Base description which applies to whole site

Artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector

Optimaal financieel resultaat bij de realisatie van publieke doelen; in het bijzonder bij het investeren in en verwerven, beheren en afstoten van de financiële en materiële activa van de Staat.

De minister van Financiën stimuleert en regisseert een verantwoorde en doelmatige besteding van overheidsmiddelen. Bedrijfseconomische expertise wordt ingezet bij staatsdeelnemingen, investeringsprojecten en transacties van de Rijksoverheid.

De minister van Financiën is verantwoordelijk voor:

  • een optimaal financieel resultaat bij het beheren, aangaan en afstoten van staatsdeelnemingen met inachtneming van de betrokken publieke belangen;

  • het toetsen en adviseren op bedrijfseconomische doelmatigheid bij het realiseren van grote publieke investeringsprojecten, zodat vakdepartementen hun projecten binnen budget, op tijd en met de gewenste kwaliteit kunnen realiseren. Voorbeelden van deze projecten zijn DBFM(O)67-projecten, bedrijfsvoerings- en duurzaamheidsprojecten, en veilingen waarbij exclusieve rechten in de markt worden gezet;

  • het overkoepelende DBFM(O)-beleid en de regie van het systeem dat ervoor moet zorgen dat DBFM(O) in Nederland structureel goed verankerd is en toegepast wordt;

  • het beheren en afwikkelen van de tijdelijke overheidsinvesteringen in de gesteunde financiële instellingen. In dit kader is de minister van Financiën verantwoordelijk voor zwaarwegende en/of principiële beslissingen (onder andere exitstrategie en beloningsbeleid van de financiële instellingen) van NL Financial Investments (NLFI). Voorts houdt de minister van Financiën toezicht op NLFI;

  • het toetsen van door vergunninghouders gestelde financiële zekerheid ter dekking van de kosten die voortvloeien uit het buiten gebruik stellen en de ontmanteling van instellingen vallend onder de Kernenergiewet.

De minister van Financiën heeft een aantal instrumenten tot zijn beschikking, die ingezet kunnen worden voor de invulling van zijn verantwoordelijkheid:

  • bevoegdheden die de minister van Financiën heeft op basis van de Comptabiliteitswet 2016;

  • de regeling financieel beheer van het Rijk, in het bijzonder artikel 2: huur-, huurkoop- en leaseovereenkomsten, zoals DBFM(O), mogen pas door de Staat worden gesloten na overeenstemming met de minister van Financiën;

  • bevoegdheden die de minister van Financiën heeft op basis van de Kernenergiewet;

  • bevoegdheden die de minister van Financiën heeft op basis van de Telecommunicatiewet;

  • de Wet stichting administratiekantoor beheer financiële instellingen (NLFI);

  • bevoegdheden die de minister van Financiën heeft als aandeelhouder op basis van Boek 2 Burgerlijk Wetboek en de statuten van de ondernemingen;

  • de gedragsregels uit de Corporate Governance Code voor zijn rol als aandeelhouder in staatsdeelnemingen;

  • het kader voor het gebruik van businesscases binnen het Rijk (handleiding publieke businesscase);

  • PPS-code (publiek-private samenwerking): de beheercode voor goede bedrijfsvoering binnen de Rijksoverheid gericht op een doelmatige en rechtmatige inzet van het instrument van publiek-private samenwerking bij de realisatie en de exploitatie van (met name meerjarige) investeringsprojecten. Deze beheercode is nader uitgewerkt in een aantal specifieke toezichtsafspraken op het gebied van huisvesting en infrastructuur;

  • structureel en incidenteel overleg met bestuurders en commissarissen van de staatsdeelnemingen.

Bovenstaande instrumenten zijn verschillend van aard. De bevoegdheden die voortvloeien uit het Burgerlijk Wetboek, Comptabiliteitswet 2016, Wet stichting administratiekantoor beheer financiële instellingen en de Kernenergiewet vormen de basis van de (formele) zeggenschap. De overige instrumenten hebben een meer informeel karakter, zijn richtinggevend (zoals de Corporate Governance Code) of dienen als randvoorwaarde om invulling te kunnen geven aan de beleidsdoelstelling (zoals de beschikbaarheid over en/of toegang tot de benodigde kennis).

