Base description which applies to whole site

4.6 Artikel 6 Sport en bewegen

Een sportieve samenleving waarbij plezier in sport en bewegen belangrijk is, waarin voor iedereen passende en veilige sport- en beweegmogelijkheden aanwezig zijn en topsport mensen inspireert en samenbrengt.

De Minister is verantwoordelijk voor het landelijke sportbeleid. Aan dit sportbeleid ligt vooral de maatschappelijke betekenis van sport ten grondslag. Sport en bewegen dragen in belangrijke mate bij aan een betere gezondheid, aan het verbeteren van leefbaarheid en veiligheid, sociale samenhang en integratie, aan het verbeteren van schoolprestaties en het verminderen van schooluitval. Daarnaast erkent de Minister de intrinsieke waarde van sport en het belang van sportevenementen.

Vanuit die verantwoordelijkheid vervult de Minister de volgende rollen:

Stimuleren:

  • Het bevorderen van de samenwerking tussen partijen zoals gemeenten, bedrijfsleven, maatschappelijke (sport)organisaties, zodat op lokaal niveau een passende en veilige sport- en beweeginfrastructuur en cultuur tot stand komt en blijft.

  • Het bevorderen van innovatie, kennisontwikkeling en kennisdeling.

Financieren:

  • Het ontwikkelen en (mede)financieren van programma’s die er aan bijdragen dat er voor iedereen passende en veilige sport- en beweeginfrastructuur en cultuur in de buurt aanwezig zijn.

  • Het faciliteren en mede financieren van de ambitie om te behoren tot de beste tien sport landen ter wereld. Het scheppen van randvoorwaarden voor talenten en topsporters in Nederland, waardoor zij op een professionele en verantwoorde wijze kunnen uitblinken in sport, ook tijdens topsportevenementen in eigen land.

  • Het (mede) financieren van innovatie, kennisontwikkeling en kennisdeling.

Regisseren:

  • Het tot stand brengen van de omvorming van de Dopingautoriteit van een stichting naar een zelfstandig bestuursorgaan als gevolg van de in behandeling zijnde Wet uitvoering antidopingbeleid, in nauwe samenwerking met NOC*NSF en de Dopingautoriteit.

  • Het versterken van de maatschappelijke impact van sport en bewegen via het organiseren van internationaal aansprekende sportevenementen.

  • Het bijeen brengen van gemeenten, bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en provincies binnen het sportakkoord om tot een gezamenlijk beleidsagenda te komen.

De voorgenomen beleidswijzigingen uit de begroting 2019 zijn volgens planning uitgevoerd of in gang gezet. In het beleidsverslag wordt inhoudelijk op de belangrijkste conclusies ingegaan.

Nationaal Sportakkoord ’Sport verenigt Nederland’

In 2018 is een Nationaal Sportakkoord gesloten waarin de sport, gemeenten, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties de handen ineen hebben geslagen om de kracht van sport de komende jaren nog beter te kunnen benutten: om Nederland te verenigingen via sport en bewegen (Kamerstukken II 2018/19, 30234, nr. 185).

Om dit te realiseren, zijn lokale partijen opgeroepen om in navolging van het nationale akkoord, een lokaal sportakkoord te sluiten. In 339 gemeenten is hier gehoor aan gegeven. Onder leiding van een sportformateur zijn de gemeenten, de sport, organisaties uit het zorg- en welzijnsdomein en scholen met elkaar in gesprek. Om zo meer mensen lol in sport te laten ervaren. Inmiddels is er in 63 gemeenten al een lokaal akkoord gesloten. In 2020 moet blijken of het de partijen lukt om hun akkoord, met hulp van door VWS beschikbaar gesteld budget, uitvoering te geven. Via de monitor sportakkoord wordt in 2020 geanalyseerd hoe de akkoorden uitvoering krijgen en hoe zij bijdragen aan de zes geformuleerde ambities.

Verruiming btw-vrijstelling sportclubs

Met ingang van 2019 is de budgettaire verantwoordelijkheid inzake de verruiming van de btw-vrijstelling voor sportclubs overgedragen van het ministerie van Financiën naar het ministerie van VWS (Kamerstukken II 2018/19, 30234, nr. 184). Hiermee is het ministerie van VWS vanaf 2019 mede verantwoordelijk voor het beleid op het gebied van sportaccommodaties, bijvoorbeeld ten aanzien van bouw en onderhoud, duurzaamheid en de toegankelijkheid van sportaccommodaties. Doordat de verruiming van de btw-vrijstelling vervalt. Om de gemeenten, sportverenigingen en sportstichtingen hiervoor te compenseren zijn middelen ingezet voor een specifieke uitkering voor gemeenten en voor een subsidieregeling voor sportverenigingen, stichtingen en andere niet winst beogende investeerders in sportaccommodaties.

