Base description which applies to whole site

4.3 Beleidsartikel 4 Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

Het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie zorgen ervoor dat studenten hun talenten maximaal kunnen ontplooien en volwaardig kunnen deelnemen aan de samenleving. Studenten worden voorbereid op passend vervolgonderwijs en/of een positie op de arbeidsmarkt die optimaal aansluit bij hun talenten.

De Minister is verantwoordelijk voor een stelsel van middelbaar onderwijs dat zodanig functioneert dat het onderwijs aansluit bij de talenten en ambities van individuele studenten en bij de behoeftes van de maatschappij. De sector beroepsonderwijs en volwasseneneducatie (bve) omvat het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en de volwasseneneducatie. Het middelbaar beroepsonderwijs heeft een belangrijke maatschappelijke en economische functie. Het is een leverancier van werknemers voor de arbeidsmarkt. Ook is het een schakel tussen het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs en het hoger beroepsonderwijs.

Financieren

De Minister is verantwoordelijk voor de financiering van het middelbaar onderwijs door lumpsumbekostiging van de onderwijsinstellingen. Hierdoor wordt de toegankelijkheid van het onderwijs gewaarborgd.

Stimuleren

De Minister stimuleert specifieke beleidsonderwerpen door het verstrekken van aanvullende bekostiging, subsidies en de inzet van andere instrumenten zoals overleg, voorlichting, kwaliteitsafspraken en wet- en regelgeving.

Regisseren

De Minister vult zijn verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het onderwijs in via een regisserende rol. De normeisen van kwaliteit zijn vastgelegd in wet- en regelgeving; de Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht op de naleving.

Kengetallen
Tabel 23 Kengetallen

Kengetal

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

1

Percentage studenten in het mbo dat zich uitgedaagd voelt1

37%

38%

37%

37%

38%

40%

 

2

Studenttevredenheid2

       
  

Cijfer opleiding

7

7,1

   
       

6,73

 

6,8

  

Cijfer instelling

6,6

6,7

   
       

6,53

 

6,6

  

Percentage tevreden over school en studie4

  

62%

 

 

1

2

Dit kengetal wordt tweejaarlijks gemeten.

3

Vanwege een andere antwoordmogelijkheid bij de vragen zijn de cijfers niet vergelijkbaar met eerdere jaren.

4

Vanwege een andere vraagstelling over de tevredenheid is het cijfer voor 2018 niet vergelijkbaar met eerdere jaren, en worden deze eerdere jaren niet getoond. Vanaf 2020 wordt deze vraag niet meer gesteld.

Tabel 24 Studenten middelbaar beroepsonderwijs (aantallen x 1.000)1
  

2018

2019

2020

2021

2022

1

Aantal studenten mbo (x 1.000 excl. vavo en vanaf 2018 inclusief groen onderwijs)2

492,4

498,6

506,1

500,2

483,5

 

Bol

373,6

370,8

379,0

377,9

346,9

 

Bbl

118,8

127,8

127,1

122,3

136,6

 

Vavo

8,7

8,4

6,4

6,7

7,1

2

Onderwijsuitgaven per mbo-student (x € 1.000)3

8,3

8,3

8,6

9,44

9,6

1

Bron: DUO, 1cijferbestand. Het 1cijferbestand van DUO kan afwijken van de in voorgaande jaren gebruikte Referentieraming.

2

(Sub)totalen geven een kleine afwijking door het afronden van de aantallen.

3

De onderwijsuitgaven per student zijn berekend door de middelen voor het instrument bekostiging te delen door het ongewogen aantal mbo-studenten uit de referentieraming 2022.

4

In 2021 is eenmalig de extra aanvraag subsidieregelingen uit het Nationaal Programma Onderwijs toegevoegd aan de berekening. De onderwijsuitgaven per student zijn in 2021 berekend door de middelen voor het instrument bekostiging plus de subsidieregelingen Inhaal- en ondersteuningsprogramma's (€ 33.471) en Extra hulp voor de klas (€ 102.647) te delen door het ongewogen aantal mbo-studenten (inclusief vavo) uit de referentieraming 2021. Dit is gedaan omdat beide regelingen in 2022 onderdeel uitmaken van de bekostiging en daarmee wordt de vergelijkbaarheid van de onderwijsuitgaven per student over de jaren heen vergroot.

