurzaming Groningen en Noord-Drenthe «Nij Begun» (Maatregel 29) zijn middelen toegekend voor voor het treffen van isolatie- en verduurzamingsmaatregelen van woningen in de provincie Groningen en in Noord-Drenthe. Tevens is ook budget beschikbaar voor de uitvoeringsorganisatie, jaarlijks € 5 mln.

Bijdrage aan agentschappen

Dienst Publiek en Communicatie (DPC)

Via DPC is een meerjarige publiekscampagne «Verbeterjehuis.nl» met de pay off ‘Wie isoleert profiteert’ in gang gezet. De campagne is gericht op isoleren en verduurzaming en het informeren over de subsidies en leningen die hiervoor beschikbaar zijn. Hierbij is extra aandacht voor de kwetsbare huishoudens die via het Nationaal Warmtefonds in aanmerking komen voor een lening met 0% rente en voor doe-het-zelfisolatie.

Rijksvastgoedbedrijf (RVB)

In het kader van het stikstofbeleid wordt een bijdrage verstrekt om aanbestedende rijksdiensten in staat te stellen om structureel uitstootverminderende criteria te stellen bij aanbestedingen.

RVO.nl (energietransitie en duurzaamheid)

In opdracht van het ministerie van VRO voert RVO.nl het jaarprogramma uit, voornamelijk op het gebied van energietransitie in de gebouwde omgeving. Het programma behelst kennisverspreiding, beleidsonderbouwing en uitvoering van subsidieregelingen. Daarnaast betreft dit ook de bijdrage voor de RVO.nl voor de uitvoering van diverse regelingen.

RVO.nl (uitvoering Energieakkoord)

Dit betreft onder andere de middelen voor de uitvoering van het Kennis en Innovatieplatform Maatschappelijk Vastgoed, de Stimuleringsregeling Aardgasvrije Huurwoningen (SAH), subsidie verduurzaming voor Verenigingen voor Eigenaars (SVVE) en de uitvoering van de lokale aanpak woningisolatie en kennis- en innovatieplatform.

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

EGO (Energietransitie gebouwde omgeving) (innovatie)

In het kader van de Integrale Kennis en Innovatieagenda van het Klimaatakkoord en van het topsectorenbeleid is de missie vastgesteld en geïnstrumenteerd om te komen tot een CO2-vrije gebouwde omgeving in 2050. Dit gebeurt via een aantal innovatieprogramma's als de Meerjarig Missiegedreven Innovatieprogramma (MMIP) en de Demonstratie Energie- en Klimaatinnovatie (DEI). Binnen de programma’s ondersteunt het Rijk Research en Development (R&D) investeringen van grootschalige samenwerkingsverbanden tussen marktpartijen en kennisinstellingen. Deze ondersteuning krijgt vorm via Missiegedreven Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie (MOOI-regeling). Daarnaast wordt geïnvesteerd in kennisopbouw en uitwisseling rondom maatschappelijk vastgoed, via het kennis- en innovatieplatform maatschappelijk vastgoed. Hieraan zijn voor het MMIP vanuit het Klimaatfonds, onderdeel Nationaal Isolatie Programma, middelen toegevoegd.

Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed

In het Kennis- en innovatieplatform verduurzaming maatschappelijk vastgoed (KIP MV) bundelen organisaties van de sectoren zorg, sport, monumenten, musea, onderwijs en gemeenten hun krachten om binnen hun maatschappelijke sector te faciliteren en te ondersteunen bij het verduurzamen van gebouwen.

Daarnaast zijn middelen beschikbaar voor het verduurzamen van rijksvastgoed. Dit betreffen projecten die verder gaan dan de minimale wettelijke vereisten met betrekking tot het verduurzamen van rijksvastgoed. Hierbij worden projecten ondersteund die ten minste richting de renovatiestandaard gaan. Daarmee wordt de voorbeeldrol van het Rijk steeds zichtbaarder.

2.2 Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

Subsidies (regeling)

Biobased Bouwen

Vanuit het Klimaatfonds is € 11,2 mln. beschikbaar gesteld voor 2026 voor de normering van bouwmaterialen ter stimulering van biobased bouwen.

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

In 2026 verstrekt het ministerie van VRO diverse subsidies in het kader van onderzoek naar mogelijke aanpassingen in de bouwregelgeving en overige onderwerpen die betrekking hebben op de veiligheid, toegankelijkheid, duurzaamheid en gezondheid van gebouwen en het versterken van de positie van de bouwconsument.

Opdrachten

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

Het ministerie van VRO verstrekt ten behoeve van een goed functionerend stelsel van bouwregelgeving in 2026 opdrachten voor werkzaamheden van het Nederlands Normalisatie-instituut (NEN), de stichting Nationale Milieu Database (NMD), de Helpdesk bouwregelgeving en de Adviescommissie toepassing en gelijkwaardigheid bouwvoorschriften. Vanuit de kerntaak «het wettelijk waarborgen van een maatschappelijk noodzakelijk minimum kwaliteitsniveau van bouwwerken» worden waar nodig wijzigingen in het Besluit bouwwerken leefomgeving aangebracht.

Bijdragen aan medeoverheden

Aanpak funderingsschade

De middelen voor aanpak funderingsschade zijn bestemd voor het verbeteren van de informatievoorziening en voor onderzoeken naar hoe mensen met funderingsproblemen op lokaal niveau geholpen kunnen worden met funderingsonderzoek en advies.

Bijdrage aan agentschappen

RVB

Deze middelen zijn bestemd voor het stimuleren van hergebruik en recyclaat in bouwmaterialen met rijksinkoop. Dit geeft een impuls richting de markt via de voorbeeldrol en inkoopkracht van het Rijk met circulair inkopen en aanbesteden (32852, nr. 59).

Licence