Base description which applies to whole site

Artikel 13. Spoorwegen

Omschrijving van de samenhang met beleid

Op dit artikel worden de producten op het gebied van Spoorwegen verantwoord. Deze producten zijn gerelateerd aan de beleidsdoelstellingen en beleidsinstrumenten zoals beschreven in het Jaarverslag 2012 van Infrastructuur en Milieu (Hoofdstuk XII) bij de beleidsartikelen 4 Openbaar Vervoer en Spoor en 5 Mainports en Logistiek.

Overzicht van budgettaire gevolgen van uitvoering (x € 1.000)

13. Spoorwegen

       

Realisatie

Begroting

Verschil

 
 

2008

2009

2010

2011

2012

2012

2012

 

Verplichtingen

1.765.610

771.360

2.538.710

2.017.923

2.050.436

2.032.613

17.823

 

Uitgaven

1.835.464

2.077.325

2.645.273

2.670.403

2.185.220

2.445.684

– 260.464

 

13.02 Onderhoud en vervanging

1.174.475

1.410.334

1.689.994

1.797.911

1.463.595

1.510.623

– 47.028

1

13.02.01 Regulier onderhoud

332.986

818.987

894.536

989.946

775.781

671.520

104.261

 

13.02.02 Grote onderhoudsprojecten

488.178

383.168

490.667

398.608

387.822

455.699

– 67.877

 

13.02.03 Rentelasten

121.733

124.150

70.210

146.956

38.825

37.919

906

 

13.02.04 Betuweroute

20.624

39.068

77.565

59.262

52.059

55.600

– 3.541

 

13.02.05 Kleine infra en overige projecten

210.954

44.961

157.016

203.139

209.108

289.885

– 80.777

 

13.02.06 Aandeel ProRail in taakst. IenM

       

0

0

0

 

13.03 Aanleg

512.914

516.059

794.285

719.050

540.608

675.852

– 135.244

 

13.03.01 Real.progr.personenvervoer

479.183

490.627

772.352

701.011

527.978

630.772

– 102.794

2

13.03.02 Real.progr.goederenvervoer

33.731

25.432

21.933

18.039

12.630

45.080

– 32.450

3

13.03.03 Uitg.leenfaciliteit versnelde aanleg

     

0

0

0

0

 

13.04 Geintegreerde contractvormen/PPS

145.172

133.760

121.510

125.768

129.943

151.489

– 21.546

4

13.05 Verkenningen en planstudies

2.903

17.172

39.484

27.674

51.074

107.720

– 56.646

 

13.05.01 Planstudieprogr. personenvervoer

2.805

16.424

28.462

27.360

43.725

73.572

– 29.847

5

13.05.02 Planstudieprogr. goederenvervoer

98

748

11.022

314

7.349

34.148

– 26.799

6

13.09 Ontvangsten

24.869

184.255

15.848

144.781

72.526

93.136

– 20.610

7

Toelichting

Ad 1) Voor 2012 is voor artikel 13.02 nog een onderverdeling in hoofdproducten opgenomen. Deze onderverdeling is niet goed vergelijkbaar met de gegevens in het beheerplan en de jaarrekening van ProRail. Om deze reden is in de Kabinetsreactie op de aanbevelingen van de Tijdelijke Commissie Onderhoud en Innovatie Spoor opgenomen dat vanaf de begroting 2013 deze onderverdeling zal worden aangepast. Om voor 2012 een goede vergelijking te kunnen geven tussen de realisatie en begroting op het niveau van de verschillende «kostendragers» binnen onderhoud en vervanging, zijn in onderdeel D van bijlage 1 «toelichting artikel 13 Spoorwegen» aanvullende gegevens opgenomen. In de toelichting op artikel 13.02 is hiervan een samenvatting opgenomen.

Ad 2) De lagere realisatie van circa € 103 miljoen op het realisatieprogramma personenvervoer wordt veroorzaakt door diverse over- en onderschrijdingen op de projecten. Zie hiertoe het projectenoverzichten onder de artikelsgewijze toelichting bij 13.03.01.

Ad 3) De lagere realisatie van circa € 32 miljoen op het realisatieprogramma goederenvervoer wordt veroorzaakt door diverse over- en onderschrijdingen op de projecten. Zie hiertoe het projectenoverzichten onder de artikelsgewijze toelichting bij 13.03.02.

Ad 4) De lagere uitgaven worden veroorzaakt door de verlaging van de beschikbaarheidsvergoeding als gevolg van lagere rentestanden dan de rekenrente uit de overeenkomst. Zie verder ook de artikelsgewijze toelichting bij 13.04.

Ad 5) De lagere realisatie van ca € 30 miljoen op het planstudieprogramma personen wordt veroorzaakt door diverse over- en onderschrijdingen op de projecten. Zie hiertoe het projectenoverzichten onder de artikelsgewijze toelichting bij 13.05.01.

Ad 6) De lagere realisatie van circa € 27 miljoen op het planstudieprogramma goederenvervoer wordt veroorzaakt door diverse over- en onderschrijdingen op de projecten. Zie hiertoe het projectenoverzichten onder de artikelsgewijze toelichting bij 13.05.02.

