Base description which applies to whole site

Artikel 13 Spoorwegen

Omschrijving van de samenhang met het beleid

Op dit artikel worden de producten op het gebied van Spoorwegen verantwoord. Het productartikel Spoorwegen is gerelateerd aan de beleidsdoelstellingen en beleidsinstrumenten zoals beschreven in het jaarverslag Hoofdstuk XII over 2015 bij beleidsartikel 16 Spoor.

Overzicht van budgettaire gevolgen van uitvoering (x € 1.000)

13. Spoorwegen

       

Realisatie

Begroting

Verschil

 
 

2011

2012

2013

2014

2015

2015

2015

 

Verplichtingen

2.017.923

2.050.436

2.727.691

1.635.883

2.727.356

1.733.921

993.435

1)

Uitgaven

2.670.403

2.185.220

2.384.292

2.241.221

1.999.985

2.387.881

– 387.896

 

13.02 Beheer, onderhoud en vervanging

1.797.911

1.463.595

1.346.811

1.304.521

1.225.522

1.240.257

– 14.735

2)

13.03 Aanleg

719.050

540.608

886.190

784.844

625.037

952.335

– 327.298

 

13.03.01 Realisatieprogramma personenvervoer

701.011

527.978

801.687

710.202

540.437

662.580

– 122.143

3)

13.03.02 Realisatieprogramma goederenvervoer

18.039

12.630

64.829

51.621

57.291

65.436

– 8.145

4)

13.03.04 Verk. en planuitw. personenvervoer

 

0

18.360

17.307

22.441

210.246

– 187.805

5)

13.03.05 Verk. en planuitw. goederenvervoer

   

1.314

5.714

4.868

14.073

– 9.205

6)

13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

125.768

129.943

134.675

135.279

132.285

147.026

– 14.741

7)

13.07 Rente en aflossing

   

16.616

16.577

17.141

48.397

– 31.256

8)

13.08 Investeringsruimte

   

0

0

0

– 134

134

 

13.09 Ontvangsten

144.781

72.526

202.042

117.966

240.852

232.720

8.132

 

Financiële toelichting

Ad 1) De realisatie op de verplichtingen is € 993 miljoen hoger dan begroot. De belangrijkste oorzaak hiervoor is dat de subsidieverlening voor beheer, onderhoud en vervanging (13.02) en rente (13.07) voor het jaar 2016 ad € 1,1 miljard in december 2015 heeft plaatsgevonden. In de begroting was er nog van uit gegaan dat dit pas in januari 2016 zou plaatsvinden. Daarnaast is er op artikel 13 sprake van diverse kleinere plussen en minnen op de afzonderlijke projecten binnen de realisatie en planstudieprogramma’s, en de beschikbaarheidvergoeding HSL-Zuid (met name rentebijstellingen).

Ad 2) De lagere realisatie wordt veroorzaakt doordat aan ProRail in 2015 € 4,7 miljoen minder betaald is dan begroot. De belangrijkste oorzaak hiervoor is de overheveling van € 6 miljoen van BOV naar MIRT-aanleg voor het project «ATB-Vv». ATB-Vv maakt niet langer deel uit van BOV, hiervoor is een separate subsidiebeschikking afgegeven.

Daarnaast zijn er ten opzichte van het begrote budget ad. € 10 miljoen geen uitgaven voor het actieplan groei op het spoor gedaan. In 2015 heeft de laatste overheveling van budget naar Hoofdstuk XII/Brede Doel Uitkeringen plaatsgevonden. Daarmee is het actieplan groei op het spoor afgesloten. Het restant van het budget is toegevoegd aan de investeringsruimte spoor.

Ad 3 t/m 6) Voor een toelichting op de artikelonderdelen wordt verwezen naar de specifieke toelichtingen (per project) bij deze artikelonderdelen.

Ad 7) De lagere realisatie wordt met name veroorzaakt doordat rentebijstellingen in 2015 hebben geleid tot lagere betalingen aan Infraspeed, de afwikkeling van de belastingaanpassing doorgeschoven is naar 2016 en het restant van de «pilot geluid» is overgeheveld naar het projectbudget HSL-Zuid (artikel 17.03).

Ad 8) De lagere realisatie wordt met name veroorzaakt doordat IenM de compensatie aan ProRail voor de door ProRail eind 2012 voorgefinancierde aflossing van een lening niet in 2015 heeft uitgekeerd. Begin 2016 (bij het opmaken van de jaarrekening ProRail 2015) zal worden bepaald of deze compensatie nog noodzakelijk is, of dat het hiervoor destijds vrijgemaakte bedrag teruggeboekt kan worden naar beheer, onderhoud en vervanging.

Ad 9) Zie toelichting onder 13.09 Ontvangsten.

13.02 Beheer, onderhoud en vervanging

Motivering

Op grond van richtlijn nr. 91/440/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschap van 29 juli 1991 wordt de taakorganisatie ProRail via de beheerconcessie belast met het beheer en onderhoud van de landelijke spoorweginfrastructuur.

De subsidie aan ProRail wordt jaarlijks vastgesteld met een beschikking overeenkomstig het bepaalde in de Wet en Besluit Infrastructuurfonds. De subsidie wordt door ProRail aangewend voor het in goede gebruikstoestand houden van de landelijke spoorweginfrastructuur. Per 1 januari 2008 wordt ProRail aangestuurd op output. Dat betekent dat de Minister van IenM afspraken maakt met ProRail over de te realiseren prestaties op basis van een resultaatsverplichting. Met ingang van de Beheerconcessie 2015–2025 worden voor de kernprestatie indicatoren (KPI’s) bodemwaarden afgesproken. Die prestaties worden jaarlijks opgenomen in het beheerplan van ProRail. De Minister van IenM moet instemmen met de prestaties waarvoor bodemwaarden gelden. Het beheerplan wordt aan de Tweede Kamer toegezonden.

ProRail is, via de beheerconcessie van IenM, verantwoordelijk voor het beheer, onderhoud en vervanging van de hoofdspoorweginfrastructuur. Het bestaande spoornet vertegenwoordigt een groot maatschappelijk geïnvesteerd kapitaal. Instandhouding en waar nodig verbetering daarvan is noodzakelijk om de kwaliteit van het spoor verder te verbeteren en de kerntaak van het spoor te kunnen waarmaken.