De specifieke uitkering (SPUK) werd in 2019 overvraagt, doordat 347 gemeenten een aanvraag deden. Ondanks dat het budget-plafond van de SPUK is verhoogd, zagen gemeenten 82% van hun aanvraag gehonoreerd. De BOSA, die het btw-nadeel van sportaanbieders compenseert, kent ondanks een overvraging toch een onderuitputting in 2019. Dit komt doordat de uitgaven in een ander kasritme worden gedaan.

Impuls voor topsport

Vanaf 2018 is er € 10 miljoen extra beschikbaar gesteld voor topsport, deze middelen lopen mee in het totale topsportbudget dat van het ministerie van VWS naar NOC*NSF gaat. De extra middelen zijn beschikbaar gesteld om zoveel mogelijk rechtstreeks ten goede te komen aan topsporters én talenten. In 2019 is, in navolging van 2018, verder geïnvesteerd in onder andere meer deelname aan extra internationale wedstrijden en trainingsstages voor topsporters en talenten, meer en betere talentontwikkeling door de aanstelling van 30,5 fte extra talentcoaches, extra begeleiding voor topsporters door meer inzet van topsportspecifieke begeleiding, extra geld voor een hogere kostenvergoeding voor topsporters met een selectiestatus en het ontwikkelen van in totaal 7 nieuwe kansrijke sporten en/of medaille-onderdelen.

Tabel 11 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 6 (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie1

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2015

2016

2017

2018

2019

2019

2019

        

Verplichtingen

63.969

58.866

83.088

90.689

364.819

408.968

‒ 44.149

        

Uitgaven

73.079

65.225

80.357

86.241

324.146

409.498

‒ 85.352

        
        

1. Passend sport- en beweegaanbod

25.144

17.387

19.010

16.238

2.114

1.772

342

        

Subsidies

16.468

14.093

15.111

13.349

1.955

1.772

183

Sport en bewegen in de buurt

3.459

5.052

2.393

2.849

1.041

1.041

0

Overig

13.009

9.041

12.718

10.500

914

731

183

        

Bekostiging

8.638

3.013

3.000

2.500

0

0

0

Overig

8.638

3.013

3.000

2.500

0

0

0

        

Opdrachten

38

281

899

389

159

0

159

Overig

38

281

899

389

159

0

159

        

2. Uitblinken in sport

41.006

39.888

54.243

60.061

3.663

2.850

813

        

Subsidies

29.783

27.774

41.775

48.186

3.663

2.850

813

Topsportevenementen

6.771

4.624

9.688

6.548

3.658

2.850

808

Overig

23.012

23.150

32.087

41.638

5

0

5

        

Inkomensoverdrachten

11.025

11.867

12.243

11.620

0

0

0

Stipendiumregeling

11.025

11.867

12.243

11.620

0

0

0

        

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

198

247

225

255

0

0

0

Overig

198

247

225

255

0

0

0

        

3. Borgen van innovatie, kennisontwikkeling en kennisdeling

6.929

7.950

7.104

6.811

129

0

129

        

Subsidies

6.626

7.890

6.923

6.587

0

0

0

Overig

6.626

7.890

6.923

6.587

0

0

0

        

Opdrachten

251

7

128

169

129

0

129

Kennis als fundament

251

7

128

169

129

0

129

        

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

52

53

53

0

0

0

0

Overig

52

53

53

0

0

0

0

        

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

0

0

0

55

0

0

0

Overig

0

0

0

55

0

0

0

        

4. Sport verenigt Nederland

0

0

0

3.131

318.240

404.876

‒ 86.636

        

Subsidies

0

0

0

3.131

113.985

169.442

‒ 55.457

Inclusief sporten

0

0

0

407

1.752

3.227

‒ 1.475

Vaardig in bewegen

0

0

0

0

100

5.300

‒ 5.200

Duurzame en toegankelijke sportaccommodaties

0

0

0

0

43.436

87.000

‒ 43.564

Positief sportklimaat

0

0

0

0

254

7.016

‒ 6.762

Vitale sportaanbieders

0

0

0

2.207

13.199

8.971

4.228

Topsportevenementen

0

0

0

517

7.173

9.793

‒ 2.620

Topsportprogramma’s

0

0

0

0

40.005

39.499

506

Kennis en innovatie sportbeleid

0

0

0

0

8.066

8.636

‒ 570

        