De belangrijkste beleidsconclusies zijn opgenomen in het onderdeel beleidsprioriteiten. Naar aanleiding van de evaluatie van het vorige «Bestuursakkoord 2018–2022 Trots, vertrouwen en lef», en op basis van de afspraken uit het Coalitieakkoord, is in 2022 gewerkt aan een nieuw akkoord met een brede coalitie aan partijen. In het najaar is de gezamenlijke inzet van de partijen voor mbo bekend gemaakt. De inzet richt zich op drie speerpunten:

  • 1. vergroten gelijke kansen;

  • 2. betere aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt;

  • 3. onderwijskwaliteit, onderzoek en innovatie.

Tabel 25 Budgettaire gevolgen van beleid van artikel 4 (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

  

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen

 

4.424.079

5.275.175

4.993.746

5.626.978

5.708.910

4.936.743

772.167

         

Uitgaven

4.601.918

4.654.063

4.864.049

5.313.781

5.399.566

5.065.998

333.568

         

Bekostiging

 

4.151.144

4.210.160

4.330.200

4.605.346

4.722.353

4.477.645

244.708

Hoofdbekostiging

 

3.607.090

3.678.920

3.777.137

4.021.039

4.264.008

4.108.801

155.207

 

Bekostiging mbo-instellingen1

3.537.697

3.608.204

3.704.028

3.944.713

4.182.448

4.030.302

152.146

 

Bekostiging Caribisch Nederland

5.491

5.316

5.744

6.943

9.399

8.616

783

 

Bekostiging vavo

63.902

65.400

67.365

69.383

72.161

69.883

2.278

Kwaliteitsafspraken

 

399.635

417.800

440.000

457.867

341.147

252.785

88.362

 

Investeringsbudget

196.069

381.300

440.000

247.215

341.147

252.785

88.362

 

Resultaatsafhankelijk budget

203.566

36.500

0

210.652

0

0

0

Aanvullende bekostiging

 

144.419

113.440

113.063

126.440

117.198

116.059

1.139

 

Regionaal Investeringsfonds

22.729

21.676

21.010

19.637

21.742

22.345

‒ 603

 

Salarismix Randstadregio's

47.591

48.397

51.503

52.664

54.406

52.664

1.742

 

Regionaal programma

30.400

30.400

30.550

30.550

30.550

30.550

0

 

Tegemoetkoming schoolkosten mbo

10.000

10.000

10.000

0

0

0

0

 

Gelijke kansen

18.761

2.967

0

0

0

0

0

 

Schoolmaatschappelijk werk in het mbo

14.938

0

0

0

0

0

0

 

Begeleidingsgesprekken jeugdwerkloosheid

0

0

0

23.589

10.500

10.500

0

Subsidies (regelingen)

246.410

241.277

322.155

489.354

436.945

349.947

86.998

Subsidieregeling praktijkleren

201.500

204.048

213.500

306.279

311.558

295.358

16.200

Permanent leren

464

0

0

0

0

0

Leven Lang Ontwikkelen

3.895

5.225

6.114

6.782

‒ 668

Actieplan Laaggeletterdheid/Tel mee met taal

22.780

16.007

16.031

19.394

13.611

15.283

‒ 1.672

Loopbaanoriëntatie

2.949

3.234

3.275

1.782

1.523

1.809

‒ 286

Vakwedstrijden mbo

3.200

4.100

4.100

4.191

‒ 91

Inhaal- en ondersteuningsprogramma's

69.745

33.471

0

0

0

ROC Leiden

525

0

0

0

0

0

0

Extra hulp voor de klas

102.647

0

0

0

Maatschappelijke dienstijd

0

77.098

0

77.098

Doorstroom beroepskolom

0

0

0

0

Zelftesten

536

0

0

0

Overige subsidies

18.656

17.524

12.509

15.920

22.941

26.524

‒ 3.583

Opdrachten

 

8.573

8.238

5.039

9.796

12.723

19.016

‒ 6.293

In- en uitbesteding

4.228

3.590

5.039

7.137

12.472

19.016

‒ 6.544

Caribisch Nederland

4.345

4.648

0

0

0

0

0

Zelftesten

2.659

251

0

251

Bijdrage aan agentschappen

21.108

17.831

21.868

21.786

25.218

20.989

4.229

Dienst Uitvoering Onderwijs

18.312

15.539

19.758

19.281

22.644

17.439

5.205

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

2.796

2.292

2.110

2.505

2.574

3.550

‒ 976

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

54.910

54.998

61.156

61.213

66.683

72.938

‒ 6.255

College voor Toetsen en Examens

0

0

0

9.638

‒ 9.638

Wet SLOA

0

0

0

1.127

‒ 1.127

SBB

54.910

54.998

61.156

61.213

66.683

62.173

4.510

Bijdrage aan medeoverheden

119.773

121.559

123.631

126.286

135.644

125.463

10.181

RMC's

35.309

35.309

40.951

42.303

44.665

42.703

1.962

Educatie

60.391

60.356

62.174

63.560

70.622

63.560

7.062

Regionaal Programma

22.593

18.457

19.200

19.200

19.200

19.200

0

Caribisch Nederland

1.480

7.437

1.306

1.223

1.157

0

1.157

         

Ontvangsten

6.742

3.875

5.082

8.918

14.238

4.000

10.238

1

Vanaf 2018 inclusief de bekosting van het groen mbo-onderwijs.