Ad 7) Het verschil ad – € 21 miljoen wordt veroorzaakt door de effecten van het onderhandelakkoord met High Speed Alliance (HSA – € 26 miljoen), het doorschuiven van de bijdragen van lagere overheden naar 2013 (– € 6 miljoen) en de desaldering met de uitgaven inzake de afrekeningen met ProRail (+ € 11 miljoen). Zie verder ook de artikelsgewijze toelichting bij 13.09.

13.02 Beheer, onderhoud en vervanging

Artikelonderdeel

Op grond van richtlijn nr. 91/440/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschap van 29 juli 1991 wordt de taakorganisatie ProRail belast met het beheer en onderhoud van de landelijke spoorweginfrastructuur.

De subsidie aan ProRail wordt jaarlijks vastgesteld met een beschikking overeenkomstig het bepaalde in de Wet en Besluit Infrastructuurfonds. De subsidie wordt door ProRail aangewend voor het in goede gebruikstoestand houden van de landelijke spoorweginfrastructuur. Een deel van de kapitaallasten betreft de rentekosten en aflossingen van de leningen van ProRail voor uitbreidingsinvesteringen.

Per 1 januari 2008 wordt ProRail aangestuurd op output. Dat betekent dat de minister van IenM afspraken maakt met ProRail over de te realiseren prestaties op basis van een resultaatsverplichting. Die prestaties worden jaarlijks opgenomen in het beheerplan van ProRail. De minister van IenM moet hiermee instemmen. Het beheerplan wordt aan de Tweede Kamer toegezonden.

Meetbare gegevens

In 2012 zijn de volgende prestaties overeengekomen en gerealiseerd:

Kern Prestatie Indicator
 

Realisatie 2011

Grenswaarde 2012

Realisatie 2012

Reizigerstevredenheid reinheid stations

58%

55%

58%

Reizigerstevredenheid sociale veiligheid overdag

91%

90%

90%

Reizigerstevredenheid sociale veiligheid 's avonds

60%

59%

59%

Geleverde treinpaden

98,7%

98,0%

98,1%

Toelichting

Reizigerstevredenheid1

De overeengekomen grenswaarden voor KPI’s met betrekking tot reizigerstevredenheid zijn allen gerealiseerd. Voor wat betreft reinheid stations is de grenswaarde ruim overschreden.

De reizigerstevredenheid over de sociale veiligheid op stations (overdag en ’s avonds) ligt iets lager dan in 2011. Voor reinheid was deze gelijk aan 2011.

Geleverde treinpaden

Het gemiddelde over heel 2012 is boven de grenswaarde van 98% uitgekomen. Dit ondanks de mindere realisatie gedurende de maanden februari, november en december. De prestatie over heel 2012 ligt een fractie lager dan in 2011.

Toelichting bijdrage aan Prorail

Samenvatting uitgaven (bedragen x € 1 miljoen)
 

Begroting

Realisatie

Afwijking

 

Uitvoering Beheerplan

1.207

1.217

10

1

Kapitaallasten

38

38

0

 

Functiewijzigingsprojecten

240

209

– 31

2

Totaal ProRail

1.485

1.464

– 21

 

Actieplan groei op het spoor

26

0

– 26

3

Totaal artikel 13.02

1.511

1.464

– 47

 

Toelichting

  • 1. De hogere uitgaven hangen voor een groot deel samen met de verhoging van de BTW van 19% naar 21% per 1 oktober 2012 (€ 6 miljoen). Daarnaast is een boete van de NMa teruggedraaid (€ 2 miljoen) en is de subsidie verhoogd in verband met het uitvoeren van de Regeling keuring spoorvoertuigen.

  • 2. Voor de functiewijzigingsprojecten is in 2012 € 31 miljoen minder aan ProRail betaald dan was begroot omdat ProRail van de subsidie 2011 € 33 miljoen nog niet had besteed. Deze functiewijzigingsprojecten zijn vanaf 2013 overgeheveld naar het aanlegprogramma (artikel 13.03).

  • 3. Van de middelen die voor het actieplan groei op het spoor waren gereserveerd is € 3 miljoen overgeheveld naar HXII in verband met de maatregelen «P+R-voorzieningen» (€ 2,5 miljoen) en «Spitsmijden» (€ 0,5 miljoen) en is per saldo € 4 miljoen doorgeschoven naar latere jaren. Daarnaast is uit de huidige planning van de nog resterende maatregelen gebleken dat de reservering € 19 miljoen te hoog was. Dit bedrag is teruggegeven aan de investeringsruimte spoor, waaruit destijds de reservering ook is gevoed.

In onderdeel D van bijlage 1 «toelichting artikel 13 Spoorwegen» is een uitgebreide toelichting opgenomen over de besteding door ProRail van de € 1.464 miljoen.

13.03 Realisatieprogramma personen- en goederenvervoer

Artikelonderdeel

Algemene toelichting

In 2012 is een groot aantal projecten, gericht op capaciteitsverbetering en verbetering van de veiligheid in en rond het spoor, volop in uitvoering.

Onderstaande (deel)projecten zijn in 2012 in dienst gesteld:

  • Regionet Westhavenweg, hiermee is een directe aansluiting van goederentreinen van/uit Amsterdam CS met de Westhaven gerealiseerd.

  • Plan van aanpak goederenemplacementen (Page) blusvoorzieningen Roosendaal en Sas van Gent; de blusvoorzieningen op beide emplacementen zijn gerealiseerd.

