Base description which applies to whole site

Artikel 13 Spoorwegen

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Op dit artikel worden de producten op het gebied van Spoorwegen verantwoord.

Het productartikel Spoorwegen is gerelateerd aan de beleidsdoelstellingen en beleidsinstrumenten zoals beschreven in de Begroting hoofdstuk XII over 2016 bij beleidsartikel 16 Spoor.

Budgettaire gevolgen van de uitvoering van art. 13 Spoorwegen (x € 1.000)
 

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Verplichtingen

1.635.883

1.988.403

2.244.286

1.797.600

3.045.943

2.520.390

1.297.542

Uitgaven

2.241.221

2.261.343

2.447.262

2.229.189

2.140.946

2.036.028

1.785.607

Waarvan juridisch verplicht:

   

90%

       

13.02 Beheer, onderhoud en vervanging

1.304.521

1.228.205

1.291.436

1.165.680

1.142.026

1.186.531

1.163.964

13.03 Aanleg

784.844

793.832

963.385

814.795

724.012

595.351

360.942

13.03.01 Realisatieprogramma personenvervoer

710.202

578.013

671.883

546.425

404.762

346.178

270.982

13.03.02 Realisatieprogramma goederenvervoer

51.621

60.556

52.643

71.734

70.501

54.207

15.404

13.03.04 Verk. en planuitw. personenvervoer

17.307

146.904

115.134

190.097

244.567

194.966

74.556

13.03.05 Verk. en planuitw. goederenvervoer

5.714

8.359

123.725

6.539

4.182

0

0

13.04 Geintegreerde contractvormen/PPS

135.279

168.123

157.384

155.887

156.395

159.583

166.793

13.07 Rente en aflossing

16.577

48.907

17.020

16.597

16.597

16.597

16.597

13.08 Investeringsruimte

0

22.276

18.037

76.230

101.916

77.966

77.311

Van totale uitgaven

             

– Bijdrage aan agentschappen

0

0

0

0

0

0

0

– Restant

2.241.221

2.261.343

2.447.262

2.229.189

2.140.946

2.036.028

1.785.607

13.09 Ontvangsten

117.966

203.878

299.796

187.562

188.279

202.300

201.071

Budgetflexibiliteit

Met uitzondering van verkenning en planuitwerking, worden de budgetten in 2016 als juridisch verplicht beschouwd op de peildatum 1 januari 2016. Voor de mate van verplichting van het verkenningen en planuitwerkingsprogramma tot en met 2028 wordt verwezen naar het betreffende projectoverzicht.

Onderstaand zijn de beschikbare budgetten tot en met 2028 per jaar gepresenteerd op het niveau van artikelonderdeel. In de verdiepingsbijlage bij de begroting zijn de mutaties op hetzelfde detailniveau toegelicht voor de periode tot en met 2028.

Bedragen x € 1.000
     

2016

2017

2018

2019

2020

2021

13

Spoorwegen

Uitgaven

2.447.262

2.229.189

2.140.946

2.036.028

1.785.607

2.375.726

13.02

Beheer, onderhoud en vervanging

 

1.291.436

1.165.680

1.142.026

1.186.531

1.163.964

1.173.157

13.03

Aanleg

 

963.385

814.795

724.012

595.351

360.942

925.847

13.04

Geïntegreerde contractvormen/PPS

 

157.384

155.887

156.395

159.583

166.793

167.725

13.07

Rente en aflossing

 

17.020

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

13.08

Investeringsruimte

 

18.037

76.230

101.916

77.966

77.311

92.400

                 

13.09

Ontvangsten

Ontvangsten

299.796

187.562

188.279

202.300

201.071

206.235

(vervolg) Bedragen x € 1.000
   

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

13

Spoorwegen

Uitgaven

1.636.846

1.696.224

1.804.548

1.956.819

1.801.707

1.873.433

1.687.958

13.02

Beheer, onderhoud en vervanging

 

1.177.809

1.180.831

1.200.742

1.199.633

1.200.601

1.174.834

1.150.486

13.03

Aanleg

 

207.792

271.569

349.068

502.880

354.206

452.250

285.475

13.04

Geïntegreerde contractvormen/PPS

 

169.104

170.495

172.348

173.312

173.383

172.571

162.331

13.07

Rente en aflossing

 

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

13.08

Investeringsruimte

 

65.544

56.732

65.793

64.397

56.920

57.181

73.069

                   

13.09

Ontvangsten

Ontvangsten

211.247

214.269

199.237

311.876

185.044

185.044

185.044

13.02 Beheer, onderhoud en vervanging

Motivering

Op grond van richtlijn 91/440/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschap van 29 juli 1991 kan een beheerder voor de spoorweginfrastructuur worden aangewezen en kunnen lidstaten financiële middelen verstrekken aan de beheerder om te voldoen aan zijn taken. De Minister van IenM heeft aan ProRail een concessie verleend voor het beheer van de hoofdspoorweginfrastructuur in de periode 2015–2024. De rijksbijdrage aan ProRail wordt jaarlijks vastgesteld met een beschikking overeenkomstig het bepaalde in de Wet en Besluit Infrastructuurfonds. De subsidie wordt door ProRail aangewend voor de instandhouding van de landelijke spoorweginfrastructuur.

De nieuwe beheerconcessie geeft invulling aan de beleidsambities uit de Lange Termijn Spooragenda deel 2 (LTSA 2), namelijk scherpere sturing door de concessieverlener en de positionering van ProRail als publieke dienstverlener. Hiertoe bevat de concessie instrumenten als prestatie-indicatoren, programma’s en maatregelen, audits en reviews, verplichtingen om informatie aan IenM te verstrekken en/of besluiten voor te leggen en verplichtingen met betrekking tot samenwerking en transparantie. De ruggengraat van de concessie is de jaarcyclus waarmee in het beheerplan jaarlijks afspraken worden gemaakt tussen de Minister van IenM en ProRail over de te bereiken prestaties en te nemen maatregelen. De Minister van IenM geeft jaarlijks in de beleidsprioriteitenbrief aan welke prestaties het komende jaar van ProRail worden verwacht. ProRail stelt op basis van de beleidsprioriteitenbrief een beheerplan op. ProRail consulteert belanghebbenden over de hoofdlijnen van het ontwerp beheerplan.