Tabel 26 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

  

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen

 

4.424.079

5.275.175

4.993.746

5.626.978

5.708.910

4.936.743

772.167

waarvan garantieverplichtingen

110.994

‒ 7.208

107.437

13.509

69.018

0

69.018

waarvan overige verplichtingen

4.313.085

5.282.383

4.886.309

5.613.469

5.639.892

4.936.743

703.149

De totale realisatie van de verplichtingenuitgaven in 2022 is € 772,2 miljoen hoger dan begroot. De realisatie van de garantieverplichtingen ter hoogte van € 69,0 miljoen is het gevolg van leningen/rekening-courantkredieten aan onderwijsinstellingen. Deze leningen worden door middel van schatkistbankieren verstrekt. Het Ministerie van OCW staat voor deze leningen garant. Deze verplichtingen worden niet geraamd.

De realisatie op de overige verplichtingen wordt onder andere verklaard doordat verplichtingen zijn aangegaan voor het coalitieakkoord (€ 158,0 miljoen) en de Maatschappelijke diensttijd (€ 129,5 miljoen). Daarnaast wordt de realisatie verklaard door de toekenning van loon- en prijsbijstelling trance 2022 van € 156,5 miljoen in 2022 en omdat bij de instrumenten bekostiging en kwaliteitsafspraken de loon- en prijsbijstelling tranche 2022, ook voor 2023 (€ 148,2 miljoen) in het jaar 2022 is verplicht. Verder wordt het verschil verklaard door diverse bijstellingen van de verplichtingenraming zonder kaseffect in 2022 als gevolg van aanpassingen (€ 111,0 miljoen).

De realisatie van de uitgaven 2022 ligt € 333,6 miljoen hoger dan oorspronkelijk begroot. De realisatie van de ontvangsten is € 10,2 miljoen hoger dan oorspronkelijk begroot. In 2022 hebben meer afrekeningen plaatsgevonden vanwege incidentele coronamaatregelen en Nationaal Programma Oonderwijs (NP Onderwijs)-subsidies, zoals het ondersteuningsprogramma en extra handen in de klas.

Bekostiging

Hoofdbekostiging

Bekostiging mbo-instellingen

De rijksbijdrage die de mbo-instellingen ontvangen, is gebaseerd op de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB). De bekostiging is nader uitgewerkt in het Uitvoeringsbesluit WEB.

Het landelijk budget dat beschikbaar is voor de mbo-instellingen wordt verdeeld in een budget voor entree-opleidingen en een budget voor de niveaus 2 t/m 4. Het budget voor de entree-opleidingen wordt verdeeld over de instellingen naar rato van het aantal ingeschreven studenten. Het budget voor de niveaus 2 t/m 4 wordt verdeeld naar rato van het aantal ingeschreven studenten en het aantal afgegeven diploma’s van elke instelling. De mate waarin een student meetelt is afhankelijk van de leerweg (beroepsopleidende leerweg (bol) of beroepsbegeleidende leerweg (bbl)) en de opleiding (de prijsfactor van de opleiding). De mate waarin een diploma meetelt is afhankelijk van het niveau en de vraag of de student al eerder een mbo-diploma heeft behaald. In 2022 is circa € 155,0 miljoen toegevoegd aan de lumpsum voor de mbo-instellingen. Deze stijging wordt grotendeels verklaard door de verdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2022 (€ 128,0 miljoen). Op basis van het coalitieakkoord zijn middelen ter beschikking gesteld voor de verbetering van loopbaanoriëntatie (€ 20,0 miljoen) en het verbeteren van doorstroom binnen vo-mbo-hbo (€ 8,0 miljoen).

Bekostiging Caribisch Nederland

Deze middelen zijn bedoeld om de instellingen in Caribisch Nederland via lumpsumbekostiging te financieren voor de studenten die middelbaar beroepsonderwijs volgen. Op Bonaire worden op alle vier mbo-niveaus opleidingen aangeboden. In 2022 is de bekostiging verhoogd met circa € 0,7 miljoen op basis van het coalitieakkoord.

