Base description which applies to whole site

Artikel 4: Vrede en veiligheid voor ontwikkeling

A: Algemene doelstelling

Vrede en veiligheid voor ontwikkeling door het verlenen van humanitaire hulp; het voorkomen en terugdringen van conflictsituaties; en het bevorderen van rechtstaatontwikkeling, wederopbouw, vredesopbouw, versterkte legitimiteit van democratische structuren en het tegengaan van corruptie.

B: Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor:

Financieren

  • De aanwending van middelen uit het Budget Internationale Veiligheid (BIV), in overeenstemming met de Ministers van Defensie en van Buitenlandse Zaken. Besluitvorming wordt interdepartementaal voorbereid en uitgevoerd. Hiermee is het geïntegreerde karakter van de inzet van diplomatieke, civiele en/of militaire activiteiten uit het BIV geborgd.

  • Bepaling van de indicatieve planning voor ongeoormerkte bijdragen aan internationale, bij humanitaire hulp betrokken organisaties per chronische crisis.

  • Bepaling van bijdragen aan acute crises op basis van de ontstane noden.

  • Financiering van stabiliteit- en rechtsstaatsontwikkelingprogramma’s en partners.

Stimuleren

  • Het ondersteunen van programma’s die stabiliteit en rechtsorde bevorderen in de tien partnerlanden op het gebied van Veiligheid & Rechtsorde en het Grote Merengebied en de Hoorn van Afrika.

Regisseren

  • Bijdragen aan effectieve samenwerking met actoren zoals de VN, de EU en NGO’s ter verbetering van de noodhulpketen.

  • Inzetten binnen de VN op betere samenwerking tussen het Bureau of Crisis Prevention and Recovery (BCPR) van UNDP (rechtsstaatsontwikkeling) en het Department for Peacekeeping Operations (DPKO) (veiligheidssector).

  • Vroegtijdige ondersteuning van herstel en post-conflict wederopbouw na crises via NGO’s, als overheden (nog) niet in staat zijn deze taken zelf uit te voeren. Ook ligt er een belangrijke rol voor het maatschappelijk middenveld bij lokale conflictpreventie en bevorderen van participatie van burgers.

C: Beleidsconclusies

De uitvoering van het beleid is in grote lijnen volgens plan verlopen. Door terugval en escalatie in/van conflict (bijvoorbeeld Zuid-Soedan) bleek het in sommige gevallen moeilijk voortgang te boeken, terwijl problemen in nieuwe of escalerende conflicthaarden zoals Oekraïne en Irak/Syrië een urgente aanpak behoefden.

Het overbruggen van de ruimte tussen humanitaire hulp en wederopbouw heeft op twee manieren een extra impuls gekregen. Het ministerie heeft met zeven NGO’s strategische partnerschappen afgesloten om drie jaar lang optimaal steun te geven aan hun inzet voor activiteiten die de transitie van noodhulp naar wederopbouw bevorderen in de Grote Meren-regio en de Hoorn van Afrika. Daarnaast krijgt deze transitie meer nadruk via het Relief Fund, omdat daarbinnen extra aandacht wordt besteed aan de thema’s innovatie en de regionale opvang van vluchtelingen.

In onderling overleg met betrokken bewindslieden werd de invulling van het Budget Internationale Veiligheid (BIV) 2014 vastgesteld en werd het budget vervolgens over de begrotingen van Buitenlandse Zaken en Defensie verdeeld.

Op het gebied van rechtsstaatontwikkeling wordt, waar noodzakelijk en wenselijk, ook aandacht besteed aan de versterking van informele rechtsinstituties, naast de formele instituties.

De uitvoering van het Politieke Partijen Programma en wederopbouwprogramma’s verliep in 2014 nagenoeg volgens plan, behalve daar waar terugval in conflict en nieuwe escalaties de uitvoering bemoeilijkten. Conclusie is dat alleen lange-termijn programma’s kans van slagen hebben, aangezien die de dalen en pieken in vredesopbouwprocessen kunnen opvangen.

De besteding van de middelen voor onderzoeksprogramma’s via het Kennisplatform Veiligheid en Rechtsorde bleef achter op de planning door vertraging in het beoordelingsproces van onderzoeksvoorstellen. Met WOTRO (NWO afdeling) is afgesproken om dit proces komend jaar aan te passen.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Beleidsartikel 4 Vrede en veiligheid voor ontwikkeling
(x EUR 1.000)
     

Realisatie 2012

Realisatie 2013

Realisatie 2014

Vastgestelde begroting 2014

Verschil 2014

Verplichtingen

 

701.594

559.660

567.816

799.569

– 231.753

               

Uitgaven:

           
               

Programma-uitgaven totaal

 

511.063

527.379

572.894

692.469

– 119.575

               

4.1

Humanitaire hulp

 

258.193

233.892

224.096

212.767

11.329

 

           
 

Bijdragen (inter)nationale organisaties/Subsidies

           
   

waarvan UNHCR

   

33.000

33.000

0

   

waarvan UN-OCHA/CERF

   

47.000

45.000

2.000

   

waarvan International Committee of the Red Cross

   

46.746

25.000

21.746

   

waarvan Wereldvoedselprogramma

   

36.000

36.000

0

   

waarvan UNRWA

   