Prestaties ProRail 2015

Meetbare gegevens

In 2015 zijn de volgende prestaties overeengekomen en gerealiseerd:

Prestaties ProRail 2015

Realisatie 2015

Bodem-waarde 2015

Realisatie 2014

Algemeen

Klantoordeel reizigers-vervoerders

6

6

Klantoordeel goederen-vervoerders

6

6

Betrouwbaarheid

Punctualiteit <3 min reizigersverkeer totaal

89,5%

87,0%

90,2%

 

Reizigerspunctualiteit <5 min HRN (gezamenlijke KPI met NS)

91,0%

90,0%

92,3%

 

Punctualiteit regionale series (<3 min)

95,0%

93,0%

94,9%

 

Punctualiteit <3 min HSL-producten en ICE

79,8%

79,5%

84,7%

 

Punctualiteit goederenverkeer

80,0%

80,0%

83,0%

 

Geleverde treinpaden

97,9%

97,5%

97,9%

 

Aandachtstrajecten (gezamenlijke KPI met NS)

94,1%

93,7%

95,1%

 

Aantal beïnvloedbare TAO's (techniek en processen)

4.628

5.900

4.766

 

Klanthinder door storingen infra

639

Bron: vierde kwartaalrapportage ProRail 2015

Ad 1) Vanaf 2015 geldt een nieuwe beheerconcessie. Met deze concessie wordt er niet meer gewerkt met grenswaarden.

Toelichting:

In het jaarverslag 2015 worden de prestaties van ProRail vergeleken met de bodemwaarden die zijn vastgelegd in de nieuwe Beheerconcesessie 2015–2025 (Kamerstukken II, 2014/15, 29 984, nr. 573) en het Beheerplan 2015 (Kamerstukken II, 2014/15, 29 984, nr. 574). Als gevolg van de nieuwe concessie wijken deze af van de in de begroting 2015 opgenomen indicatoren. De gerealiseerde prestaties liggen allemaal op of boven de afgesproken bodemwaarde voor 2015. De toelichtingen op de realisaties worden voor de zomer middels de Handhavingbrief NS en Prorail aan de kamer voorgelegd.

Besteding door ProRail

Van de in 2015 ontvangen subsidie heeft ProRail € 144 miljoen nog niet verdeeld:

Bestedingen (bedragen x € 1 mln)
 

Begroting IF 2015 (o.b.v. beheerplan 2014)

Beheerplanmutaties ProRail

Realisatie IF 2015 (o.b.v. beheerplan 2015)

Overlopende subsidie ProRail uit 2014

Beschikbaar ProRail 2015, inclusief BTW

Afdracht BTW

Beschikbaar ProRail 2015, exclusief BTW

Realisatie ProRail 2015, exclusief BTW

Niet bestede subsidie 2015, exclusief BTW

Grootschalig onderhoud

155

6

161

15

176

31

145

137

– 8

Kleinschalig onderhoud

307

69

376

0

376

64

312

265

– 47

Onderhoud transfer

84

0

84

0

84

15

69

69

0

Onderhoud Betuweroute

0

0

0

0

0

0

0

19

19

Beheer en calamiteitenorganisatie

204

23

227

1

228

40

188

152

– 36

Verkenning en innovatie

4

0

4

0

4

1

3

9

6

Uitbesteed werk

754

98

852

16

868

151

717

651

– 66

Doorbelaste kosten aan derde-partijen

– 40

– 2

– 42

0

– 42

– 7

– 35

– 41

– 6

Gebruiksvergoeding vervoerders

– 343

31

– 312

0

– 312

0

– 312

– 320

– 8

Doorbelaste kosten aan geoormerkte projecten

0

0

0

0

0

0

0

– 7

– 7

Beheer en onderhoud

371

127

498

16

514

144

370

283

– 87

                   

Geoormerkte projecten

0

0

0

39

39

7

32

7

– 25

Geoormerkte projecten

0

0

0

39

39

7

32

7

– 25

                   

Bovenbouwvernieuwingen

220

– 93

127

8

135

23

112

112

0

Vervanging overige systemen

301

– 45

256

28

284

49

235

165

– 70

Saldo afschrijvingen EF

0

0

0

0

0

0

0

54

54

Vervangingsinvesteringen

521

– 138

383

36

419

72

347

331

– 16

Apparaatskosten BOV

338

6

344

2

346

60

286

272

– 14

Apparaatskosten

338

6

344

2

346

60

286

272

– 14

                   

Rijksbijdrage aan ProRail (IF 13.02)

1.230

– 5

1.225

93

1.318

283

1.035

893

– 142

Rente leningen

17

0

17

0

17

3

14

12

– 2

Aflossing leningen

32

– 32

0

0

0

0

0

0

0

Rijksbijdrage aan ProRail (IF 13.07)

49

– 32

17

0

17

3

14

12

– 2

                   

Totaal IF 13.02 een 13.07

1.279

– 37

1.242

93

1.335

286

1.049

905

– 144

Bron: concept jaarrekening ProRail 2015

Toelichting:

Er is voor € 112 miljoen aan maatregelen doorgeschoven naar 2016 en betreft met name grootschalig onderhoud en vervangingsinvesteringen en (voormalig) geoormerkte projecten:

  • Programma Vervangen Treinbeveiliging (Mistral)

  • aanbrengen «broken rail» detectie

  • specialistische werkzaamheden stations

  • vervangen luidsprekernet

  • ICT-projecten GSM-R, PVC (Post-21 Vervangen Cluster), ASTRIS en PTI-Donna

  • nieuwe werken VLTC door vertraging inventarisatie

  • STS-verbeterprogramma

Daarnaast is er sprake van € 32 miljoen aan vervallen maatregelen en exploitatiemeevallers:

  • scopeverlagingen

  • vrijval en afwikkeling kostenreserveringen

  • aanbestedingsmeevallers

  • indexatiemeevallers

  • lagere energiekosten

  • lagere bezetting personeel en een hogere doorbelasting aan projecten

In de spoorbijlage zijn nadere gegevens opgenomen m.b.t. de besteding door ProRail.

13.03 Aanleg spoor

Motivering

IenM is verantwoordelijk voor de uitbreiding van de hoofdspoorweginfrastructuur. Deze wordt in belangrijke mate gefinancierd met middelen uit de Rijksbegroting. Op dit artikelonderdeel worden alle uitgaven begroot die noodzakelijk zijn voor:

  • uitvoering van nieuwbouwprojecten spoor

  • voorbereiding van de uitvoering van deze projecten

  • door ProRail uit te voeren planuitwerkingen en verkenningen

  • door IenM uit te voeren planuitwerkingen en verkenningen.