Bekostiging vavo

De rijksbijdrage voor het verzorgen van het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (vavo) is voor 2022 beschikbaar gesteld op basis van het vanaf 2015 ingevoerde bekostigingsmodel voor het vavo. De verdeling van de beschikbare middelen voor 2022 heeft plaatsgevonden aan de hand van het aantal ingeschreven studenten op 1 oktober 2020, het aantal vakken dat door studenten met een voldoende is afgesloten en het aantal afgegeven diploma’s in het kalenderjaar 2012. In 2022 is circa € 2,3 miljoen toegevoegd aan het budget voor de loon- en prijsbijstelling tranche 2022.

Kwaliteitsafspraken

Investeringsbudget

In het voorjaar van 2019 heeft de commissie kwaliteitsafspraken mbo de kwaliteitsagenda's beoordeeld en na een herkansingsronde zijn uiteindelijk de agenda’s van alle mbo-instellingen goedgekeurd. Daardoor is aan alle instellingen het investeringsbudget toegekend voor de periode 2019-2022. In 2022 is € 88,4 miljoen toegevoegd aan het investeringsbudget. Deze stijging wordt grotendeels verklaard door de toevoeging van de coalitieakkoordmiddelen (€ 80,0 miljoen). Daarnaast zijn er middelen toegevoegd van de loon- en prijsbijstelling tranche 2022 (€ 8,4 miljoen).

Resultaatafhankelijk budget

In 2021 heeft de Minister van OCW, op basis van het advies van de commissie kwaliteitsafspraken mbo, besloten dat alle mbo-instellingen het resultaatafhankelijk budget over de jaren 2019 en 2020 ontvangen. In 2023 vindt een eindbeoordeling plaats over de gehele periode 2019–2022 en wordt besloten over het resultaatafhankelijk budget voor de jaren 2021 en 2022.

Aanvullende bekostiging

Regionaal investeringsfonds (RIF)

Met het RIF worden middelen beschikbaar gesteld voor duurzame publiek-private samenwerking (pps) van beroepsonderwijs, bedrijfsleven en regionale overheden. Mbo-instellingen kunnen een aanvraag doen voor bekostiging van een samenwerkingstraject dat leidt tot verbetering van de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt. De samenwerkingspartners dragen financieel voor 50 tot 67 procent bij. In 2022 is € 21,7 miljoen uitgekeerd. Dat is € 0,6 miljoen minder dan in de vastgestelde begroting staat. Dit is onder andere te verklaren door een meerjarige kasschuif om de beschikbare middelen voor de RIF-regeling in overeenstemming te brengen met het (verwachte) betalingsritme.

Salarismix Randstadregio’s

In het Actieplan Leerkracht van Nederland zijn afspraken vastgelegd over de ambities op het gebied van professionalisering en de versterking van de salarismix in de Randstadregio’s. Er zijn via de Regeling versterking van salarismix leraren middelbaar beroepsonderwijs in de Randstadregio’s, aanvullend op de lumpsum, structureel middelen beschikbaar gesteld om in deze regio’s tot een versterking van de salarismix te komen. In 2022 is circa € 1,7 miljoen toegevoegd aan het budget voor de loon- en prijsbijstelling tranche 2022. Al deze middelen zijn in 2022 aan de scholen uitgekeerd volgens de in de regeling vastgestelde verdeling.

Regionaal programma

Scholen en gemeenten werken in 40 regio’s samen bij het tegengaan van voortijdig schoolverlaten. In 2020 heeft elke regio hiervoor een 4-jarig regionaal programma gemaakt waarmee maatregelen worden genomen om voortijdige uitval tegen te gaan en jongeren in een kwetsbare positie te begeleiden bij de overstap van school naar werk. De uitvoering van de maatregelen verloopt volgens planning.

Voor de uitvoering van het regionaal programma was in 2022 in totaal € 49,8 miljoen beschikbaar. Hiervan is € 30,6 miljoen via de contactschool naar de regio gegaan en € 19,2 miljoen via de contactgemeente met een Regionale Meld- en Coördinatiefunctie (RMC) naar de regio (zie Bijdrage aan medeoverheden).

Extra begeleiding en nazorg (aanpak jeugdwerkloosheid)

In 2022 is als onderdeel van een bredere aanpak jeugdwerkloosheid geld beschikbaar gesteld voor mbo-instellingen. Met de Subsidieregeling nazorg mbo 2022/2023 was in totaal € 10,5 miljoen beschikbaar voor mbo-instellingen om mbo-studenten na diplomering begeleiding te bieden gericht op de overstap naar vervolgonderwijs of het vinden van werk. Dit wordt ook wel nazorg genoemd.

