Base description which applies to whole site

4.11 Beleidsartikel 15 Media

Het waarborgen van een onafhankelijk, gevarieerd en kwalitatief hoogwaardig media-aanbod, dat toegankelijk blijft voor alle lagen van de bevolking.

Media hebben een prominente rol in onze democratie en cultuur. Wat we zien, horen en lezen, beïnvloedt ons beeld van de wereld en onze opvattingen. Daarom borgt de Minister vier publieke belangen in het mediabeleid waar hij verantwoordelijk voor is: onafhankelijkheid, verscheidenheid, kwaliteit en toegankelijkheid. De Minister heeft specifieke zorg voor het stelsel van landelijke, regionale en lokale publieke omroepen en de daarvoor relevante wet- en regelgeving. De Minister heeft naast een financierende rol vooral ook een regisserende rol.

Financieren

De Minister financiert de landelijke en regionale publieke omroep en enkele andere aan de omroep verbonden instellingen. De taakopdracht is wettelijk bepaald en het budget van de publieke omroep is vastgesteld met behoud van afstand tot de uitvoering en inhoud. Op basis van het concessiebeleidsplan (Kamerstukken II 2014/15, 32827, nr. 74) sluit de Minister elke vijf jaar een prestatieovereenkomst met de publieke omroep.

Stimuleren

Verder is de Minister verantwoordelijk voor instrumenten ter bevordering van culturele producties, documentaires, drama, kunst- en kinderprogramma's, het steunen en stimuleren van een onafhankelijke en kwalitatief goede journalistieke infrastructuur (Stichting Stimuleringsfonds voor de Journalistiek) en voor het bevorderen van mediawijsheid (NICAM en Mediawijzer.net).

Regisseren

De Minister is verantwoordelijk voor de wetgeving ten aanzien van de taak en organisatie van de publieke omroep en voor wetgeving voor commerciële media. De regels voor commerciële omroepen vloeien voornamelijk voort uit Europese richtlijnen voor audiovisuele mediadiensten. Verder is de Minister als regisseur verantwoordelijk voor wetgeving met betrekking tot omroepdistributie. Het doel daarvan is de toegang tot een gevarieerd media-aanbod te bevorderen en te verzekeren.

Kengetallen
Tabel 50 Kengetallen

Kengetal

2015

2016

2017

2018

1

Integraal bereik NPO1

87%

86%

85%

84%

1

Bron: NPO. Het nieuwe cijfer over 2019 wordt voorjaar 2020 bekend.

De belangrijkste conclusies op het terrein van media worden beschreven in het onderdeel beleidsprioriteiten.

Tabel 51 Budgettaire gevolgen van beleid van artikel 15 (bedragen x € 1.000)
       

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

   

2015

2016

2017

2018

2019

2019

2019

Verplichtingen

  

1.020.726

990.792

996.678

915.524

1.126.387

1.000.829

125.558

Uitgaven

  

864.629

1.019.469

977.791

973.392

1.038.789

1.000.829

37.960

          

Bekostiging

  

859.804

1.012.881

971.732

966.516

1.019.890

994.836

25.054

 

Publieke omroep (omroepinstellingen)

776.518

923.624

893.656

940.139

881.620

876.476

5.144

  

Landelijke publieke omroep

648.767

765.473

752.149

795.844

731.822

731.821

1

  

Regionale omroep

127.751

158.151

141.507

144.295

149.798

144.655

5.143

 

Beheertaken landelijke publieke omroep

49.924

64.844

64.782

39.251

40.312

39.298

1.014

  

Stichting Omroep Muziek

12.358

15.952

16.143

16.366

16.766

16.348

418

  

Uitzenden en uitzendgereedmaken

20.725

25.577

25.730

   

0

  

Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid (NIBG)

16.841

23.315

22.909

22.885

23.546

22.950

596

 

Dotaties, bijdragen publieke omroep

28.614

32.866

13.267

16.796

13.781

13.568

213

  

Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Mediaproducties

17.202

19.613

    

0

  

Stimuleringsfonds voor de Journalistiek

2.185

2.156

2.119

5.434

2.272

2.139

133

  

Filmfonds van de omroep en Telefilm (CoBO)

6.534

8.064

8.106

8.274

8.335

8.335

0

  

Mediawijsheid Expertisecentrum (Bewust mediagebruik)

1.446

1.498

1.498

1.519

1.561

1.522

39

  

Organisatie van Lokale Omroepen in Nederland (OLON)

1.247

1.535

1.544

1.569

1.613

1.572

41

 

Dotatie/onttrekking Algemene Mediareserve (AMr)

4.258

‒ 8.917

‒ 463

‒ 30.040

83.808

65.174

18.634

 

Overige bekostiging media (uit rente AMr)

165

134

490

370

369

320

49

 

Basisinfrastructuur Cultuur 2013-2016

325

330

0

0

  

