Base description which applies to whole site

Art.nr. 25. Emancipatie

A. Algemene doelstelling

Het realiseren van gendergelijkheid en gelijkheid wat betreft seksuele oriëntatie, genderidentiteit en geslachtskenmerken in de Nederlandse samenleving. Dit dient te geschieden op in ieder geval de terreinen: onderwijs, veiligheid, gezondheid, arbeidsmarkt, media, politiek, recht en leefvormen.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De rol van de Minister hierbij is primair het wegnemen van belemmeringen voor gender- en LHBTI-gelijkheid en vanuit de emancipatieportefeuille bevorderen dat relevante wet- en regelgeving waar nodig wordt aangepast. Andere verantwoordelijkheden zijn: het bieden van financiële ondersteuning aan maatschappelijke instellingen voor gender- en LHBTI-gelijkheid (lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuelen, transgender personen en mensen met een intersekse conditie) en het monitoren van ontwikkelingen in de samenleving. Daarnaast heeft de Minister, vaak samen met de maatschappelijke instellingen, een rol in het agenderen, coördineren, aanjagen en in het ontsluiten van kennis en expertise.

Stimuleren

Het instrument dat de Minister ter beschikking heeft, is wet- en regelgeving, zoals de subsidieregeling gender- en LHBTI-gelijkheid die vanaf 1 januari 2017 in werking is getreden. Deze regeling voorziet in het verstrekken van instellingssubsidies aan instellingen voor gender- en LHBTI-gelijkheid en projectsubsidies aan het maatschappelijk middenveld.

Onder de subsidieregeling gender- en LHBTI-gelijkheid zijn aan acht strategische allianties subsidies verstrekt voor de periode 2018 tot en met 2022.

Regisseren

Gemeenten ontvangen via decentralisatie-uitkeringen een bijdrage voor de uitvoering van de samenwerkingsafspraken over versterking en uitvoering van het lokale beleid op het gebied van gendergelijkheid en LHBTI-gelijkheid.

Indicatoren/kengetallen

Tabel 25.1 Indicatoren

Doelstelling/indicator

Basiswaarde

Eerdere realisatie

Tussenwaarde 2016

Streefwaarde

Bron

8

 

Het bevorderen van emancipatie1

Sociale acceptatie homoseksualiteit onder de bevolking

90% (2010)

93% (2014)

93%2

≥90%

LHBT monitor 2016 (SCP)

1

De ontwikkeling van de economische zelfstandigheid van vrouwen wordt gemonitord op de website OCW in Cijfers.

2

Het onderliggende onderzoek vindt tweejaarlijks plaats. Volgende meting is in 2018.

C. Beleidsconclusies

Het op dit artikel uitgevoerde beleid en de bijbehorende resultaten waren het afgelopen jaar conform de verwachtingen zoals opgenomen in de begroting. Voor het merendeel van de beleidsdoelstellingen zijn er geen grote afwijkingen in de realisatie en is bijstelling van het beleid niet nodig.

In het beleidsverslag worden de belangrijkste beleidsontwikkelingen beschreven. Als onderdeel van de aanpak vrouwen naar de top is in 2017 het wettelijk streefcijfer voor vrouwen in raden van bestuur of commissarissen verlengd tot 2020. Verschillende projecten gericht op LHBTI-jongeren en groepen waar de LHBT acceptatie achterblijft zijn ondersteund, zoals «Coming In» gericht op empowerment van rolmodellen en het bespreekbaar maken van seksuele diversiteit in christelijke kringen via de alliantie van christelijke LHBTI-organisaties.

Voor de vergroting van de economische zelfstandigheid van vrouwen hebben 25 centrumgemeenten gebruik gemaakt van de mogelijkheid van cofinanciering van hun activiteiten. Zij hebben hiermee lokale en regionale projecten uitgevoerd, gericht op het vergroten van economische zelfstandigheid en van arbeidsparticipatie van vrouwen.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 25.2 Budgettaire gevolgen van beleid art. 25 (Bedragen x € 1.000)
             

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2013

2014

2015

2016

2017

2017

2017

Verplichtingen

8.875

15.444

7.145

13.475

45.373

7.186

38.187

Uitgaven

13.408

13.124

12.968

11.614

12.363

14.172

– 1.809

                   

Bekostiging

4.148

4.148

4.148

4.198

6.199

4.198

2.001

Kennisinfrastructuur

4.148

4.148

4.148

4.198

6.199

4.198

2.001

 

Vrouwenemancipatie

2.948

2.948

2.948

2.948

2.949

2.948

1

 

LHBT

1.200

1.200

1.200

1.250

1.250

1.250

0

 

Gender- en LHBTI-gelijkheid

       

2.000

 

2.000

                   

Subsidies

6.995

7.370

6.814

5.985

4.963

7.123

– 2.160

Subsidieregeling emancipatie

2.332

2.590

291

0

0

0

0

 

Vrouwenemancipatie

2.135

2.590

267

     

0

 

LHBT

197

 

24

     

0

   

Subsidieregeling emancipatie 2011

4.031

4.780

6.523

5.985

4.266

7.123

–2.857

 

Vrouwenemancipatie

1.363

2.568

3.687

3.846

2.557

4.827

–2.270

 

LHBT

2.668

2.212

2.836

2.139

1.709

2.296

–587

 

Subsieregeling Gender- en LHBTI-gelijkheid

       

697

 

697

Regeling sociale veiligheid LHBT jongeren op school

632

0

0

0

0

0

0

 

LHBT

632

         

0

                   

Opdrachten

1.495

1.455

1.730

1.096

1.024

664

360

 

