Base description which applies to whole site

Artikel 13 Spoorwegen

Omschrijving van de samenhang met het beleid

Op dit artikel worden de producten op het gebied van Spoorwegen verantwoord. Het productartikel Spoorwegen is gerelateerd aan de beleidsdoelstellingen en beleidsinstrumenten zoals beschreven in het jaarverslag Hoofdstuk XII over 2016 bij beleidsartikel 16 Spoor.

Overzicht van budgettaire gevolgen van uitvoering (bedragen x € 1.000)

13. Spoorwegen

       

Realisatie

Begroting

Verschil

 
 

2012

2013

2014

2015

2016

2016

2016

 

Verplichtingen

2.050.436

2.727.691

1.635.883

2.727.356

1.842.244

2.244.286

– 402.042

1)

Uitgaven

2.185.220

2.384.292

2.241.221

1.999.985

2.074.004

2.447.262

– 373.258

 

13.02 Beheer, onderhoud en vervanging

1.463.595

1.346.811

1.304.521

1.225.522

1.214.109

1.291.436

– 77.327

2)

13.03 Aanleg

540.608

886.190

784.844

625.037

708.115

963.385

– 255.270

 

13.03.01 Realisatieprogramma personenvervoer

527.978

801.687

710.202

540.437

540.172

671.883

– 131.711

3)

13.03.02 Realisatieprogramma goederenvervoer

12.630

64.829

51.621

57.291

21.073

52.643

– 31.570

4)

13.03.04 Verk. en planuitw. personenvervoer

0

18.360

17.307

22.441

29.841

115.134

– 85.293

5)

13.03.05 Verk. en planuitw. goederenvervoer

0

1.314

5.714

4.868

117.029

123.725

– 6.696

6)

13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

129.943

134.675

135.279

132.285

134.760

157.384

– 22.624

7)

13.07 Rente en aflossing

0

16.616

16.577

17.141

17.020

17.020

0

 

13.08 Investeringsruimte

0

0

0

0

0

18.037

– 18.037

8)

13.09 Ontvangsten

72.526

202.042

117.966

240.852

348.132

299.796

48.336

9)

Garanties

Financiële toelichting

Op artikel 13 Spoorwegen zijn garanties verstrekt aan het Ministerie van Financiën en aan banken ten behoeve van de leningen en kredieten die aan ProRail zijn verstrekt. Ultimo 2016 bedroegen de uitstaande garanties respectievelijk € 331 miljoen en € 72,6 miljoen.

  • Ad 1) Binnen artikel 13 Spoorwegen zijn veel mutaties die van invloed zijn op de uiteindelijke verplichtingenrealisatie op artikel 13 Spoorwegen. Deze mutaties worden veroorzaakt door saldo mutaties vanuit 2015, desalderingen in 2016, door bijstellingen als gevolg van (aanbestedings)meevallers en stortingen in Provinciefonds, Gemeentefonds en het BTW-compensatiefonds. Daarnaast zijn er verschuivingen als gevolg van herziene projectplanningen.

    De realisatie op de verplichtingen is per saldo € 402 miljoen lager dan begroot. De grootste verschuivingen betreffen de projecten Zwolle-Herfte (– € 157 miljoen), waarvan de uitwerking meer tijd kostte dan aangenomen waardoor de subsidiebeschikking is vertraagd naar begin 2017, en PHS (– € 155 miljoen) als gevolg van een langere planuitwerking voor de PHS-deelprojecten waardoor in 2016 minder subsidiebeschikkingen zijn afgegeven dan gepland. Binnen het project OV SAAL hebben diverse overboekingen plaatsgevonden naar zowel Provinciefonds, Gemeentefonds als het BTW-compensatiefonds en zijn tevens diverse aanbestedingsmeevallers gerealiseerd (– € 112 miljoen). Tot slot zijn diverse discrepanties opgetreden van per saldo € 22 miljoen.

  • Ad 2) De realisatie voor beheer, onderhoud en vervanging is € 77 miljoen lager dan begroot. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door het doorschuiven van vervangingsinvesteringen. Voor verdere details wordt verwezen naar de toelichting bij artikelonderdeel 13.02.

  • Ad 3) en 4) De realisatie op de realisatieprogramma’s personenvervoer en goederenvervoer is € 163 miljoen lager dan begroot. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt doordat werkzaamheden zijn verschoven naar latere jaren. De specifieke redenen verschillen per project. Voor een toelichting op deze verschillen (per project) wordt verwezen naar de specifieke toelichtingen bij deze artikelonderdelen.

  • Ad 5) De realisatie op planuitwerkingsprogramma personenvervoer was in 2016 € 85 miljoen lager dan begroot. Voor 2016 was rekening gehouden met de toezegging voor het project Hengelo-Bielefeld. Pas in 2017 wordt duidelijk of aan de door IenM gestelde voorwaarden wordt voldaan (– € 9 miljoen). Op het programma Beter Benutten worden gereserveerdere middelen aan de medeoverheden beschikbaar gesteld op basis van getekende plannen van aanpak. In 2016 zijn minder plannen van aanpak getekend dan verwacht (– € 19 miljoen). Voorts zijn voor het programma LVO (– € 9 miljoen) zijn minder subsidieaanvragen ingediend dan verwacht. Daarnaast was de realisatie op het programma OV SAAL lager dan begroot vanwege onder meer overboekingen naar het Provinciefonds, Gemeentefonds en het BTW-compensatiefonds (– € 21 miljoen). Voorts zijn naar aanleiding van de uitgevoerde Herijking diverse lopende PHS planstudies vertraagd (– € 16 miljoen). Tot slot zijn diverse discrepanties opgetreden van per saldo – € 11 miljoen.

  • Ad 6) De lagere uitgaven 2016 worden verklaard door lagere uitgaven op de planstudie externe veiligheid Drechtsteden (– € 2 miljoen), minder benodigd budget in 2016 voor kleine spoorgerelateerde uitgaven (– € 1 miljoen) en het verschuiven van een betaling aan NS van 2016 naar 2017 voor de ombouw van ICE3 materieel.

  • Ad 7) De realisatie voor geïntegreerde contractvormen is € 23 miljoen lager dan begroot. Dit wordt met name veroorzaakt door de lage rentestand. Voor verdere details wordt verwezen naar het betreffende artikelonderdeel.

  • Ad 8) Per saldo is in 2016 € 5 miljoen vanuit de investeringsruimte aan diverse projecten en programma’s toegevoegd. Bij de Tweede suppletoire begroting 2016 werd geen nieuwe dekking vanuit de investeringsruimte voorzien en is de resterende € 13 miljoen via het voordelig saldo 2016 afgeboekt.