  • Halte Hengelo Gezondheidspark; het project omvat de aanleg van een halte aan het baanvak Zutphen–Hengelo en bestaat uit een zijperron met een lengte van 130 meter. De halte wordt twee maal per uur bediend.

  • Hanzelijn; met dit project is een dubbelsporige verbinding tot stand gekomen tussen Lelystad en Zwolle. Op dit traject zijn de stations Lelystad, Kampen en Zwolle aangepast aan de geactualiseerde vervoersvraag, tevens is in Dronten een nieuw station geopend.

  • Halte Groningen Europapark; realiseren van het basisstation en een bijdrage in het viersporig maken van de halte.

  • Bereikbaarheids Offensief Randstad (BOR) Regionet halte Almere Poort; het project omvat de aanleg van een station langs het baanvak Weesp – Almere. Het station bestaat uit twee perrons die middels een onderdoorgang met elkaar zijn verbonden. Via twee liften is de bereikbaarheid van de perrons voor minder validen gegarandeerd. Station Almere Poort wordt zes maal per uur per richting bediend.

  • BOR Regionet halte Halfweg Zwanenburg; het project omvat de aanleg van een station langs het baanvak Amsterdam – Haarlem. Het nieuwe station heeft als doel om de bereikbaarheid van zowel bestaande woon- en werkgebieden van Halfweg en Zwanenburg als het in ontwikkeling zijnde «SugarCity» te vergroten. Station Halfweg–Zwanenburg wordt twee maal per uur per richting bediend.

  • BOR Regionet Hoofddorp vorkaansluiting/keersporen; om een capaciteitsverruiming en een robuustere dienstregeling te kunnen realiseren, zijn er twee definitieve keersporen en een zogenaamde «vorkaansluiting» zonder bottleneck gerealiseerd.

  • Meerjarenprogramma Ontsnippering (MJPO): de knelpunten bij Breukelen en Lievelde zijn opgelost. Arnhem – Winterswijk perronverlengingen; het doel van het projectdeel perronverlenging is om de vervoerscapaciteit op de lijn Arnhem – Winterswijk te vergroten door de inzet van langer materieel. In dit kader worden de perrons naar een nuttige lengte van minimaal 173 meter gebracht. Het doel van het projectdeel sneller wissel te Didam is het vergroten van de punctualiteit op deze lijn.

  • Keervoorziening Woerden Molenvliet; binnen het project Vleugel Randstadspoor is de keervoorziening Woerden Molenvliet aangelegd ten behoeve van een (veilige) frequentieverhoging van de sprinterverbinding tussen Woerden en Utrecht.

Verantwoording per artikelonderdeel / per project

De planning in de Rijksbegroting 2012 is gebaseerd op de financiële meerjarenplanning van ProRail van december 2010.Gedurende de periode tussen planning en uitvoering kan het voorkomen dat er, ondanks het feit dat planningen getoetst worden en er risicoanalyses op projectniveau worden uitgevoerd, verschillen ontstaan tussen gepland en gerealiseerd. Financiële ramingen en bouwfaseringen kunnen gedurende de bouw door diverse factoren wijzigen maar projecten krijgen ook te maken met mee en/of tegenvallers in aanbesteding en/of uitvoering. Door middel van mutaties in 1e suppletoire en 2e suppletoire 2012 zijn de ramingen voor 2012 bijgesteld op basis van actuele inzichten en middels de Memorie van toelichting behorende bij deze nota’s aan de Kamer toegelicht.

Via deze verantwoordingsrapportage wordt teruggekeken naar de ontwerpbegroting 2012 (gebaseerd op de financiële meerjarenplanning van ProRail van december 2010) versus de uiteindelijke realisatie (december 2012).

Het totale beeld over het hele aanlegprogramma (artikel IF 13.03 en 13.05) is dat in 2012 € 592 miljoen is uitgegeven tegenover € 784 miljoen aan geplande uitgaven. Hieronder worden substantiële verschillen per project nader toegelicht.

13.03.01 Personenvervoer

Projectoverzicht:

Realisatieprojecten Personenvervoer (13.03.01)
 

Uitgaven 2012 (x € 1 miljoen)

 

Gereed

 

Project

Begroting

Realisatie

Verschil

 

Begroting

Realisatie

BB21 (ontw. Bev21, VPT+,VPT2)

0

0

0

 

divers

divers

ERTMS pilot Amsterdam–Utrecht en ERTMS exp.centr.

19

1

18

1

nvt

2013

Geluidsanering Spoorwegen

7

0

7

2

divers

divers

Geluid (empl. en innovatieve ontwikkelingen)

0

0

0

 

divers

divers

Integrale spooruitbreiding Amsterdam – Utrecht

4

0

4

3

2006/2007

2006/2007

Vervanging Dieze brug Den Bosch

0

0

0

 

2014

2014

Kleine stations

9

16

– 7

4

divers

divers

Afdekking risico's spoorprogramma's

0

0

0

 

nvt

nvt

AKI-plan en veiligheidsknelpunten

23

6

17

5

divers

divers

Intensivering Spoor in steden (I)

10

11

– 1

 

divers

divers

Nazorg gereedgekomen lijnen/halten

5

5

0

 

divers

divers

Ontsnippering

14

7

7

6

divers

divers

OV SAAL korte termijn

49

34

15

7

2016

2016

Amsterdam Centraal spoor 10/15

0

0

0

 

2004/pm

2004/pm

Amsterdam Centraal Cuyperhal

13

1

12

8

2013/2015

2014/2016

Fietsenstalling Amsterdam Centraal

2

1

1

 

2013/14/18

2013/17

Regionet (inclusief verkeersmaatregelen Schiphol)

35

23

12

9

divers

divers

Vleuten – Geldermalsen 4/6 sp. (incl. RSS)

64

80

– 16

10

2005 e.v.

