Base description which applies to whole site

Saldibalans per 31 december 2010 en toelichting

Ministerie van Buitenlandse Zaken (V)

I Saldibalans per 31 december 2010
  

x EUR 1 000

  

x EUR 1 000

1

Uitgaven ten laste van de begroting

10 983 448

2

Ontvangsten ten gunste van de begroting

706 504

3

Liquide middelen

43 426

4a

Rekening-courant RHB

10 322 218

5

Intra-comptabele vorderingen

12 924

6

Intra-comptabele schulden

11 076

Intra-comptabele activa

11 039 798

Intra-comptabele passiva

11 039 798

      

8

Extra-comptabele vorderingen

1 187 286

8a

T.r. extra-comptabele vorderingen

1 187 286

10

Voorschotten

5 135 267

10a

T.r. voorschotten

5 135 267

11a

T.r. garantieverplichtingen

2 342 584

11

Garantieverplichtingen

2 342 584

12a

T.r. openstaande verplichtingen

10 493 957

12

Openstaande verplichtingen

10 493 957

13

Deelnemingen

69 101

13a

Tegenrekening deelnemingen

69 101

Extra-comptabele activa

19 228 195

Extra-comptabele passiva

19 228 195

    

Totaal activa

30 267 993

Totaal passiva

30 267 993

II Inleiding

1. Algemeen

De saldibalans is een financiële staat waarop de standen van de intra- en extracomptabele rekeningen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken worden verantwoord.

Het intracomptabele deel van de saldibalans geeft inzicht in de kasstromen. Het gaat hier voornamelijk om de uitgaven en ontvangsten van dienstjaar 2010, die nog met het Ministerie van Financiën moeten worden verrekend. Na goedkeuring van de Rijksrekening vindt de verrekening plaats. De tegenrekening van de uitgaven en ontvangsten is de post «Rijkshoofdboekhouding» (RHB), de rekening-courant tussen de Ministeries van Buitenlandse Zaken en Financiën. Onder het intracomptabele deel zijn ook de liquide middelen van het Ministerie opgenomen. De uitgaven en ontvangsten buiten begrotingsverband, die met derden zullen worden verrekend en niet ten laste c.q. ten gunste van de begroting zijn gebracht, zijn verantwoord onder de intracomptabele vorderingen en schulden.

Het extracomptabele deel van de saldibalans geeft enerzijds inzicht in de standen van de uitstaande vorderingen en voorschotten die in het verleden tot kasstromen hebben geleid (ten laste c.q. ten gunste van de begrotingen van voorgaande jaren). Anderzijds bevat dit deel van de saldibalans de post openstaande verplichtingen. Deze post geeft inzicht in de toekomstige kasstromen. Openstaande verplichtingen kunnen leiden tot uitgaven ten laste van begrotingen van volgende jaren. De extracomptabele rekeningen worden met behulp van diverse tegenrekeningen in evenwichtsverband geboekt.

2. Waarderingsgrondslagen

De uitgaven en verplichtingen in vreemde valuta worden gedurende het jaar met behulp van een vaste koers (corporate rate) omgerekend. Voor wat betreft de uitgaven in 2010 is 89% gerealiseerd in Euro, 8% in US dollar en 3% in ruim 100 andere vreemde valuta.

De corporate rate 2010 van de USD was vastgesteld op 1 USD = 0,715 EUR. Voor 2011 is dit 0,80 EUR.

De balansposten per 31 december worden gewaardeerd tegen de corporate rate van het volgende boekjaar. Intracomptabel betreft dit de liquide middelen, extracomptabel betreft het de vorderingen, voorschotten en openstaande verplichtingen. De herwaardering die hieruit voortvloeit wordt verwerkt in de kas- en verplichtingenstroom van het afgelopen jaar.

Voor de geconditioneerde vorderingen geldt de historische waarde of de lagere (meest recent bekende) assetwaarde.

De overige in de saldibalans en de toelichting opgenomen bedragen zijn gewaardeerd tegen de historische waarde.

III Toelichting op de saldibalans per 31 december 2010 (in EUR 1 000)

1 Uitgaven ten laste van de begroting (debet 10 983 448 x EUR 1 000)

Onder deze post zijn de gerealiseerde uitgaven in het jaar 2010 opgenomen. Na goedkeuring van de slotwet door de Staten-Generaal wordt dit bedrag verevend met het Ministerie van Financiën.