  • Ad 9) De ontvangsten waren € 48 miljoen hoger dan begroot. Dit komt voornamelijk doordat terug ontvangen voorschotten met ingang van het boekjaar 2016 bruto worden geboekt (€ 65 miljoen). Daarnaast zijn de bijdragen van Noord-Brabant en Vught ten behoeve van het PHS-project (€ 127 miljoen) doorgeschoven naar het jaar 2018. Voorts heeft de subsidievaststelling ProRail 2015 voor kapitaallasten en onderhoud geleid tot extra ontvangsten (€ 114 miljoen). Zie artikelonderdeel 13.09 voor een nadere toelichting.

13.02 Beheer, onderhoud en vervanging

Motivering

Op grond van richtlijn nr. 91/440/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschap van 29 juli 1991 wordt de taakorganisatie ProRail via de beheerconcessie belast met het beheer en onderhoud van de landelijke spoorweginfrastructuur.

De subsidie aan ProRail wordt jaarlijks vastgesteld met een beschikking overeenkomstig het bepaalde in de Wet en Besluit Infrastructuurfonds. De subsidie wordt door ProRail aangewend voor het in goede gebruikstoestand houden van de landelijke spoorweginfrastructuur. Per 1 januari 2008 wordt ProRail aangestuurd op output. Dat betekent dat de Minister van IenM afspraken maakt met ProRail over de te realiseren prestaties op basis van een resultaatsverplichting. Met ingang van de Beheerconcessie 2015–2025 worden voor de kernprestatie indicatoren (KPI’s) bodemwaarden afgesproken. Die prestaties worden jaarlijks opgenomen in het beheerplan van ProRail. De Minister van IenM moet instemmen met de prestaties waarvoor bodemwaarden gelden. Het beheerplan wordt aan de Tweede Kamer toegezonden.

De in de bijlage Instandhouding bij de ontwerpbegroting 2017 van het Infrastructuurfonds (Kamerstukken II, 2016–2017, 34 550 A, nr. 2) geschetste aanpak voor het in stand houden van de infrastructuur leidt er toe dat de planning van onderhoudswerkzaamheden flexibel van aard is. Met het uitstellen en vervroegen van onderhoud wordt beoogd efficiënter en met minder hinder te werken.

In de brief van 16 juni 2016 is aangegeven dat met de spoorsector een proces is gestart om de werkzaamheden aan het spoor op een andere wijze te gaan plannen en organiseren, teneinde te optimaliseren in de driehoek van (1) de hinder voor de gebruikers van het spoor, (2) de onderhouds- en vervangingsbehoefte om de kwaliteit van het spoorwegnetwerk op de lange termijn te waarborgen en (3) de beschikbare financiële middelen. In dat kader wordt ook gekeken op welke wijze zinvol binnen de toegepaste onderhoudsfilosofie gerapporteerd kan worden over het eventuele volume aan uitgesteld en achterstallig onderhoud. De stand van zaken ten aanzien van het beheer, onderhoud en de vervangingen is aan de Kamer gemeld in de brief van 19 december 2016.

Verleende subsidie aan ProRail

Producten

In 2016 is € 1.214 miljoen (inclusief BTW) aan subsidie aan ProRail betaald. Dit is € 77 miljoen minder dan oorspronkelijk was begroot. Hieronder wordt inzicht gegeven in de belangrijkste afwijkingen:

Verleende subsidie aan ProRail

Begrote subsidie (prijspeil 2013)

Indexatie naar prijspeil 2014–2016

Correcties BOV-audit PwC

Taakstelling verwerken op aanleg

Panden Utrecht in eigendom verkregen

Insourcing en overige beheerplanmutaties

Effect onderbesteding 2015

Verleende subsidie (prijspeil 2016)

Subsidie-verlening 2016

Subsidie-vaststelling 2015

Uitbesteed werk beheer en onderhoud

656

12

– 9

   

– 8

   

651

Gebruiksvergoeding vervoerders

– 335

– 6

     

2

   

– 339

Saldo beheer en onderhoud

321

6

– 9

0

0

– 6

0

0

312

Compensatie BTW

142

3

– 2

   

– 2

   

141

Subsidie beheer en onderhoud

463

9

– 11

0

0

– 8

0

0

453

                   

Vervangingsinvesteringen

428

8

– 14

 

109

– 9

– 157

– 27

338

Compensatie BTW

90

2

– 3

 

23

– 2

– 33

– 6

71

Subsidie vervanging

518

10

– 17

0

132

– 11

– 190

– 33

409

                   

Apparaatskosten

372

7

2

 

– 6

16

   

391

Doorbelast aan projecten

– 116

   

16

       

– 100

Saldo apparaatskosten

256

7

2

16

– 6

16

0

0

291

Compensatie BTW

54

2

 

3

– 1

3

   

61

Subsidie apparaat

310

9

2

19

– 7

19

0

0

352

                   

Totaal

1.291

28

– 26

19

125

0

– 190

– 33

1.214

                   

Toelichting nummer:

 

1

2

3

4

5

6

6

 

Bron: jaarrapportage ProRail 2016

Toelichting:

  • Ad 1) De bedragen in de Ontwerpbegroting 2016 waren nog op prijspeil 2013. De prijscompensaties 2014 en 2015 waren gereserveerd in de investeringsruimte spoor, in afwachting van de uitkomsten van de audit door PwC op de reeksen van ProRail.

  • Ad 2) Uit de audit door PwC (Kamerstukken II, 2015–2016, 29 984, nr. 621) is gebleken dat een aantal mutaties op de reeksen van ProRail moesten plaatsvinden.

  • Ad 3) De volledige apparaatstaakstelling voor ProRail is verwerkt op BOV. Een deel hiervan wordt ingevuld op aanleg.

  • Ad 4) In 2016 liepen de huurovereenkomsten (tussen ProRail en het Spoorwegpensioenfonds) voor de panden in Utrecht af en heeft ProRail deze panden in eigendom verkregen. Hiervoor is eenmalig € 132 miljoen (inclusief BTW) betaald. Dit leidt bij ProRail tot structureel lagere apparaatskosten en daarmee ook tot een lagere subsidie van IenM, circa € 150 miljoen in de periode tot en met 2030.

  • Ad 5) De overige beheerplanmutaties 2016 zijn per saldo nihil. Het betreft met name verschuivingen tussen uitbesteed werk en apparaat (insourcing Keyrail, Nedtrail/NCBG) en verschuivingen tussen vervanging en grootschalig onderhoud.