2005 e.v.

OV-terminal stationsgebied Utrecht (VINEX/NSP)

66

50

16

11

2016

2016

Spoorwegovergang Soestdijkseweg te Bilthoven

12

0

12

12

2013/2015

2013

Den Haag Centraal (t.b.v. NSP)

34

39

– 5

13

2013/2014

2014

Den Haag CS: terugbouwen sporen 11/12

9

0

9

14

2018

2013

Rotterdam Centraal (t.b.v. NSP)

48

41

7

15

2013

2013

Rijswijk – Schiedam incl. spoorcorridor Delft

48

75

– 27

16

2015/2017

2015

Breda Centraal (t.b.v. NSP)

9

5

4

17

2015

2015

Arnhem Centraal (t.b.v. NSP)

21

8

13

18

2011/2014

2011/2013

Spoorzone Ede

0

0

0

 

nvt

nvt

Sporen in Arnhem

15

28

– 13

19

2011

2011

Traject Oost (perronverbredingen)

2

0

2

20

afgesloten

12-8-2006

Traject Oost uitv. convenant DMB

11

2

9

21

div. tot 2019

div. tot 2019

Hanzelijn

81

79

2

 

2012

2012

Sporendriehoek Noord Nederland

21

13

8

22

divers

divers

Partiele spooruitbreiding spoor Groningen Leeuwarden

2

0

2

23

nvt

nvt

Regionale lijnen Gelderland

0

2

– 2

24

divers

divers

Afronding

– 2

1

– 3

     

Totaal

631

528

103

     

Toelichting

Ad 1) De inbouw van ERTMS in een aantal treinen heeft meer tijd kost dan verwacht en daarnaast is er een beperkter aantal testritten uitgevoerd dan eerder aangenomen. Daarnaast is van de wel door NS gemaakte uitgaven in 2012 voor de voorbereiding van inbouw van ERTMS in 10 sprinters een groter deel binnen HXII gefinancierd dan eerder aangenomen.

Ad 2) Geluidsanering: Door onzekerheden in de startfase met betrekking tot de afbakening van de scope en de tussentijdse impact van de inwerkingtreding van de wet «SWUNG»2, is het project later dan gepland gestart. Mede hierdoor wordt het onderdeel raildempers uit het project Maarsbergen pas in 2013 afgerond.

Ad 3) Het project Amsterdam bestaat uit 3 deelprojecten die in 2007 in dienst zijn genomen. De deelprojecten zijn op 1 januari 2012 afgesloten en de financiële middelen behorende bij de resterende nazorgwerkzaamheden zijn overgeboekt naar de post Nazorg gereedgekomen lijnen en halten. De uitgaven 2012 voor de nazorgwerkzaamheden betrekking hebbend op deze deelprojecten zijn dan ook op deze MIRTpost verantwoord.

Ad 4) Kleine stations: Er is meer uitgegeven aan nieuwe stations dan gepland onder andere doordat uitgaven sneller zijn gerealiseerd dan gepland zoals bij Nijmegen Lent en doordat uitgaven uitbleven door vertraging van de bouw van het station zoals bij Maastricht Noord.

Ad 5) Automatische Knipperlichtinstallatie/veiligheidsknelpuntenprogramma (AKI/VKP): Eind 2010 is besloten om vanuit de reeds beschikte projectdelen een deel af te splitsen onder de noemer «Nieuwe Scope» met daarbij de afspraak dat er voor een bedrag ad € 22 miljoen aan nieuwe scope benoemd zou worden. De «Nieuwe Scope» is nog niet ingevuld, omdat er nader onderzoek wordt uitgevoerd hoe en waar deze middelen het effectiefst te besteden zijn. Hierdoor is de realisatie achtergebleven bij de prognose.

Ad 6) Ontsnippering: Het MJPO bestaat uit meerdere deelprojecten. Bij het deelproject 1e tranche is sprake van een positief aanbestedingsresultaat. Daarnaast is de planning met ongeveer 8 maanden uitgelopen als gevolg van het langer dan gedacht tijdspad met betrekking tot af te sluiten overeenkomsten. Dit heeft ook effect op de kasstroom. Bij het deelproject Kleine Faunavoorzieningen is een deel van de scope vervallen en is sprake van aanbestedingsmeevallers, onder andere door een «lichtere uitvoering» waarvoor geen buitendienststellingen nodig zijn.

Ad 7) OV SAAL KT (Openbaar Vervoer Schiphol Amsterdam Almere Lelystad korte termijn): De prognose voor OV SAAL KT is meermalen naar beneden bijgesteld. De reden is dat aanvullende planstudiewerkzaamheden, na vaststelling van de tracébesluiten, hebben geleid tot tragere uitvoering van werkzaamheden voor OV SAAL KT cluster c (op de Zuidtak in Amsterdam) en tot uitstel van werkzaamheden voor OV SAAL KT cluster a (Flevolijn). De indienststellingsdata (december 2016 en december 2015) veranderen niet.