Producten

Projectoverzicht realisatieprogramma Personenvervoer (13.03.01) (bedragen x € 1 mln)

Kasbudget 2015

Projectbudget

Oplevering

Toelichting

Begroting

Realisatie

Verschil

Begroting

Huidig

Begroting

Huidig

 

2015

   

2015

 

2015

   

Projecten nationaal

               

Benutten

               

ERTMS-pilot Amsterdam–Utrecht en ERTMS expertisecentrum 1)

0

2

2

28

9

2012/2013/2014

2012–2015

1)

Geluidsanering Spoorwegen

6

3

– 3

626

628

divers

divers

2)

Uitvoeringsprogramma geluid emplacementen (UPGE)

9

0

– 9

29

29

divers

divers

3)

Cameratoezicht op stations

 

1

1

 

13

 

2017

4)

Niet Actief Beveiligde Overwegen (NaBo's)

 

0

0

 

10

   

5)

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer

               

PHS realisatie

69

36

– 33

283

324

2015

2016

6)

Kleine stations

2

2

0

78

78

divers

divers

 

Overige projecten/programma's /lijndelen etc.

               

AKI-plan en veiligheidsknelpunten

22

8

– 14

395

392

divers

divers

7)

Fietsparkeren bij stations

14

14

0

221

222

divers

divers

 

Nazorg gereedgekomen lijnen/halten

8

13

5

46

38

divers

divers

8)

Ontsnippering

4

3

– 1

81

82

divers

divers

 

Programma Kleine Functiewijzigingen

82

26

– 56

540

507

divers

divers

9)

Punctualiteits-/capaciteitsknelpunten

39

29

– 10

308

252

divers

divers

10)

Reistijdverbetering

1

0

– 1

15

15

2014

2015

11)

Toegankelijkheid stations

47

44

– 3

503

504

divers

divers

 

Aanleg ATBvv op A2 corridor en Brabantroute

 

0

0

 

19

 

2017

12)

Kleine projecten personenvervoer

0

0

0

14

18

divers

divers

13)

Projecten Noord-Holland, Utrecht en Flevoland

               

Amsterdam–Almere–Lelystad

               

OV SAAL korte termijn

183

149

– 34

776

777

2016

2016

14)

Stations en stationsaanpassingen

               

Amsterdam CS, Cuypershal

5

0

– 5

26

26

2014/2016

2014–2016

15)

Amsterdam CS, Fietsenstalling

9

1

– 8

35

35

2013/2018

2016–2019

16)

Overige projecten/lijndelen etc.

               

Regionet (inclusief verkeersmaatregelen Schiphol)

8

5

– 3

188

189

divers

divers

17)

Vleuten – Geldermalsen 4/6 sporen (incl. RSS)

36

54

18

956

930

2005 e.v.

2005 e.v.

18)

Stations en stationsaanpassingen

               

OV-terminal stationsgebied Utrecht (VINEX/NSP)

34

43

9

346

411

2016

2016

19)

Overige projecten/lijndelen etc.

               

Spoorwegovergang Soestdijkseweg te Bilthoven

6

6

0

32

31

2013/2015

2013–2015

 

Projecten Zuidvleugel

               

Stations en stationsaanpassingen

               

Den Haag CS (t.b.v. NSP

0

0

0

123

0

2014

 

20)

Rotterdam Centraal (t.b.v. NSP)

0

0

0

275

0

2013

 

21)

Den Haag CS perronsporen 11 en 12

1

0

– 1

38

38

2018

2020–2021

22)

Overige projecten/lijndelen etc.

               

Rijswijk – Schiedam incl. spoorcorridor Delft

14

25

11

553

553

2015/2017

2015–2017

23)

Projecten Brabant

               

Stations en stationsaanpassingen

               

Breda Centraal (t.b.v. NSP)

12

19

7

75

88

2016/2017

2016–2017

24)

Projecten Oost Nederland

               

Utrecht–Arnhem–Zevenaar

               

Arnhem Centraal (t.b.v. NSP)

9

10

1

108

108

2011/2015

2011–2015

 

Traject Oost uitv. convenant DMB

21

22

1

239

233

2020

divers

25)

Overige projecten/lijndelen etc.

               

Regionale lijnen Gelderland

3

5

2

14

18

divers

divers

26)

Projecten Noord Nederland

               

Partiële spooruitbreiding Groningen–Leeuwarden

0

2

2

8

49

 

divers

27)

Sporendriehoek Noord-Nederland

18

9

– 9

134

135

divers

divers

28)

Totaal ProRail projecten

663

531

– 132

7.093

6.761

     

Overige (niet ProRail) projecten

               

Afdekking risico's spoorprogramma's

8

0

– 8

29

0

n.v.t.

 

29)

Intensivering Spoor in steden (I)

10

6

– 4

246

244

   

30)

Spoorzone Ede

6

0

– 6

42

42

   

31)

Totaal overige (niet ProRail) projecten

24

6

– 18

317

286

Totaal uitvoeringsprogramma

687

537

– 150

7.410

7.047

   

Realisatieuitgaven op IF 13.03.01 mbt planuitwerking

 

3

         

Programma Realisatie (IF 13.03.01)

687

540

– 150

       

Budget Realisatie (IF 13.03.01)

663

540

– 150

       

Overprogrammering (–)

– 24

0

0

       

Toelichting:

Ad 1) ERTMS-pilot Amsterdam–Utrecht en ERTMS expertisecentrum

Ten tijde van het opstellen van de begroting 2015 was het de verwachting dat de pilot zou zijn afgerond. De instroom van materieel (treinen met ERTMS) is echter vertraagd waardoor er later begonnen kon worden met rijden. Als gevolg hiervan kon op een aantal factoren (onder andere ontbreken de seizoensinvloeden van de herfst en winter) onvoldoende data verkregen worden. Om deze invloeden alsnog toe te voegen aan de data is de pilot verlengd tot medio 2015. De onderzoeksresultaten zijn uiteindelijk volledig opgeleverd. De daling van het totale projectbudget wordt verklaard door het feit dat de door NS gerealiseerde uitgaven voor de pilot op de operationele doelstelling 13.03 in het Infrastructuurfonds zijn geraamd maar op de begroting van Hoofdstuk XII worden verantwoord.