13.000

13.000

0

   

waarvan voor chronische en accute crises

   

40.315

50.000

– 9.685

 

Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken

waarvan voor chronische en accute crises

   

8.035

0

8.035

               

4.2

Budget Internationale Veiligheid; voorkomen en

           
 

terugdringen van conflictsituaties

     

0

250.000

– 250.000

               
               
   

waarvan crisisbeheersingsoperaties, incl. BSB, internationale criminaliteitsbestrijding, enablers, overigen

   

0

171.000

– 171.000

   

waarvan opbouw regionale vredeshandhavingscapaciteit

   

0

36.000

– 36.000

   

waarvan veiligheidssectorhervormingen en vredesopbouw

   

0

43.000

– 43.000

   

         

4.3

Rechtstaatontwikkeling, wederopbouw, vredesopbouw, versterkte legitimiteit van democratische structuren en tegengaan van corruptie

 

252.870

293.487

248.774

229.702

19.072

               
 

Bijdrage (inter) nationale organisaties/subsidies/Opdrachten

           
   

waarvan landenprogramma's wederopbouw

   

88.702

136.070

– 47.368

   

waarvan Midden-Amerika programma

   

13.647

14.570

– 923

               
 

Bijdragen (inter)nationale organisaties

           
   

waarvan UNDP (BCPR)

   

12.925

8.000

4.925

   

waarvan UNICEF

   

30.400

35.000

– 4.600

   

waarvan vredesdividend:werkgelegenheid en basisvoorzieningen via IBRD

   

20.000

0

20.000

               
 

Bijdrage (inter) nationale organisaties/subsidies

           
   

waarvan politieke partijen-programma/gemeenteinitiatieven

   

0

12.400

– 12.400

   

waarvan vredesdividend: werkgelegenheid en basisvoorzieningen

   

15.148

0

15.148

   

waarvan inclusieve politieke processen: vredesdialoog en conflictpreventie

   

31.054

0

31.054

   

waarvan functionerende rechtsorde

   

9.830

0

9.830

   

waarvan legitieme en capabele overheid

   

27.068

0

27.068

               

4.4

Noodhulpfonds

     

100.024

0

100.024

               
 

Bijdragen (inter)nationale organisaties

           
   

WHO

   

5.000

0

5.000

   

World Food Programme

   

13.000

0

13.000

   

UNICEF

   

5.000

0

5.000

   

UNHCR

   

13.000

0

13.000

   

UNDP

   

15.000

0

15.000

   

Red Cross

   

6.400

0

6.400

   

IPA

   

4.998

0

4.998

   

Overige

   

9.000

0

9.000

 

Subsidies

           
   

World Vision

   

9.547

0

9.547

   

Save the Children

   

6.600

0

6.600

   

Cordaid

   

5.400

0

5.400

   

Care International

   

7.000

0

7.000

               
 

Ontvangsten

 

0

0

0

0

0

               

4.20

Ontvangsten Budget Internationale Veiligheid

     

0

0

0

E. Toelichting

Verplichtingen

Bij de Eerste Suppletoire Begroting 2014 werd gemeld dat het verplichtingenbudget met EUR 167 miljoen werd verlaagd, met name als gevolg van de overheveling van middelen uit het Budget Internationale Veiligheid (BIV) naar Defensie en Buitenlandse Zaken. Daarnaast werd voor noodhulp minder verplicht, omdat een deel van het kasbudget al was vastgelegd door eerder aangegane verplichtingen.

Uitgaven

Landenprogramma’s

Conform de toezegging aan de Kamer is in het jaarverslag een passage opgenomen waarin aangegeven wordt of de geplande uitgaven aan een landenprogramma lager/hoger uitvallen. Dit gebeurt, zoals in de leeswijzer is aangegeven, bij het betreffende beleidsartikel. Er is sprake van een aantal verlagingen bij de landenprogramma’s binnen het thema wederopbouw. De verlagingen worden met name veroorzaakt door lagere uitgaven in Zuid-Soedan (EUR 24 miljoen), Afghanistan (EUR 8 miljoen), en Oeganda (EUR 7 miljoen). In Zuid-Soedan zijn alle programma’s vertraagd vanwege de ernstig verslechterde veiligheidssituatie. In het geval van Afghanistan is in het voorjaar van 2014 besloten het budget voor wederopbouw te verlagen tot structureel EUR 20 miljoen. In Oeganda is een programma in samenwerking met de overheid opgeschort naar aanleiding van het controversiële LGBT-beleid van de Oegandese overheid.

Artikel 4.2

Zoals gemeld bij Eerste en Tweede Suppletoire Begroting zijn vanuit het Budget Internationale Veiligheid middelen overgeheveld naar de begroting van het Ministerie van Defensie en het Ministerie van Buitenlandse Zaken (artikel 2.4).

Artikel 4.4

Zoals gemeld bij Tweede Suppletoire Begroting besloot het kabinet afgelopen zomer EUR 570 miljoen extra beschikbaar te stellen voor een noodhulpfonds. Dit fonds is flexibel inzetbaar gedurende de kabinetsperiode (tot 2018). Voor 2014 leidde dit tot een verhoging van EUR 100 miljoen op dit nieuwe sub-artikel.

Licence