Nadat de Minister van IenM heeft ingestemd met het beheerplan, wordt deze toegezonden aan de Tweede Kamer. Na afloop van het jaar legt ProRail verantwoording af in het jaarverslag en de jaarrekening. Zodra deze zijn vastgesteld door de aandeelhouder (Minister van IenM) worden ook deze aan de Tweede Kamer toegezonden.

Producten

De beheer-, onderhoud- en vervangingsactiviteiten zijn gericht op het realiseren van de in het beheerplan opgenomen prestaties per prestatiegebied zoals opgenomen in de beheerconcessie. Onderdeel hiervan zijn de activiteiten van ProRail die samenhangen met spoorverkeersleiding en activiteiten op het gebied van capaciteitsmanagement. In het beheerplan zelf wordt jaarlijks een uitgebreide beschrijving opgenomen van de belangrijkste activiteiten die voor dat jaar zijn gepland. ProRail ontvangt voor de uit te voeren activiteiten een bijdrage van het Rijk. Bij de vaststelling van de rijksbijdrage voor beheer, onderhoud en vervanging wordt rekening gehouden met de inkomsten van de gebruiksvergoeding die ProRail ontvangt van de vervoerders en eventuele bijdragen van andere partijen voor onderhoudsactiviteiten.

Het Beheerplan 2016 wordt in november 2015 door ProRail ingediend en wordt in december 2015 (na instemming door IenM) aan de Tweede Kamer toegezonden.

Uitgaven

ProRail ontvangt gemiddeld € 1,2 miljard per jaar subsidie, inclusief BTW, van IenM ter dekking van de instandhoudingskosten van de landelijke spoorweginfrastructuur. Daarnaast ontvangt ProRail van vervoerders (gebruiksvergoeding) en andere derden (doorbelaste onderhoudskosten) gemiddeld € 0,4 miljard per jaar, waarmee het totale budget voor de jaarlijkse instandhoudingskosten voor ProRail uitkomt op € 1,6 miljard inclusief BTW; exclusief BTW is dat € 1,3 miljard per jaar.

Vanuit de LTSa is de Herijking van de spoorbudgetten aangekondigd. In lijn hiermee zijn in 2015 de financiële reeksen van Prorail voor beheer, onderhoud en vervanging onderzocht mede in het licht van de door Prorail gesignaleerde druk op de meerjarige budgetten. In afwachting van de uitkomsten daarvan is ervoor gekozen de besluitvorming over de prijsbijstelling naar prijspeil 2014 en 2015 van de budgetten voor beheer, onderhoud en vervanging voorlopig aan te houden. Dit impliceert dat het budget ten behoeve van beheer, onderhoud en vervanging in prijspeil 2013 is uitgedrukt.

Het onderzoek naar de meerjarenreeksen van ProRail voor beheer, onderhoud en vervanging van het spoor is inmiddels afgerond. Conform de toezegging in het AO MIRT van 2 juli 2015 wordt in deze begroting inzicht gegeven in de spanning tussen de benodigde en beschikbare middelen.

Uit het onderzoek blijkt dat de reeksen in grote lijnen op orde zijn. Na doorvoering van enkele correcties naar aanleiding van het onderzoek op deze reeksen resteert een spanning tussen de meerjarenreeksen van ProRail en de beschikbare middelen op het Infrastructuurfonds van ca. € 475 miljoen in de periode 2018–2028. Hierbij is rekening gehouden met de nog door te voeren mutaties in de begroting 2017 in verband met de nu nog aangehouden prijsbijstelling 2014 (zie boven) en een herverdeling van de taakstelling apparaat tussen BOV en aanleg. In het onderzoek zijn enkele kostenreducerende maatregelen opgenomen om de spanning in het budget op te lossen. Deze maatregelen zullen nog nader worden geanalyseerd.

Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar Bijlage 4 Instandhouding en Bijlage 5 ProRail.

13.03 Aanleg Spoor

IenM is verantwoordelijk voor de uitbreiding van de hoofdspoorweginfrastructuur. Deze wordt in belangrijke mate gefinancierd met middelen uit de Rijksbegroting. Op dit artikelonderdeel worden alle uitgaven begroot die noodzakelijk zijn voor:

  • door Prorail uit te voeren planuitwerkingen en verkenningen;

  • door IenM uit te voeren planuitwerkingen en verkenningen;

  • voorbereiding van de uitvoering van nieuwbouwprojecten Spoor;

  • uitvoering van deze projecten.

13.03.01 Realisatieprogramma personenvervoer spoor

Afgesloten projecten

Onderstaande projecten zijn afgesloten en indien noodzakelijk zijn de resterende werkzaamheden toegevoegd aan het projectbudget Nazorg gereedgekomen lijnen en halten:

  • NSP Rotterdam

  • Station Nijmegen Lent

  • Station Maastricht Noord

  • PHS vervanging Diezebrug

  • Geluid: Versnelling aanleg raildempers

  • Punctualiteits- en capaciteitsknelpunten: Flevolijn

  • Regionet: Hoofddorp Vorkaansluiting en keersporen

  • Regionet: Halte Hemboog / Perronkap

  • Regionet: Station Holdendrecht

  • Regionet: Station Watergraafsmeer

  • Regionet: Station Almere Poort

Nieuw opgenomen projecten

Aanleg ATBvv op A2 corridor en Brabantroute

Eén van de maatregelen om de railveiligheid te verbeteren is de aanpak van zogenaamde rood-sein-passages (stoptonend sein passages ofwel «STS-passages»). Door de implementatie van het systeem Automatische TreinBeïnvloeding Verbeterde versie (ATB-Vv) bij seinen worden zowel de kans op STS-passages als de daaraan verbonden risico’s, als zo’n STS-passage toch plaatsvindt, gereduceerd. Eind 2014 waren circa 2.500 seinen hiermee uitgerust. Op 25 november 2014 heeft de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu de Tweede Kamer geïnformeerd over haar voornemen om, in aanvulling hierop, 400 extra seinen hiermee uit te rusten (Kamerstukken II, 2014–2015, 29 893, nr. 177). Deze zullen worden aangelegd op de twee corridors waar in de komende jaren de intensiteit van het treinverkeer het sterkst zal toenemen. De bijdrage aan de railveiligheid zal hier naar verwachting het grootst zijn. Het betreft de volgende corridors:

  • De zogenaamde «A2-corridor» tussen Alkmaar en Maastricht. Op een deel van deze corridor zal naar verwachting al vanaf 2017 een intensievere treindienst plaatsvinden in het kader van het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS).