  • Ad 6) Als gevolg van de onderbesteding in 2015 (met name het doorschuiven van vervangingsinvesteringen) heeft ProRail de subsidieaanvraag voor 2016 naar beneden bijgesteld. Zie ook de Kamerbrieven van 26 november 2015 en van 16 juni 2016 (Kamerstukken II, 2015–2016, 29 984, nr. 637 en nr. 669). Op basis van de subsidieaanvraag 2016 bedroeg dit € 190 miljoen (inclusief BTW). Op basis van de verantwoording en subsidievaststelling 2015 is bij de wijzigingsbeschikking 2016 € 33 miljoen minder beschikt aan ProRail.

Besteding door ProRail

ProRail heeft in 2016 € 27 miljoen (exclusief BTW) meer besteed dan aan subsidie voor 2016 is verleend. Hiervan heeft € 23 miljoen betrekking op naar voren gehaalde vervangingsinvesteringen (tijdmutatie) en € 4 miljoen op mee- en tegenvallers zoals vertraging invoering PGO (€ 19 miljoen +), niet geplande ICT projecten (€ 5 miljoen +), hogere advies- en automatiseringskosten (€ 9 miljoen +), vrijval voorzieningen (€ 12 miljoen –), hogere gebruiksvergoeding (€ 9 miljoen –), hogere overige opbrengsten (€ 6 miljoen –) en overige meevallers (€ 2 miljoen –). Voor nadere informatie over de bestedingen van ProRail in 2016 wordt verwezen naar de spoorbijlage bij dit jaarverslag (bijlage 1).

Bedragen x € mln

BOV, 13.02

Rente, 13.07

Totaal

Betaalde subsidie 2016, inclusief BTW

1.214

17

1.231

       

BTW subsidie

198

3

201

BTW gebruiksvergoeding

75

0

75

BTW totaal

273

3

276

       

Verleende subsidie 2016, excl. BTW

941

14

955

       

Overlopende subsidie uit 2015

54

0

54

Overlopende subsidie naar 2017

– 37

0

– 37

Mutatie overlopende subsidie 2016, excl. BTW

17

0

17

       

Totaal beschikbaar voor ProRail in 2016, excl. BTW

958

14

972

       

Besteding ProRail in 2016, excl. BTW

986

13

999

       

Overbesteding ProRail in 2016, excl. BTW

28

– 1

27

Bron: jaarrapportage ProRail 2016

13.03 Aanleg spoor

Motivering

IenM is verantwoordelijk voor de uitbreiding van de hoofdspoorweginfrastructuur. Deze wordt in belangrijke mate gefinancierd met middelen uit de Rijksbegroting. Op dit artikelonderdeel worden alle uitgaven verantwoord die noodzakelijk zijn voor:

  • uitvoering van nieuwbouwprojecten spoor

  • voorbereiding van de uitvoering van deze projecten

  • door ProRail uit te voeren planuitwerkingen en verkenningen

  • door IenM uit te voeren planuitwerkingen en verkenningen.

13.03.01 Realisatieprogramma personenvervoer spoor

Producten

Projectoverzicht realisatieprogramma Personenvervoer (13.03.01) (bedragen x € 1 mln)
 

Kasbudget 2016

Projectbudget

Indienststelling

Toelichting

Begroting

Realisatie

Verschil

Begroting

Huidig

Begroting

Huidig

 

Projectomschrijving

2016

   

2016

 

2016

   

Projecten nationaal

               

Benutten, betrouwbaarheid en capaciteit

               

ERTMS-pilot Amsterdam–Utrecht en expertisecentrum

1

0

– 1

9

9

2012–2015

2012–2015

 

Geluidsanering Spoorwegen

12

6

– 6

628

629

divers

divers

1)

Uitvoeringsprogramma geluid emplacementen (UPGE)

8

0

– 8

29

29

divers

divers

2)

Be- en bijsturing toekomst

 

5

5

 

15

 

2019

3)

Verbeteraanpak trein

 

10

10

 

54

 

2019

4)

Verbeteraanpak stations

 

2

2

 

13

 

2019

5)

Opstellen Reizigerstreinen Korte termijn

 

0

0

 

45

 

2020

6)

Vervolgfase Beter en Meer / Opstelcapaciteit

 

0

0

 

32

 

divers

7)

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer

               

PHS Meteren–Boxtel

 

2

2

 

10

 

2017

8)

PHS DSSU (incl. voorinvestering)

90

59

– 31

316

314

2016

2017

9)

PHS Overweg Klompersteeg Veenendaal

 

0

0

 

9

 

2019

10)

PHS Rijswijk–Rotterdam

 

2

2

 

9

 

2023

11)

PHS Spooromgeving Geldermalsen

 

0

0

 

56

 

2021

12)

PHS Diezebrug

 

0

0

 

2

 

2013

13)

Stations en stationsaanpassingen

               

Cameratoezicht op stations

9

4

– 5

13

13

2017

2017

14)

Kleine stations

4

0

– 4

78

17

divers

divers

15)

Toegankelijkheid stations

35

28

– 7

504

488

divers

divers

16)

Overige projecten/programma's /lijndelen etc.

               

AKI-plan en veiligheidsknelpunten

16

5

– 11

392

392

divers

divers

17)

Niet Actief Beveiligde Overwegen (NaBo's)

 

0

0

 

10

 

divers

18)

Fietsparkeren bij stations

14

18

4

222

222

divers

divers

 

Nazorg gereedgekomen lijnen/halten

6

3

– 3

38

36

divers

divers

19)

Ontsnippering

12

4

– 8

82

79

divers

divers

20)

Programma Kleine Functiewijzigingen

46

31

– 15

506

374

divers

divers

21)

Punctualiteits-/capaciteitsknelpunten

28

12

– 16

252

179

divers

divers

22)

Aanleg ATBvv op A2 corridor en Brabantroute

6

4

– 2

19

20

2017

2017

 

Kleine projecten personenvervoer

4

3

– 1

18

24

divers

divers

 

Projecten Noordwest-Nederland

               

Amsterdam–Almere–Lelystad

               

OV SAAL korte termijn

145

113

– 32

777

742

2016

2016

23)

OV SAAL Naarden Bussum

 

1

1

 

24

 

2019

24)

Stations en stationsaanpassingen

               

Amsterdam CS, Cuypershal

6

2

– 4

26

26

2014–2016

2014–2018

25)

Amsterdam CS, Fietsenstalling

29

2

– 27

35

11

2016–2019

2016–2019

26)

OV-terminal stationsgebied Utrecht (VINEX/NSP)

65

27

– 38

412

411

2016

2016

27)

Overige projecten/lijndelen etc.