Beleidsinformatie

In onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van de staatsdeelnemingen waarvan het beheer van het aandeelhouderschap ligt bij het ministerie van Financiën. Hierbij staat aangegeven hoeveel procent van de aandelen in handen is van de Staat en op welke wijze deze aandelen worden gehouden. Daarnaast wordt aangegeven of het aandeelhouderschap permanent is, bij voorbaat tijdelijk (bij financiële instellingen), of dat de deelneming op termijn voor vervreemding in aanmerking zou kunnen komen (niet-permanent aandeelhouderschap). Tot slot is in deze tabel te zien wanneer de volgende evaluatie van het aandeelhouderschap zal plaatsvinden.

Tabel 25 Aandeelhouderschap ministerie van Financiën

Staatsdeelneming

Percentage aandelen (per 31/12/2020)

Wijze van aandeelhouderschap

Categorie aandeelhouderschap

Volgende evaluatie

ABN AMRO

56,3%

Indirect (via NLFI)

Bij voorbaat tijdelijk

n.v.t.

Air France-KLM

14%

Direct

Permanent

2026

BNG Bank

50%

Direct

Permanent

2026

COVRA

100%

Direct

Permanent

2023

FMO

51%

Direct

Permanent

2024

Gasunie

100%

Direct

Permanent

2025

Havenbedrijf Rotterdam

29,2%

Direct

Permanent

2021

Holland Casino

100%

Direct

Niet-permanent

n.v.t.

Invest-NL

100%

Direct

Permanent

2023

KLM

5,9%

Direct

Permanent

2021

Nederlandse Loterij

99%

Direct

Niet-permanent

n.v.t.

Nederlandse Spoorwegen

100%

Direct

Permanent

2023

NIO

100%

Direct

Permanent

n.v.t.

NWB Bank

17,2%

Direct

Permanent

2026

Schiphol

69,8%

Direct

Permanent

2024

SRH

100%

Direct

Bij voorbaat tijdelijk

n.v.t.

TenneT

100%

Direct

Permanent

2025

Thales Nederland

1%

Direct

Permanent

2022

UCN

100%

Direct

Niet-permanent

n.v.t.

De Volksbank

100%

Indirect (via NLFI)

Bij voorbaat tijdelijk

n.v.t.

Kengetallen

Onderstaande kengetallen zien op de implementatie en uitvoering van het staatsdeelnemingenbeleid. Hierbij wordt alleen gekeken naar deelnemingen met volwaardige bedrijfsactiviteiten, waar de Staat >15% van de aandelen heeft, en deze met direct aandeelhouderschap beheert.

Tabel 26 Kengetallen deelnemingenbeleid
 

Realisatie 2019

Streefwaarde 2020

Realisatie 2020

Aantal deelnemingen met >30% vrouwen in de raad van bestuur

80%

80%

70%

Aantal deelnemingen met >30% vrouwen in de raad van commissarissen

83,3%

100%

92%

Percentage van de deelnemingen waar een meerjarig dividendbeleid is herijkt

42% (n=12)

100%

67%

Aantal deelnemingen waarvan het aandeelhouderschap is geëvalueerd in het betreffende begrotingsjaar

0

2

1

Het aantal deelnemingen waarvan het dividendbeleid is herijkt is met 67% achtergebleven op de streefwaarde van 100%, met name door corona en de daarop volgende aandacht die is besteed aan de financiële continuïteit van de staatsdeelnemingen en minder op het dividendbeleid. Meer kengetallen over het deelnemingenbeleid (zoals de omvang van het balanstotaal van alle staatsdeelnemingen, de vermogenspositie van staatsdeelnemingen en het door staatsdeelnemingen gerealiseerde rendement) zijn te vinden in het meest recente Jaarverslag Beheer Staatsdeelnemingen68.

2020 stond voor veel staatsdeelnemingen in het teken van de coronacrisis en had ook wezenlijke invloed op de aandeelhouder. Onder andere FMO, Holland Casino, (Air France-)KLM, Schiphol en NS zijn hard geraakt en zullen de gevolgen van de crisis de komende tijd blijven merken. Om de continuïteit van activiteiten te ondersteunen is in veel gevallen afgezien van dividend of is uitstel verleend. Verder dienen de staatsdeelnemingen, wanneer zij dat nodig hebben, zoveel mogelijk gebruik te maken van generieke steunmaatregelen, wat zij ook hebben gedaan. Indien aanvullende individuele steun noodzakelijk is, hanteert het kabinet het Afwegingskader bij steunverzoeken individuele bedrijven69. Zoals bekend is aan KLM op individuele basis steun verleend70.