  • De zogenaamde «Brabantroute» tussen Kijfhoek en de Duitse grens bij Venlo. Ook dit is één van de PHS-corridors. Bovendien zal het goederenverkeer op dit traject in de komende jaren toenemen als gevolg van de aanleg van het derde spoor langs de Betuweroute van Zevenaar/Emmerich tot Oberhausen. Hierdoor zal de spoorcapaciteit van de grensovergang bij Zevenaar beperkt worden en, als gevolg daarvan, meer goederenverkeer gebruik gaan maken van de grensovergang bij Venlo en de Brabantroute.

De totale kosten van de aanleg worden geraamd op € 19,4 miljoen. Dekking heeft voor € 12,1 miljoen plaats gevonden vanuit het programma BOV (vanuit de reguliere gereserveerde middelen ten behoeve van de vervanging van beveiligingsinstallaties) en voor € 7,3 miljoen vanuit de bestaande reservering voor ATB-Vv-seinen in PHS omdat de aanleg gedeeltelijk veroorzaakt wordt door intensivering van het treinverkeer als gevolg van PHS.

Cameratoezicht op stations

Om de agressie tegen het treinpersoneel aan te pakken is in overleg met ProRail bekeken op welke stations, waar nu nog geen camera’s zijn, cameratoezicht noodzakelijk is. Op dertig kleine en middelgrote stations gaat cameratoezicht gerealiseerd worden. De realisatie start in het eerste kwartaal van 2016. Voor de aanleg hiervan, alsmede voor de tijdelijke huur van camera’s op twaalf prioritaire stations en een pilot met beeldschermen voor de duur van een jaar op de stations Rotterdam Lombardijen en Den Haag Hollands Spoor, wordt € 13,3 miljoen ter beschikking gesteld aan ProRail. De dekking heeft plaatsgevonden vanuit het programma Kleine Functiewijzigingen. De beheer- en onderhoud kosten en operationele kosten voor de periode 2017–2024 (in 2024 vindt een evaluatie van de genomen maatregelen plaats) ad € 7,9 miljoen zijn eveneens gedekt uit bovengenoemd programma en overgeboekt naar 13.02 Beheer, onderhoud en vervanging.

Overige wijzigingen

PHS DSSU (incl. voorfinanciering)

Het projectbudget is opgehoogd met € 29,5 miljoen in verband met gevolgkosten van ontwerpaanpassingen voor het waarborgen van de veiligheid en aanpassing van de complexe bouwfasering om de mate van hinder voor reizigerstreinen gedurende de bouw terug te dringen. Dekking heeft plaatsgevonden vanuit de investeringsruimte (13.08).

Aki plan en veiligheidsknelpunten

Het projectbudget is verlaagd met € 2,4 miljoen in verband met een gerealiseerde aanbestedingsmeevaller op het deelproject spoorkruising Didam. Daarnaast bleek het mogelijk om het programmabudget, gelet op de geraamde kosten voor het nog laatste binnen dit programma te beschikken deelproject Dolderseweg, te verlagen met € 1,3 miljoen. De vrijvallende gelden zijn toegevoegd aan de investeringsruimte (13.08).

Nazorg gereed gekomen lijnen/halten

Op basis van een inventarisatie van nog uit te voeren werkzaamheden en rekening houdend met de mogelijke risico’s bleek het verantwoord het projectbudget te verlagen met € 4,3 miljoen. De vrijvallende gelden zijn toegevoegd aan de investeringsruimte (13.08).

Programma Kleine functiewijzigingen

De binnen dit programma gereserveerde middelen voor opstelcapaciteit Uitgeest ad € 14,6 miljoen zijn overgeboekt naar PHS. Bij PHS is aanvullende opstelcapaciteit bij Uitgeest nodig en om die reden wordt de totaal benodigde opstelcapaciteit gerealiseerd onder PHS.

Daarnaast is het projectbudget verlaagd met € 21,2 miljoen. Zie voor de toelichting de tekst bij Cameratoezicht op stations (opgenomen onder «nieuw opgenomen projecten»).

Punctualiteits- en capaciteitsknelpunten

De aanleg van de vrije kruising Transformatorweg is niet meer aan de orde, omdat in de plaats daarvan in het kader van PHS Amsterdam Centraal een vrije kruising bij Dijksgracht wordt aangelegd. Om die reden zijn de gemaakte planstudiekosten ad € 1,4 miljoen conform afspraak met de Regio weer aan het projectbudget Regionet toegevoegd en is het resterende budget ad € 53,1 miljoen toegevoegd aan PHS ter dekking van de kosten van de integrale aanpak van Amsterdam Centraal.

Regionet

Zie toelichting onder Punctualiteits- en capaciteitsknelpunten.

Vleuten- Geldermalsen 4/6 sporen (incl. RSS)

Binnen het totale projectbudget was € 20,9 miljoen gereserveerd voor risico’s en onvoorziene uitgaven op de lopende deelprojecten. Aangezien de meeste aanbestedingen hebben plaatsgevonden en het de verwachting is dat de resterende risico’s, indien deze zich voordoen, opgevangen kunnen worden binnen het huidige projectbudget onvoorzien is het niet noodzakelijk deze € 20,9 miljoen binnen het projectbudget Vleugel gereserveerd te houden. De vrijvallende gelden zijn toegevoegd aan de investeringsruimte (13.08).

OV Terminal stationsgebied Utrecht

In 2007 is voor dit project een subsidiebeschikking verstrekt. De subsidieaanvraag was als gevolg van eerder ontstane indexeringsverschillen hoger dan de uiteindelijk verstrekte subsidiebeschikking. Bij het verstrekken van de subsidiebeschikking is toentertijd een garantstelling afgegeven dat, indien de hogere kosten als gevolg van deze indexeringsverschillen gedurende de uitvoering niet inpasbaar bleken binnen het projectbudget, deze middelen alsnog zouden worden toegevoegd. Inpassing is niet mogelijk gebleken. De binnen de begroting gereserveerde middelen ad € 12,4 miljoen (post reservering BC NSP 13.03.04) zijn daarom toegevoegd aan het projectbudget. Daarnaast is het projectbudget opgehoogd met € 53,2 miljoen als gevolg van een langere doorlooptijd van twee jaar waardoor de kosten voor toezicht, administratie en projectbegeleiding zijn toegenomen als ook de kosten van de aannemer door opgelopen vertragingen en omzetderving.