Ad 2) Geluidsanering Spoorwegen

De opstart van het Meerjarenprogramma Geluidsanering spoor (MJPG) duurt langer dan eerder aangenomen. Er moet eerst akoestisch onderzoek worden uitgevoerd alvorens saneringsplannen opgesteld kunnen worden. Hierdoor verschuiven de geplande uitgaven.

Ad 3) Uitvoeringsprogramma geluid emplacementen (UPGE)

De locaties Heerlen (beroepszaak bij de rechter), Venlo (gemeente niet akkoord met de uitgangspunten voor de milieuvergunning), Dordrecht (gemeente is in gesprek met bewoners m.b.t. vormgeving en hoogte van de schermen) en Maastricht (gemeente pas zeer laat akkoord met milieuvergunning) zijn vertraagd. Dit leidt tot verschuiving van de uitgaven van 2015 naar latere jaren.

Ad 4) Cameratoezicht op stations

Medio 2015 is de subsidiebeschikking «Cameratoezicht op stations en pilot beeldschermen» aan ProRail verstrekt (Kamerstukken II, 2014/15, 28 642, nr. 63). Bij het opstellen van de begroting 2015 was dit project nog niet voorzien.

Ad 5) Niet Actief Beveiligde Overwegen (NaBo’s)

Voor de aanpak van Niet-actief beveiligde overwegen (NABO’s) is € 10 miljoen overgeboekt vanuit het Landelijk Verbeterprogramma Overwegen (LVO) naar het nieuw in het realisatieprogramma opgenomen Programma Niet-actief beveiligde overwegen.

Ad 6) PHS realisatie

De lagere kasrealisatie in 2015 is het gevolg van het verschuiven van de belangrijkste realisatiewerkzaamheden van DSSU van eind 2015 naar begin 2016. Daarnaast wordt de bovenbouw scope van het project VleuGel/RSS samen met de DSSU scope in één geïntegreerd contract uitgevoerd. In 2015 is er voor gekozen om de administratieve afwikkeling van dit contract te wijzigen zonder dat dit consequenties heeft voor de totale projectbudgetten van beide projecten. Deze wijziging heeft er toe geleid dat de uitgaven in 2015 op het project DSSU € 15 miljoen lager zijn dan geprognosticeerd en op Vleuten – Geldermalsen € 15 miljoen hoger.

Daarnaast is het totale projectbudget opgehoogd met 30 miljoen in verband met de gevolgkosten van ontwerpaanpassingen voor het waarborgen van de veiligheid en aanpassing van de complexe bouwfasering om de mate van hinder voor reizigerstreinen gedurende de bouw terug te dringen. Ook is in verband met de fase overgang van planstudie- naar realisatiefase het projectbudget opgehoogd met € 9 miljoen ten behoeve van het project Veenendaal Klompersteeg.

Ad 7) AKI-plan en veiligheidsknelpunten

Het programma Aki-plan en veiligheidsknelpunten bestaat uit een groot aantal deelprojecten. Dit programma heeft in 2015 te maken gehad met te laat verkrijgen van aangevraagde Trein Vrije Periodes (TVP) en vertraging in de besluitvorming bij projecten. Daarnaast zijn werkzaamheden voor diverse deelprojecten uit kostenoverweging gecombineerd met andere werkzaamheden waardoor uitgaven anders verlopen dan eerder aangenomen. Tevens is de planologische procedure voor het deelproject Dolderseweg later gestart dan aangenomen en zijn de gronden later beschikbaar gekomen waardoor de uitgaven verschuiven.

Ad 8) Nazorg gereedgekomen lijnen/halten

Uitgaven op de post nazorg zijn onzeker en derhalve lastig te prognosticeren in een specifiek kasjaar. Het betreft een reservering voor met name afwikkeling van claims, geschillen, grond juridische zaken en geluidsanering.

Op basis van een inventarisatie van nog uit te voeren werkzaamheden en rekening houdend met de mogelijke risico’s bleek het verantwoord het totale projectbudget te verlagen. De vrijvallende gelden zijn toegevoegd aan de investeringsruimte.

Ad 9) Programma Kleine Functiewijzigingen

Het programma Kleine Functiewijzigingen bestaat uit een grote hoeveelheid kleinere deelprojecten en programma’s. De lagere realisatie wordt onder andere verklaard doordat het deelproject Uitgeest opstelcapaciteit is ondergebracht bij PHS, het deelproject «Hoofddorp opstelcapaciteit» in verband met de «Herijking» on hold is gezet en het programma «Emplacementen op Orde» later wordt gerealiseerd dan gepland omdat het eerder bedachte meeliften in bestaande plannen en Trein Vrije perioden maar beperkt mogelijk bleek. Daarnaast is er bij een aantal deelprojecten sprake van een aanbestedingsmeevaller en is bij een aantal projecten sprake van een langere voorbereidingstijd dan eerder aangenomen waardoor de uitgaven verschuiven.

Ad 10) Punctualiteits-/capaciteitsknelpunten

Het programma Punctualiteits- en capaciteitsknelpunten bestaat uit een aantal deelprojecten. Bij het deelproject Spooruitbreiding Amersfoort speelt een arbitragezaak en zijn op advies van de gecontracteerde advocaat de betalingen on hold gezet. Met betrekking tot het deelproject Vrijleggen Merwede Lingelijn Geldermalsen is besloten tot een gezamenlijk Tracébesluit met PHS Geldermalsen waardoor de planstudiefase langer doorloopt en de realisatiefase later gestart kan worden. Als gevolg van deze oorzaken is de realisatie 2015 achtergebleven bij de in de begroting 2015 opgenomen prognose 2015.

Binnen het programma Punctualiteits- en capaciteitsknelpunten was rekening gehouden met 53,1 miljoen voor de aanleg van de vrije kruising Transformatorweg. Deze aanleg is niet meer aan de orde, omdat in de plaats daarvan in het kader van PHS Amsterdam Centraal een vrije kruising bij Dijksgracht wordt aangelegd. Om die reden is het resterende budget ad € 53,1 miljoen toegevoegd aan PHS ter dekking van de kosten van de integrale aanpak van Amsterdam Centraal. Deze wijziging is opgenomen in de begroting 2016.

Ad 11) Reistijdverbetering

Op het project Reistijdverbetering is in 2015 € 0,418 miljoen gerealiseerd. Het project is per 1 januari 2016 afgesloten. Van het resterende bedrag gaat € 0,072 miljoen naar de MIRT post Nazorg en € 0,699 miljoen naar de investeringsruimte.