Het verschil tussen de werkelijke uitgaven en de realisatie volgens de departementale jaarrekening 2010 wordt veroorzaakt door de in deze rekening gehanteerde afrondingsregels.

2 Ontvangsten ten gunste van de begroting (credit 706 504 x EUR 1 000)

Onder deze post zijn de gerealiseerde ontvangsten in het jaar 2010 opgenomen. Na goedkeuring van de slotwet door de Staten-Generaal wordt dit bedrag verevend met het Ministerie van Financiën.

3 Liquide middelen (debet 43 426 x EUR 1 000)

De liquide middelen omvatten girale en chartale gelden, alsmede gelden onderweg en hebben betrekking op het departement en de vertegenwoordigingen in het buitenland. Het treasurybeleid is er, met betrekking tot de gelden van Hoofdstuk V van de Rijksbegroting, op gericht te komen tot een optimale beheersing van de geldomvang en een kostenminimalisatie ten aanzien van bankkosten en rentederving. Hierbij spelen aspecten als liquiditeitenbeheer, valutarisicobeheer, debiteuren- en crediteurenbeheer een grote rol.

Specificatie x EUR 1 000

31 december 2010

31 december 2009

3.1 Kassaldi

3 493

3 093

3.2 Banksaldi

43 552

34 257

3.3 Girosaldi

1

1

3.4 Gelden onderweg

– 3 620

– 1 332

Totaal

43 426

36 019

3.1 Kassaldi (debet 3 493 x EUR 1 000)

Uit oogpunt van een adequaat liquiditeitenbeheer wordt ernaar gestreefd de hoogte van de kassaldi zoveel mogelijk te beperken. Naast de normale kassaldi worden op 34 vertegenwoordigingen contanten in voorraad gehouden in verband met eventuele calamiteiten. Per 31 december 2010 bedroegen deze noodreserves EUR 1,9 mln. Enkele vertegenwoordigingen worden regelmatig voorzien van contanten, omdat giraal bankverkeer niet mogelijk is. Het merendeel van de kassaldi wordt in vreemde valuta aangehouden.

3.2 Banksaldi (debet 43 552 x EUR 1 000)

Specificatie x EUR 1 000

31 december 2010

31 december 2009

Banksaldi buitenland

43 552

33 843

Banksaldi binnenland

0

414

Totaal

43 552

34 257

Van de in het buitenland aanwezige bankgelden bedroeg het tegoed in euro’s EUR 18,4 mln en het equivalent van het saldo in vreemde valuta EUR 25,1 mln. De toename ten opzichte van vorig jaar is te verklaren doordat de opbrengsten van de residentie van Bagdad, als gevolg van liquiditeitsproblemen bij de betreffende bank, nog niet konden worden doorgesluisd naar Nederland. Dit veroorzaakte een hoger saldo bij de betreffende budgethouder. Ook waren er posten die begin 2011 grote betalingen moesten doen en als gevolg daarvan een relatief hoog saldo aanhielden op hun lokale rekeningen. Verder heeft Bujumbura eind 2010 nog voor 2,3 miljoen aan OS-betalingen verricht welke in 2011 van de bank zijn afgeschreven. Hiervoor werd saldo op de bank aangehouden. De betalingen zijn nog niet in 2010 afgeschreven hetgeen ook het relatief hoge saldo op de gelden onderweg rekening verklaart.

De daling van de binnenlandse banksaldi komt doordat het saldo op de debiteurenrekening van de Royal Bank of Scotland op 31 december 2009 niet automatisch werd afgeroomd naar het Ministerie van Financiën. Eind 2010 zijn alle rekeningen wel afgeroomd.

3.4 Gelden onderweg (credit 3 620 x EUR 1 000)

Specificatie x EUR 1 000

31 december 2010

31 december 2009

Kruisposten

0

0

Betalingsopdrachten Vertegenwoordigingen

– 3 620

– 1 332

Totaal

– 3 620

– 1 332

Betalingsopdrachten vertegenwoordigingen betreft uitgegeven cheques die per 31 december nog niet zijn afgeschreven van de bankrekeningen van de Vertegenwoordigingen.

4a Rekening-courant RHB (credit 10 322 218 x EUR 1 000)

Op de Rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding is de financiële verhouding met het Ministerie van Financiën weergegeven. Het verschuldigde saldo op de Rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding is in overeenstemming met de opgave van de RHB.