Traject Oost

Als gevolg van een gerealiseerde aanbestedingsmeevaller is het budget van het deelproject Bunnik verlaagd met € 6,8 miljoen. Deze gelden zijn toegevoegd aan de investeringsruimte (13.08).

Spoorwegovergang Soestdijkseweg Bilthoven

Als gevolg van onbenodigd onvoorzien is het projectbudget verlaagd met € 1,8 miljoen. Deze gelden zijn toegevoegd aan de investeringsruimte (IF 13.08).

Afdekking Risico’s Spoorprogramma

De middelen ter grote van € 29 miljoen zijn overgeboekt naar IF 17.03 en toegevoegd aan het projectbudget HSL ter dekking van de te maken kosten voor geluidsanering en zettingsproblematiek.

Intensivering Spoor in Steden

Het projectbudget is verlaagd met € 1,6 miljoen naar aanleiding van een scopeaanpassing bij het deelproject Goes. De vrijvallende middelen zijn toegevoegd aan de investeringsruimte (13.08).

Regionale lijnen Gelderland

Vanwege het afgeven van de realisatiebeschikking Valleilijn is € 4 miljoen overgeboekt vanuit het planuitwerkingsbudget (artikel 13.03.04) en toegevoegd aan het realisatiebudget. Via deze subsidiebeschikking wordt de realisatie van de eerste tranche aan maatregelen voor de Valleilijn gefinancierd naar aanleiding van de de Quick Scan Regionale Markt- en Capaciteitsanalyse (RMCA). In deze 1e tranche worden Robuustheids Verhogende Maatregelen (RVM; dit zijn snelheidsverhogende maatregelen) gerealiseerd ten behoeve van het op niveau houden van de punctualiteit van de Valleilijn tussen Barneveld-aansluiting en Lunteren, nu ook de nieuwe stations Hoevelaken en Barneveld-Zuid worden aangedaan.

Projectoverzicht behorende bij artikelonderdeel 13.03.01 Spoorwegen personenvervoer; realisatie
 

Totaal

Budget in € mln

Oplevering

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

later

huidig

vorig

Projecten Nationaal

                       

Benutten

                       

ERTMS-pilot Amsterdam-Utrecht en ERTMS expertisecentrum1

9

9

4

2

1

1

       

2012– 2015

2012– 2015

Geluidsanering Spoorwegen

628

626

22

3

12

28

35

62

85

382

divers

divers

Uitvoeringsprogramma geluid emplacementen (UPGE)

29

29

12

1

8

5

0

3

0

0

divers

divers

Cameratoezicht op stations

13

   

1

9

3

       

2017

 

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer

                       

PHS DSSU (inclusief voorinvestering)

316

285

111

55

90

55

5

     

2016

2016

Kleine stations

78

78

33

3

4

10

7

10

11

 

divers

divers

Overige projecten/programma's/lijndelen etc.

                       

AKI-plan en veiligheidsknelpunten

392

395

332

10

16

19

5

6

4

0

divers

divers

Fietsparkeren bij stations

222

221

27

14

14

14

14

14

14

111

divers

divers

Nazorg gereedgekomen lijnen/halten

38

46

 

15

6

6

6

5

0

0

divers

divers

Ontsnippering

82

81

25

5

12

15

10

3

5

6

divers

divers

Programma Kleine Functiewijzigingen

506

540

84

35

46

53

54

53

55

125

divers

divers

Punctualiteits-/capaciteitsknelpunten

252

306

128

27

28

18

15

15

15

6

divers

divers

Reistijdverbetering

15

15

14

1

0

0

0

0

0

0

2015

2014

Toegankelijkheid stations

504

503

88

43

35

37

42

44

40

176

divers

divers

Aanleg ATBvv op A2 corridor en Brabantroute

19

0

 

1

6

11

2

     

2017

 

Kleine projecten personenvervoer

18

18

0

1

4

7

4

1

0

0

divers

divers

Projecten Noord-Holland, Utrecht en Flevoland

                       

Amsterdam-Almere-Lelystad

                       

OV SAAL korte termijn

777

775

313

164

145

59

49

48

0

 

2016

2016

Stations en stationsaanpassingen

                       

Amsterdam CS, Cuypershal

26

26

14

0

6

3

2

0

0

0

2014– 2016

2014– 2016

Amsterdam CS, Fietsenstalling

35

35

4

1

29

1

0

0

0

0

2016– 2019

2016– 2019

Overige projecten/lijndelen etc.

                       

Regionet (inclusief verkeersmaatregelen Schiphol)

189

187

158

5

8

5

5

4

3

0

divers

divers

Vleuten – Geldermalsen 4/6 sporen (incl. RSS)

933

953

728

32

66

46

41

15

4

0

2005 e.v.

2005 e.v.

Stations en stationsaanpassingen

                       

OV-terminal stationsgebied Utrecht (VINEX/NSP)

412

346

272

45

65

30

0

0

0

0

2016

2016

Overige projecten/lijndelen etc.

                       

Spoorwegovergang Soestdijkseweg te Bilthoven

31

32

24

5

1

0

0

0

0

0

2013– 2015

2013– 2015

Projecten Zuidvleugel

                       

Stations en stationsaanpassingen

                       

Den Haag CS perronsporen 11 en 12

38

38

7

1

1

0

8

11

7

3

2020– 2021

2018

Overige projecten/lijndelen etc.

                       

Rijswijk – Schiedam incl. spoorcorridor Delft

553

553

528

25

0

0

0

0

0

0

2015– 2017

2015– 2017

Projecten Brabant

                       

Stations en stationsaanpassingen

                       

Breda Centraal (t.b.v. NSP)

75

75

58

17

0

0

0

0

0

0

2016– 2017

2016– 2017

Projecten Oost Nederland

                       

Utrecht-Arnhem-Zevenaar

                       

Arnhem Centraal (t.b.v. NSP)

108

108

94

10

4

0

0

0

0

0

2011– 2015

2011– 2015

Traject Oost uitv. convenant DMB2

233

247

28

27

26

41

48

27

19

17

divers

divers

Overige projecten/lijndelen etc.