Naast de coronacrisis zijn de reguliere werkzaamheden rond het aandeelhouderschap van de staatsdeelnemingen ook in 2020 gewoon doorgegaan. De Nota Deelnemingenbeleid Rijksoverheid 2013 vormt de basis van het beleid rondom staatsdeelnemingen. In 2020 is een beleidsdoorlichting van het deelnemingenbeleid uitgevoerd71. In de beleidsdoorlichting wordt geconcludeerd dat het aannemelijk is dat de versterking van de aandeelhoudersrol en professionalisering van de invulling van de zeggenschapsrechten een belangrijk positief effect hebben gehad op het primaire doel: de borging van de publieke belangen. De belangrijkste aanbevelingen uit deze beleidsdoorlichting focussen op het optimaliseren van processen, de rol van het beleidsdepartement en de monitoring en sturing op de financiële positie van deelnemingen. De aandachtspunten en aanbevelingen uit de beleidsdoorlichting worden onderschreven door het kabinet. Het kabinet ziet in de aandachtspunten voldoende aanleiding voor een nieuwe nota Deelnemingenbeleid.

In 2020 is verder gewerkt aan de oprichting van de internationaal gerichte zusterinstelling van Invest-NL. Deze instelling zal Invest International gaan heten. Het betreft een gezamenlijke onderneming tussen de Staat en ontwikkelingsbank FMO. Invest International zal Nederlandse bedrijven over de grens gaan helpen, onder andere door middel van exportfinanciering. Vergelijkbaar met Invest-NL, zal Invest International een investerings- en een ontwikkeltak opzetten. Een derde activiteit wordt het uitvoeren van reeds bestaande regelingen, over te brengen vanuit RVO. Het wetsvoorstel Machtigingswet oprichting Invest International is op 14 december jl. in de Tweede Kamer behandeld en aangenomen. De verwachting is dat de Eerste Kamer het voorstel in de eerste helft van 2021 zal behandelen en dat de instelling daarna kan worden opgericht.

Op het gebied van de energietransitie in relatie tot de staatdeelnemingen heeft het ministerie van Financiën in 2020 meer inzicht kunnen krijgen op welke factoren ervoor zorgen dat grote energietransitieprojecten rendabel kunnen worden. Dit bleek sterk afhankelijk van de ontwikkeling van de elektriciteit-, gas- en vooral CO2-prijs. Aan de hand van dit inzicht is in verschillende projecten met het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en de deelnemingen gewerkt om onrendabele toppen te kwantificeren en beter inzicht te krijgen onder welke condities projecten op termijn volledig rendabel kunnen worden. In 2021 wordt dit samen met het ministerie van Economische Zaken en Klimaat verder uitgewerkt in een investerings- en beleidsagenda.

Tenslotte is in juli 2020 de eerste 5G-veiling van telecom frequenties afgerond. De opbrengst bedroeg in totaal ca. € 1,2 mld. In de voorbereiding op deze veiling heeft het ministerie van Financiën samen met het ministerie van Economische Zaken en Klimaat gewerkt aan een efficiënte allocatie van de frequenties door middel van een optimaal veilingmodel met een strak informatieregime en adequate minimum prijzen. De ervaringen met deze eerste veiling zullen worden gebruikt voor de tweede 5G-veiling die begin 2022 staat gepland.

Tabel 27 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector (bedragen x € 1.000)
     

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2016

2017

2018

2019

2020

2020

2020

        

Verplichtingen

223.513

220.501

‒ 5.612.568

1.414.354

2.994.510

143.836

2.850.674

Waarvan betalingsverplichting:

3.400.941

279.701

117.571

1.414.354

1.134.510

443.836

690.674

Verwerving vermogenstitels

0

0

0

744.396

7.766

0

7.766

Kapitaalinjectie InvestNL

0

0

0

50.000

0

330.000

‒ 330.000

Afdrachten Staatsloterij

177.819

100.268

101.927

102.806

106.807

100.000

6.807

Lening SRH

0

164.062

1.656

1.658

1.660

1.660

0

Lening KLM

0

0

0

0

1.000.000

0

1.000.000

Schikking Alawwal Bank

0

0

0

93.297

0

0

0

Kapitaalinjectie TenneT

780.000

0

0

410.000

0

0

0

Overgenomen schuld Propertize

2.386.461

0

0

0

0

0

0

Overige betalingsverplichtingen

56.661

15.371

13.998

12.198

18.277

12.176

6.101

        

Waarvan garantieverplichting:

‒ 3.177.428

‒ 59.200

‒ 5.730.139

0

1.860.000

‒ 300.000

2.160.000

Garantie DNB winstafdracht

0

0

‒ 5.700.000

0

0

0

0

Garanties en vrijwaringen staatsdeelnemingen

‒ 554.328

‒ 59.200

‒ 30.139

0

1.860.000

‒ 300.000

2.160.000

Garantie SNS Propertize

‒ 2.623.100

0

0

0

0

0

0

        

Uitgaven

2.615.449

266.104

466.499

1.693.064

407.619

442.176

‒ 34.557

        

Vermogensverschaffing

15.900

150.000

350.000

1.484.396

7.766

330.000

‒ 322.234

Kapitaalinjectie TenneT

0

150.000

350.000

690.000

0

0

0

Kapitaalinjectie InvestNL

0

0

0

50.000

0

330.000

‒ 330.000

Conversie schuld KNM

15.900

0

0

0

0

0

0

Verwerving vermogenstitels

0

0

0

744.396

7.766

0

7.766

        

Vermogensonttrekking

177.819

100.268

101.927

102.806

106.807

100.000

6.807

Afdrachten Staatsloterij

177.819

100.268

101.927

102.806

106.807

100.000

6.807

        
        

Bijdragen aan ZBO's en RWT's

24.729

8.000

5.000

4.770

5.065

5.000

65

NLFI

24.729

8.000

5.000

4.770

5.065

5.000

65

        

Garanties

4.824

4.800

4.806

4.818

3.164

3.176

‒ 12

Regeling BF

24

0

6

16

6

20

‒ 14

Dotatie begrotingsreserve TenneT

4.800

4.800

4.800

4.800

3.158

3.156

2

Overig

0

0

0

2

0

0

0

        

Opdrachten

5.716

3.035

4.766

96.275

7.734

4.000

3.734

Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen

5.716

3.035

3.674

94.373

5.986

4.000

1.986

Opstart InvestNL

0

0

1.092

1.901

1.748

0

1.748

        

Lening

2.386.461

0

0

0

277.083

0

277.083

Overgenomen schuld Propertize

2.386.461

0

0

0

0

0

0

Lening KLM

0

0

0

0

277.083

0

277.083

        

Ontvangsten

7.921.995

7.526.800

2.096.992

2.783.753

1.544.423

1.816.656

‒ 272.233

        

Vermogensonttrekking

5.531.581

7.349.001

2.087.316

2.770.923

1.489.199

1.809.000

‒ 319.801

Opbrengst verkoop vermogenstitels

3.264.213

5.715.676

0

490.451

39.140

0

39.140

Dividend en afdrachten staatsdeelnemingen

1.915.857

1.492.495

1.869.999

1.999.876

706.009

1.455.000

‒ 748.991

Afdrachten Staatsloterij

177.819

100.268

101.927

102.806

106.807

100.000

6.807

Winstafdracht DNB

173.692

40.561

115.391

177.790

637.243

254.000

383.243

        

waarvan Griekse inkomsten ANFA

46.899

59.850

48.450

0

0

0

0

waarvan Griekse inkomsten SMP

70.402

57.950

51.300

47.000

10.000

6.250

3.750

        

Bijdrage aan ZBO's en RWT's

20.902

7.457

4.403

6.864

3.734

4.500

‒ 766

NLFI

20.902

7.457

4.403

6.864

3.734

4.500

‒ 766

        

Garanties

13.515

9.334

4.846

4.819

51.158

3.156

48.002

Premieontvangsten garantie TenneT

4.800

4.800

4.800

4.800

51.156

3.156

48.000

Premieontvangsten garantie Propertize

7.800

4.053

0

0

0

0

0

Premieontvangsten garantie KLM

0

0

0

0

0

0

0

Overig

915

481

46

19

2

0

2

        

Opdrachten

175

6

427

1.148

331

0

331

Terug te vorderen kosten staatsdeelnemingen

175

6

427

1.148

0

0

0

Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen

0

0

0

0

331

0

331

        

Leningen

2.355.822

161.000

0

0

0

0

0

Lening SRH

0

161.000

0

0

0

0

0

Overgenomen schuld Propertize

2.355.822

0

0

0

0

0

0

Rentebaten lening KLM

0

0

0

0

0

0

0

Verplichtingen

Verwerving vermogenstitels (+ € 7,8 mln.)