5 Intra-comptabele vorderingen (debet 12 924 x EUR 1 000)

Onder deze post zijn de vorderingen opgenomen, die zijn ontstaan als gevolg van uitgaven ten behoeve van derden.

Specificatie x EUR 1 000

31 december 2010

31 december 2009

5.1 Ministeries

7 504

13 738

5.2 Persoonlijke rekeningen

425

397

5.3 Externe debiteuren

2 398

4 514

5.4 Overige vorderingen

2 597

3 370

Totaal

12 924

22 019

Onderstaand overzicht geeft inzicht in de mate van opeisbaarheid van de intra-comptabele vorderingen en de ouderdom.

Specificatie x EUR 1 000

Totaal

2010

2009

2008

2007 en ouder

– Direct opeisbaar ministeries

7 504

7 503

0

1

0

– Direct opeisbaar persoonlijke rekeningen

173

134

31

8

0

– Direct opeisbaar externe debiteuren

2 282

674

40

188

1 380

– Direct opeisbaar overige vorderingen

2 493

2 412

80

1

0

Totaal direct opeisbare vorderingen

12 452

10 723

151

198

1 380

Op termijn opeisbare vorderingen

116

    

Geconditioneerde vorderingen

356

    

Totaal

12 924

    

5.1 Ministeries (debet 7 504 x EUR 1 000)

Specificatie x EUR 1 000

31 december 2010

31 december 2009

Ingevorderd

6 900

11 316

In te vorderen

604

2 422

Totaal

7 504

13 738

Het ingevorderde bedrag per 31 december 2010 betreft de volgende debiteuren:

– Defensie

2 833

– Economische Voorlichtingsdienst

1 125

– Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

656

– Overige ministeries

2 286

Totaal

6 900

Het nog in te vorderen bedrag per 31 december 2010 betreft de volgende ministeries:

– Defensie

493

– Overige ministeries

111

Totaal

604

5.3 Externe debiteuren (debet 2 398 x EUR 1 000)

Deze categorie vorderingen heeft betrekking op derden zoals particulieren, bedrijven en dergelijke. Het betreft onder meer vorderingen die ontstaan zijn met betrekking tot uitgaven in het kader van dienstverlening. Deze vorderingen ontstaan zowel op het departement als op de vertegenwoordigingen in het buitenland.

Specificatie x EUR 1 000

31 december 2010

31 december 2009

In te vorderen

519

2 331

Ingevorderd

1 879

2 183

Totaal

2 398

4 514

5.4 Overige vorderingen (debet 2 597 x EUR 1 000)

Onder deze categorie worden vorderingen opgenomen die niet in de overige categorieën vallen. Hieronder vallen ook vorderingen ontstaan naar aanleiding van een uitgave, die ter plaatse op de vertegenwoordiging verrekend wordt.

Specificatie x EUR 1 000

31 december 2010

31 december 2009

Te vorderen BTW

1 729

1 753

Ter plaatse te verrekenen uitgaven buitenland

462

1 218

Diverse vorderingen

406

399

Totaal

2 597

3 370

6 Intra-comptabele schulden (credit 11 076 x EUR 1 000)

Hieronder vallen schulden ontstaan door ontvangsten en inhoudingen die met derden verrekend zullen worden.

Specificatie x EUR 1 000

31 december 2010

31 december 2009

Nog af te dragen loonheffing en premies

Af te lossen ICC-lening

8 682

0

22 553

1 425

Ter plaatse te verrekenen

669

754

Diverse overige schulden

1 725

1 200

Totaal

11 076

25 932

De afdrachten voor de maanden november en december 2009 werden in 2010 gedaan waardoor het saldo van de nog af te dragen loonheffingen vorig jaar hoger was ten opzichte van eerdere jaren.

De afdrachten voor 2010 hebben wel in 2010 plaatsgevonden waardoor het saldo dit jaar aanzienlijk lager is.

Aan het International Criminal Court (ICC) is door het Ministerie van Financiën een lening beschikbaar gesteld van EUR 200 mln met een looptijd van 30 jaar. Middels periodieke afroepen wordt dit bedrag door het Ministerie van Buitenlandse Zaken aan het ICC uitbetaald.