                       

Regionale lijnen Gelderland

18

14

4

6

6

2

 

0

0

0

divers

divers

Projecten Noord Nederland

                       

Partiële spooruitbreiding Groningen-Leeuwarden

11

11

10

1

0

0

0

0

0

0

divers

divers

Sporendriehoek Noord-Nederland

135

134

35

10

17

20

27

11

10

4

divers

divers

Afrondingen

     

1

1

 

3

1

– 1

1

   

Totaal ProRail projecten

6.695

 

3.157

567

666

489

382

333

271

831

   

Overige (niet ProRail) projecten

                       

Afdekking risico's spoorprogramma's

0

29

0

0

0

0

0

0

0

0

   

Intensivering Spoor in steden (I)

244

246

199

7

15

15

9

0

0

0

   

Spoorzone Ede

42

42

11

0

24

7

0

0

0

0

   

Totaal overige (niet ProRail) Projecten

286

 

210

7

39

22

9

0

0

0

   

Totaal uitvoeringsprogramma

6.981

 

3.367

574

705

511

391

333

271

831

   

Realisatieuitgaven op IF 13.03.01 mbt planuitwerking

     

4

3

23

2

1

       

Programma Realisatie (IF 13.03.01)

     

578

708

534

393

334

271

831

   

Budget Realisatie (IF 13.03.01)

     

578

672

546

405

346

271

831

   

Overprogrammering (–)

       

– 36

12

12

12

       
1

Van het totale budget is € 6 mln aan Prorail beschikt. De overige kosten zijn voornamelijk bestemd voor ombouw materieel, opleidingskosten en de ontwikkeling van een referentiesysteem.

2

Inclusief uitgaven mbt planuitwerking verantwoord op 13.05.01

13.03.02 Realisatieprogramma goederenvervoer spoor

Optimalisering Goederencorridor Rotterdam-Genua

Een deel van de over de Betuweroute rijdende goederenlocomotieven functioneerde niet correct op de nieuw aangelegde ERMTS level-1 waardoor een tijdelijke aanpassing van de ERTMS in de infra nodig was. Daarnaast zijn zowel de emplacementen in het havengebied als de havenspoorlijn onder ERTMS gebracht waarmee ze op het gewenste veiligheidsniveau zijn gebracht. Deze twee scopeaanpassingen hebben geleid tot een ophoging van het projectbudget met € 2 miljoen.

Uitvoeringsprogramma Goederenroute Elst-Deventer-Twente (NaNov)

In het budget van het programma NaNOV was onder andere een reservering opgenomen voor het bouwen van een extra spoor bij Deventer-Oost om keren en kopmaken van goederentreinen uit Zutphen naar Oldenzaal/grens en andersom mogelijk te maken. Bij de start van het PHS-project Goederenroute Oost-Nederland is de reservering in het NaNOV-budget «bevroren» omdat het kopmaken te Deventer een van de varianten was die in het kader van PHS-GON werd onderzocht. Bij de besluitvorming over PHS-onderdelen in juni 2014 (Kamerstukken II, 2013–2014, 32 404, nr. 74 dd 17 juni 2014) is besloten dat de Goederenroute Oost-Nederland (inclusief kopmaken te Deventer) in ieder geval tot rond 2030 niet nodig is. De reservering in het NaNOV-budget is daardoor niet meer nodig; de vrijvallende gelden ad € 16 miljoen zijn toegevoegd aan de investeringsruimte (13.08).

Nazorg gereed gekomen projecten

Op basis van een inventarisatie van nog uit te voeren werkzaamheden en rekening houdend met de mogelijke risico’s bleek het verantwoord het projectbudget te verlagen met € 2,2 miljoen.

Projectoverzicht behorende bij artikelonderdeel 13.03.02 Spoorwegen goederenvervoer; realisatie
 

Totaal

Budget in € mln

Oplevering

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

later

huidig

vorig

ProRail Projecten

                       

Projecten nationaal

                       

PAGE risico reductie

18

18

8

0

3

2

2

2

0

0

divers

divers

Optimalisering Goederencorridor Rotterdam-Genua1

173

171

55

51

34

21

7

0

0

6

2014 e.v.

2013 e.v.

Aslasten Cluster III realisatie

1

1

1

                 

Projecten Oost Nederland

                       

Uitv.progr Goederenroute Elst-Deventer-Twente (NaNov)1

138

154

54

8

11

30

23

12

0

0

divers

divers

Projecten Zuidwestelijke delta

                       

Geluidmaatregelen Zeeuwselijn

27

27

10

1

7

7

1

0

 

0

2014– 2017

2014– 2017

Projecten Zuidvleugel

                       

Spooraansluiting 2e Maasvlakte achterlandverbinding1

217

217

67

4

6

12

36

39

15

39

2014 e.v.

2014 e.v.

Overige projecten

                       

Nazorg gereedgekomen projecten

2

4

 

0

0

1

1

0

0

0

divers

divers

Afrondingen

           

1

1

 

– 1

   

Totaal ProRail Projecten

576

 

195

64

61

73

71

54

15

44

   

Overige (niet ProRail) Projecten

     

0

0

0

0

0

0

0

   

Totaal uitvoeringsprogramma

576

 

195

64

61

73

71

54

15

44

   

Uitgaven mbt planuitwerking op IF 13.03.05

     

– 3

– 8

– 1

           

Programma Realisatie (IF 13.03.02)

     

61

53

72

71

54

15

44

   

Budget Realisatie (IF 13.03.02)

     

61

53

72

71

54

15

44

   

Overprogrammering (–)

                       
1

Inclusief uitgaven mbt planuitwerking verantwoord op 13.05.02/13.03.05

13.03.04 Planuitwerking personenvervoer spoor

Wijzigingen

Lenteakkoord impuls voor 4 spoorlijnen

Naar aanleiding van de gemaakte afspraken met de provincie Gelderland en Overijssel zijn de gereserveerde gelden ad € 17,5 miljoen overgeboekt naar het Ministerie van Binnenlandse Zaken en worden in de periode 2016–2017 uitgekeerd via het Provinciefonds.

