Base description which applies to whole site

4.4 Beleidsartikel 4 Taakuitvoering luchtstrijdkrachten

Algemene doelstelling

De luchtstrijdkrachten leveren lucht- en grondgebonden capaciteit voor nationale en internationale operaties.

Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang en de samenstelling van de luchtstrijdkrachten. Voor de lucht- en grondgebonden capaciteit van de krijgsmacht is het Commando Luchtstrijdkrachten (CLSK) verantwoordelijk voor het operationeel gereedstellen en in stand houden van de eenheden. De luchtstrijdkrachten zijn inzetbaar voor zowel expeditionaire taken als voor nationale taken.

Beleidsconclusie

Het CLSK heeft een bijdrage geleverd aan de drie hoofdtaken van de krijgsmacht en daarmee aan belangrijke onderdelen van het ambitieniveau van Defensie. Het CLSK heeft in 2014 met diverse onderdelen deelgenomen aan grote en kleine internationale operaties. Met de langdurige inzet van vier F-16’s in Afghanistan, Air Policing in Oost-Europa en in het laatste kwartaal de inzet tegen ISIS met zes (plus twee in reserve) F-16’s is het ambitieniveau voor gevechtsvliegtuigen meer dan volledig gevuld. Daarnaast is naast de gegarandeerde capaciteit een additionele bijdrage geleverd voor de uitvoering van structurele nationale taken en bijstand en steunverlening, zowel in Nederland als in het Caribische deel van het Koninkrijk. Met de inzet van de C-130 is in het kader van de ramp met de MH-17 een bijdrage geleverd aan de benodigde transportcapaciteit.

De materiële gereedheid van de Apache en de Chinook is in de laatste maanden van 2014 pas verbeterd. Het duurt naar verwachting tot ten minste eind 2015 voordat de beschikbaarheid en inzetbaarheid volledig zijn. De afname van de laatste zeven NH-90 helikopters is in de tweede helft van 2014 opgeschort vanwege bovenmatige corrosie en slijtage. In december is besloten de afname te hervatten (Kamerstuk 25 928, nr. 69). De eerste toestellen zijn inmiddels geleverd. Om het capaciteitstekort te beperken, is in 2014 besloten om, naast de acht reeds aangehouden Cougar helikopters, de resterende Cougars niet te verkopen en een aantal opnieuw in gebruik te nemen.

De beschikbaarheid van verschillende vliegtuigtypes is het afgelopen jaar negatief beïnvloed door het tekort aan vooral technisch personeel en door de invoering van het ERP-systeem. Zo was het kwantitatief en kwalitatief vullen van data in de onderhoud- en voorraadsystemen een tijdrovend en complex proces. In een aantal gevallen konden bestellingen niet worden geplaatst of defecte componenten niet worden gerepareerd door onvoldoende datavulling in systemen. Dit had een negatief effect op de geoefendheid en daarmee op de operationele gereedheid, in het bijzonder het voortzettingsvermogen. Dit heeft ertoe geleid dat verschillende vliegtuigtypes in 2014 niet op elk moment konden voldoen aan de operationele doelstellingen. Zie verder de toelichting bij de diverse types onder de tabel.

Indicatoren operationele doelstelling

De operationele doelstellingen waaraan het CLSK moet voldoen zijn gekwantificeerd en gekwalificeerd naar aantallen operationeel gerede eenheden. In onderstaande matrix is per eenheid de laagste realisatie afgezet tegen de doelstellingen.

Realisatie doelstellingen CLSK 2014

Groep

Organieke component

Totaal aantal eenheden

Operationeel gerede (OG) eenheden

Voortzettingsvermogen

Doelstelling

Realisatie

Doelstelling

Realisatie

Jachtvliegtuigen

F-16

61

11

14,2

50

46,8

Helikopters

AH-64D Apache

29

10

10,7

19

18,3

 

CH-47 Chinook

17

6

6,3

11

10,7

 

AS-532 Cougar

8

4

3,5

4

4,5

 

AB-412 SP

3

2

1,6

1

1,4

 

NH-90

11->20

2->5

1,9

9->15

11,1

Transportvliegtuigen

KDC-10

2

1

0,9

1

1,1

 

C-130H Hercules

4

2

1,5

2

2,5

KWNed

Dornier DO-228

2

1

1,3

1

0,7

Force Protection

OGRV vluchten

4

2

2

2

2

 

C2 element

2

1

2

1

0

Air C4ISR

AOCS NM

1

1

1

0

0

 

NDMC

1

1

1

0

0

Bij de NH-90 is de doelstelling van het voortzettingsvermogen vanaf Q3 bijgesteld naar 8.

Toelichting

Inzet

Gedurende het jaar hebben eenheden van het CLSK deelgenomen aan diverse crisisbeheersingsoperaties. Het CLSK heeft aan alle inzetopdrachten voldaan. In 2014 is veelvuldig gebruik gemaakt van de Nederlandse Air-to-Air Refueling capaciteiten via de mechanismen van het European Air Transport Command (EATC).