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken betaalt een rentevergoeding aan het Ministerie van Financiën over de lening van EUR 200 mln. Dit percentage bedraagt momenteel 3,56%. Over het beschikbare depot wordt door het Ministerie van Financiën een rentevergoeding betaald van hetzelfde percentage. Het ICC betaald een vast rentepercentage van 2,5% over het geleende bedrag. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken vergoedt middels een rentesubsidie het verschil tussen de «te betalen rente aan het Ministerie van Financiën» (over de lening) en de «te ontvangen rente van het Ministerie van Financiën» (over het depot).

Het verschil tussen de verstrekte lening en het depot bij ICC is opgenomen onder de intra-comptabele schulden als schuld aan het Ministerie van Financiën.

In 2010 heeft ICC de reeds opgenomen lening terugbetaald omdat via andere kanalen voldoende gelden waren aangetrokken. Het saldo van de lening is derhalve nul.

Stand per 1 januari 2010

1 425

Bij: Lening ICC

0

Af: Depot ICC

1 425

Stand per 31 december 2010

0

Het bedrag van de schuld van het ministerie van Buitenlandse Zaken aan het ministerie van Financiën inzake de verstrekte lening is gelijk aan de openstaande vordering ICC welke is opgenomen onder 5.3 Externe debiteuren.

Navolgend overzicht geeft inzicht in de mate van opeisbaarheid van de intra-comptabele schulden en de ouderdom.

Specificatie x EUR 1 000

Totaal

2010

2009

2008

en ouder

Direct opeisbare schulden

11 076

9 661

1 415

0

8 Extra-comptabele vorderingen (debet 1 187 286 x EUR 1 000)

Dit betreffen vorderingen die reeds ten laste van de begroting zijn gebracht en extra-comptabel worden bewaakt. Deze vorderingen hebben vaak een langdurig karakter.

Specificatie x EUR 1 000

31 december 2010

31 december 2009

Te ontvangen aflossingen op begrotingsleningen

261 390

268 139

Massif fonds

284 208

265 755

IDF (voorheen MOL fonds)

203 512

165 468

NIO begrotingslening

200 000

0

Verrichte garantiebetalingen NIO

64 476

62 820

Diverse extra-comptabele vorderingen

173 700

133 421

Totaal

1 187 286

895 603

Op 17 november 2010 heeft de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door de Minister van Financiën, de aandelen van de Nederlandse Investeringsbank voor Ontwikkelingssamenwerking N.V. (NIO) overgenomen.

De uitstaande leningen van NIO aan ontwikkelingslanden zijn gegarandeerd door het Ministerie van Buitenlandse Zaken, het Ministerie van Economische Zaken en het Kabinet van Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken.

Rentesubsidie, renteloze leningen en apparaatskosten zijn voor rekening van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. De administratie van de uitstaande leningen is per 17 november 2010 uitbesteed aan Atradius.

De extra-comptabele vorderingen met betrekking tot IDF (voorheen MOL fonds) en het Massif-programma staan uit bij de FMO en betreffen roulerende fondsen. De betaalde IDF fondsen staan per 31/12/2013 en de Massiffondsen per 31/12/2015 ter beschikking van de Minister en zijn als geconditioneerde vordering opgenomen. Vóór 2008 stonden deze verstrekte bedragen opgenomen in de voorschottenstand van het Ministerie.

Als waarde van de fondsen zijn de verstrekte bedragen opgenomen, in tegenstelling tot 2009 waar de asset waarde ten behoeve van de fondsen waren weergegeven. De reden hiervan is dat ultimo 2009 de assetwaarde lager was dan de destijds door het Ministerie van Buitenlandse Zaken verstrekte bedragen aan de fondsen. De assetwaarde van IDF tot en met 2010 bedraagt EUR 194,5 miljoen. Voor het Massif fonds is dit EUR 272 miljoen. De genoemde assetwaardes zijn voorlopige cijfers zoals bekend bij het opstellen van de saldibalans, het zijn dus nog geen definitieve cijfers. Deze zullen uit de jaarrekening 2010 van het FMO blijken.

Navolgend overzicht geeft inzicht in de mate van opeisbaarheid van de extra-comptabele vorderingen en de ouderdom.