Ad 12) Aanleg ATBvv op A2 corridor en Brabantroute

Het project is nieuw opgenomen in de begroting 2016. De totale kosten van de aanleg worden geraamd op € 19,4 miljoen. Dekking heeft voor € 2,1 miljoen plaatsgevonden vanuit het programma BOV (vanuit de reguliere gereserveerde middelen ten behoeve van de vervanging van beveiligingsinstallaties) en voor € 7,3 miljoen vanuit de bestaande reservering voor ATB-Vv-seinen in PHS omdat de aanleg gedeeltelijk veroorzaakt wordt door intensivering van het treinverkeer als gevolg van PHS.

Ad 13) Kleine projecten personenvervoer

In 2015 is besloten € 3,7 miljoen in het MIRT planstudieproject «Grensoverschrijdend spoorvervoer» te oormerken voor de vervanging van het verouderde treinbeïnvloedingssysteem «Memor/Krokodil» op het traject Maastricht–Belgische grens. Om de volgende twee redenen is dit project niet ondergebracht binnen de voorkeursbeslissing ERTMS van het MIRT-project «ERTMS-implementatie»:

  • Het grensbaanvak Maastricht–Visé maakt geen onderdeel uit van de in de ERTMS-voorkeursbeslissing vastgelegde corridors in de brede Randstad waarop ERTMS-implementatie voorzien is.

  • In de ERTMS-voorkeursbeslissing is aangegeven dat de implementatie van ERTMS level 2 uitgangspunt is. Op het traject Maastricht–Visé zal echter een ander systeem worden aangelegd.»

Dit project is in de begroting 2016 overgeboekt naar het realisatieprogramma en, gelet op de omvang van het projectbudget, ondergebracht onder de post «Kleine Projecten». Dit verklaard de stijging van het projectbudget van deze post ten opzichte van het budget zoals opgenomen in de begroting 2015.

Ad 14) OV SAAL korte termijn

De financiële afwikkeling van een aantal termijnen welke ten tijde van het opstellen van de begroting 2015 waren voorzien in 2015 zijn in 2014 gerealiseerd. Daarnaast is er sprake van optimalisaties in de bouwwerkzaamheden en is er vertraging opgetreden bij de aanbesteding bij Cluster A Flevolijn waardoor uitgaven verschoven zijn in de tijd.

Ad 15) Amsterdam CS, Cuypershal

Als gevolg van een niet sluitende businesscase zijn de werkzaamheden ten aanzien van het Cuypersgebouw on hold gezet. Hierdoor verschuift de start van de werkzaamheden en verschuiven eveneens de geprognosticeerde uitgaven.

Ad 16) Amsterdam CS, Fietsenstalling

In 2014 is in overleg het project Fietsenstallingen Amsterdam gesplitst in twee kleine door Prorail te bouwen stallingen (samen 3.000 plaatsen) en een grote door de gemeente Amsterdam te bouwen stalling (7.000 plaatsen). Dat leidde tot herziening van de kasreeks. Op basis van de gemaakte afspraken met de gemeente Amsterdam zijn de gereserveerde kasuitgaven 2015 verschoven naar 2016. Deze gelden zullen beschikbaar worden gesteld middels een BDU uitkering.

Ad 17) Regionet (inclusief verkeersmaatregelen Schiphol)

Het programma Regionet bestaat uit een groot aantal deelprojecten. De lagere realisatie in 2015 bestaat uit een saldo van een aantal kleinere afwijkingen met name veroorzaakt doordat in 2015 minder aanspraak is gemaakt op het projectbudget onvoorzien binnen de diverse deelprojecten dan geprognosticeerd.

Ad 18) Vleuten – Geldermalsen 4/6 sporen (incl. RSS)

De bovenbouw scope van het project Vleuten – Geldermalsen/Randstadspoor wordt samen met het project DSSU in één geïntegreerd contract uitgevoerd. In 2015 is er voor gekozen om de administratieve afwikkeling van dit contract te wijzigen zonder dat dit consequenties heeft voor de totale projectbudgetten van beide projecten. Deze wijziging heeft er toe geleid dat de uitgaven in 2015 op het project Vleuten – Geldermalsen € 15 miljoen hoger zijn dan geprognosticeerd en op DSSU € 15 miljoen lager. Daarnaast was binnen het totale projectbudget € 20,9 miljoen gereserveerd voor risico’s en onvoorziene uitgaven op de lopende deelprojecten. Aangezien de meeste aanbestedingen hebben plaatsgevonden en het de verwachting is dat de resterende risico’s, indien deze zich voordoen, opgevangen kunnen worden binnen het huidige projectbudget is het niet noodzakelijk deze € 20,9 miljoen binnen het projectbudget Vleugel gereserveerd te houden. De vrijvallende gelden zijn toegevoegd aan de investeringsruimte (IF 13.08).

Ad 19) OV-terminal stationsgebied Utrecht (VINEX/NSP)

In de begroting 2016 is toegelicht dat het projectbudget is verhoogd als gevolg van indexeringsverschillen, een langere doorlooptijd van 2 jaar waardoor de kosten voor administratie en toezicht zijn toegenomen als ook de toegenomen kosten van de aannemer door opgelopen vertragingen en omzetderving. Deze meerkosten zijn, zoals eveneens toegelicht in de begroting 2016, gedekt vanuit de Investeringsruimte en de post reservering BC NSP’s. De hogere realisatie in 2015 wordt verklaard doordat de genoemde toevoegingen nog niet waren verwerkt in de budgetten zoals opgenomen in de begroting 2015.

Ad 20) Den Haag CS (t.b.v. NSP)

Het project is financieel afgerond. Om die reden is er in de kolom «huidig projectbudget» geen bedrag meer opgenomen.

Ad 21) Rotterdam Centraal (t.b.v. NSP)

Het project is financieel afgerond en om die reden niet meer opgenomen.

Ad 22) Den Haag CS perronsporen 11 en 12

Er is in 2015 € 0,4 miljoen gerealiseerd ten opzichte van het budget ad 1,2 miljoen. Het niet in 2015 tot betaling gekomen budget wordt aan het budget 2016 toegevoegd.

Ad 23) Rijswijk – Schiedam incl. spoorcorridor Delft

De hogere realisatie in 2015 wordt voornamelijk verklaard doordat als gevolg van vertraging bij de beveiligingswerkzaamheden in 2014 een deel van deze werkzaamheden en bijbehorende uitgaven is doorgeschoven naar 2015. Dit was niet voorzien ten tijde van het opstellen van de begroting 2015.