               

Regionet (inclusief verkeersmaatregelen Schiphol)

8

8

0

189

189

divers

divers

 

Spoorwegovergang Soestdijkseweg te Bilthoven

1

0

– 1

31

30

2013–2015

2013–2015

 

Vleuten–Geldermalsen 4/6 sporen (incl. RSS)

66

39

– 27

933

925

2005 e.v.

2005 e.v.

28)

Projecten Zuidwest-Nederland

               

Stations en stationsaanpassingen

               

Den Haag CS perronsporen 11 en 12

1

2

1

38

38

2020–2021

2020–2022

 

Overige projecten/lijndelen etc.

               

Rijswijk–Schiedam incl. spoorcorridor Delft

0

30

30

553

606

2015–2017

2015–2017

29)

Projecten Zuid-Nederland

               

Stations en stationsaanpassingen

               

Breda Centraal (t.b.v. NSP)

0

5

5

75

88

2016–2017

2016–2017

30)

Projecten Oost Nederland

               

Utrecht–Arnhem–Zevenaar

               

Arnhem Centraal (t.b.v. NSP)

4

2

– 2

108

108

2011–2015

2011–2015

 

Traject Oost uitv. convenant DMB

26

15

– 11

233

234

divers

divers

31)

Overige projecten/lijndelen etc.

               

Regionale lijnen Gelderland

6

3

– 3

18

17

divers

divers

 

Projecten Noord Nederland

               

Partiële spooruitbreiding Groningen–Leeuwarden

0

6

6

11

49

divers

divers

32)

Sporendriehoek Noord-Nederland

17

5

– 12

135

135

divers

divers

33)

Afrondingen

1

1

0

         

Totaal ProRail projecten

666

459

– 207

6.680

6.713

     

Overige (niet ProRail) projecten

   

0

         

Intensivering Spoor in steden (I)

15

4

– 11

244

244

   

34)

Spoorzone Ede

24

24

0

42

42

     

Totaal overige (niet ProRail) projecten

39

28

– 11

286

286

     

Totaal uitvoeringsprogramma

705

487

– 218

6.966

6.999

     

Realisatieuitgaven op IF 13.03.01 mbt planuitwerking

3

3

0

         

Afrekening voorschotten

 

50

50

         

Programma Realisatie (IF 13.03.01)

708

540

– 168

         

Budget Realisatie (IF 13.03.01)

672

540

– 132

         

Overprogrammering (–)

– 36

0

36

         

Toelichting:

  • Ad 1) Geluidsanering Spoorwegen

    Om beter aan te sluiten bij de mogelijke prioritering binnen het programma is besloten om de engineering in twee fasen uit te voeren. Hierdoor verschuift een deel van de geplande uitgaven naar 2019 en verder. Daarnaast is er, als gevolg van wijzigingen in de regelgeving, sprake van een vertraging in de werkzaamheden van het akoestisch onderzoek waardoor werkzaamheden en uitgaven verschuiven van 2016 naar 2017.

  • Ad 2) Uitvoeringsprogramma geluid emplacementen

    Als gevolg van vertragingen bij het verkrijgen van onherroepelijke milieuvergunningen in Maastricht en Dordrecht en een hoger beroep bij het verkrijgen van de vergunning voor Heerlen zijn de voor 2016 geplande (bouw)kosten van deze locaties verschoven naar 2017 en verder.

  • Ad 3) Be- en Bijsturing Toekomst

    Programma is in 2016 nieuw opgenomen in het realisatieprogramma.

  • Ad 4) Verbeteraanpak Trein

    Programma is in 2016 nieuw opgenomen in het realisatieprogramma.

  • Ad 5) Verbeteraanpak Stations

    Programma is in 2016 nieuw opgenomen in het realisatieprogramma.

  • Ad 6) Opstellen Reizigerstreinen Korte Termijn

    Programma is in 2016 nieuw opgenomen in het realisatieprogramma.

  • Ad 7) Vervolgfase Beter en Meer / Opstelcapaciteit

    Programma is in 2016 nieuw opgenomen in het realisatieprogramma.

  • Ad 8) PHS Meteren–Boxtel

    Programma is in 2016 nieuw opgenomen in het realisatieprogramma in verband met een faseovergang.

  • Ad 9) PHS DSSU

    In de uitgavenraming 2016 was rekening gehouden met een aantal risico’s in de uitvoering vanwege de krappe planning en het grote aantal buitendienststellingen. Deze risicoreservering is slechts deels nodig geweest. Daarnaast bleek de (uitgaven)planning van de ondergrondse trillingsconstructie voor de Seringstraat te optimistisch ingeschat en is tevens sprake geweest van (aanbestedings)meevallers.

  • Ad 10) PHS Overweg Klompersteeg Veenendaal

    Programma is in 2016 nieuw opgenomen in het realisatieprogramma in verband met een faseovergang.

  • Ad 11) PHS Rijswijk–Rotterdam

    Programma is in 2016 nieuw opgenomen in het realisatieprogramma in verband met een faseovergang.

  • Ad 12) PHS Spooromgeving Geldermalsen

    Programma is in 2016 nieuw opgenomen in het realisatieprogramma in verband met een faseovergang.

  • Ad 13) PHS Diezebrug

    Dit project is in 2013 opgeleverd. Het budget was voorheen onderdeel van PHS DSSU.

  • Ad 14) Cameratoezicht op stations

    Als gevolg van een vertraagde aanbesteding en een capaciteitstekort bij de uiteindelijke opdrachtnemer is een deel van de uitgaven verschoven van 2016 naar 2017 en 2018.

  • Ad 15) Kleine Stations

    In het kader van de Herijking (Kamerstukken II, 2015–2016, 34 300 A nr. 17, bijlage 6) zijn de voor dit programma gereserveerde gelden deels anders ingezet en zijn de resterende middelen verschoven in de tijd.

  • Ad 16) Toegankelijkheid Stations

    Diverse bestemmingsplannen moesten worden aangepast en daarnaast worden op meerdere locaties de werkzaamheden gecombineerd met andere activiteiten op deze locaties waardoor de geplande uitgaven deels verschuiven naar latere jaren. De verlaging van het projectbudget betreft het saldo van een verwachte meevaller van € 31 miljoen en goedgekeurde scopeaanpassingen van € 14 miljoen. Zie voor verdere toelichting de Ontwerpbegroting 2017.

