Base description which applies to whole site

Artikel 17 Luchtvaart

Algemene beleidsdoelstelling

Het versterken van de internationale concurrentiekracht van de mainports van de Nederlandse luchtvaartsector en het realiseren van een efficiënt, veilig en duurzaam luchtvaartbestel voor goederen, passagiers en omwonenden.

Regisseren

Rollen en verantwoordelijkheden

De Minister is verantwoordelijk voor de vormgeving van de kaders en voor het binnen deze kaders (doen) realiseren van de gewenste ontwikkeling van de Nederlandse luchtvaart. De rol «regisseren» heeft ook betrekking op de volgende taken:

  • Voor een veilig en duurzaam gebruik van netwerken stelt de Minister normen (en handhaaft deze). Om de concurrentiekracht van de luchtvaart te versterken streeft de Minister naar een internationaal level playing field. Daarin passen een actief Nederlands lidmaatschap van de International Civil Aviation Organization (ICAO) en een gerichte bijdrage in de totstandkoming van Europese regelgeving inclusief een actieve rol in agentschappen als de European Aviation Safety Agency (EASA) en andere;

  • Voor het in stand houden en versterken van het luchtvaartnetwerk van verbindingen van Nederland met de rest van de wereld zijn internationale overeenkomsten cruciaal (multilateraal en bilateraal). De Minister sluit hiertoe overeenkomsten met de vanuit de Nederlandse luchtvaartpolitiek belangrijke landen;

  • Daarnaast wordt mede vanuit het oogpunt van verbetering van het milieu en van de kwaliteit van de leefomgeving in de luchthavengebieden de innovatie en de transitie naar een duurzame luchtvaart bevorderd. IenM zorgt voor de regelgeving op het gebied van marktordening, passagiersrechten, veiligheid, milieu en security, houdt toezicht en handhaaft de regelgeving om de publieke belangen te waarborgen. Veel van deze regelgeving komt in internationaal of Europees kader tot stand. In deze kaders levert Nederland een actieve bijdrage gericht op de Nederlandse belangen;

  • De Minister richt zich nationaal en internationaal op het veiligstellen en efficiënter gebruiken van de capaciteit in het luchtruim en op verbetering van de prestaties van de Luchtverkeersleiding, intensievere samenwerking tussen civiele en militaire luchtverkeersleidingsorganisaties (co-locatie) en betere samenwerking van internationale luchtverkeersleidingsorganisaties binnen het Functional Airspace Block Europe Central (FABEC);

  • De Minister geeft zoveel mogelijk ruimte voor ondernemerschap, met een maximaal beroep op de eigen verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven voor duurzaamheid met betrekking tot mainportbeleid en voor een permanente verbetering van de veiligheid middels introductie van veiligheidsmanagement;

  • Voorts geeft IenM invulling aan de wettelijke verplichtingen, zoals het nemen van omzettingsregelingen (aanpassing aan nieuwe wetgeving) en luchthavenbesluiten voor de regionale luchthavens van nationale betekenis en het vrijwaren van de veiligheidssloopzone van Schiphol. Voorts zet de Minister in op een intensivering en stroomlijning van de inspanningen van alle overheden, belangenorganisaties en sectorpartijen betrokken bij bovenstaande beleidsopgaven.

Tenslotte is de Minister verantwoordelijk voor het toezicht op en de handhaving van (een deel van) de wet- en regelgeving door de ILT op dit beleidsterrein (zie beleidsartikel 24 Handhaving en toezicht).

Indicatoren en kengetallen

Indicator: Creëren luchthavencapaciteit Schiphol
 

Basiswaarde 2009

2010

2011

2012

2013

Gerealiseerd 2014

Streefwaarde 2020

Gerealiseerde vliegtuigbewegingen tov plafond 510.000

390.000

386.000

420.000

423.000

426.000

438.300

510.000

 