Ad 8) Amsterdam Centraal/Cuyperhal: Door vertraging van de Noord Zuid Lijn is de renovatie van het Cuypergebouw en de verbetering van de kwaliteit van de Middentunnel ingepland. Het ontwerp van de verbreding van de Oosttunnel uit het Masterplan Amsterdam CS wordt aangepast naar aanleiding van de invoering van Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS). De renovatie van het Cuypergebouw zal nu uitgevoerd worden in de periode Q2 2014 en Q2 2016. De Middentunnel is inmiddels aanbesteed en zal eind april 2013 aan de oostzijde weer in gebruik genomen worden. De kwaliteitsverbetering van de Middentunnel zal geheel gereed zijn in Q3 2014.

Ad 9) Regionet: Het budget Regionet bestaat uit meerdere deelprojecten en een restbudget. De onderbesteding in 2012 wordt voornamelijk veroorzaakt door een meevaller op het project Almere Poort, een besparing op het ontwerp van het project Westpoort en het op verzoek van de vervoerder later uitvoeren van dit project, aanbestedingsmeevallers bij de deelprojecten Vorkaansluiting Hoofddorp en verbetering inhaling Wormerveer. Van dit laatste project is een deel van de kasstroom, als gevolg van vertragingen bij de aannemer, doorgeschoven naar 2013. Dit heeft vooralsnog geen consequenties voor de datum indienststelling. Tot slot is het voor het gehele programma Regionet minder «onvoorzien» nodig gebleken dan vooraf aangenomen.

Ad 10) Vleuten/Geldermalsen: Met name bij het onderdeel Utrecht CS – Lunetten – Houten is sprake van een hoge mate van complexiteit. Dit is het gevolg van meervoudige financiering (vanuit het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport3 (MIRT), spoor én weg, maar ook de gemeente Utrecht), de combinatie met het Doorstroom Station Utrecht (DSSU) en scope 8e perron. De consequenties hiervan voor de kasstroom 2012 zijn in december 2010 onvoldoende overzien, wat heeft geresulteerd in een te lage prognose voor 2012.

Ad 11) Utrecht Nieuwe Sleutelprojecten (NSP): Na een langdurig voorbereidingstraject is het project in 2011 in uitvoering gekomen. Sindsdien werden de consequenties van de vertraging in het voortraject (overleg stakeholders, planologische procedures) op de planning goed duidelijk, alsmede de gevolgen voor de geplande jaarlijkse uitgaven. De diverse onderdelen komen gefaseerd beschikbaar voor de reiziger. De laatste onderdelen zullen in 2016 gereedkomen. De verschuiving van het gereed komen van 2015 naar 2016 wordt veroorzaakt doordat besluitvorming over aanpalende gemeentelijke projectdelen (tram, busstation oost, fietsenstallingen) meer tijd vergt dan voorzien. Voor de vervoerders en reizigers heeft dit alleen gevolgen voor de langer durende overlast van de verbouwing.

Ad 12) Soestdijkseweg Bilthoven: Het project wordt uit MIRT en regionale bijdragen gefinancierd. Gepland was eerst uit het MIRT te financieren en vervolgens pas uit andere bijdragen. Door de overheveling van Beheerplan naar MIRT (als gevolg van het rapport van de Tijdelijke Commissie Onderhoud en Innovatie Spoor) zijn de uitgaven echter al in 2012 verdeeld over de financiers en zijn de bijdragen van derden aangesproken. Daarmee is de volgorde van benutting van de bijdragen veranderd en is in 2012 nog geen realisatie in de MIRT tabel zichtbaar.

Ad 13) Den Haag CS (NSP): In de geplande kasstroom was geen rekening gehouden met een contractuele mogelijkheid voor de aannemer om eerder, met gebruikmaking van bankgaranties, te kunnen declareren. Bovendien is een versnelling in de uitvoering bereikt door onder het nieuw te bouwen dak, een werkplatform aan te leggen, dat naast werkvloer tevens als tijdelijk dak in de hal fungeert, waardoor het mogelijk is om permanent te werken.

Ad 14) Den Haag CS (terugbouwen sporen 11/12): In verband met het onderzoek naar de inpassing van de uitgangspunten van «Robuust Spoor» is de planning in de tijd opgeschoven. Begin 2013 zal nader besloten worden. Voor de reiziger heeft dit geen gevolgen.

Ad 15) Rotterdam CS (NSP): De spoorbak van perron 7/8 is eerder ingeschoven dan voorzien. Als gevolg van deze herziene bouwfasering is het betalingsschema 2012 aangepast. Dit was ten tijde van de opgave nog niet in beeld.

Ad 16) Spoortunnel Delft: In de loop van 2011 is de kasstroom bijgesteld op basis van de uitvoeringsplanning en is de uitgaven prognose voor 2012 verhoogd. Vervolgens is dat nog eens gebeurd als gevolg van het eerder afrekenen van een aantal contractwijzigingen, het eerder uitvoeren van enkele werkpakketten en het efficiënt oplossen van enkele dossiers.

Ad 17) Breda Centraal (NSP): De in 2011 gehouden aanbesteding heeft geleid tot lagere uitgaven ad € 1,7 miljoen. Voorts zijn de lagere uitgaven onder andere het gevolg van vertraging bij de voorbereiding van de bouwwerkzaamheden en het tijdelijk stilleggen van de heiwerkzaamheden, vanwege klachten omwonenden over geluidsoverlast.