  • Ad 17) AKI plan en veiligheidsknelpunten

    Als gevolg van het niet tijdig verkrijgen van Trein Vrije Perioden (TVP’s) benodigd voor de uitvoering van de projecten Diemen, Haren en Alkmaar en een moeizame grondverwerving bij de projecten Velsen en Sittard–Geleen (waarbij mogelijk onteigend gaat worden) zijn de uitgaven deels verschoven van 2016 naar 2017 en verder.

  • Ad 18) Niet actief beveiligde overwegen

    Programma is nieuw opgenomen in het realisatieprogramma.

  • Ad 19) Nazorg gereed gekomen lijnen en halten

    Uitgaven op de post Nazorg zijn in hun aard onzeker en hierdoor lastig te prognosticeren in een specifiek kasjaar. Het betreft een reservering voor met name afwikkeling van claims, geschillen, grond juridische zaken en geluidsanering.

  • Ad 20) Ontsnippering

    Zowel planologische- als aanbestedingsprocedures en de hiermee samenhangende bestuurlijke besluitvorming duren langer dan eerder aangenomen waardoor de geplande uitgaven deels verschuiven naar latere jaren.

  • Ad 21) Programma Kleine Functiewijzigingen

    Dit programma bestaat uit meerdere deelprogramma’s. De start van het deelprogramma «Emplacementen op orde» is verschoven van 2015 naar 2016 in verband met het niet verkrijgen van een geplande Trein Vrije Periode waardoor ook de geplande uitgaven verschuiven. Het deelproject «Watergraafsmeer» is on hold gezet in verband met enerzijds te dure en anderzijds te beperkt bruikbare uitvoeringsvarianten. Daarnaast is sprake geweest van gunstige aanbestedingsresultaten op diverse deelprojecten binnen dit programma.

  • Ad 22) Punctualiteits- en capaciteitsknelpunten

    Dit programma bestaat uit meerdere deelprojecten. Naar aanleiding van het besluit de geografische afbakening van het OTB (Ontwerp Tracébesluit) voor het deelproject «Vrijleggen MerwedeLingelijn Geldermalsen» te verruimen verschoof de publicatie van het OTB en hiermee ook de grondverwerving en komt het project later in de realisatiefase. Daarnaast was in de uitgavenplanning rekening gehouden met uitgaven voor de deelprojecten Spooruitbreiding Amersfoort en Sporen in Den Bosch. Deze projecten zijn inclusief de voor nazorg benodigde budgetten (per 1 januari 2016) ondergebracht binnen de post Nazorg. De uitgaven voor deze projecten worden verantwoord op deze post.

  • Ad 23) OV SAAL KT

    Het project is in zijn geheel in december 2016 in dienst gesteld. Nu alle grote werkzaamheden zijn afgerond, is het op basis van het resterende risicoprofiel mogelijk gebleken de uiteindelijk te verwachten kosten naar beneden bij te stellen. Binnen het projectdeel OV SAAL KT Cluster A loopt daarnaast het plaatsen van de geluidschermen in Almere vertraging op, waardoor uitgaven verschuiven naar 2017.

  • Ad 24) OV SAAL Naarden–Bussum

    In 2016 is dit project overgegaan van de planuitwerkingsfase naar de realisatiefase.

  • Ad 25) Amsterdam CS Cuypershal

    De business case voor de renovatie van het Cuypersgebouw (hal) en de Oostvleugel plus voor het aanbrengen van rijtuigkappen aan de voorgevel van station Amsterdam Centraal was niet sluitend. Om de scope van het Masterplan Stationseiland te kunnen realiseren is de business case sluitend gemaakt door versoberingen en aanvullende bijdragen vanuit ProRail (onder andere via beheer en instandhouding voor de renovatie). De aanbesteding is daarbij verschoven naar 2017.

  • Ad 26) Amsterdam CS Fietsenstalling

    In 2015 is met Prorail, stadsregio en gemeente Amsterdam overeengekomen dat Prorail twee kleinere stallingen (ver)bouwt op spoorgrond en de gemeente één grote stalling op gemeentegrond. Er is daarom een bestuursovereenkomst gesloten met de stadsregio en de gemeente om overheveling van het voor deze stalling gereserveerde budget (€ 23,6 miljoen, inclusief BTW, prijspeil 2016) vanuit het Infrastructuurfonds naar de BDU mogelijk te maken. De overeenkomst is in december 2015 afgerond. Het was daarom niet meer mogelijk de procedure geheel af te handelen in 2015. In 2016 is de BDU-beschikking verleend en het toegekende budget wordt in 2017 uitgekeerd. Prorail heeft inmiddels een stalling gerealiseerd en de andere stalling wordt momenteel verbouwd; deze stalling zal in 2017 gerealiseerd zijn.

  • Ad 27) OV Terminal stationsgebied Utrecht

    Onderdeel van de geplande uitgaven betreffen de gelden die door ProRail worden overgemaakt aan de gemeente Utrecht (zoals opgenomen in het addendum behorende bij de Uitvoeringsovereenkomst). Deze uitgaven zijn gekoppeld aan de voortgang/planning van het deel van het project dat door de gemeente wordt uitgevoerd. Bij dit gemeentelijke deel is vertraging ontstaan waardoor de gemeente minder geld bij ProRail heeft opgevraagd dan eerder aangenomen.

  • Ad 28) Vleuten–Geldermalsen

    Dit project bestaat uit meerdere deelprojecten welke door ProRail worden uitgevoerd alsmede een reservering voor aanvragen vanuit de Regio. De aannemer heeft het termijnschema van het deelproject Utrecht–Amsterdam Rijnkanaal geactualiseerd waardoor geplande uitgaven zijn verschoven. Daarnaast is sprake van gunstig verlopen werkzaamheden op een aantal deelprojecten waardoor het ingeplande onvoorzien niet nodig bleek. In 2016 zijn minder aanvragen vanuit de regio gekomen dan gepland.

  • Ad 29) Rijswijk–Schiedam

    In 2016 is een aanvullende beschikking verleend als gevolg van extra kosten voor het oplossen van de luchtdrukproblematiek, het uitblijven van afdoende rente-inkomsten uit het treasurybeleid van gemeente Delft, het sneller stijgen van de prijzen in de markt ten opzichte van de gebruikelijke prijsindexatie (IBOI) die het ministerie jaarlijks ontvangt en verstrekt aan ProRail en een aanvullende reservering voor onvoorziene risico’s tot einde werk. Een deel van deze aanvulling is gerealiseerd in 2016. Zie voor meer informatie de brief die is verstuurd aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II, 2015–2016 34 300 A nr. 71).