Quick scan decentraal spoor Oost-Nederland

Vanwege het afgeven van de realisatiebeschikking Valleilijn is € 4 miljoen overgeboekt vanuit het planuitwerkingsbudget (artikel 13.03.04) en toegevoegd aan het realisatiebudget (artikel 13.03.01). Via deze subsidiebeschikking wordt de realisatie van de eerste tranche aan maatregelen voor de Valleilijn gefinancierd naar aanleiding van de Quick Scan Regionale Markt- en Capaciteitsanalyse (RMCA). In deze 1e tranche worden Robuustheids Verhogende Maatregelen (RVM; dit zijn snelheidsverhogende maatregelen) gerealiseerd ten behoeve van het op niveau houden van de punctualiteit van de Valleilijn tussen Barneveld-aansluiting en Lunteren, nu ook de nieuwe stations Hoevelaken en Barneveld-Zuid worden aangedaan.

Grensoverschrijdend Spoorvervoer

Naar aanleiding van de gemaakte afspraken met de provincie Limburg zijn de gereserveerde gelden ad € 6,5 miljoen voor het project Heerlen-Aken elektrificatie overgeboekt naar Ministerie van Binnenlandse Zaken en worden uitgekeerd in de periode 2016–2018 via het Provinciefonds.

PHS

Vanuit het projectbudget is € 7,3 miljoen overgeboekt naar het realisatieproject Aanleg ATBvv op A2 corridor en Brabantroute omdat de aanleg hiervan gedeeltelijk veroorzaakt wordt door intensivering van het treinverkeer als gevolg van PHS. Daarnaast is het projectbudget opgehoogd met € 53,1 miljoen vanuit het project punctualiteits- en capaciteitsknelpunten, met € 45,4 miljoen vanuit het projectbudget OV SAAL MLT en met € 14,5 miljoen vanuit het programma Kleine functiewijzigingen. Zie de betreffende projecten voor een nadere toelichting op deze overboekingen. Tevens is € 85,9 miljoen toegevoegd vanuit de investeringsruimte ter dekking van de meerkosten Rijswijk – Delft Zuid. Het oorspronkelijke budget was gebaseerd op een globalere indicatie ten behoeve van de Voorkeursbeslissing voor het gehele programma PHS uit 2010. Ten behoeve van het Ontwerp Tracébesluit (OTB) is een nieuwe kostenraming opgesteld. Deze bleek € 85,9 miljoen duurder uit te vallen.

Financiering van PHS zou deels plaatsvinden via een leenfaciliteit van € 875 miljoen (Kamerstukken II, 2009–2010, 28 165, nr. 105). De rente en aflossing van de eerste € 675 miljoen zou door het Ministerie van Financiën worden gedragen en de resterende € 200 miljoen door IenM. Bij nadere uitwerking van de vormgeving van de leningen bleek sprake van een substantieel BTW en prijsindexatie risico. In overleg met de Minister van Financiën is hierop besloten geen leningen aan te gaan voor PHS maar om artikel 13 van het Infrastructuurfonds (en hiermee het PHS budget) te verhogen met de € 675 miljoen waarvoor het Ministerie van Financiën de aflossing zou dragen. IenM had voor de periode tot en met 2028 € 116 miljoen aan rente en aflossing gereserveerd voor de lening van € 200 miljoen. Na het besluit tot kaderverhoging in plaats van lenen is deze € 116 miljoen eveneens toegevoegd aan het PHS budget. Het vervallen van de leenfaciliteit voor PHS levert hierdoor in de periode tot en met 2028 een kasspanning op van € 84 miljoen. Deze spanning wordt opgevangen binnen PHS.

OV SAAL

Vanuit het OV SAAL MLT budget is € 45,4 miljoen overgeboekt naar het budget van het programma PHS, waar OV SAAL onderdeel van is, omdat de binnen het projectbudget OV SAAL MLT gereserveerde middelen voor de uitbreiding op de Flevolijn in Almere, met uitzondering van € 1,5 miljoen voor de aanpak van het fietsparkeren in Almere Centrum en Almere Poort, niet nodig blijken. Dit gezien het in augustus 2013 genomen besluit over het middellange termijn pakket OV SAAL waarin op de Flevolijn geen extra sporen in Almere zijn opgenomen.

Projectoverzicht behorende bij 13.03.04: Planuitwerkingsprogramma personenvervoer

Bedrag x € 1 mln.

Budget

 

Planning

 

Projectomschrijving

huidig

vorig

PB of TB

Indienststelling

Verplicht

       

Realisatieuitgaven op IF13.03.01 mbt planuitwerkingsprojecten

– 33

0

   

Projecten Nationaal

       

Kleine projecten Personenvervoer

5

5

 

divers

Reservering opbouw compensatie NS

158

157

 

divers

Projecten Oost-Nederland

       

Quick scan decentraal spoor Oost-Nederland

15

19

 

2011–2017

Lenteakkoordimpuls voor 4 spoorlijnen Oost-Nederland

0

25

 

2015–2018

Zwolle – Herfte1

190

189

 

2017–2021

Gebonden

       

Projecten Nationaal

       

Grensoverschr. Spoorvervoer

18

20

 

divers

Beter Benutten Decentraal Spoor (Decentraal Spoor, fase 2 (NMCA))

85

85

 

divers

Grensoverschr. Spoorvervoer, fase 2

43

43

 

2014–2018

Progr.Hoogfreq.Spoor (PHS)

2.437

1.447

 

divers

Reservering Businesscase NSP

0

12

   

Programma overwegen

203

202

 

divers

Projecten Noordwest-Nederland

       

OV Schiphol-Amsterdam-Almere-Lelystad MLT

404

448

   

Bestemd

10

129

   

Projecten in voorbereding

       

Projecten Nationaal

       

Overige projecten in voorbereiding

       

Gesignaleerde risico's

       

Totaal planuitwerkingsprogramma

3.535

     

Begroting (IF 13.03.04)

3.535

     

Legenda:

TB = Tracébesluit

PB = Projectbesluit

1

Bedrag is exclusief bijdrage regio van € 36 mln.

Onderstaand is de budgetflexibiliteit voor de periode 2015–2028 weergegeven voor aanleg planuitwerkingen en verkenningen door inzicht te verstrekken in de opbouw van de MIRT-budgetten tot en met 2028.

13.03.05 Planuitwerkingsprogramma Goederenvervoer
Projectoverzicht behorende bij 13.03.05: Planuitwerkingsprogramma goederenvervoer

Bedrag x € 1 mln.