Ad 18) Arnhem CS (NSP): De geplande jaarlijkse uitgave bouwwerkzaamheden fase 2 OV Terminal is lager uitgevallen als gevolg van een langere voorbereidingstijd van de aannemer.

Ad 19) Sporen in Arnhem: In 2013 geplande uitgaven zijn in 2012 gerealiseerd.

Ad 20) Traject Oost, perronverbredingen: In 2012 is besloten om de restscope met betrekking tot de geluidsmaatregelen op de brug bij Westervoort niet uit te voeren. Dit besluit is in overleg met de gemeente genomen.

Ad 21) Traject Oost (Driebergen, Maarsbergen, Bunnik (DMB)): Dit project bestaat uit drie deelprojecten. Bij twee ervan is sprake van een ontwikkeling die geleid heeft tot een lagere uitgavenstroom.

Bunnik: Er was extra afstemming nodig over het ontwerp waardoor de indiening subsidieaanvraag pas eind 2012 mogelijk was en uitgaven mee opschuiven. Het later indienen van de aanvraag heeft geen consequenties voor de datum van de indienststelling.

Maarsbergen: Er is vertraging ontstaan nadat in de loop van 2011 bleek dat er alsnog een wijzigingsprocedure bestemmingsplan moest worden doorlopen. Nadat een akkoord over het ontwerp was bereikt, kwam de gemeenteraad daarop terug vanwege de weerstand bij de bewoners. Uiteindelijk heeft dit eind 2012 geleid tot een uitvoerbaar besluit. De indienststelling verschuift hierdoor van 2013 naar 2017. In de loop van 2013 moet blijken of toch geen versnelling hierop mogelijk is.

Ad 22) Sporendriehoek Noord Nederland (NN): De lagere realisatie wordt voornamelijk veroorzaakt door het project Zwolle Spoort. Vanwege het risicoprofiel en de dreigende kostenoverschrijding is de projectaanpak aanzienlijk bijgesteld. De oplevering van het vierde perron voor de Hanzelijn had de hoogste prioriteit. De bouw van de tunnel is daarvan losgekoppeld en de ingebruikname wordt opnieuw ingepland. Dit heeft voor de reizigers geen consequenties aangezien de tijdelijke traverse berekend is op de reizigersstromen na de indienststelling Hanzelijn. Voor het emplacement Zwolle wordt een robuuster plan ontwikkeld waarin de rijtijdverkorting op het emplacement, samen met de noodzakelijke capaciteitsvergroting op het baanvak Zwolle–Herfte en een opstelterrein worden beschouwd. Dit moet leiden tot een nieuw integraal eindplan.

Ad 23) Partiële spooruitbreiding Groningen–Leeuwarden: Vanwege de later gebleken Milieu Effect Rapportage (MER)-plicht van dit project zijn er in 2012 nog geen uitgaven geweest.

Ad 24) Regionale lijnen Gelderland: Dit betreft het project Arnhem–Winterswijk perronverlenging inclusief snelwissel Wehl. De hogere uitgaven in 2012 worden veroorzaakt doordat de beschikking in november 2011 is verstrekt door een latere subsidieaanvraag. Dit was een gevolg van een discussie over de scope waardoor de realisatie pas in 2012 is gestart.

13.03.02 Goederenvervoer

Projectoverzicht:

Realisatieprojecten Goederenvervoer
 

Uitgaven 2012 (x € 1 miljoen)

 

Gereed

Project

Begroting

Realisatie

Verschil

 

Begroting

Realisatie

Page risico reductie

4

1

3

1

divers

divers

Geluidspilot goederenvervoer

0

0

0

 

2011

2011

Optimalisering goederencorridor rotterdam–Genua

20

4

16

2

2013 ev

2013 ev

Uitv. Progr. Goed. Route Elst–Deventer–Twente (NaNov)

19

8

11

3

divers

divers

Sloelijn/geluidsmaatregelen Zeeuwselijn

1

0

1

4

2011/pm

2011/pm

Kleine projecten

0

0

0

 

divers

divers

Nazorg gereed gekomen lijnen/halten

2

0

2

5

divers

divers

Afronding

– 1

0

– 1

     

Totaal

45

13

32

 

Toelichting

Ad 1) Plan van aanpak goederenemplacementen (Page) risico reductie: dit betreft een mutatie waarmee de uitgaven die oorspronkelijk in 2012 waren gepland, als gevolg van een snellere realisatie, reeds in 2011 zijn verricht.

Ad 2) Optimalisering Goederencorridor Rotterdam–Genua: De lagere realisatie wordt voornamelijk verklaard door vertraging in de start van het project Zevenaar Grens Opheffen 25kV en automatische treinbeïnvloeding (ATB) eiland inclusief aanleg derde spoor. De planning schuift door naar 2015/2018 voor respectievelijk ERTMS/25kV en derde spoor. Deze planning is mede afhankelijk van de planning van de aanleg van het derde spoor in Duitsland.

Ad 3) Niet aanleggen Noord Oost Verbinding (NaNov) (Kamerstukken II, 1999/2000, 22 589, nr. 157): Als gevolg van aanpassingen in de scope van het projectdeel Nieuwstad Zutphen met betrekking tot onderdoorgangen en vormgeving en de relatie met andere projecten in de gemeente Zutphen is de start van de realisatie met een jaar verschoven. De indienststellingsdatum verschuift hierdoor met een jaar naar 2015.