  • Ad 30) NSP Breda

    In 2016 is een aanvullende beschikking verleend in verband met het afhandelen van een claim van de aannemerscombinatie voor meerwerk en vertragingskosten, extra bouwkosten en het aanvullen van de post onvoorzien voor risico’s tot het einde van het project. Zie voor meer informatie de brief die is verstuurd aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II, 2015–2016, 29 984 A, nr. 624).

  • Ad 31) Traject Oost

    Dit project bestaat uit meerdere deelprojecten. De lagere realisatie wordt voornamelijk verklaard doordat er sprake was van het al in 2016 kunnen starten met de uitvoering van het deelproject Driebergen–Zeist. Uiteindelijk bleek dit niet mogelijk omdat niet kon worden voldaan aan de startvoorwaarden voor de aanbesteding (goede kwaliteit aanbestedingsdossier, conditionering tijdig gereed, gronden tijdig verworven en voldoende voorbereidingstijd voor de aannemer), waardoor moest worden teruggevallen op de oorspronkelijke indienststellingsdatum en de uitgavenplanning hierop moest worden aangepast.

  • Ad 32) Partiële spooruitbreiding Groningen–Leeuwarden

    In de Ontwerpbegroting 2016 was voor het realisatieproject nog geen budget opgenomen. Het budget voor het realisatieproject was geraamd onder artikel 14.03.01 als onderdeel van het RSP programma. In verband met het afgeven van de eerste realisatiebeschikking is bij Eerste suppletoire begroting 2016 in totaal € 37,4 miljoen overgeboekt naar IF 13.03.01 waar de uitgaven voor dit project worden verantwoord.

  • Ad 33) Sporendriehoek Noord Nederland

    Dit programma bestaat uit meerdere deelprojecten. De lagere realisatie 2016 wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de uitvoeringsbeslissing voor de overweg Heerenveen Rotstergaatseweg later is genomen dan eerder aangenomen en de in 2016 geprognosticeerde uitgaven voor het deelproject Sporen in Assen voornamelijk ten laste van de Provincie zijn gebracht (via het Provinciefonds).

  • Ad 34) Intensivering Spoor in Steden

    IenM is voor de uitputting van het budget volledig afhankelijk van gemeenten die, om voor een uitkering in aanmerking te komen, eerst een startverklaring moeten indienen. In 2016 is een uitkering tijdig aangevraagd en zijn drie aanvragen te laat in december binnengekomen om nog in 2016 financieel afgehandeld te kunnen worden waardoor de betaling verschuift naar begin 2017.

13.03.02 Realisatieprogramma goederenvervoer spoor
Projectoverzicht realisatieprogramma Goederenvervoer (13.03.02) (bedragen x € 1 mln)
 

Kasbudget 2016

Projectbudget

Indienststelling

Toelichting

Begroting

Realisatie

Verschil

Begroting

Huidig

Begroting

Huidig

 

Projectomschrijving

2016

   

2016

 

2016

   

ProRail Projecten

               

Projecten nationaal

               

PAGE risico reductie

3

0

– 3

18

19

divers

divers

1)

Optimalisering Goederencorridor Rotterdam–Genua

34

9

– 25

173

175

2014 e.v.

2014 e.v.

2)

Programma Emplacementen op orde

 

0

0

 

58

 

2020

3)

Kleine projecten goederenvervoer

 

1

1

 

4

 

divers

4)

Projecten Zuidwest-Nederland

               

Geluidmaatregelen Zeeuwselijn

7

1

– 6

27

27

2014–2017

2014–2017

5)

Spooraansluiting 2e Maasvlakte achterlandverbinding

6

1

– 5

217

218

2014 e.v.

2014 e.v.

6)

Projecten Zuid-Nederland

               

Venlo Logistiek multimodaal knooppunt

 

0

0

 

30

 

2019

7)

Projecten Oost Nederland

               

Uitv.progr Goederenroute Elst–Deventer–Twente (NaNov)

11

3

– 8

138

138

divers

2020

8)

Overige projecten

               

Nazorg gereedgekomen projecten

0

0

0

2

1

divers

divers

 

Afrondingen

 

1

1

         

Totaal ProRail Projecten

61

16

– 45

575

670

     

Overige (niet ProRail) Projecten

0

0

0

         

Programma Realisatie (IF 13.03.02)

61

16

– 45

         

Planuitwerkingskosten realisatieprogramma t.l.v. IF 13.03.02

– 8

– 4

4

         

Afrekening voorschotten

 

9

9

         

Programma Realisatie (IF 13.03.02)

53

21

– 32

         

Budget Realisatie (IF 13.03.02)

53

21

– 32

         

Overprogrammering (–)

 

0

0

         

Toelichting:

  • Ad 1) Page risico reductie

    Dit programma bestaat uit meerdere deelprojecten. In de planning voor 2016 was rekening gehouden met uitgaven voor het deelproject Sittard Chemelot. De provincie Limburg heeft echter geen subsidieaanvraag ingediend, omdat het in 2016 duidelijk werd dat de gemeenten en de provincie het nut en de noodzaak van dit project (en hun financiële bijdrage hieraan) willen heroverwegen.

  • Ad 2) Corridor Rotterdam–Genua

    Dit programma bestaat uit meerdere deelprojecten. De lagere realisatie wordt voornamelijk verklaard door vertraging op het deelproject Zevenaar–Grens derde spoor. Met de aanleg van het derde spoor is later begonnen in verband met de latere oplevering dan gepland van de 25 kV. Ook de zetting van het bed kost meer tijd dan aangenomen. De oplevering van het derde spoor vertraagt hierdoor van 2017 naar 2018.

  • Ad 3) Programma Emplacementen op orde

    Programma is in 2016 nieuw opgenomen in het realisatieprogramma.

  • Ad 4) Kleine Projecten Goederenvervoer

    In verband met het afgeven van de realisatiebeschikking ontsporingsgeleiding Zwijndrecht–Dordrecht is het project overgeboekt vanuit planstudieprogramma naar het realisatieprogramma en gelet op de omvang ondergebracht onder de post Kleine Projecten.

  • Ad 5) Geluidmaatregelen Zeeuwse lijn

    De lagere realisatie in 2016 wordt veroorzaakt door vertraging in de aanleg van de geluidschermen. Voor het plaatsen van de geluidschermen bleek meer grondverwerving nodig dan eerder aangenomen. Daarnaast was er sprake van aanvullende welstandeisen tijdens de behandeling van de omgevingsvergunningen waardoor de omgevingsvergunningen later zijn verkregen dan gepland.