0

  

Vierjaarlijkse instellingen

325

330

    

0

Subsidies

463

358

311

1.820

13.935

894

13.041

 

Subsidies

463

358

311

1.820

13.935

894

13.041

Opdrachten

552

899

650

170

167

430

‒ 263

 

Opdrachten

552

899

650

170

167

430

‒ 263

Bijdragen aan ZBO's en RWT's

3.750

5.271

5.038

4.826

4.736

4.609

127

 

Commissariaat voor de Media

3.750

5.271

5.038

4.826

4.736

4.609

127

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

60

60

60

60

61

60

1

 

Uitvoering internationale verdragen en contributies

60

60

60

60

61

60

1

Ontvangsten

  

191.501

206.979

199.517

164.157

172.003

163.000

9.003

De realisatie van de uitgaven 2019 ligt hoger dan oorspronkelijk begroot, als gevolg van een meevaller op de ontvangsten (€ 9,0 miljoen), toevoeging van de prijsindexeringen (€ 19,0 miljoen), toevoeging van de Regeerakkoordmiddelen onderzoeksjournalistiek € 4,9 miljoen), toevoeging eindejaarsmarge 2018 (€ 2,0 miljoen), toevoeging middelen motie Sneller (3,0 miljoen) en overige kleine mutaties. Per saldo is dit € 38,0 miljoen.

De realisatie van de verplichtingen 2019 ligt € 125,6 miljoen hoger dan oorspronkelijk begroot. Naast de hierboven genoemde hogere uitgaven, gaat het om in december 2019 aangegane verplichtingen voor 2020 op basis van de mediabegrotingsbrief voor 2020. Het budget in 2020 ligt hoger, het verplichtingenbudget 2019 wordt dus aangepast aan het uitgavenbudget 2020. Daarnaast zijn de verplichtingen verhoogd om aan te sluiten bij de Mediawet 2008 en/of de Aanwijzing voor subsidieverstrekking waarbij binnen 13 weken na aanvraag de beschikking tot subsidieverlening moet worden gegeven. Voorheen werd voor een aantal instellingen de verplichting vastgelegd in het jaar waarin de uitgaven werden gedaan. Om dit te corrigeren is voor een aantal instellingen in 2019 twee keer een verplichting aangegaan.

De raming van de ontvangsten is met € 9,0 miljoen bijgesteld, met name als gevolg van hogere reclame-inkomsten dan verwacht.

Bekostiging

Landelijke en regionale publieke omroep

De publieke omroep waarborgt een hoogwaardig en pluriform media-aanbod, dat toegankelijk en betaalbaar is voor alle lagen van de bevolking. Daarom bekostigt de Minister van OCW de landelijke publieke omroep. Mede vanwege Europese regels op het gebied van staatssteun, houdt de overheid greep op de aard en omvang van het takenpakket van de landelijke publieke omroep en bepaalt de overheid het budget van de publieke omroep.

De hogere uitgaven van de regionale omroepen zijn het gevolg van de prijsindexering 2019 van € 3,4 miljoen en een toevoeging van € 1,5 miljoen aan het budget voor Regionale Samenwerking.

Stichting Omroep Muziek (SOM)

De Stichting Omroep Muziek (SOM) is door de Minister aangewezen als instelling voor het in stand houden en exploiteren van omroeporkesten en omroepkoren. De hogere uitgaven van de SOM zijn het gevolg van de prijsindexering 2019 van € 0,4 miljoen. Naast de reguliere activiteiten heeft de SOM in 2019 verder ingezet op het waarborgen van de kwaliteit, het versterken van zijn omroeptaak en het creëren van ruimte voor innovatie en talentontwikkeling om zo ook nieuwe doelgroepen te bereiken.

Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid (NIBG)

Het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid (NIBG) is door de Minister aangewezen als instelling voor het in stand houden en exploiteren van een media-archief. Daarnaast voert het NIBG activiteiten uit op onder andere het terrein van digitaal erfgoed en onderwijs, worden via het museum van het NIBG collecties van onder meer het voormalig Persmuseum tentoongesteld aan het bredere publiek en neemt het NIBG zitting in meerdere samenwerkingsverbanden, zoals het Netwerk Mediawijsheid. De hogere uitgaven van het NIBG zijn het gevolg van de prijsindexering 2019 van € 0,6 miljoen.

Stimuleringsfonds voor de Journalistiek

Het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek is binnen het mediabeleid het instrument om de pluriformiteit van het journalistieke media-aanbod te stimuleren, zowel binnen pers en omroep als via het internet. De activiteiten van het fonds dragen bij aan innovatie van de journalistiek en aan stimulering van de journalistieke functie van de media in de samenleving.