76%

76%

82%

83%

83,5%

85,90%

100%

Bron streefwaarde: Luchtvaartnota april 2009

Bron realisatie: Schiphol Amsterdam Airport, januari 2015

Voor de luchthaven Schiphol is tot 2020 een plafond aan het aantal vliegtuigbewegingen afgesproken. Met het oog op de netwerkkwaliteit moet binnen dit plafond ruimte blijven voor de ontwikkeling van mainportgebonden verkeer. In 2012 is het convenant «Behoud en versterking mainportfunctie en netwerkkwaliteit luchthaven Schiphol» tussen Schiphol en het Rijk bijgesteld. De afspraak is nu de inspanning er op te richten al bij het bereiken van 90 procent van de 510.000 vliegtuigbewegingen regionale luchthavencapaciteit te kunnen inzetten ter ontlasting van Schiphol (Kamerstukken II, 2011/12, 29 665, nr. 181). De marktontwikkeling op Schiphol wordt daarom nauwlettend door het ministerie gevolgd.

Indicator: Creëren extra luchthavencapaciteit Eindhoven en Lelystad (tbv 70.000 extra luchthavencapaciteit)

Basiswaarde 2009

Gerealiseerd t/m 2014

Streefwaarde 2015

Streefwaarde 2020

Luchthaven capaciteit Eindhoven

0

25.000 (10.000)

10.000

25.000

Luchthaven capaciteit Lelystad

0

0

25.000

45.000

Bron Eindhoven: Luchthaven besluit Eindhoven 2014 (Kamerstukken II, vergaderjaar 2013/14, 31 936, nr. 187

Bron Lelystad: Ontwerp Luchthavenbesluit Lelystad (Kamerstukken II, vergaderjaar 2013/14 31 936 nr. C)

De ontwikkeling van Eindhoven en Lelystad (met in totaal 70.000 extra vliegtuigbewegingen op jaarbasis) vindt plaats in een zodanig tempo en uitvoering dat Schiphol meer ruimte krijgt voor écht mainportverkeer en de concurrentiepositie van Schiphol wordt versterkt, conform het Convenant «Behoud en versterking mainportfunctie en netwerkkwaliteit luchthaven Schiphol». Op basis van het Aldersadvies Eindhoven heeft het kabinet in 2010 besloten tot uitvoering van de afspraken over het accommoderen van 25.000 extra vliegtuigbewegingen in 2020. In 2014 is met het nemen/vaststellen van het luchthavenbesluit de wettelijke basis gelegd voor 25.000 extra vliegtuigbewegingen. In 2015 wordt de eerste tranche, op basis van de verleende vergunning medeburgergebruik voor 10.000 extra vliegtuigbewegingen, geëvalueerd. Indien aan alle voorwaarden is voldaan zal met ingang van 1 januari 2016 een vergunning burgermedegebruik kunnen worden verleend voor de volledige ruimte van 25.000 extra vliegtuigbewegingen.

Voor Lelystad zijn in 2014 alle voorbereidingen getroffen om voorjaar 2015 een luchthavenbesluit te kunnen nemen voor 45.000 vliegbewegingen. Het aantal vliegtuigbewegingen wijkt daarmee af van de streefwaarde 2015 zoals opgenomen in de begroting 2014, omdat thans voorzien wordt vergunning te verlenen voor de volledige ruimte van 45.000 extra vliegbewegingen.

Indicator: Luchthavengelden, ATC-heffingen en overheidsheffingen (aeronautical kosten)

Ranglijst kostenniveau (van hoog naar laag)

Realisatie 2013

Realisatie 2014

Streefwaarde 2014 e.v.

London Heathrow (LHR)

1

1

 

Parijs (CDG)

3

3

 

Frankfurt (FRA)

2

2

 

Gatwick

4

4

 

Schiphol

8

8

< LHR, FRA, CDG

Zürich

5

5

 

München

6

6

 

Brussel

9

9

 

Madrid

7

7

 

Bron: SEO, jaarlijkse Benchmark Luchthavengelden en Overheidsheffingen 2014

Om te kunnen vaststellen of Schiphol een concurrerend kostenniveau heeft, vindt er jaarlijks een vergelijking plaats van de luchthavengelden, de ATC-heffingen en de overheidsheffingen op Schiphol en tien concurrerende luchthavens. De resultaten van de benchmark van 2014 laten zien dat Schiphol medio 2014 net als het jaar ervoor goedkoper is dan zeven andere Europese luchthavens. Het streven is om de huidige positie van Schiphol in de rangorde van kostenniveau onder die van Londen Heathrow, Frankfurt en Parijs Charles de Gaulle te houden.