Specificatie x EUR 1 000

Totaal

2010

2009

2008

2007 en ouder

– Op termijn opeisbaar aflossing begrotingsleningen

261 390

0

0

0

261 390

– Op termijn opeisbaar begrotingslening

200 000

200 000

0

0

0

– Op termijn opeisbaar overige vorderingen

2 491

0

0

0

2 491

Totaal op termijn opeisbare vorderingen

463 881

200 000

0

0

263 881

– Direct opeisbaar garantiebetalingen

64 476

738

– 762

1 510

62 990

– Direct opeisbaar overige vorderingen

24 146

6 237

2 714

2 091

13 104

Totaal direct opeisbare vorderingen

88 622

6 975

1 952

3 601

76 094

Geconditioneerde vorderingen

634 783

    

Totaal

1 187 286

    

Te ontvangen aflossingen op begrotingsleningen

Saldo per 1 januari 2010

268 139

Bij: Consolidaties 2010

0

Af: Aflossingen in 2010

6 749

Af: Kwijtscheldingen

0

Saldo per 31 december 2010

261 390

De begrotingsleningen zijn voornamelijk met OS-landen afgesloten. Overeenkomstig het in de leningovereenkomsten vastgestelde aflossingsschema zal het saldo per 31 december 2010 in de volgende jaren worden afgelost. Hierbij is geen rekening gehouden met eventuele toekomstige kwijtscheldingen en nog op te nemen begrotingsleningen (consolidaties).

2011

20 731

2012

14 191

2013

18 589

2014

22 986

2015

22 987

Na 2015

161 906

 

261 390

Verrichte garantiebetalingen Ned. Investeringsbank voor Ontwikkelingslanden (NIO)

Saldo per 1 januari 2010

62 820

Bij: Overmakingen aan de NIO (garanties) in 2010

1 735

Af: Ontvangsten van de NIO (garanties) in 2010

79

Af: Kwijtscheldingen in 2010

0

Af: Consolidaties

0

Saldo per 31 december 2010

64 476

Diverse extra-comptabele vorderingen

De post diverse extra-comptabele vorderingen bestaat uit:

TCX Currency Exchange Fund

50 000

AEF Fund

43 069

Lening PIDG

22 800

Stichting ECDPM (einddatum verlengd tot 31 december 2011)

18 378

Te ontvangen rente op begrotingsleningen en garantiebetalingen (NIO)

18 269

EBRD lening

9 500

Ingevorderde voorschotten (inclusief restfondsen bij VN en Wereldbank)

4 283

Vorderingen RSS

2 491

(Huur) Waarborgsommen

2 917

Buiteninvordering gestelde vorderingen

398

Overige

1 595

Saldo per 31 december 2010:

173 700

10 Extra-comptabele voorschotten (debet 5 135 267 x EUR 1 000)

Dit betreffen nog openstaande voorschotten, waarvan de uitgaven reeds ten laste van de begroting zijn gebracht. Afwikkeling vindt plaats op basis van ontvangen verantwoordingen.

Ouderdomsanalyse

31 december 2010 (EUR x 1 000)

31 december 2009 (EUR x 1 000)

Verstrekt in 2002 of eerder

604

2 110

Verstrekt in 2003

2 313

5 487

Verstrekt in 2004

10 665

26 825

Verstrekt in 2005

5 003

37 794

Verstrekt in 2006

69 556

238 483

Verstrekt in 2007

330 964

676 188

Verstrekt in 2008

564 401

1 823 318

Verstrekt in 2009

1 467 459

2 803 668

Verstrekt in 2010

2 684 302

0

Totaal

5 135 267

5 613 873

De opbouw van stand per ultimo 2009 naar ultimo 2010 is als volgt:

Stand per 31 december 2009

5 613 873

Bij: Verstrekte voorschotten 2010

2 759 468

Af: Verantwoord in 2010

3 447 173

Bij: Herwaardering naar corporate rate 2011

209 099

Stand per 31 december 2010

5 135 267

Ten opzichte van 2009 is de voorschottenstand gedaald met EUR 479 mln (8,53%).

Herwaardering vindt plaats over de openstaande voorschotten in vreemde valuta. Van het openstaande saldo van EUR 5,1 miljard staat het equivalent van EUR 2,1 miljard uit in vreemde valuta. Dit betreft grotendeels USD voorschotten (tegenwaarde in EUR: 1,7 miljard).