Er is vermogenswinstbelasting betaald als gevolg van de fusie tussen Alawwal Bank en de Saudi British Bank (SABB). De belastingplicht van de consortiumpartners (waarvan de Staat één van de partners is) loopt via de vennootschap NWM (het huidige consortiumvehikel). Bij deze vennootschap is reeds een voorziening getroffen voor deze vermogenswinstbelasting, die vrijvalt. Hierdoor heeft het betalen van deze belasting per saldo geen effect. Het aandeel van de Staat hierin betreft € 7,8 mln. en is in de tweede suppletoire begroting als desaldering verwerkt bij de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten.

Kapitaalinjectie Invest-NL (- € 330,0 mln.)

Eind 2019 is Invest-NL N.V. opgericht. Verspreid over enkele jaren ontvangt Invest-NL N.V. een kapitaalinjectie (ter waarde van € 1,7 mld.) waarvan € 330 mln. in 2020 beschikbaar was gesteld. Invest-NL heeft in 2020 nog geen aanvullend kapitaal nodig gehad bovenop de € 50 mln. die bij oprichting in 2019 beschikbaar was gesteld.

Afdrachten Staatsloterij (+ € 6,8 mln.)

Om te voldoen aan de Wet op de kansspelen wordt in de begroting en verantwoording een technische post opgenomen bij zowel de uitgaven, betalingsverplichtingen als de ontvangsten ter hoogte van de afdrachten van de Staatsloterij. Deze post is met € 6,8 mln. opwaarts bijgesteld.

Lening KLM (+ € 1,0 mld.)

Middels een Kamerbrief72 en incidentele suppletoire begroting73 heeft het kabinet op 26 juni 2020 het parlement geïnformeerd over de steunmaatregelen KLM. De Nederlandse staat verstrekt enerzijds een directe lening aan KLM met een omvang van maximaal € 1 mld. De lening is een achtergestelde lening. Dit betekent dat wanneer KLM haar crediteuren niet kan terugbetalen, deze lening (en daarmee de Nederlandse staat) pas als laatste wordt terugbetaald. Daarmee neemt de Nederlandse staat relatief veel risico op zich via deze lening, hetgeen weerspiegeld wordt door de eveneens relatief hoge rente die KLM op deze lening betaalt (zie begrote ontvangsten in de Ontwerpbegroting 2021).

Garanties en vrijwaringen staatsdeelnemingen (+ € 2,16 mld.)

Naast de lening verstrekt de Nederlandse staat een garantie aan KLM. Een groep van internationale banken verstrekt liquiditeit aan KLM tot € 2,4 mld. in de vorm van een revolving credit facility (RCF) waarbij KLM de liquiditeit kan aantrekken wanneer nodig en dient terug te storten wanneer deze overvloedig is. De Nederlandse staat garandeert maximaal 90% van de totale omvang van deze faciliteit (€ 2,16 mld.).

Uitgaven

Vermogensverschaffing (- € 322,2 mln.)

Kapitaalinjectie Invest-NL (- € 330,0 mln.)

Zie toelichting onder 'verplichtingen'.

Verwerving vermogenstitels (+ € 7,8 mln.)

Zie toelichting onder 'verplichtingen'.

Vermogensonttrekking (+ € 6,8 mln.)

Afdrachten Staatsloterij (+ € 6,8 mln.)

Zie toelichting onder 'verplichtingen'.

Opdrachten (+ € 3,7 mln.)

De uitvoeringskosten van staatsdeelnemingen zijn dit jaar hoger (+ € 2 mln.), met name vanwege coronagerelateerde kosten. Daarnaast zijn er bij de eerste suppletoire begroting 2020 middelen toegevoegd aan artikel 3 voor de bekostiging van het opstarten van de nieuwe instellingen Invest-NL en Invest International (+ € 1,7 mln.).