Daarnaast is er in enkele gemeenten vertraging ontstaan omdat de besluitvorming over de medefinanciering door de betrokken gemeenten nu pas in 2013 zal plaatsvinden.

Voor de vervoerders heeft de indienststellingsdatum geen gevolgen omdat de dienstregeling niet wordt aangetast.

Ad 4) Sloelijn/Zeeuwse lijn: Na realisatie van het vastgestelde maatregelenpakket volgde in mei 2008 een uitspraak van de Raad van State dat de gehanteerde rekenmethode onjuist was en een nieuw maatregelenpakket opgesteld diende te worden. Dit aanvullende maatregelenpakket is inmiddels opnieuw vastgesteld, maar bleek groter dan in eerste instantie was ontworpen. In de loop van 2012 is besloten de oude scope af te sluiten en voor het nieuwe maatregelenpakket, inclusief het traject in de gemeente Goes, een nieuwe opdracht te verlenen. Voor dit maatregelenpakket is een nieuw Plan van Aanpak opgesteld en wordt een nieuwe subsidieaanvraag ingediend. Als gevolg van deze vertraging en de besluitvorming voor het traject in de gemeente Goes, is de kasstroom in 2012 achtergebleven.

Ad 5) De afhandeling is lastig te prognosticeren. Het betreft een reservering voor vooral afwikkeling claims, grond-juridische zaken en geluidsanering, welke zich nog niet hebben voorgedaan.

13.04 Geïntegreerde contractvormen PPS

Artikelonderdeel

Op dit onderdeel worden de uitgaven verantwoord met betrekking tot de terugbetaling van kapitaallasten vanwege de voorfinanciering van de aanleg van de bovenbouw van de HSL-Zuid en de onderhoudskosten van de HSL-Zuid.

Projectoverzicht:

contractvormen PPS
 

Uitgaven 2012 (x € 1 miljoen)

 

Gereed

 

Project

Begroting

Realisatie

Verschil

 

Begroting

Realisatie

Beschikbaarheidsvergoeding infraprovider (HSL-Zuid)

151

130

– 21

1

2007

2007

Totaal

151

130

– 21

     

Toelichting

  • 1. De lagere uitgaven worden veroorzaakt door de verlaging van de beschikbaarheidsvergoeding als gevolg van lagere rentestanden dan de rekenrente uit de overeenkomst.

13.05 Verkenningen en planstudies

Artikelonderdeel

13.05.01 Personenvervoer

Projectoverzicht

Planstudieprojecten Personenvervoer

Project

Identificatie modaliteit

Referentie kader

Verantwoordelijk

 

Gereed

CATEGORIE 1

       

Begroting

Realisatie

Projecten nationaal

           

Programma hoogfrequent spoorvervoer

Spoor

MIRT

ProRail

1

tb

tb

Grensoverschrijdend spoorvervoer

Spoor

MIRT

ProRail

     

Kleine projecten

Spoor

MIRT

ProRail

     

Projecten Noordwest-Nederland

     

A'dam Zuidas: deelstation (tbv NSP)

Spoor

MIRT

ProRail

     

A'dam Zuidas WTC 4-sporig + keersporen

Spoor

MIRT

ProRail

2

tb

tb

OV Schiphol–Amsterdam–Almere–Lelystad

Spoor

MIRT

ProRail

     

Projecten Oost-Nederland

     

Regionale lijnen Gelderland

Spoor

MIRT

ProRail

3

pb/uo

pb/uo

Traject Oost

Spoor

MIRT

ProRail

     

Toelichting

Ad 1) De planuitwerking vergde meer tijd dan gedacht, waardoor het eerste TB later zal worden genomen.

Ad 2) Voorkeursbeslissing is genomen: wachtte op overeenstemming IenM/A'dam/SRA en Noord-Holland over businescase en voorkeursbeslissing.

Ad 3) Realisatieopdrachten verhoging vertreksnelheid Zutphen (RMCA Quick Wins) alsmede voor Dubbelspoor Wehl zijn verstrekt.

Planstudieprogramma personenvervoer

Beschrijving

Begroting 2012

Realisatie

Saldo

 
 

74

44

30

1

Toelichting

Ad 1) De lagere uitgaven worden vooral verklaard door:

  • Programma Hoogfrequent Spoor (PHS):: Bij het opstellen van de begroting 2012 was nog geen raming beschikbaar en is op basis van expert judgement een prognose opgesteld op basis van de toen beschikbare informatie. Medio 2011 is een Plan van Aanpak met bijbehorende betere ramingen opgemaakt, op basis van waarvan een uitvoeringsbesluit is genomen.

  • Regionale lijnen Gelderland: dit betreft voor een belangrijk deel een realisatie op het realisatie artikel. Voorts is er sprake van een herbezinning en daardoor latere besluitvorming over het vrijleggen van de treindienst Zutphen–Winterswijk.

  • OV SAAL MLT (Schiphol Amsterdam Almere Lelystad, middellange termijn): Opzet was eind 2012 te besluiten over OV SAAL MLT en het Rijk-regioprogramma Amsterdam–Almere–Markermeer (RRAAM). Dit is doorgeschoven totdat meer bekend is over de financiële taakstelling uit het regeerakkoord.