Ad 24) Breda Centraal (t.b.v. NSP)

Medio 2015 is een aanvullende subsidiebeschikking aan ProRail verleend (dekking vanuit de investeringsruimte) voor de claimafhandeling met de aannemer (meerwerk en vertragingskosten) en de ophoging van het projectbudget voor het opvangen van risico’s. Dit heeft naast de verhoging van het projectbudget ook geresulteerd in hogere uitgaven 2015.

Ad 25) Traject Oost uitv. Convenant DMB

Als gevolg van een gerealiseerde aanbestedingsmeevaller is het budget van het deelproject Bunnik verlaagd met € 6,8 miljoen. Deze gelden zijn toegevoegd aan de investeringsruimte (IF 13.08).

Ad 26) Regionale lijnen Gelderland

In verband met de afgifte van de realisatiebeschikking Valleilijn is het bijbehorende projectbudget overgeboekt van het planstudieprogramma naar het realisatieprogramma.

Ad 27) Partiële spooruitbreiding Groningen–Leeuwarden

De resterende middelen voor dit project zijn geraamd binnen artikelonderdeel IF 14.03.01. Op het moment dat er een (aanvullende) subsidiebeschikking wordt verleend worden de hiervoor benodigde middelen overgeboekt vanuit 14.03.01 en toegevoegd aan dit projectbudget. Het projectbudget is in 2015 met € 40,3 miljoen verhoogd door overboeking vanuit IF 14.03.01.

Ad 28) Sporendriehoek Noord-Nederland

Het programma Sporendriehoek bestaat uit een aantal deelprojecten. De lagere realisatie wordt voornamelijk verklaard door de volgende oorzaken. Bij het deelproject Hoogeveen is sprake van een herziening van de scope waardoor de uitvoering is vertraagd. Het project Blokverdichting Zwolle – Meppel is on hold gezet in afwachting van de uitkomst van de studie dienstregeling Zwolle–Leeuwarden. Ten tijde van het opstellen van de begroting 2015 werd er nog vanuit gegaan dat voor het project Groningen Spoorknoop de uitgaven 2015 ten laste van dit programma zouden worden gebracht maar deze uitgaven zijn uiteindelijk voor rekening van de Provincie Groningen gekomen.

Ad 29) Afdekking risico’s spoorprogramma’s

De binnen artikel 13.03 gereserveerde gelden zijn overgeboekt naar IF 17 HSL (geluid).

Ad 30) Intensivering Spoor in steden (I)

IenM is voor de uitputting van het budget volledig afhankelijk van gemeenten die, om voor een uitkering in aanmerking te komen, eerst een startverklaring moeten indienen. In 2015 zijn er minder uitkeringen aangevraagd dan geraamd.

Ad 31) Spoorzone Ede

De werkzaamheden in 2014 verliepen voorspoediger dan verwacht ten tijde van het opstellen van de begroting 2015. Hierdoor zijn de voor 2015 geplande uitgaven reeds in 2014 gerealiseerd.

Projectoverzicht realisatieprogramma Goederenvervoer (13.03.02) (bedragen x € 1 mln)
 

Kasbudget 2015

Projectbudget

Oplevering

Toelichting

Begroting

Realisatie

Verschil

Begroting

Huidig

Begroting

Huidig

 
 

2015

   

2015

 

2015

   

ProRail Projecten

               

Uitgaven mbt planuitwerking op IF 13.03.05

– 6

– 4

2

– 33

       

Projecten nationaal

               

PAGE risico reductie

1

0

– 1

18

18

divers

divers

1)

Optimalisering Goederencorridor Rotterdam–Genua

47

45

– 2

170

173

2013 e.v.

2014 e.v.

 

Aslasten Cluster III realisatie

0

0

0

1

1

     

Projecten Oost Nederland

               

Uitv.progr Goederenroute Elst–Deventer–Twente (NaNov)

9

11

2

154

138

divers

divers

2)

Projecten Zuidwestelijke delta

               

Geluidmaatregelen Zeeuwselijn

7

0

– 7

27

27

2014/2016

2014–2017

3)

Spooraansluiting 2e Maasvlakte achterlandverbinding

6

4

– 2

217

217

2014 e.v.

2014 e.v.

 

Overige projecten

               

Nazorg gereedgekomen projecten

1

0

– 1

4

2

divers

divers

4)

Afrondingen

 

1

1

– 1

       

Totaal ProRail Projecten

65

57

– 8

557

576

   

Overige (niet ProRail) Projecten

0

0

0

0

0

     

Programma Realisatie (IF 13.03.02)

65

57

– 8

557

576

     

Budget Realisatie (IF 13.03.02)

65

57

– 8

         

Overprogrammering (–)

0

0

0

         

Toelichting:

Ad 1) PAGE risico reductie

Voor de uitvoering van het deelproject Page emplacementen Delfzijl bleek het noodzakelijk een spooraansluiting in eigendom te verkrijgen. Het heeft meer tijd gevergd dan verwacht om de exacte extra kosten hiervan in beeld te brengen waardoor de aanvullende subsidieaanvraag later is ingediend dan gepland.

Ad 2) Uitv.progr Goederenroute Elst/Deventer–Twente (NaNov)

In het budget van het programma NaNov was onder andere een reservering opgenomen voor het bouwen van een extra spoor bij Deventer-Oost om keren en kopmaken van goederentreinen uit Zutphen naar Oldenzaal/grens en andersom mogelijk te maken. Bij de start van het PHS-project Goederenroute Oost-Nederland is de reservering in het NaNov-budget «bevroren» omdat het kopmaken te Deventer een van de varianten was die in het kader van PHS-GON werd onderzocht. Bij de besluitvorming over PHS-onderdelen in juni 2014 (Kamerstukken II, 2013/14, 32 404, nr. 74) is besloten dat de Goederenroute Oost-Nederland (inclusief kopmaken te Deventer) in ieder geval tot rond 2030 niet nodig is. De reservering in het NaNov-budget is daardoor niet meer nodig; de vrijvallende gelden ad € 16 miljoen zijn toegevoegd aan de investeringsruimte (IF 13.08).

Ad 3) Geluidmaatregelen Zeeuwselijn

De voorbereiding (ontwerp en conditionering, inclusief het verkrijgen van bouwvergunningen) vergt een langere doorlooptijd dan eerder aangenomen. De aanleg van de geluidschermen en werkzaamheden voor gevelisolatie verschuiven hierdoor naar eind 2017.