Kengetal: Geluidsbelasting rond Schiphol

Periode

2012

2013

2014

Grenswaarde TVG

Gedurende het gehele etmaal (Lden)

62,71

62,45

62,55

63.46 dB(A)

Gedurende de periode van 23.00 tot 7.00 uur (Lnight)

52,47

52,09

52,14

54.44 dB(A)

Bron: Handhavingsrapportage Schiphol van de ILT 2014

Bron grenswaarde: Luchthavenverkeerbesluit 2004

Toelichting

Op Schiphol is ook in 2014 aan de grenswaarden voor het Totale Volume Geluid (TVG) voldaan. Het TVG is de totale hoeveelheid geluid die door alle vliegtuigen gezamenlijk in een jaar mag worden geproduceerd. In het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol is vastgelegd dat de totale hoeveelheid geluid van het luchthavenluchtverkeer bij Schiphol per gebruiksjaar voor het etmaal (de Lden) niet meer dan 63,46 dB(A) en voor de nacht (de Lnight) niet meer dan 54,44 dB(A) mag bedragen.

Kengetal TRG score Schiphol

Op Schiphol is ook in 2014 aan de grenswaarde voor het Totale Risico Gewicht (TRG) voldaan. Het TRG is het resultaat van een vermenigvuldiging van het maximale startgewicht van een vliegtuig met de ongevalskans per vliegtuigbeweging. De TRG-waarde 2014 bedraagt 7,101 ton. In het luchthavenverkeerbesluit Schiphol is vastgelegd dat het TRG van het luchthavenluchtverkeer bij Schiphol per gebruiksjaar niet meer dan 9,724 ton mag bedragen. Het gebruiksjaar 2014 loopt van 1 november 2013 tot en met 31 oktober 2014. Afgezet tegen de grenswaarde van 9,724 ton betekent dit dat op 31 oktober 2014 nog een TRG-ruimte van 2,623 ton beschikbaar was.

Kengetal: Aantal bestemmingen waarnaar (> 2 x per jaar) met vnl. geregelde vluchten wordt gevlogen per luchthaven

Luchthaven

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

Amsterdam

245

250

258

246

253

263

271

266

261

264

Frankfurt

279

285

288

291

284

283

288

301

286

286

London Heathrow

181

188

181

177

171

165

174

176

176

179

Parijs Charles de Gaulle

239

249

260

273

272

271

268

256

258

278

Brussel

132

131

158

190

183

188

200

190

181

192

Bron: Amsterdam Airport Schiphol (AAS), op basis van APGdat, januari 2015

Toelichting

Het aantal bestemmingen vanaf Schiphol is in 2014 licht gestegen. De toename is het grootst vanaf Parijs Charles de Gaulle en Brussel.

Op Schiphol stijgt het aantal vliegtuigbewegingen in 2014 met 3%. Op de drie grote luchthavens is sprake van een daling (Frankfurt en Parijs CdG) of slechts een geringe stijging (Londen Heathrow). De groei van het aantal vliegtuigbewegingen is op Brussel het hoogst.

Opvallend is ook de sterke stijging van het aantal passagiers op Brussel. De stijging van het aantal passagiers op Schiphol in 2014 (4,6%) is groter dan op Frankfurt, London Heathrow en Parijs Charles de Gaulle.

Op alle luchthavens is er in 2014 een positieve ontwikkeling voor wat betreft het vrachtvolume. De stijging is het sterkst op Schiphol (6,7%)

Kengetal: Aantal vliegtuigbewegingen, aantal passagiers en vrachttonnage per luchthaven
 

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

Vliegbewegingen (x 1.000)

                   

Amsterdam

405

423

436

428

391

386

420

423

426

438

Frankfurt

482

482

485

480

458

458

481

476

466

463

London Heathrow

472

471

476

473

460

449

476

471

470

471

Parijs Charles de Gaulle

514

533

544

551

518

492

507

491

472

465

Brussel

231

232

241

236

212

205

214

206

199

214

Passagiers (in mln)