Budget

 

Planning

 

Projectomschrijving

huidig

vorig

PB of TB

Indienststelling

Verplicht

       

Planuitwerkingskosten op realisatieprogramma IF 13.03.02

13

13

   

Gebonden

       

Projecten Nationaal

       

Aslastencluster III

     

divers

Projecten Zuidvleugel

       

Kleine project Goed

17

17

 

divers

Calandbrug

158

157

 

2020

Bestemd

       

Projecten in voorbereiding

       

Overige projecten in voorbereiding

       

Gesignaleerde Risico's

       

Totaal planuitwerkingsprogramma

188

     

Begroting (IF 13.03.05)

188

     

Onderstaand is de budgetflexibiliteit voor de periode 2015–2028 weergegeven voor aanleg planuitwerkingen en verkenningen door inzicht te verstrekken in de opbouw van de MIRT-budgetten tot en met 2028.

13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

Motivering

De Staat betaalt voor de beschikbaarheid van de HSL-infrastructuur, zoals deze door het consortium Infraspeed is ontworpen, gebouwd (enkel de bovenbouw) en wordt onderhouden (onder- en bovenbouw), volgens de contractuele overeenkomst tussen beide partijen. Het contractbeheer wordt uitgevoerd door ProRail, onder regie van IenM.

Producten

Het kabinet heeft in januari 1999 ingestemd met het model voor privatisering van de HSL-Zuid. De PPS (Publiek Private Samenwerking) is bij de onderdelen infraprovider, vervoer en stations elk op afzonderlijke wijze tot stand gekomen. Eind 2001 zijn de contracten met de infraprovider en de vervoerder getekend. Vanaf augustus 2004 is de infraprovider begonnen met het werk aan de bovenbouw. Voor de onderbouw gold dat de HSL-Zuid onderdelen gefaseerd werden opgeleverd voor de start van de werkzaamheden van de infraprovider. Op het zuidelijke deel was de eerste oplevering augustus 2004. De laatste oplevering op het noordelijke deel was in december 2005. De bovenbouw van het zuidelijke deel is opgeleverd in juli 2006 en het noordelijke deel in december 2006.

Projectoverzicht behorende bij 13.04: Geintegreerde contractvormen/PPS Spoorwegen

Bedrag x € 1 mln.

huidig

vorig

t/m 2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

later

Beschikbaarheidsvergoeding

3.626

3.626

1.190

148

150

152

152

156

163

1.515

Rente- en belastingaanpassingen

– 37

– 90

– 89

13

3

3

3

3

3

24

Werkzaamheden ex artikel 17.03 (pilot geluid)

13

16

9

2

2

         

Diverse afrekeningen

36

27

10

5

2

1

1

1

1

15

Totaal

3.638

 

1.120

168

157

156

156

160

167

1.554

Begroting (IF 13.04)

     

168

157

156

156

160

167

1.554

De totale uitgaven stijgen per saldo met € 61 miljoen. Dit bestaat uit een verhoging van € 63 miljoen voor belastingaanpassingen en een verlaging van € 2 miljoen in verband met de overheveling naar het aanlegbudget HSL-Zuid inzake de resterende middelen van de pilot geluid Lansingerland (zie artikel 17.03).

Belastingaanpassing:

In overleg met het Ministerie van Financiën en de Belastingdienst zijn de uitgaven met € 63 miljoen verhoogd in verband met belastingaanpassingen («tax adjustments») op het contract tussen IenM en Infraspeed. Voor de Staat als geheel betreft het een budgetneutrale wijziging omdat Infraspeed dit bedrag vervolgens volledig aan de Belastingdienst betaalt.

Renteaanpassingen:

Door de lage rentestand vindt ook een renteaanpassing («hedging adjustments») plaats van € 9 miljoen (lagere uitgaven). Dit bedrag blijft vooralsnog gereserveerd binnen dit artikel op de post diverse afrekeningen.

13.07 Rente en Aflossing

Motivering

Onder deze categorie uitgaven vallen de rente en aflossing van de bij ProRail uitstaande leningen, waarmee in het verleden spoorinfrastructuur gefinancierd is en in de toekomst gefinancierd wordt.

Bestaande leningen

Producten

In de periode 2005–2013 is voor € 1,8 miljard aan leningen bij ProRail afgelost. Het grootste deel hiervan is gefinancierd met het in 2009/2010 uitgekeerde Superdividend van de NS. Deze schuldreducties hebben geleid tot een verlaging van de rentelasten van € 130 miljoen in 2005 tot € 17 miljoen in 2014. Het uitstaand saldo van de leningen per eind 2014 bedroeg nog € 313 miljoen. Hiervan moet ProRail in 2017 € 166 miljoen aflossen, in 2020 € 75 miljoen en in 2027 € 72 miljoen. Er is nog niet besloten of tot herfinanciering of schuldreductie wordt overgegaan. Om deze reden zijn voor deze leningen de rentekosten structureel in de begroting opgenomen (en geen aflossingen).

Nieuwe leningen

In 2009 is besloten om een deel van PHS te financieren met een leenfaciliteit (Kamerstukken II, 2009–2010, 28 165, nr. 105) van € 875 miljoen, waarvan de rente en aflossing van de eerste € 675 miljoen door het Ministerie van Financiën zou worden gedragen en de resterende € 200 miljoen door IenM. In overleg met de Minister van Financiën is besloten om geen nieuwe leningen aan te gaan voor PHS maar om artikel 13 van het Infrastructuurfonds te verhogen met de € 675 miljoen waarvoor het Ministerie van Financiën de aflossing zou dragen.

Uitgaven

Bedragen x € 1 miljoen
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Rente leningen

17

17

17

17

17

17

Nog te verreken aflossing 2012

32

         

Aflossing leningen

   

166

   

75

Herfinanciering leningen

   

– 166

   

– 75

Totaal

49

17

17

17

17

17

13.08 Investeringsruimte

Motivering

Op dit artikelonderdeel wordt de voor dit artikel beschikbare investeringsruimte tot en met 2028 verantwoord. De investeringsruimte is grotendeels benodigd voor risico’s. Nadere besluiten worden – mede gezien de uitkomsten van de audit naar de BOV-kosten – betrokken bij de herijking en de gesprekken over de herijking met betrokkenen4.

De in de begroting 2015 opgenomen stand van de beschikbare investeringsruimte tot en met 2028 bedroeg € 992 miljoen. Door de hieronder vermelde belangrijkste (budgettaire) aanpassingen bedraagt deze ruimte in de ontwerpbegroting 2016 nu € 906 miljoen.