Filmfonds van de Omroep en Telefilm (CoBO)

De Stichting Co-productiefonds Binnenlandse Omroep (CoBO) ondersteunt de documentaire-sector en participeert in audiovisuele coproductieprojecten waarin wordt deelgenomen door een of meer van de publieke instellingen die zendtijd hebben verkregen voor landelijke omroep en de Vlaamse publieke omroep (VRT) en/of Duitse publieke omroepen en/of onafhankelijke filmproducenten en/of instellingen werkzaam op het gebied van de podiumkunsten.

Mediawijsheid Expertisecentrum (Bewust mediagebruik)

Het Mediawijsheid Expertisecentrum (Mediawijzer.net) bevordert een bewuste, kritische en actieve houding van burgers en instellingen in de samenleving waar media alom zijn. Bij het huidige programma zijn de Koninklijke Bibliotheek, ECP-EPN, de publieke omroep (NTR), Kennisnet en het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid (NIBG) betrokken.

Dotatie Algemene Mediareserve

De AMr dient voor het opvangen van schommelingen bij zowel de uitgaven als de ontvangsten op het mediabudget. Hierdoor wordt in het ene jaar geld gedoteerd en in een ander jaar geld onttrokken aan de AMr. De hogere dotatie aan de AMr van in totaal € 18,6 miljoen is het gevolg van:

  • een uitgedeelde prijsindex 2019 van ‒ € 5,1 miljoen;

  • gecorrigeerde prijsindex 2018 van ‒ € 0,4 miljoen;

  • prijsbijstelling 2019 van € 18,5 miljoen;

  • hogere STER-inkomsten van € 9,0 miljoen;

  • toevoeging niet bestede omroepmiddelen 2018 van € 2,0 miljoen;

  • samenwerkingsverbanden regionale publieke omroepen per saldo ‒ € 6,0 miljoen;

  • lagere realisatie op de diverse instrumenten van € 0,9 miljoen;

  • diverse kleine hogere en lagere uitgaven van ‒ € 0,2 miljoen;

De liquiditeitsstand van de AMr heeft zich in 2019 als volgt ontwikkeld:

Tabel 52 Liquiditeitsstand AMr (bedragen x € 1.000)

Saldo AMr per 01-01-2019

3.654

Uitgaven, aflossing lening NTR en overige mutaties1

‒ 30.951

Via begroting aan AMr toegevoegd (incl. hoger Sterinkomsten)1

83.808

Saldo AMr per 31-12-2019

56.511

1

In de uitgaven en toevoeging Amr is € 40 miljoen ter compensatie van de tegenvallende reclame-inkomsten opgenomen.

Subsidies

Ten laste van dit budget worden de jaarlijkse subsidies aan de Stichting Arbeidsmarkt-, Werkgelegenheids- en Opleidingsfonds voor de Omroep (AWO-fonds) voor diverse projecten op het gebied van arbeidsmarktontwikkeling, werkgelegenheid en opleiding. Daarnaast is nog geld beschikbaar voor incidentele subsidies op het gebied van de media. De hogere uitgaven van € 13,0 miljoen zijn het gevolg van € 5,1 miljoen uit het Regeerakkoord voor onderzoeksjournalistiek die op het instrument bekostiging zijn ontvangen en zijn gerealiseerd op subsidies. Voor Regionale Samenwerking is € 5,0 miljoen gerealiseerd op het instrument subisidies. Voor de uitvoering van de motie Sneller is € 3,0 miljoen gerealiseerd.

Opdrachten

Te laste van dit budget zijn onder meer de kosten van de landsadvocaat betaald en zijn er uitgaven gedaan voor incidentele opdrachten zoals voor "Samenwerkingsagenda Duurzaam medialandschap", evaluatieonderzoek Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM) en een aantal kleine opdrachten.

Bijdrage aan ZBO’s en RWT’s

De kerntaak van het Commissariaat voor de Media (CvdM) bestaat uit het uitoefenen van onafhankelijk toezicht op het handelen van de media-instellingen in Nederland en uit handhavend optreden ingeval de toepasselijke regelgeving niet in acht wordt genomen. De bevoegdheid om toezicht en handhaving uit te oefenen heeft betrekking op alle media-instellingen: publieke media-instellingen op landelijk en niet-landelijk, regionaal en lokaal niveau en commerciële media-instellingen op landelijk en niet-landelijk niveau. Het CvdM is tevens verantwoordelijk voor het metatoezicht op het Nederlands Instituut voor Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM). Daarnaast heeft het CvdM de taak erop toe te zien dat kabelexploitanten hun wettelijke verplichtingen nakomen tot doorgifte van de must carry-zenders. De hogere uitgaven zijn het gevolg van de prijsindexering 2019 van € 0,1 miljoen.

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

Dit betreft de jaarlijkse contributie aan het European Audiovisual Observatory.

Ontvangsten

Deze betreffen de reclameopbrengsten van de STER. De werkelijke ontvangsten in 2019 zijn uiteindelijk € 9,0 miljoen hoger dan geraamd.

Licence