                   

Amsterdam

44

46

48

47

44

45

50

51

53

55

Frankfurt

52

53

54

53

51

53

56

57

58

59

London Heathrow

68

67

68

67

66

66

69

70

72

73

Parijs Charles de Gaulle

54

57

60

61

58

58

61

61

62

64

Brussel

16

17

18

19

17

17

19

19

19

22

Vracht (x 1.000 ton)

                   

Amsterdam

1.450

1.527

1.610

1.568

1.286

1.512

1.524

1.483

1.531

1.633

Frankfurt

1.864

2.031

2.074

2.021

1.808

2.199

2.133

1.986

2.016

2.051

London Heathrow

1.306

1.306

1.314

1.401

1.278

1.473

1.484

1.465

1.423

1.499

Parijs Charles de Gaulle

1.767

1.884

2.053

2.039

1.819

2.177

2.088

1.950

1.876

1.896

Brussel

700

706

762

659

449

476

475

459

430

454

Bron: Amsterdam Airport Schiphol (AAS), januari 2015

De jaarlijkse Monitor Netwerkkwaliteit en Staatsgaranties geeft een beeld van de ontwikkeling van de netwerkkwaliteit op Schiphol ten opzichte van enkele concurrerende buitenlandse luchthavens. Daarnaast wordt in de monitor het netwerk van Skyteam (Air France KLM en alliantiepartners) vanaf Schiphol vergeleken met dat vanaf Parijs Charles de Gaulle. Zo wordt de naleving van de staatsgaranties gevolgd die in het kader van de fusie van KLM met Air France zijn afgesproken.

Uit het onderzoek blijkt dat het netwerk van Schiphol in 2014 sterker groeit dan dat van de concurrerende Europese luchthavens. Het netwerk van Skyteam heeft zich op Schiphol sinds 2004 op alle fronten aanzienlijk sterker ontwikkeld dan op Parijs Charles de Gaulle. De connectiviteit is in 2014 op Schiphol nagenoeg gelijk aan die op Parijs Charles de Gaulle.

Kengetal: Gemiddelde vertraging per vlucht toe te rekenen aan Air Traffic Management in het Europese luchtruim (in minuten)
 

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

Taakstelling vanaf 2000 met herijking voor 2002–2006

2,8

2,44

2,08

1,72

1,4

1,0

1,0

1,0

1,0

1,0

nb

0,7

0,6

0,5

Gerealiseerd

2,5

1,4

0,9

0,8

0,9

1,0

1,2

1,4

0,9

2,0

1,1

0,63

0,54

0,61

Bron: Performance review Body, Performance monitoring Dashboard

Toelichting

De in bovenstaande tabel opgenomen reeks is de gemiddelde jaarlijkse vertraging per vlucht (in minuten) die aan Air Traffic Management in het Europese luchtruim wordt toegerekend.

De reeks is gewijzigd als gevolg van het feit dat Eurocontrol in eerdere rapporten uitsluitend de gemiddelde vertraging in het en route verkeer gedurende de zomer heeft gemeten en vervolgens op een jaargemiddelde is overgegaan. Voorts zijn vanaf 2012 de gegevens ontleend aan het Performance Monitoring Dashboard van de performance Review Body, een adviseur van de Europese Commissie ter zake van prestatiesturing.

Het Rijk heeft geen directe invloed op het aantal minuten vertraging in het Europese luchtruim. Dit kengetal is een internationaal gemiddelde en wordt bepaald door operationele factoren, zoals capaciteitsplanning en human resource management. Dit kengetal geeft wel een beeld van de efficiëntie van het luchtvaartbestel.