13.05.02 Goederenvervoer

Projectoverzicht:

Planstudieprojecten Goederenvervoer

Project

Identificatie modaliteit

Referentiekader

Verantwoordelijk

 

Gereed

CATEGORIE 1

       

Begroting

Realisatie

Projecten nationaal

           

Aslasten cluster III

Spoor

MIRT

ProRail

1

uo

uo

Optimalisering goederencorridor R'dam–Genua

Spoor

MIRT

ProRail

2

uo

uo

Projecten Oost-Nederland

           

Goederenroute Elst–Deventer–Twente (NaNov)

Spoor

MIRT

ProRail

2

uo

uo

Projecten Zuidwestelijke delta

           

Spooraansluiting 2e Maasvlakte achterlandverbinding

Spoor

MIRT

ProRail

3

uo

uo

Projecten Limburg

           

Goederenverb. Antwerpen–Roergebied (IJzeren Rijn)

Spoor

MIRT

ProRail

4

   

Europese ERTMS goederenverbindingen

           

ERTMS amsterdamse haven – Betuweroute

Spoor

MIRT

ProRail

5

2012

 

ERTMS Rotterdam–Antwerpen

Spoor

MIRT

ProRail

5

2012

 

Overige projecten

           

Kleine projecten/studies

Spoor

MIRT

ProRail

     

Toelichting

Ad 1) Wacht nog op indiening deelbeschikkingsaanvraag door ProRail. Besluitvorming is nog niet afgerond vanwege samenhang met gehele programma Noord Nederland.

Ad 2) Project is in uitvoering en opgenomen in het realisatierogramma.

Ad 3) Eind 2012 is de beschikking voor de realisatie van emplacement Maasvlakte West afgegeven.

Ad 4) In de eerste helft van 2012 is ambtelijk overleg gevoerd tussen België en Nederland om te komen tot een gezamenlijk standpunt over de financiering van de reactivering van de IJzeren Rijn op Nederlands grondgebied. Dat overleg heeft niet tot een eindconclusie geleid. De Belgische Federale Regering zal, als vragende partij, de vervolgstappen moeten bepalen; daarover is in 2012 niets vernomen.

Ad 5) De planstudies zijn niet in 2012 opgestart. Uitstel naar 2013/2014 is noodzakelijk omdat deze studies deel zullen gaan uitmaken van de Railmap ERTMS.

Planstudieprogramma goederenvervoer
 

Begroting 2012

Realisatie

Saldo

 
 

34

7

27

1

Ad 1) De lagere uitgaven worden vooral verklaard door het project Spooraansluiting 2e Maasvlakte, deelproject Maasvlakte West. De beschikkingsaanvraag en -verlening is vertraagd omdat bij nader inzien een gefaseerde invoer niet meer nodig bleek en ook een flinke optimalisering van het ontwerp mogelijk was (waaronder vijf extra sporen op dit nieuwe emplacement). Na start van de planstudie begin 2012 is overigens eind 2012 de beschikking voor de realisatie van emplacement Maasvlakte West afgegeven waardoor het emplacement nog op tijd gereed is om twee nieuwe terminals op de Tweede Maasvlakte erop aan te sluiten in 2014.

13.09 Ontvangsten

Artikelonderdeel

Op artikel 13.09 zijn de ontvangsten spoorwegen verantwoord en de afrekeningen met ProRail over voorgaande jaren, welke niet gesaldeerd mogen worden met de uitgaven in het lopende jaar.

Specificatie ontvangsten

Bedragen x € 1 miljoen
 

Begroting

Realisatie

Afwijking

 

Concessievergoeding HSL-Zuid

66

40

26

1

Concessievergoeding HRN

20

20

0

 

Bijdrage lagere overheden

7

1

6

2

Overige ontvangsten

0

1

– 1

 

Ontvangsten

93

62

31

 

Afrekeningen ProRail aanlegprojecten

0

10

– 10

 

Afrekeningen ProRail beheer en onderhoud

0

1

– 1

 

Desaldering met uitgaven (13.02/13.03)

0

11

– 11

 

Totaal

93

73

20

 

Toelichting

Ad 1) De concessievergoeding HSA voor de periode t/m 2028 is met € 600 miljoen naar beneden bijgesteld. Hiervan heeft € 31 miljoen betrekking op het kasjaar 2012. Voor een uitgebreide toelichting op het onderhandelakkoord HSA/HRN wordt verwezen naar de 1e suppletoire 2012. De ontvangsten van HSA zijn daarnaast € 5 miljoen hoger dan begroot omdat HSA ook de gebruiksvergoeding die voor ProRail bestemd is aan IenM heeft overgemaakt. De verrekening met ProRail loopt via artikel 13.02.

De totale concessievergoeding die bij HSA in rekening is gebracht tot en met 2012 bedraagt € 147,6 miljoen (inclusief € 206 miljoen korting op basis van het onderhandelakkoord). Hiervan heeft HSA € 40 miljoen betaald, conform de afspraak (uitstelregeling betaling concessievergoeding). De vordering op HSA per eind 2012 bedraagt derhalve € 107,6 miljoen (zie saldibalans IenM)

Ad 2) Het grootste deel van de bijdragen van lagere overheden aan decentrale lijnen is doorgeschoven naar 2013, omdat de uitvoering van de projecten ook is doorgeschoven.

1

NB Reizigerstevredenheid meet het percentage reizigers dat een cijfer 7 of hoger geeft.

Licence