  • Vrijval van middelen: reservering akkoord treinverbinding Nederland – België (+ € 4 miljoen), Spodo scopeaanpassing Goes (+ € 2 miljoen), Nazorg Personen/Goederen (+ € 7 miljoen), AKI/PVVO (+ € 4 miljoen), programma NaNov (+ € 16 miljoen), Vleuten-Geldermalsen (+ € 21 miljoen), BOV subsidievaststelling 2013 en vrijval Actieplan (+ € 39 miljoen), Traject Oost Bunnik; aanbestedingsmeevaller (+ € 7 miljoen), spoorwegovergang Soestdijkseweg onbenodigd onvoorzien (+ € 2 miljoen), herberekening rente en aflossing leenfaciliteit (+ € 3 miljoen).

  • Saldo prijsbijstelling 2015 (voornamelijk gereserveerd voor de prijsbijstelling BOV 2015) (+ € 73 miljoen) en hogere concessievergoeding NS als gevolg van indexatie naar prijspeil 2015 (+ € 17 miljoen).

  • Een verlaging met € 29,5 miljoen ten behoeve van het project PHS DSSU in verband met gevolgkosten van ontwerpaanpassingen voor het waarborgen van de veiligheid en aanpassing van de complexe bouwfasering om de mate van hinder voor reizigerstreinen gedurende de bouw terug te dringen.

  • Ontvangen boetes NS 2013/2014 en boete ProRail 2014 (+ € 6 miljoen).

  • Bijdrage aan de Topsector Logistiek (– € 17 miljoen).

  • Meerkosten Rotterdam-Genua (– € 2 miljoen), kosten geluidproblematiek HSL (– € 49 miljoen), kosten GSMR interferentie (– € 15 miljoen), meerkosten Rijswijk – Delft Zuid (– € 86 miljoen), meerkosten OV Terminal stationsgebouw Utrecht (NSP) (– € 53 miljoen), kosten NSP Zuidasdok (– € 9 miljoen).

  • Bijdrage aan de rijksbrede taakstelling Generale Digitale Infrastructuur (– € 20 miljoen),

  • Bijdrage aan Eenvoudig Beter (– € 5 miljoen).

De genoemde mee- en tegenvallers op de specifieke projecten zijn eveneens toegelicht bij het betreffende artikelonderdeel van waaruit het project gefinancierd wordt.

13.08 Investeringsruimte Spoorwegen
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Investeringsruimte

22.276

35.409

76.230

101.916

77.966

77.311

92.400

Kaseffect verwerking index 2013

0

– 18.455

0

0

0

0

0

Kaseffect verwerking index 2014

0

1.083

0

0

0

0

0

Totaal

22.276

18.037

76.230

101.916

77.966

77.311

92.400

13.08 Investeringsruimte Spoorwegen
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Totaal

Investeringsruimte

65.544

56.732

65.793

64.397

56.920

57.181

55.698

905.772

Kaseffect verwerking index 2013

0

0

0

0

0

0

18.455

0

Kaseffect verwerking index 2014

0

0

0

0

0

0

– 1.084

0

Totaal

65.544

56.732

65.793

64.397

56.920

57.181

73.069

905.772

13.09 Ontvangsten

Motivering

Dit artikelonderdeel bevat de verantwoording van de bijdragen van derde partijen rechtstreeks aan IenM voor spooruitgaven. ProRail int de gebruiksvergoeding van vervoerders en onderhoudsbijdragen van derde partijen, deze zijn daarom gesaldeerd met de uitgaven opgenomen in de begroting onder artikel 13.02. Verrekeningen (subsidievaststellingen) met ProRail die betrekking hebben op afgesloten jaren zijn niet gesaldeerd met de uitgaven voor het lopende jaar, maar zijn gedesaldeerd opgenomen in de ontvangsten en uitgaven.

Concessievergoedingen

Producten

Deze zijn de Concessieprijs die NS betaalt voor de vervoerconcessie hoofdrailnet en de HSL-heffing die NS betaalt ter dekking van de uitgaven voor de aanleg van de HSL-Zuid infrastructuur, alsmede de betaling van de uitgestelde concessievergoeding HSL-Zuid 2009–2014.

Projectbijdragen decentrale overheden

Deze betreffen de bijdragen van decentrale overheden aan (MIRT-) projecten.

Afrekeningen ProRail/Havenbedrijf

Deze betreffen de afrekeningen van subsidies voor aanlegprojecten en beheer, onderhoud en vervanging over afgesloten begrotingsjaren en de aan het Havenbedrijf doorbelaste onderhoudskosten Tweede Maasvlakte.

Ontvangsten

Bedragen x € 1 miljoen
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Concessieprijs HRN 2015–2024

80

80

86

86

86

86

Verrekening beheervergoeding reisinformatie

– 8

– 8

– 8

– 8

– 8

– 8

Verrekening compensatie treindiensten België

– 6

– 3

– 3

– 3

– 3

– 3

Uitgestelde betalingen HSA 2009–2014

46

45

44

42

42

41

HSL-heffing 2015–2024

0

59

61

71

79

85

Correctieregeling energie

56

0

0

0

0

0

Boetes prestaties NS

6

0

0

0

0

0

Concessievergoedingen

174

173

180

188

196

201

PHS/Vught

0

127

0

0

0

0

Decentrale lijnen

3

0

3

0

6

0

Schiedam-Rijswijk

0

0

5

0

0

0

Bijdragen decentrale overheden

3

127

8

0

6

0

Afrekening subsidies en boetes prestaties ProRail

27

0

0

0

0

0

Afrekeningen ProRail

27

0

0

0

0

0

Totaal

204

300

188

188

202

201

4

Vanuit de LTSa is de Herijking van de spoorbudgetten aangekondigd. In lijn hiermee worden in 2015 de financiële reeksen van Prorail voor beheer, onderhoud en vervanging onderzocht mede in het licht van de door Prorail gesignaleerde druk op de meerjarige budgetten. Uiterlijk in de begroting 2016 worden de uitkomsten van het onderzoek opgenomen. In afwachting van de uitkomsten daarvan is ervoor gekozen de besluitvorming over de prijsbijstelling naar prijspeil 2014/2015 van de budgetten voor beheer, onderhoud en vervanging aan te houden tot de begroting 2017. Dit impliceert dat het budget ten behoeve van beheer, onderhoud en vervanging in prijspeil 2013 is uitgedrukt.

Licence