Kengetal: Gemiddelde ATFM 1ATFM staat voor «Air traffic flow management»- vertraging per vlucht in het NL luchtruim en op Schiphol (in minuten)
 

2010

2011

2012

2013

2014

Gemiddelde ATFM-vertraging per vlucht

2,80

1,00

1,00

1,00

1,00

Gerealiseerd

0,94

0,90

0,78

0,68

0,94

Bron: Luchtverkeersleiding Nederland

Dit kengetal heeft betrekking op de gemiddelde en-route ATFM-vertraging (Air Traffic Flow Management) per controlled flight in het Nederlandse luchtruim en de gemiddelde ATFM- vertraging op Schiphol tezamen. In de tabel is de gemiddelde vertraging per vlucht in het Nederlandse luchtruim als gevolg van regulaties van het verkeer door LVNL aangegeven. Deze gemiddelde vertraging betreft zowel de vertragingen in de en route als in de terminal verkeersbegeleiding. Dit in tegenstelling tot de Eurocontrolgegevens in de voorgaande tabel, die betrekking hebben op het en route verkeer. Het merendeel van de vertragingen treedt op in de terminalfase van een vlucht. Het merendeel van deze vertragingen wordt veroorzaakt door weersomstandigheden die een direct negatief effect hebben op de afhandeling van de starts en landingen in de vluchtfase onder 1 kilometer hoogte (slecht zicht, wind, sneeuw en aanverwante oorzaken als beperkt aantal vliegtuigopstelplaatsen).

Beleidsconclusies

Het op artikel 17 uitgevoerde beleid en de resultaten waren in 2014 conform de verwachtingen zoals vermeld in de begroting. Er zijn geen grote afwijkingen opgetreden en er was geen noodzaak tot bijstelling.

In 2014 zijn belangrijke stappen gezet in de voorbereiding van de besluitvorming over de capaciteitsuitbreiding op Lelystad Airport. De totstandkoming van het luchthavenbesluit Lelystad Airport laat enige vertraging zien ten opzichte van de verwachting ten tijde van de vastgestelde begroting 2014. Het luchthavenbesluit wordt in het voorjaar van 2015 vastgesteld.

Budgettaire gevolgen van beleid

Overzicht van de budgettaire gevolgen van beleid (x € 1.000)

17

Luchtvaart

Realisatie

Begroting

Verschil

 
   

2012

2013

2014

2014

2014

 

Verplichtingen

 

27.313

17.542

20.183

– 2.641

1)   

Uitgaven

 

21.796

20.201

34.291

– 14.090

 
 

Luchtvaart

 

21.796

20.201

34.291

– 14.090

 

17.01.01

Opdrachten

 

17.536

6.727

21.750

– 15.023

 
 

– Opdrachten GIS

 

10.604

1.598

15.530

– 13.932

2)

 

– Overige opdrachten

 

6.932

5.129

6.220

– 1.091

 

17.01.02

Subsidies

 

2.862

2.284

1.290

994

3)

17.01.03

Bijdrage aan agentschappen

 

64

10.071

10.071

0

 
 

– waarvan bijdrage aan RWS

 

48

10.048

10.048

0

 
 

– bestemd voor Caribisch Nederland

 

0

10.000

10.000

0

 
 

– waarvan bijdrage aan KNMI

 

16

23

23

0

 

17.01.05

Bijdrage aan internationale organisaties

 

1.334

1.119

1.180

– 61

 

Ontvangsten

 

38.863

38.168

44.851

– 6.683

4)

Verplichtingen (ad 1)

Toelichting op de financiële instrumenten

De lagere verplichtingenrealisatie is voornamelijk het gevolg van minder benodigd verplichtingenbudget voor de opdrachten Geluidsisolatie Schiphol (GIS). Doel van het project GIS is het verminderen van de geluidshinder voor omwonenden van Schiphol door middel van geluidsisolatie van woningen. Ook wordt de behandeling en uitbetaling van schadeclaims en aankopen van woningen in de geluids- en sloopzones uit het LIB (Luchthaven Indelingsbesluit) uitgevoerd. In 2014 was minder verplichtingenruimte benodigd doordat een rechtszaak in het voordeel van RWS is beslecht, zie ook de toelichting ad 2.