Inkomensoverdrachten

0

0

0

0

13.212

13.406

‒ 194

Stipendiumregeling

0

0

0

0

13.212

13.406

‒ 194

        

Opdrachten

0

0

0

0

3.119

213

2.906

Duurzame en toegankelijke sportaccommodaties

0

0

0

0

2.584

0

2.584

Kennis en innovatie sportbeleid

0

0

0

0

167

213

‒ 46

Overig

0

0

0

0

368

0

368

        

Bijdragen aan ZBO/RWT’s

0

0

0

0

2.568

1.808

760

Dopingautoriteit

0

0

0

0

2.568

1.808

760

        

Bijdragen aan medeoverheden

0

0

0

0

184.943

152.000

32.943

Duurzame en toegankelijke sportaccommodaties

0

0

0

0

184.943

152.000

32.943

        

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

0

0

0

0

356

230

126

Dopingbestrijding

0

0

0

0

356

230

126

        

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

0

0

0

0

57

67.777

‒ 67.720

GF: Inclusief sporten

0

0

0

0

0

61.000

‒ 61.000

EZK: Duurzame en toegankelijke sportaccommodaties

0

0

0

0

0

6.714

‒ 6.714

BZ: Internationaal

0

0

0

0

57

63

‒ 6

        

Ontvangsten

274

312

645

726

657

740

‒ 83

Overig

274

312

645

726

657

740

‒ 83

1

Door afronding kan de som van de delen afwijken van het totaal.

4. Sport verenigt Nederland

Inleiding

Bijna de helft (47%) van de Nederlandse bevolking (4 jaar en ouder) voldoet aan de beweegrichtlijnen om zowel (matig) intensieve inspanning als spier- en botversterkende activiteiten te verrichten. Op het gebied van matig tot zwaar intensieve inspanningen wordt door 53% van de bevolking aan de normen voldaan. Voor spier- en botversterkende activiteiten is dit een stuk meer (80%). Dit percentage is relatief stabiel over de tijd en we beogen deze stabiele trendlijn om te buigen naar boven.

Met de top-10 ambitie wordt gestreefd om structureel tot de tien beste topsportlanden ter wereld te behoren. De internationale medaillespiegel is één van de kernindicatoren voor het landelijk monitoren van sport en bewegen. Deze indicatoren worden gepresenteerd voor Olympische- en Paralympische sporten.

Subsidies

Vaardig in bewegen

Er is binnen artikel 6 € 5,4 miljoen overgeheveld naar andere instrumenten (bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken € 3,8 miljoen, subsidie Vitale sportaanbieders € 1,3 miljoen, subsidie Kennis en Innovatie € 0,1 miljoen en opdrachten Vaardig in bewegen € 0,2 miljoen om de uitgaven in het kader van het Sportakkoord vanaf het juiste financiële instrument te verantwoorden. Daarnaast heeft een aantal betalingen, bijdragen en administratieve correcties voor een bedrag van € 0,2 miljoen plaatsgevonden. Dit is grotendeels reeds toegelicht in de eerste suppletoire begroting 2019.

Duurzame en toegankelijke sportaccommodaties

Met de subsidieregeling stimulering bouw en onderhoud sportaccommodaties is in 2019 € 39,5 miljoen besteed voor de bouw of het onderhoud van sportaccommodaties en voor de aanschaf of het onderhoud van sportmaterialen. De onderbesteding van € 36,5 miljoen is ontstaan doordat de betalingsverplichting van de aanvragen 2019 doorschuift naar de jaren 2020-2023. Daarnaast is aan de Stichting Waarborgfonds Sport € 4 miljoen als kapitaal beschikbaar gesteld om borgstellingen af te geven aan sportverenigingen zodat zij kunnen investeren in de energieneutraliteit van sportaccommodaties. Ook is ten behoeve van de regeling «specifieke uitkering stimulering sport» binnen artikel 6 budgettair neutraal € 7 miljoen overgeheveld naar het instrument bijdrage medeoverheden.