11 Openstaande garantieverplichtingen (credit 2 342 584 x EUR 1 000)

Dit betreffen door de Nederlandse Investeringsbank voor Ontwikkelingssamenwerking (NIO) onder staatsgarantie verstrekte kapitaalmarktleningen aan ontwikkelingslanden. Met ingang van 2008 is de garantstelling met betrekking tot de niet volgestorte aandelen bij de regionale ontwikkelingsbanken African Development Bank (AFDB), Asian Development Bank (ASDB) en Inter-American Development Bank (IDB) in de administratie van het Ministerie van Buitenlandse Zaken opgenomen. Voorheen stonden deze bij het Ministerie van Financiën.

In 2002 is als gevolg van de vijfde kapitaalsuitbreiding van de Ontwikkelingsbank van de Raad van Europa het bedrag waarvoor Nederland garant staat toegenomen tot EUR 119,3 miljoen. De ophoging is deels een overheveling uit de reserves van de Bank. Voorgaande jaren stond dit bedrag onder de niet uit de saldibalans blijkende verplichtingen.

Opbouw garantieverplichtingen:

Garantieverplichtingen per 1 januari 2010

1 090 099

Bij: Aangegane verplichtingen in 2010

1 254 220

Af: Tot betaling gekomen verplichtingen 2010

1 735

Garantieverplichtingen per 31 december 2010

2 342 584

Specificatie:

ASDB

1 095 820

IDB

260 514

AFDB

593 314

Garantie Indonesië

148 580

Raad van Europa

119 338

Overige garanties ontwikkelingslanden

125 018

Garantieverplichtingen per 31 december 2010

2 342 584

12 Openstaande verplichtingen (credit 10 493 957 x EUR 1 000)

Opbouw openstaande verplichtingen:

Openstaande verplichtingen per 1 januari 2010

9 909 445

Bij: Aangegane verplichtingen in 2010

11 566 224

Af: Tot betaling gekomen verplichtingen 2010

10 981 712

Openstaande verplichtingen per 31 december 2010

10 493 957

In de verplichtingenstand per 31 december 2010 is een bedrag begrepen ter waarde van EUR 80 miljoen voor toekomstige betalingen voor rentesubsidie aan de NIO. Door herfinanciering van het kapitaal van de NIO zal het bedrag voor rentesubsidie lager uitvallen dan de genoemde 80 miljoen, maar vanwege het nog niet beschikbaar zijn van een nauwkeurige schatting door NIO heeft nog geen decommittering plaatsgehad.

13 Deelnemingen (debet 69 101 x EUR 1 000)

Dit betreft het gestorte aandelenkapitaal bij de regionale ontwikkelingsbanken ASDB, AFDB, IDB en IIC. Tot 2008 was dit op de balans van het Ministerie van Financiën opgenomen.

Niet uit de saldibalans blijkende verplichtingen:

  • Rente/Aflossing leningenportefeuille NIO

    De NIO financiert haar leningenportefeuille met opgenomen obligatieleningen, onderhandse leningen en «Medium Term Notes». De Staat der Nederlanden heeft zich garant gesteld voor de betaling van rente en aflossing. De nominale waarde hiervan bedroeg per 31 december 2010 EUR 354 miljoen (31 december 2009 EUR 396 miljoen). Deze verplichting is niet in de saldibalans opgenomen aangezien de door de NIO verstrekte leningen en de toekomstige rentesubsidies reeds als garantieverplichting respectievelijk als acute verplichting zijn opgenomen.

  • Verdragsmiddelen Suriname

    Het restant van de verplichting uit hoofde van de Verdragsmiddelen Suriname Schenkingen bedraagt per 31 december 2010 EUR 0,3 miljoen (EUR 0,5 miljoen per 31 december 2009).

  • Huisvesting OPCW

    Het Ministerie van Buitenlandse Zaken staat sedert 1998 garant voor een deel van de huisvesting OPCW. De garantie beloopt per ultimo 2010 circa EUR 2,59 miljoen en duurt nog 2 jaar.

  • Convenant Ministerie van Defensie

    In 2009 is een convenant getekend met het Ministerie van Defensie inzake de inzet van KMAR bij de beveiliging van Nederlandse vertegenwoordigingen met een hoog risico op veiligheid. Het betreft de overheveling van budget voor een bedrag van EUR 48,4 miljoen over 3 jaar. Deze periode wordt ieder jaar stilzwijgend verlengd, tenzij een van de partijen schriftelijk het stilzwijgen doorbreekt. In 2010 heeft budgetoverheveling naar het ministerie van Defensie van EUR 16,1 miljoen plaatsgevonden.

Licence