  • Ad 6) Spooraansluiting Maasvlakte

    Dit programma bestaat uit meerdere deelprojecten. Het deelproject Emplacement Maasvlakte West is afgerond en het in 2016 geplande onvoorzien bleek niet meer nodig. Daarnaast heeft nog geen besluitvorming plaatsgevonden over de definitieve scope voor het deelproject Spooraansluiting Tweede Maasvlakte achterlandverbinding waardoor de geplande uitgaven verschuiven. Zo kost de uitwerking van de herinrichting emplacement Waalhaven Zuid vanwege de complexe problematiek meer tijd.

  • Ad 7) Venlo Logistiek Multimodaal Knooppunt

    Programma is in 2016 nieuw opgenomen in het realisatieprogramma.

  • Ad 8) Uitvoeringsprogramma Goederenroute–Elst–Deventer–Twente (NaNOV)

    Dit programma bestaat uit meerdere deelprojecten. Binnen het deelproject Nanov tweede fase bleek het mogelijk nog in 2015 meerwerk af te wikkelen en is voor het onderdeel Zutphen nog een buitendienststelling in november 2016 nodig gebleken waardoor de financiële afhandeling verschuift naar 2017. Met betrekking tot het deelproject Deventer Oostriklaan bleken een aantal zaken, welke nog voor de aanbesteding geregeld dienden te zijn, niet op orde (nog niet alle gronden waren in bezit, het fiat voor de onttrekking van de overwegen aan de openbaarheid ontbrak en de definitieve overeenkomst tussen ProRail en de gemeente nam meer tijd in beslag) waardoor de geplande uitgaven naar achteren zijn verschoven in de tijd.

13.03.04 Planuitwerkingsprogramma personenvervoer
Projectoverzicht planuitwerkingsprogramma Personenvervoer (13.03.04) (bedragen x € 1 mln)
 

Projectbudget

Planning

 
     

PB of TB

Indienststelling

Toelichting

 

Begroting

Huidig

Begroting

Huidig

Begroting

Huidig

 

Projectomschrijving

2016

 

2016

 

2016

   

Verplicht

             

Realisatieuitgaven op IF 13.03.01 mbt planuitwerkingsprojecten

– 33

– 14

         

Projecten Nationaal

             

Kleine projecten Personenvervoer

5

8

   

divers

divers

1)

Reservering opbouw compensatie NS

158

159

   

divers

divers

 

Reizigersfonds

 

1

     

nvt

2)

Projecten Oost-Nederland

             

Quick scan decentraal spoor Gelderland

15

18

   

2011–2017

2011–2018

3)

Zwolle–Herfte

190

197

   

2017–2021

2017–2021

4)

Gebonden

             

Projecten Nationaal

             

Grensoverschrijdend Spoorvervoer

61

61

   

divers

divers

 

Beter Benutten Decentraal Spoor (Decentraal Spoor, fase 2 (NMCA))

85

64

   

divers

divers

5)

Programma Hoogfrequent Spoor (PHS)

2.437

2.440

   

divers

divers

6)

Landelijk Verbeterprogramma Overwegen (LVO)

203

193

   

divers

divers

7)

Projecten Noordwest-Nederland

             

OV Schiphol–Amsterdam–Almere–Lelystad

404

341

     

divers

8)

Bestemd

10

23

         

Projecten in voorbereiding

             

Overige projecten in voorbereiding

             

Gesignaleerde risico's

             

Totaal planuitwerkingsprogramma

3.535

3.491

         

Begroting (IF 13.03.04)

3.535

3.491

         

Toelichting:

  • Ad 1) Kleine projecten personenvervoer

    In het Notaoverleg MIRT van 23 november 2015 is besloten om € 2,6 miljoen vrij te maken voor een aantal specifiek benoemde studies en is het budget opgehoogd met € 3,8 miljoen ter dekking van overige spoorgerelateerde studieopdrachten voor de komende jaren (Kamerstukken II 2015–2016 34 300 A, nr. 58).

  • Ad 2) Reizigersfonds

    Dit project is in 2016 nieuw opgenomen in het realisatieprogramma.

  • Ad 3) Quick scan decentraal spoor oost Nederland

    Het planstudiebudget is verhoogd met € 2 miljoen in verband met de bijdrage van de Provincie Gelderland voor de Valleilijn. Daarnaast is € 1 miljoen toegevoegd vanuit het realisatieprogramma in verband met meevallende kosten.

  • Ad 4) Zwolle–Herfte

    Het projectbudget is verhoogd in verband met de bijdragen vanuit Beter Benutten (€ 3,7 miljoen) en de provincie Overijssel (€ 3,7 miljoen) voor de aanleg van een extra perronspoor.

  • Ad 5) Beter Benutten Decentraal Spoorvervoer

    Vanuit dit projectbudget is € 15,2 miljoen uitgekeerd via het Provincie- en BTW compensatiefonds. Daarnaast is € 3,7 miljoen overgeboekt naar project Zwolle-Herfte ten behoeve van de aanleg van een extra perronspoor en is conform de toezegging in het AO spoor van 19 november 2015 € 3 miljoen overgeboekt ten behoeve van de financiering van het Informatiesysteem Gevaarlijke Stoffen (IGS).

  • Ad 6) Programma Hoogfrequent Spoorvervoer

    Op het projectbudget PHS hebben meerdere mutaties plaatsgevonden; het projectbudget is verhoogd met € 22 miljoen vanuit het programma Kleine functiewijzigingen gelet op de opgave om PHS op de corridor Den Haag-Rotterdam te realiseren (Kamerstukken II, 2015–2016, 34 300 A nr. 17, bijlage 6). Daarnaast is het budget verhoogd met € 3,5 miljoen zijnde de bijdrage van de gemeente Geldermalsen (naar aanleiding van de op 17 februari 2016 gesloten Bestuursovereenkomst Spooromgeving Geldermalsen) en met € 4 miljoen als gevolg van de prijsindexatie. Bovendien is € 42 miljoen overgeboekt naar het realisatieprogramma in verband met het afgeven van de realisatiebeschikking PHS Ede, € 9,4 miljoen in verband met het afgeven van de realisatiebeschikking Rijswijk Delft Zuid, € 8,7 miljoen voor de realisatiebeschikking PHS Overweg Veenendaal de Klomp en € 9,9 miljoen voor de realisatiebeschikking PHS Meteren-Boxtel. Zie voor meer informatie de brief aan de Tweede Kamer met de Twaalfde Voortgangsrapportage PHS (Kamerstukken II 2016–2017, 32 404, nr. 79).