Ad 4) Nazorg gereedgekomen projecten

Uitgaven op de post nazorg zijn onzeker en derhalve lastig te prognosticeren in een specifiek kasjaar. Het betreft een reservering voor met name afwikkeling van claims, geschillen, grond juridische zaken. Op basis van een inventarisatie van nog uit te voeren werkzaamheden en rekening houdend met de mogelijke risico’s bleek het verantwoord het totale projectbudget te verlagen. De vrijvallende gelden zijn toegevoegd aan de investeringsruimte.

Projectoverzicht planuitwerkingsprogramma Personenvervoer (13.03.04) (bedragen x € 1 mln)
 

Projectbudget

Planning

 
     

TB

Indienststelling

Toelichting

 

Begroting

Huidig

Begroting

Huidig

Begroting

Huidig

 

Projectomschrijving

2015

 

2015

 

2015

   

Verplicht

             

Realisatieuitgaven op IF 13.03.01 mbt planuitwerkingsprojecten

0

– 34

   

nvt

   

Projecten Nationaal

             

Kleine projecten Personenvervoer

5

5

   

nvt

divers

 

Reservering opbouw compensatie NS

157

158

   

nvt

divers

 

Projecten Oost-Nederland

             

Quick scan decentraal spoor Gelderland

19

15

   

2011–2016

2011–2017

1)

Lenteakkoordimpuls voor 4 spoorlijnen Oost-Nederland

25

0

   

2015–2018

2015–2018

2)

Zwolle – Herfte 1)

189

190

     

2017–2021

 

Gebonden

             

Projecten Nationaal

             

Grensoverschr. Spoorvervoer

29

18

   

divers

divers

3)

Beter Benutten Decentraal Spoor (Decentraal Spoor, fase 2 (NMCA))

90

85

   

divers

divers

 

Grensoverschr. Spoorvervoer, fase 2

43

43

   

2014–2018

2014–2018

 

Progr.Hoogfreq.Spoor (PHS)

1.320

2.428

   

divers

divers

4)

Reservering Businesscase NSP

12

0

   

nvt

 

5)

Landelijk Verbeterprogramma Overwegen (LVO)

202

193

   

divers

divers

6)

Projecten Noordwest-Nederland

             

OV Schiphol–Amsterdam–Almere–Lelystad

448

404

   

2021–2022

 

7)

Bestemd

168

10

       

8)

Projecten in voorbereding

             

Overige projecten in voorbereiding

             

Gesignaleerde risico's

             

Totaal planuitwerkingsprogramma

2.707

3.515

         

Begroting (IF 13.03.04)

2.707

3.515

         

Toelichting:

Ad 1) Quick scan decentraal spoor Gelderland

In verband met de afgifte van de realisatiebeschikking Valleilijn is het bijbehorende projectbudget overgeboekt van het planstudieprogramma naar het realisatieprogramma.

Ad 2) Lenteakkoordimpuls voor 4 spoorlijnen Oost-Nederland

Naar aanleiding van de gemaakte afspraken met de provincie Gelderland en Overijssel zijn de gereserveerde gelden overgeboekt naar het Ministerie van Binnenlandse Zaken en worden uitgekeerd via de BDU en het Provinciefonds.

Ad 3) Grensoverschr. Spoorvervoer

Naar aanleiding van de gemaakte afspraken met de provincie Limburg zijn de gereserveerde gelden ad € 7,5 miljoen voor het project Heerlen – Aken beschikbaar gesteld via de BDU en het Provinciefonds.

Daarnaast is in 2015 besloten € 3,7 miljoen in het MIRT-project «grensoverschrijdend spoorvervoer» te oormerken voor de vervanging van het verouderde treinbeïnvloedingssysteem «Memor/Krokodil» op het traject Maastricht–Belgische grens. Om de volgende twee redenen is dit project niet ondergebracht binnen de voorkeursbeslissing ERTMS van het MIRT-project «ERTMS-implementatie»:

  • Het grensbaanvak Maastricht–Visé maakt geen onderdeel uit van de in de ERTMS-voorkeursbeslissing vastgelegde corridors in de brede Randstad waarop ERTMS-implementatie voorzien is.

  • In de ERTMS-voorkeursbeslissing is aangegeven dat de implementatie van ERTMS level 2 uitgangspunt is. Op het traject Maastricht–Visé zal echter een ander systeem worden aangelegd.»

Het project Aanleg ERTMS op het grensbaanvak Maastricht – Vise is in de begroting 2016 overgeboekt naar het realisatieprogramma en, gelet op de omvang van het projectbudget, ondergebracht in de MIRTpost «Kleine Projecten».

Ad 4) Programma Hoogfrequent Spoor (PHS)

Op het projectbudget PHS hebben meerdere mutaties plaatsgevonden; het projectbudget is ondermeer verhoogd met de bijdrage van de Provincie Noord Brabant en de gemeente Vught (127 miljoen), de bijdrage vanuit Financiën naar aanleiding van het besluit niet te werken met de eerder bedachte leenfaciliteit (€ 675 miljoen), de binnen het IF gereserveerde rente en aflossing voor deze leenfaciliteit (€ 116,2 miljoen) de vrijval vanuit het programma Punctualiteits- en capaciteitsknelpunten (€ 53 miljoen), de toevoeging vanuit OV SAAL MLT (€ 45,4 miljoen) de overboeking vanuit het programma Kleine Functiewijzigingen (€ 14,6 miljoen), toevoeging vanuit de investeringsruimte ter dekking meerkosten Rijswijk Delft Zuid (€ 85,9 miljoen). Daarnaast is het planstudiebudget verlaagd in verband afgeven van de realisatiebeschikking Veenendaal Klompersteeg (– € 8,7 miljoen).

Ad 5) Reservering Businesscase NSP

De gereserveerde gelden binnen de post reservering Businesscase NSP zijn toegevoegd aan het project OV terminal stationsgebied Utrecht (zie ook de toelichting ad. 19 bij Projectoverzicht 13.03.01).

Ad 6) Landelijk Verbeterprogramma Overwegen (LVO)

Voor de aanpak van Niet-actief beveiligde overwegen (Nabo’s) is € 10 miljoen overgeboekt vanuit het Landelijk Verbeterprogramma Overwegen (LVO) naar het nieuw in het realisatieprogramma opgenomen programma Aanpak Niet-actief beveiligde overwegen.