Baltic Air Policing (BAP)

In 2014 leverde Nederland een bijdrage aan de Navo-luchtruimbewaking van de Baltische staten. De Baltische staten beschikken niet over de middelen om deze bewaking zelf te kunnen uitvoeren. Nederland heeft met jachtvliegtuigen en ongeveer 100 militairen bijgedragen aan deze Navo-taak.

Operationele gereedheid

De operationele gereedheid is in 2014 niet voor alle wapensystemen van het CLSK behaald. Hieronder worden deze eenheden nader toegelicht.

Cougar-helikopter

Het afgelopen jaar zijn de Cougar-helikopters en haar bemanningen in staat geweest alle opdrachten in het kader van nationale en internationale inzet uit te voeren. Door de vertraagde levering van reservedelen in het eerste kwartaal van 2014, zijn de post- maritieme inspecties later dan gepland voltooid. Dit heeft geleid tot tijdelijk minder inzetbare toestellen. Om de reservedelenproblematiek aan te pakken is een aantal grote materieelcontracten gesloten en is het onderhoudsregime verbeterd. Hierdoor zijn minder fase-inspecties noodzakelijk. Gedurende 2014 waren voldoende geoefende bemanningen beschikbaar.

AB-412

De AB-412 kende begin 2014 een terugval in de beschikbaarheid door het uitlopen van de jaarlijkse inspectie bij de industrie. Met de Cougar als back-up is ook in deze periode aan alle opgedragen taken voldaan. In de tweede helft van 2014 heeft de AB-412 haar laatste operationele maanden positief afgerond. Vanaf 1 januari 2015 zijn deze Search and Rescue (SAR) helikopters afgestoten en zijn de taken elders ondergebracht.

NH-90 helikopter

De introductie van de NH-90 heeft verdere vertraging opgelopen. Naast de latere levering van helikopters en de geringe beschikbaarheid van reservedelen, tooling en missiepakketten zijn corrosie- en slijtageproblemen ontstaan. Dit heeft ertoe geleid dat Defensie de verdere afname van de NH-90 heeft gestaakt totdat goede afspraken met de producent zijn gemaakt en vastgelegd in een roadmap. Eind 2014 is weer begonnen met de afname van de NH-90 nadat deze roadmap juridisch was vastgelegd. De Kamer is hierover per brief geïnformeerd (Kamerstuk 25 928, nr. 69).

(K)DC-10 (tanker)transportvliegtuig

Doordat vooral het geplande onderhoud bij de externe onderhoudsbedrijven veel meer tijd heeft gekost dan voorzien, zijn de (K)DC-10 (tanker)transportvliegtuigen niet in staat geweest om in de tweede helft van 2014 te voldoen aan de opgedragen doelstellingen. Gedurende 2014 zijn wel alle transportopdrachten uitgevoerd.

C-130 transportvliegtuig

In 2014 hebben de C-130 transportvliegtuigen voldaan aan alle opgedragen transporttaken. Door de vele inzet en de lagere graad van serviceability in de tweede helft van het jaar bleven er echter onvoldoende vlieguren over om de bemanningen tot volledig combat ready op te leiden. Hierdoor kon de C-130 capaciteit niet volledig voldoen aan de opgedragen doelstellingen.

Tabel Budgettaire gevolgen van beleid

Artikel 4 Taakuitvoering Luchtstrijdkrachten

(bedragen x € 1.000)

Realisatie 2010

Realisatie 2011

Realisatie 2012

Realisatie 2013

Realisatie 2014

Begroting 2014

Verschil

Verplichtingen

754.488

609.073

627.070

857.262

704.621

638.348

66.273

Uitgaven

721.088

685.357

661.877

651.319

653.271

638.348

14.923

               

Programma-uitgaven

53.291

47.208

45.001

149.516

147.339

132.995

14.344

Opdracht Gereedstelling en instandhouding Commando LSK

53.291

47.208

45.001

149.516

147.339

132.995

14.344

– waarvan gereedstelling

38.897

33.372

25.971

20.538

9.562

12.481

– 2.919

– waarvan instandhouding

14.394

13.836

19.030

128.978

137.777

120.514

17.263

               

Apparaatsuitgaven

667.797

638.149

616.876

501.803

505.932

505.353

579

Staven1

39.818

42.935

25.105

16.756

10.265

21.349

– 11.084

Operationele eenheden Commando LSK 2

619.272

586.758

584.512

485.047

495.667

484.004

11.663

Bijdragen aan SSO's3

8.707

8.456

7.259

               

Apparaat per uitgavencategorie

667.797

638.149

616.876

501.803

505.932

505.353

579

personele uitgaven

432.708

406.332

414.284

401.910

413.109

392.226

20.883

– waarvan eigen personeel

       