17.01 Luchtvaart
17.01.01 Opdrachten

Opdrachten Geluidsisolatie Schiphol (GIS) (ad 2)

De derde fase van het geluidsisolatieprogramma is in 2012 afgerond. De beleidsevaluatie GIS is in 2013 aan de Tweede Kamer aangeboden. (Kamerstukken II, 2013/2014, 26 959, nr. 140) De resultaten van de beleidsevaluatie GIS worden betrokken bij de brede beleidsdoorlichting luchtvaart in 2017. Doel van het project GIS is het verminderen van de geluidshinder voor omwonenden van Schiphol door middel van geluidsisolatie van woningen. Ook wordt de behandeling en uitbetaling van schadeclaims en aankopen van woningen in de geluids- en sloopzones uit het LIB (Luchthaven Indelingsbesluit) uitgevoerd. In 2014 is een rechtszaak bij de Raad van State over claims, waarvan de uitkomst van invloed was op 350 andere claims betreffende het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol 2008 (LVB 2008), in het voordeel van RWS beslecht. Hierdoor hoefde de reservering in de begroting niet te worden aangesproken.

Overige opdrachten

Luchtvaartnota en de Alderstafels

Het Nederlandse mainportbeleid is gericht op een selectieve ontwikkeling van de mainport Schiphol, in samenhang met de ontwikkeling van de regionale luchthavens van nationale betekenis. In 2011 is het Aldersadvies Eindhoven door het Kabinet en de Tweede Kamer overgenomen. In 2014 is het Luchthavenbesluit Eindhoven genomen en is het ontwerp Luchthavenbesluit Lelystad aan de Tweede Kamer aangeboden.

Evalueren Normen en handhavingsstelsel

De ontwikkeling van Schiphol tot 2020 vindt plaats binnen de aan de Alderstafel afgesproken kaders. In 2013 heeft de Alderstafel Schiphol op basis van de evaluatie van het experiment met het Nieuwe Normen en Handhavingsstelsel (Kamerstukken II, 2013/2014, 29 665, nr. 190) het advies uitgebracht om het Nieuwe Normen en Handhavingsstelsel conform het experiment vorm te geven. Het kabinet heeft in 2013 in lijn met dit advies besloten het nieuwe stelsel in nieuwe wetgeving te verankeren. In de eerste helft van 2014 is aan de hand van het Aldersadvies d.d. 8 oktober 2013 het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet luchtvaart opgesteld. Met dit wetsvoorstel is de basis van het nieuwe normen- en handhavingstelsel Schiphol in de Wet luchtvaart vastgelegd. De Raad van State heeft geadviseerd over het voorstel. Het wetsvoorstel en het nader rapport naar aanleiding van het advies van de Raad van State zijn eind 2014 aan de Tweede Kamer gezonden ten behoeve van de parlementaire behandeling.

Beleidsonderzoek vliegveiligheid

De uitgaven aan onderzoek en evaluatie zijn gerealiseerd in het kader van de uitvoering van de Beleidsagenda Luchtvaartveiligheid 2011–2015.

Verminderen risico op vogelaanvaringen

In 2014 is gewerkt aan het uitvoeren van de maatregelen uit het convenant Reduceren risico vogelaanvaringen Schiphol uit 2012. De effecten van onderwerking oogstresten en de andere sporen van de viersporen aanpak zijn geëvalueerd en de resultaten zijn aan de Tweede Kamer verzonden (Kamerstukken II, 2014/15, 28 286, nr. 778).

Nadere uitwerking luchtruimvisie en civiel-militaire samenwerking

Aan de hand van de Beleidsagenda Luchtruimvisie werken Rijk en luchtverkeersdienstverleners aan het realiseren van een goede luchtzijdige bereikbaarheid van de Nederlandse luchthavens. Het Rijk en de luchtverkeersdienstverleners hebben afspraken gemaakt om de civiel-militaire co-locatie voor het lager luchtruim op Schiphol Oost in 2017 te realiseren.

Luchthavens Caribisch Nederland

In 2014 is een vervolg gegeven aan de voorbereidingen voor de uitvoering van de masterplannen van de luchthavens op Bonaire, Saba en Sint Eustatius. Zo zijn de documenten, die noodzakelijk zijn voor de aanbesteding van de werkzaamheden, in het eerste kwartaal gereed gekomen. Direct daarna is door Rijkswaterstaat gestart met de aanbesteding van de werkzaamheden conform de uniforme Europese aanbestedingsvoorschriften. Op 8 april 2014 is de aankondiging van een opdracht gepubliceerd. Er zijn zowel in Nederland als op de eilanden diverse inlichtingenbijeenkomsten georganiseerd voor geïnteresseerde partijen. De aanbesteding is succesvol verlopen en heeft geresulteerd in een positief gunningadvies. In november 2014 is een opdracht voor de uitvoering van de werkzaamheden gegeven. De daadwerkelijke uitvoering van de werkzaamheden zal voornamelijk in 2015 plaatsvinden.