Vrouwenemancipatie

724

852

1.297

625

913

410

503

 

LHBT

771

603

433

471

111

254

–143

 

Gender- en LHBTI-gelijkheid

             
                   

Bijdrage aan agentschappen

151

151

151

145

137

135

2

 

Dienst Uitvoering Onderwijs

151

151

151

145

137

135

2

                   

Bijdrage aan medeoverheden

0

0

0

0

0

2.012

– 2.012

Gemeentefonds BZK

0

0

0

0

0

2.012

–2.012

 

Vrouwenemancipatie

         

1.953

–1.953

 

LHBT

         

59

–59

                   

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

619

0

125

190

40

40

0

 

LHBT

619

 

125

190

40

40

0

Ontvangsten

21

89

58

284

54

0

54

E. Toelichting op de instrumenten

De realisatie van de uitgaven in 2017 ligt € 1,8 miljoen lager dan oorspronkelijk begroot. De realisatie van de ontvangsten is € 0,05 miljoen hoger dan oorspronkelijk begroot. De verplichtingen zijn met € 38,2 miljoen verhoogd.

De realisatie van de verplichtingen is € 38,2 miljoen hoger ten opzichte van de oorspronkelijke begroting 2017. Dit betreft hoofdzakelijke het aangaan van de bekostiging van de 8 allianties (kennisinstituten) voor 5 jaar (2018 t/m 2022) € 38 miljoen.

Er is voor een bedrag van € 1,8 miljoen minder gerealiseerd. Zie hiervoor de toelichting bij het instrument «Subsidies» en «Bijdrage aan medeoverheden».

Bekostiging

Met deze middelen zijn zes instituten (thans Atria, COC, IHLIA, NVR,TNN en Women Inc) voor de Kennisinfrastructuur bekostigd. Het budget is met € 2 miljoen verhoogd. Dit bedrag is overgeboekt van het instrument subsidies naar het instrument bekostiging om in het 4e kwartaal 2017 het eerste voorschot te betalen voor de strategische partners die per 1 januari 2018 starten. Deze acht partners zijn merendeel allianties; in totaal vijftien organisaties.

Subsidies

Voor het uitvoeren van de Hoofdlijnenbrief Emancipatiebeleid 2013–2016 zijn subsidies verleend voor activiteiten die passen bij het beoogde emancipatiebeleid. De instrumenten die zijn ingezet voor het uitvoeren van de Hoofdlijnenbrief emancipatiebeleid 2013–2016 zijn de «Subsidieregeling emancipatie», de «Subsidieregeling emancipatie 2011» en de «Subsidieregeling gender- en lhbti- gelijkheid emancipatie 2017–2022». De realisatie op het instrument subsidies is € 2,1 miljoen lager dan oorspronkelijk begroot. Een bedrag van € 2 miljoen is overgeboekt naar het instrument bekostiging om in het 4e kwartaal 2017 het eerste voorschot te betalen voor de allianties die per 1 januari 2018 starten. Van het Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport is een bedrag van € 0,1 miljoen ontvangen voor een bijdrage aan de sport alliantie (NOC/NSF). Een kasschuif € 0,3 miljoen (van 2017 naar 2018) voor betalingen, die doorgeschoven zijn naar 2018.

Opdrachten

De middelen voor opdrachten zijn besteed aan onderzoeken en symposia. De realisatie op dit instrument is € 0,4 miljoen hoger dan oorspronkelijk begroot. Zie hiervoor de toelichting bij het instrument «Bijdrage aan mede-overheden».

Bijdrage aan agentschappen

Het betreft het aandeel in de uitvoeringskosten van DUS-I voor dit begrotingsartikel.

Bijdrage aan medeoverheden

Voor actieve gemeenten op het gebied van vrouwen- en LHBT- emancipatiebeleid wordt via een decentralisatie-uitkering budget overgeheveld naar het gemeentefonds. De verantwoordelijkheid voor deze middelen is belegd bij de gemeenten zelf. Een bedrag van € 0,9 miljoen is overgemaakt naar het Gemeentefonds voor 25 gemeenten om het programma economische zelfstandigheid uit te voeren met als doel om de economische zelfstandigheid van vrouwen te vergroten door het te stimuleren om stappen te zetten richting de arbeidsmarkt. Een bedrag van € 0,5 miljoen is overgemaakt naar het Gemeentefonds voor 37 gemeenten en de 4 grote steden met als de doel de «veiligheid, weerbaarheid en sociale acceptatie» van LHBT (Lesbische vrouwen, Homoseksuele mannen, Biseksuelen, Transgenderpersonen) verder te bevorderen. Een bedrag van € 0,2 miljoen is overgemaakt aan het gemeentefonds voor de gemeenten Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht die elk € 0,05 miljoen ontvangen voor het vergroten van de sociale acceptatie van LHBTI in biculturele gemeenschappen. Een bedrag van € 0,1 miljoen is overgemaakt naar het Gemeentefonds voor 10 gemeenten om het programma «We Van Young» uit te voeren. Het programma heeft als doel de relationele en seksuele weerbaarheid van jongeren te vergroten en daarmee een bijdrage leveren aan de preventie van geweld tegen vrouwen. Jongeren (changemakers) worden zich bewust van de ongelijkheid en stereotiepe beeldvorming die ten grondslag ligt aan geweld en proberen met eigen acties een cultuurverandering te realiseren.

Het budget op het instrument «Bijdrage aan medeoverheden» is verlaagd met een bedrag van € 0,4 miljoen ten gunste van het instrument «Opdrachten».

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

Bijdrage aan het Europese project «Rights, Equality and Citizenship Programme» van Transgender Europe (TGEU).

Licence