404.707

387.182

17.525

– waarvan operationele toelage

       

4.679

5.044

– 365

– waarvan externe inhuur

       

3.724

 

3.724

materiele uitgaven

235.089

231.817

202.592

99.893

92.823

113.127

– 20.304

– waarvan bijdragen aan SSO's 4

       

3.856

1.850

2.006

– waarvan overige exploitatie

       

88.967

111.277

– 22.310

Apparaatsontvangsten

15.986

13.556

13.854

15.256

13.052

15.227

2.175

1

De definitie formatie staf CLSK is in 2012 aangepast n.a.v. wijziging begrotingsindeling. Onder Staf wordt nu verstaan Commandant, afdeling Kabinet en Planning & Control.

2

Het Logistieke Centrum Woensdrecht is in 2012 toegevoegd aan formatie (exploitatie) en in 2013 ook voor de gereedstelling en instandhoudingsbudgetten.

3

Bijdragen aan SSO's zijn in 2013 geconcentreerd bij de ondersteunende diensten DMO en CDC.

4

Shared Service Organisatie Paresto (€ 2,896 miljoen) en KNMI SSO van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu € 0,96 miljoen.

Toelichting op de financiële instrumenten

De posten met een verschil groter dan € 5,0 miljoen worden hieronder nader toegelicht.

Verplichtingen

De hogere realisatie van de verplichtingen van € 66,3 miljoen is onder andere het gevolg van hogere uitgaven (€ 14,9 miljoen). Deze hogere uitgaven worden hieronder toegelicht. De overige € 51,4 miljoen hogere verplichtingen zijn het gevolg van een overheveling van verplichtingen van DMO naar CLSK.

Uitgaven

Het CLSK heeft het geraamde budget overschreden met € 14,9 miljoen. De gereedstelling heeft met een klein verschil van – € 2,9 miljoen binnen de gestelde marge van haar budget haar taakuitvoering gerealiseerd. Grotere verschillen tussen de begroting en de realisatie zijn er binnen de opdracht instandhouding, personele uitgaven en materiële uitgaven. Deze worden hieronder toegelicht.

Instandhouding

De uitgaven voor instandhouding zijn € 17,3 miljoen hoger dan begroot. Dit komt vooral door diverse budgetoverhevelingen vanuit andere defensieonderdelen naar het CLSK. Het betreft de ontvlechting van budgetten (die zijn gerealiseerd) van de DMO naar het CLSK voor luchttransport (€ 23,3 miljoen) en Unmanned Aerial Vehicles (€ 2,2 miljoen). Tevens is realisatie van het budget naar aanleiding van de inzet van de Patriots (€ 3,8 miljoen) ten laste van het CLSK gebracht.

Het onderhoud van de NH-90 (€ 2,5 miljoen) is daarentegen overgeheveld naar de DMO. Ook is de beschikbare budgetruimte van CLSK verhoogd door de verrekening van de inzet boven Irak (€ 4,2 miljoen) en de ondersteuning van de ramp met de MH-17 (€ 2,3 miljoen). De verkregen budgetruimte is in 2014 echter niet omgezet in daadwerkelijke uitgaven omdat er vertraging is tussen de inzet en het aanvullen van de voorraad en het onderhoud na de inzet.

Het resterende verschil tussen begroting en realisatie (€ 3 miljoen) bestaat uit de ontvangen prijscompensatie en kleine posten op de operationele onderdelen en het Logistiek Centrum Woensdrecht.

Apparaatsuitgaven

De afwijkende apparaatsuitgaven van € 0,6 miljoen worden veroorzaakt door de hogere personeelsuitgaven (€ 20,9 miljoen) en lagere materiële uitgaven (– € 20,3 miljoen).

De hogere realisatie op de personeelsuitgaven komt onder meer door de bijstelling van de personele budgetten voor de herstelpremie ABP (€ 3,8 miljoen), het ontvangen van de loonbijstelling (€ 1,8 miljoen) als compensatie voor de premies voor sociale lasten, de overheveling van budget vanuit het CDC in verband met de vertraging in de reorganisatie bij de Defensie Gezondheidszorgorganisatie (DGO) (€ 4,5 miljoen) en de hogere uitgaven aan ontslagbescherming (€ 10,3 miljoen), waarvan € 5,7 miljoen is gecompenseerd vanuit de Bestuursstaf.

De lagere realisatie op materiële uitgaven, voornamelijk op overige exploitatie, komt vooral doordat het verwervingsbudget naar het CDC is overgegaan (€ 4,7 miljoen) en door lagere uitgaven voor de vliegeropleidingen (€ 10 miljoen). Daarnaast heeft herallocatie van budgetten plaatsgevonden voor het oplossen van defensiebrede problematiek (€ 3,2 miljoen).

Licence