17.01.02 Subsidies

CROS en overige commissies regionaal overleg

IenM draagt financieel bij aan de activiteiten van de Commissie Regionaal Overleg luchthaven Schiphol (CROS). Dit onafhankelijke overleg- en adviesorgaan verenigt bewoners, regionale en lokale overheden en luchtvaartpartijen en heeft als doel om hinder van Schiphol zoveel mogelijk te beperken en een optimaal gebruik van de luchthaven te bevorderen. In 2014 zijn voorbereidingen getroffen voor de oprichting van de Omgevingsraad Schiphol (ORS) per 1 januari 2015 waaronder wijziging van de Regeling CROS. Deze wijziging maakt het mogelijk dat de Commissie Regionaal Overleg Schiphol (CROS) en de Alderstafel per 1 januari 2015 als Omgevingsraad zijn gaan werken. Daarnaast zijn subsidies verstrekt aan overige commissies regionaal overleg.

Versneld onderwerken graanresten ten behoeve van reduceren risico vogelaanvaringen (ad 3)

In 2014 is subsidie verstrekt voor het versneld onderwerken van de graanresten na de oogst in een deel van de Haarlemmermeerpolder. De betreffende agrarische ondernemers ontvingen hiervoor een vergoeding per hectare versneld ondergewerkte graanakker. De vergoeding is gebaseerd op de inkomstenderving in verband met het onderwerken van het stro, extra kosten die de boeren moesten maken en een medewerkingvergoeding. Hiervoor heeft bij 2e suppletoire begroting 2014 een ophoging van het subsidiebudget plaats gevonden.

Stichting Knowledge & Development Center (KDC)

De Stichting Knowledge & Development Center (KDC) levert kennis om innovatieve oplossingen te vinden voor de duurzame ontwikkeling van de Mainport Schiphol. In het KDC werken de partners KLM, Schiphol en Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) samen met universiteiten en kennisinstellingen om de Schiphol operatie te innoveren. IenM draagt financieel bij aan het KDC.

Luchthaven Twente

De Tweede Kamer is in mei 2013 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II, 2012/13, 31 936, nr. 141) over de bijdrage voor de Luchthaven Twente die maximaal € 4,6 miljoen (netto contante waarde 2014) zou bedragen. Op 17 juli 2014 is de Kamer per brief geïnformeerd over het staken van de inspanningen van de gemeente Enschede en de provincie Overijssel om te komen tot een commerciële burgerluchthaven (Kamerstukken II, 2013/2014, Aanhangsel nr. 2578). In 2014 zijn derhalve geen subsidies verstrekt voor de ontwikkeling van Luchthaven Twente.

17.01.03 Bijdrage aan agentschappen

Aan Rijkswaterstaat (RWS) inzake Caribisch Nederland en aan KNMI voor beleidsonderzoek is budget verstrekt als agentschapsbijdrage.

17.01.05 Bijdragen aan internationale organisaties

Voor de jaarlijkse contributie aan de ICAO, aan het hiertoe opgezette samenwerkingsverband binnen ABIS (de ABIS-groep vertegenwoordigt de burgerlijke luchtvaartautoriteiten van Oostenrijk, België, Nederland, Luxemburg, Ierland, Zwitserland en Portugal binnen de permanente organen van ICAO), en aan de European Civil Aviation Conference (ECAC) is in 2014 een bedrag uitgegeven van € 1,119 miljoen, waarvan € 0,961 miljoen via de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS).

Ontvangsten (ad 4)

Door een lager aantal vliegbewegingen zijn minder heffingsaanslagen opgelegd hetgeen tot gevolg heeft gehad dat minder ontvangsten in het kader van de Geluidsisolatie Schiphol zijn gerealiseerd dan in de begroting was geraamd.

Licence