Ad 7) OV Schiphol–Amsterdam–Almere–Lelystad

Vanuit het OV SAAL MLT budget is € 45,4 miljoen overgeboekt naar het budget van het programma PHS, waar OV SAAL onderdeel van is, omdat de binnen het projectbudget OV SAAL MLT gereserveerde middelen voor de uitbreiding op de Flevolijn in Almere, met uitzondering van € 1,5 miljoen voor de aanpak van het fietsparkeren in Almere Centrum en Almere Poort, niet nodig blijken.

Ad 8) Bestemd

De verlaging van het bedrag bij «Bestemd» wordt voornamelijk veroorzaakt door het toevoegen van de gereserveerde middelen voor Rente en aflossing PHS leenfaciliteit (116 miljoen) aan het projectbudget PHS. Daarnaast zijn de gereserveerde middelen (€ 35 miljoen) voor de compensatie van NS voor de exploitatie van de treinverbindingen naar Antwerpen (Kamerstukken II, 2012/13, 22 026, nr. 371) in mindering gebracht op de te ontvangen Concessieprijs HRN (IF 13.09), conform artikel 66 van de Vervoerconcessie HRN 2015–2025.

Projectoverzicht planuitwerkingsprogramma Goederenvervoer (13.03.05) (bedragen x € 1 mln)
 

Projectbudget

Planning

 
     

TB

Indienststelling

Toelichting

 

Begroting

Huidig

Begroting

Huidig

Begroting

Huidig

 

Projectomschrijving

2015

 

2015

 

2015

   

Verplicht

             

Planuitwerkingskosten van realisatieprogramma IF 13.03.02

17

13

         

Gebonden

             

Projecten Nationaal

             

Aslastencluster III

       

divers

divers

 

Projecten Zuidvleugel

             

Kleine project Goed

17

17

   

divers

divers

 

Calandbrug

157

158

   

2019

2020

 

Bestemd

1

0

         

Projecten in voorbereiding

             

Overige projecten in voorbereiding

             

Gesignaleerde Risico's

             

Totaal planuitwerkingsprogramma

192

188

         

Begroting (IF 13.03.05)

192

188

         
13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

Motivering

De Staat betaalt voor de beschikbaarheid van de HSL-infrastructuur, zoals deze door het consortium Infraspeed is ontworpen, gebouwd (enkel de bovenbouw) en wordt onderhouden (onder- en bovenbouw), conform de contractuele overeenkomst tussen beide partijen. Het contractbeheer wordt uitgevoerd door ProRail, onder regie van IenM.

Projectoverzicht Geïntegreerde contractvormen Spoorwegen (13.04) (bedragen x € 1 mln)
 

Kasbudget 2015

Projectbudget

Oplevering

Toelichting

Begroting

Realisatie

Verschil

Begroting

Huidig

Begroting

Huidig

 
 

2015

   

2015

 

2015

   

Projecten nationaal

               

Infraprovider HSL-Zuid

         

2007

   

Reguliere beschikbaarheidsvergoeding

148

149

1

3.577

3.626

     

Rente- en belastingaanpassingen

– 3

– 19

– 17

 

– 37

     

Werkzaamheden ex artikel 17.03 (pilot geluid)

 

0

0

 

13

     

Diverse afrekeningen

1

2

1

 

36

     

Totaal

147

132

– 15

3.577

3.638

     

Begroting (IF 13.04)

147

132

– 15

         
13.07 Rente en Aflossing

Motivering

Onder deze categorie uitgaven vallen de rente en aflossing van de bij ProRail uitstaande leningen, waarmee in het verleden spoorinfrastructuur gefinancierd is.

Producten

Bedragen x € 1.000
 

Realisatie

2015

Begroting

2015

Verschil

Rente leningen

17.141

16.597

544

Schuldreductie aflossing 2012

 

31.800

– 31.800

Totaal rente en aflossingen ProRail

17.141

48.397

– 31.256

Toelichting:

Per eind 2015 heeft ProRail nog voor € 314 miljoen aan leningen uitstaan, waarvan € 241 miljoen bij het Ministerie van Financiën en € 73 miljoen bij banken. IenM staat garant voor de rentebetalingen en aflossingen door ProRail. Zie hiervoor ook de saldibalans van IenM, onderdeel garantstellingen.

13.08 Investeringsruimte

Motivering

Op dit artikelonderdeel wordt de voor dit artikel beschikbare investeringsruimte verantwoord. In 2015 was er geen investeringsruimte beschikbaar.

13.09 Ontvangsten

Motivering

Op dit artikelonderdeel worden de bijdragen van derdepartijen voor spooruitgaven verantwoord. De gebruiksvergoeding die vervoerders betalen wordt door ProRail vastgesteld en geïnd (zie artikelonderdeel 13.02) en wordt daarom gesaldeerd met de uitgaven opgenomen in de begroting.

Bedragen x € 1.000
 

Realisatie

2015

Begroting

2015

Verschil

Toelichting

Concessievergoedingen NS

169.907

232.547

– 62.640

1)

Boetes NS en ProRail

5.575

0

5.575

2)

Afrekeningen ProRail

64.282

0

64.282

3)

Projectbijdragen decentrale overheden

590

173

417

 

EU-bijdragen

498

0

498

 

Totaal Ontvangsten

240.852

232.720

8.132

 

Toelichting:

Ad 1) De betaaldatum voor de HSL-heffing is verschoven van 1 december 2015 naar 1 februari 2016. Hierdoor vallen de ontvangsten in 2015 € 58,5 miljoen lager uit dan begroot. Daarnaast heeft de afrekening met NS/HSA inzake niet geleverde treinpaden HSL in 2013 en 2014 geleid tot een lagere vordering op NS/HSA in 2015 van € 4 miljoen.

Ad 2) In 2015 zijn de prestatieboetes NS en ProRail over 2013 en 2014 ontvangen ad € 5,6 miljoen. Deze ontvangsten zijn toegevoegd aan de investeringsruimte spoor.

Ad 3) In 2015 zijn de subsidies voor beheer, onderhoud en vervanging over 2013 en 2014 vastgesteld. Deze hebben geleid tot terugbetalingen door ProRail ad € 58 miljoen en zijn toegevoegd aan de investeringsruimte spoor. Daarnaast hebben in 2015 verrekeningen voor aanlegprojecten plaatsgevonden over 2014 ad € 6,8 miljoen. Deze ontvangsten zijn aan de desbetreffende projectbudgetten toegevoegd.

Licence