Lening KLM (+ € 277,1 mln.)

De Nederlandse staat verstrekt een directe lening aan KLM met een omvang van maximaal € 1 mld. De omvang van de daadwerkelijke in 2020 door de Staat aan KLM verstrekte lening bedraagt € 277,1 mln. Zie voor een toelichting onder «verplichtingen» hierboven.

Ontvangsten

Vermogensonttrekking (‒ € 319,8 mln.)

Opbrengst verkoop vermogenstitels (+ € 39,1 mln.)

De Staat heeft zijn resterende belang in de Saudi British Bank (SABB) en RFS Holdings afgewikkeld. De opbrengst van de verkoop betreft € 31,3 mln. Verder is vermogenswinstbelasting betaald als gevolg van de fusie tussen Alawwal Bank en SABB. De belastingplicht van de consortiumpartners (waarvan de Staat één van de partners is) loopt via de vennootschap NWM (het huidige consortiumvehikel). Bij deze vennootschap is reeds een voorziening getroffen voor deze vermogenswinstbelasting, die vrijvalt. Hierdoor heeft het betalen van deze belasting per saldo geen effect. Het aandeel van de Staat hierin betreft € 7,8 mln. en is in de tweede suppletoire begroting als desaldering verwerkt bij de uitgaven, verplichtingen en ontvangsten.

Dividenden en afdrachten staatsdeelnemingen (- € 749,0 mln.)

Door de coronacrisis zijn bepaalde deelnemingen onmiddellijk hard geraakt. Zo had de NS in maart en april 2020 te maken met 90% minder reizigersvervoer op het spoor, verminderde het aantal vluchten van en naar Schiphol drastisch, net als het aantal vluchten van KLM en werden alle vestigingen van Holland Casino tijdelijk gesloten. Daarnaast adviseerde de ECB financiële instellingen om als gevolg van de coronacrisis in 2020 geen dividend meer uit te keren. De coronacrisis is daarmee de belangrijkste oorzaak voor de fors lagere dividendontvangsten, dan geraamd in de Ontwerpbegroting 2020.

Afdrachten Staatsloterij (+ € 6,8 mln.)

Zie toelichting onder 'verplichtingen'.

Winstafdracht DNB (+ € 383,2 mln.)

De winstafdracht 2020 is naar boven bijgesteld vanwege het feit dat DNB in 2019 meer winst maakte dan verwacht en is het gevolg van wijzigingen in het monetaire beleid. Hieronder valt onder andere:

  • het opkoopprogramma van de ECB, waarin extra staats- en bedrijfsobligaties beschikbaar zijn gekomen.

  • de ontwikkeling in de rentecurve, waardoor DNB in 2019 een lagere voorziening voor het renterisico aan diende te houden en er in 2020 een deel van de voorziening is vrijgevallen.

Doordat het de winstafdracht betrof over de gerealiseerde winst in 2019 had de coronacrisis dus nog geen invloed.

Garanties (+ € 48,0 mln.)

TenneT (+ € 48,0 mln.)

In 2010 heeft de Staat een garantie van € 300 mln. voor 10 jaar afgegeven aan TenneT. Als vergoeding voor deze garantie heeft TenneT in totaal € 48 mln. aan premies betaald. De Staat heeft deze premies in een begrotingsreserve gestort ter dekking van eventuele schade. De garantie is in 2020 komen te vervallen zonder dat er een claim heeft plaatsgevonden. Het opgebouwde bedrag van € 48 mln. uit de reserve is daarom vrijgevallen. In de Ontwerpbegroting 2020 was het vrijvallen van de daarbij behorende verplichting van € 300 mln. al verwerkt.

67

Design-Build-Finance-Maintain-(Operate).

68

Kamerstukken II 2019–2020, 28 165, nr. 326.

69

Kamerstukken II 2019/20, 35 420, nr. 36

70

Kamerstukken II 2019/20, 29 232, nr. 41

71

Kamerstukken II 2019/20, 31 935, nr. 67

72

Kamerstukken II 2019/20, 29 232 nr. 41

73

Kamerstukken II 2019/20, 35 505 nr. 1

Licence