  • Ad 7) Programma Landelijk Verbeterprogramma Overwegen

    Op het programmabudget is € 10 miljoen overgeboekt naar het realisatieprogramma ter financiering van de aanpak van Niet Actief Beveiligde Overwegen (programma NABO).

  • Ad 8) OV SAAL MLT

    De binnen dit projectbudget gereserveerde gelden voor beheer, onderhoud en vervanging OV SAAL KT van € 29 miljoen zijn overgeboekt naar artikelonderdeel 13.02 Beheer, onderhoud en vervanging. Daarnaast is € 7,5 miljoen via de BDU overgemaakt aan de (per 1 januari 2017) Vervoerregio Amsterdam voor de overweg Ouddiemerlaan in Diemen, € 9 miljoen aan de Provincie Noord Holland, waarmee de regio zelf kan bepalen hoe de gelden zo efficiënt en kosteneffectief mogelijk worden ingezet voor maatregelen op de SAAL corridor ten behoeve van de hoogfrequente dienstregeling, € 0,3 miljoen via het Gemeentefonds aan de gemeente Weesp om vooruitlopend op de uitvoering van OV SAAL maatregelen, maatregelen te realiseren in het stationsgebied voor de hoogfrequente SAAL dienstregeling. Tot slot is naar aanleiding van genoemde mutaties € 3,5 miljoen gestort in het BTW-compensatiefonds.

13.03.05 Planuitwerkingsprogramma goederenvervoer
Projectoverzicht planuitwerkingsprogramma Goederenvervoer (13.03.05) (bedragen x € 1 mln)
 

Projectbudget

Planning

 
     

PB of TB

Indienststelling

Toelichting

 

Begroting

Huidig

Begroting

Huidig

Begroting

Huidig

 

Projectomschrijving

2016

 

2016

 

2016

   

Verplicht

             

Planuitwerkingskosten van realisatieprogramma IF 13.03.02

13

9

         

Projecten Nationaal

             

Kleine projecten Goederenvervoer

17

12

   

divers

divers

1)

Gebonden

             

Projecten Zuidwest-Nederland

             

Calandbrug

158

159

   

2020

2020

 

Bestemd

             

Projecten in voorbereiding

             

Overige projecten in voorbereiding

             

Gesignaleerde Risico's

             

Totaal planuitwerkingsprogramma

188

180

         

Begroting (IF 13.03.05)

188

180

         

Toelichting:

  • Ad 1) Kleine projecten Goederenvervoer

    In verband met het afgeven van de realisatiebeschikking Ontsporingsgeleiding Zwijndrecht–Dordrecht is € 4,4 miljoen overgeboekt vanuit het planstudiebudget Externe Veiligheid Drechtsteden (onderdeel van de post Kleine Projecten) naar het realisatieprogramma.

13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

Motivering

De Staat betaalt voor de beschikbaarheid van de HSL-infrastructuur, zoals deze door het consortium Infraspeed is ontworpen, gebouwd (enkel de bovenbouw) en wordt onderhouden (onder- en bovenbouw), conform de contractuele overeenkomst tussen beide partijen. Het contractbeheer wordt uitgevoerd door ProRail, onder regie van IenM.

Producten

Projectoverzicht Geïntegreerde contractvormen Spoorwegen (13.04) (bedragen x € 1 mln)
 

Kasbudget 2016

Projectbudget

 

Begroting

Realisatie

Verschil

Huidig

Vorig

Beschikbaarheidsvergoeding

150

150

0

3.626

3.626

Belastingaanpassingen

3

0

– 3

62

62

Renteaanpassingen

0

– 19

– 19

– 118

– 118

Wijzigingsopdrachten en diverse afrekeningen

4

4

0

66

66

Totaal

157

135

– 22

3.636

3.636

Als gevolg van de lage rentestand zijn de uitgaven in 2016 € 19 miljoen lager uitgevallen dan begroot. De afwikkeling van de belastingaanpassingen tussen IenM, Infraspeed en de Belastingdienst is doorgeschoven naar 2017.

13.07 Rente en Aflossing

Motivering

Onder deze categorie uitgaven vallen de rente en aflossing van de bij ProRail uitstaande leningen, waarmee in het verleden spoorinfrastructuur gefinancierd is.

Producten

Rente en aflossing (13.07) (bedragen x € 1 mln)
 

Kasbudget 2016

 

Begroting

Realisatie

Verschil

Rente

17

17

0

Aflossing

0

0

0

Totaal

17

17

0

13.08 Investeringsruimte

Motivering

Op dit artikelonderdeel wordt de voor dit artikel beschikbare investeringsruimte verantwoord. Per saldo is in 2016 € 5 miljoen vanuit de investeringsruimte aan diverse projecten en programma’s toegevoegd. Bij de Tweede suppletoire begroting 2016 werd geen nieuwe dekking vanuit de investeringsruimte voorzien en is de resterende € 13 miljoen via het voordelig saldo 2016 afgeboekt.

13.09 Ontvangsten

Motivering

Op dit artikelonderdeel worden de bijdragen van derdepartijen voor spooruitgaven verantwoord. De gebruiksvergoeding die vervoerders betalen wordt door ProRail vastgesteld en geïnd (zie artikelonderdeel 13.02) en wordt daarom gesaldeerd met de uitgaven opgenomen in de begroting.

Producten

Ontvangsten Spoorwegen (13.09) (bedragen x € 1 mln)
 

Kasbudget 2016

 

Begroting

Realisatie

Verschil

Concessievergoedingen NS (incl. prestatieboete)

173

170

– 3

Afrekeningen ProRail

0

178

178

Projectbijdragen decentrale overheden

127

0

– 127

Totaal

300

348

48

De subsidievaststelling ProRail 2015 voor kapitaallasten en onderhoud heeft geleid tot een afrekening van € 114 miljoen. Daarnaast is er voor € 64 miljoen met ProRail afgerekend met betrekking tot MIRT-projecten. Van deze € 178 miljoen is € 136 miljoen toegevoegd aan de betreffende budgetten (nog uit te voeren werkzaamheden BOV en MIRT-projecten) en is € 42 miljoen toegevoegd aan de investeringsruimte spoorwegen (vervallen werkzaamheden en meevallers).

De bijdragen van Noord-Brabant en Vught ten behoeve van het PHS-project (€ 127 miljoen) zijn doorgeschoven naar het jaar 2018.

Licence