Positief Sportklimaat

Sporten moet leuk, veilig, eerlijk en zorgeloos zijn. Plezier in sport is het fundament voor een leven lang sporten. Zo is in 2019 € 0,3 miljoen besteed aan projecten van Stichting HALT en de Stichting De Stilte doorbroken. Daarnaast is binnen artikel 6 € 6,8 miljoen overgeheveld van het instrument subsidies naar de instrumenten bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken Sportakkoord (€ 1 miljoen), subsidie Vitale sportaanbieders (€ 5,4 miljoen) en overig (€ 0,4 miljoen) om de uitgaven in het kader van het Sportakkoord vanaf het juiste financiële instrument te verantwoorden. Ook heeft een aantal kleinere mutaties plaatsgevonden (€ 0,1 miljoen). Dit is grotendeels reeds toegelicht in de eerste suppletoire begroting 2019.

Vitale Sportaanbieders

Aanbieders van sport en bewegen moeten toekomstbestendig zijn, zodat sport en bewegen voor iedereen toegankelijk en bereikbaar blijft. In 2019 is aan activiteiten op het terrein van vitale sportaanbieders via subsidies aan NOC*NSF (versterken van sportbonden 2018-2021 en uitwerking van het Sportakkoord de Sportlijn 2019-2021) en de VSG voor de ondersteuningsstructuur € 13,2 miljoen uitgegeven. Hiervoor is binnen artikel 6 € 8,4 miljoen overgeheveld tussen de instrumenten subsidies en opdrachten om de uitgaven in het kader van het Sportakkoord vanaf het juiste financiële instrument te verantwoorden. Daarnaast is € 3,2 miljoen aan gereserveerde middelen voor de compensatiebetaling aan de Nederlandse Loterij Organisaties vrijgevallen, een kleine onderbesteding en een aantal kleinere mutaties hebben plaatsgevonden (€ 1 miljoen). Dit is grotendeels reeds toegelicht in de eerste en tweede suppletoire begroting 2019.

Topsportevenementen

In 2019 is € 7,2 miljoen via subsidies uitgegeven aan Topsportevenementen. Ook is via overheveling naar het Gemeentefonds, € 1,0 miljoen aan de gemeente Utrecht beschikbaar gesteld voor het organiseren van de start van de Vuelta 2020. Daarnaast heeft een aantal mutaties (€ 0,6 miljoen) binnen artikel 6 plaatsgevonden en is een deel van het budget (€ 1,0 miljoen) niet uitgegeven.

Opdrachten

Duurzame en toegankelijke sportaccommodaties

In 2019 is € 2,6 miljoen uitgegeven aan opdrachten om te komen tot meer innovatieve sportaccommodaties en een challenge energieneutrale sportaccommodaties. Hiervoor is binnen artikel 6 budgettair neutraal budget overgeheveld van het financiële instrument bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken om deze uitgaven in het kader van het Sportakkoord vanaf het juiste financiële instrument te verantwoorden. Dit is toegelicht in de eerste suppletoire begroting 2019.

Bijdragen aan medeoverheden

Duurzame en toegankelijke sportaccommodaties

In 2019 is via de specifieke uitkering stimulering sport € 184,9 miljoen ingezet voor de ontwikkeling en instandhouding van sportaccommodaties en de aanschaf van sportmaterialen door gemeenten. In de tweede suppletoie begroting is € 33,0 miljoen aan het budget toegevoegd.

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

Inclusief sporten

In 2019 is € 61 miljoen overgeboekt naar het gemeentefonds en de BES-eilanden. Gemeenten hebben hiervoor professionals aangesteld als buurtsportcoaches. Zij leggen verbindingen tussen sport en sectoren als onderwijs, cultuur, zorg, welzijn en buitenschoolse opvang. Dit is toegelicht in de eerste suppletoire begroting 2019.

Duurzame en toegankelijke sportaccommodaties

Er is in 2019 € 4,9 miljoen overgeheveld van het instrument bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken naar de instrumenten opdrachten Duurzame en toegankelijke sportaccommodaties (€ 3,2 miljoen) en bijdrage aan andere hoofdstukken Sportakkoord (€ 1,6 miljoen) om de uitgaven vanaf het juiste financiële instrument te verantwoorden. Daarnaast heeft een mutatie van € 1,8 miljoen naar artikel 10 Apparaatsuitgaven plaatsgevonden voor de uitvoeringskosten van de subsidieregeling en specifieke uitkering voor duurzame en toegankelijke sportaccommodaties. Dit is toegelicht in de eerste suppletoire begroting 2019.

Licence