In twee aanvraagronden hebben mbo-instellingen in totaal voor € 10,6 miljoen aangevraagd en is € 10,5 miljoen toegekend. Gezamenlijk geven de mbo-instellingen aan met het subsidiebedrag circa 17.000 studenten nazorg te gaan bieden. De activiteiten die instellingen op basis van de subsidie organiseren variëren van het matchen of stage op werk tot het zorgen voor een warme overdracht aan de gemeente, die de student verdere begeleiding biedt. De regeling wordt uiterlijk 2026 geëvalueerd en uiterlijk 28 februari 2024 moeten instellingen de beleidsinformatie aanleveren die inzicht geeft in de resultaten.

Subsidies

Praktijkleren

De Subsidieregeling praktijkleren heeft tot doel werkgevers te stimuleren om praktijkleerplaatsen en werkleerplaatsen aan te bieden. Dankzij de regeling kunnen leerlingen, studenten of werknemers die een (beroeps)opleiding volgen, zich beter voorbereiden op de arbeidsmarkt en kunnen werkgevers beschikken over beter opgeleid personeel. De subsidieregeling is een tegemoetkoming voor de kosten die een werkgever maakt voor begeleiding van deze studenten of werknemers. In 2022 is voor de Subsidieregeling praktijkleren in totaal € 311,6 miljoen gerealiseerd. Het reguliere deel van de subsidie betreft een bedrag van € 272,9 miljoen. Het grootste deel van het reguliere subsidiebudget (€ 250,0 miljoen) was bestemd voor het mbo en de overige middelen waren bestemd voor de compartimenten vmbo, pro, vso, hbo en wo (€ 22,9 miljoen).

Om het aanbod van praktijkleerplaatsen in specifieke sectoren te stimuleren, was voor deze sectoren in 2022 € 37,6 miljoen beschikbaar voor een aanvullende subsidie bovenop de reguliere subsidie. Tenslotte is er in 2022 € 1,1 miljoen nabetaling geweest van bezwaar en beroepen op de Subsidieregeling praktijkleren over 2021.

Werkgevers hebben in 2022 het maximale subsidiebedrag van € 2.700 per leerwerkplek uit de reguliere subsidie ontvangen voor het beschikbaar stellen van een praktijk- of werkleerplaats. Werkgevers hebben voor een praktijkleerplaats in specifieke sectoren, onderstaande aanvullende toeslag ontvangen:

  • mbo landbouw, horeca en recreatie: € 2.058 ;

  • mbo contact en conjunctuurgevoelige sectoren: € 920;

  • hbo tekortsectoren techniek (inclusief ICT) en gezondheidszorg: € 1.327.

In 2022 is € 16,2 miljoen aan de subsidieregeling praktijkleren toegevoegd. Deze additionele middelen wordt grotendeels veroorzaakt door de toevoeging van de loon- en prijsbijstelling tranche 2022 van € 7,0 miljoen en een gesaldeerde kasschuif van € 7,6 miljoen uit de jaren 2023 en 2024.

Leven lang ontwikkelen

Het Ministerie van OCW werkt met andere departementen, sociale partners, onderwijsinstellingen en andere stakeholders aan het realiseren van een doorbraak op leven lang ontwikkelen. In 2022 zijn de beschikbare OCW-middelen voor het verbeteren van de randvoorwaarden voor leven lang ontwikkelen grotendeels ingezet voor de Subsidieregeling flexibel beroepsonderwijs derde leerweg.

Actieplan laaggeletterdheid/Tel mee met Taal

De uitvoering van de aanpak van laaggeletterdheid loopt via het landelijke programma Tel mee met Taal dat door de Ministeries van OCW, SZW, VWS en BZK wordt uitgevoerd en gefinancierd. Met dit programma worden onder andere gemeenten, aanbieders van cursussen, werkgevers, bibliotheken en maatschappelijke organisaties ondersteund om laaggeletterden te herkennen, door te verwijzen en te scholen. In 2022 ging het om een programmabudget van € 15,3 miljoen. Hiervan is € 13,6 miljoen gerealiseerd via het instrument subsidies en € 1,7 miljoen via het instrument opdrachten.

Vanuit het instrument subsidies (€ 13,6 miljoen) is in 2022 ruim € 4,8 miljoen toegekend vanuit de subsidieregeling Tel mee met Taal 2021-2024. Met dit geld zijn 219 werkgevers, scholen, bibliotheken en andere organisaties aan de slag met het voorkomen en verminderen van laaggeletterdheid. Het gaat om taal, rekenen en digitale vaardigheden bij volwassenen maar ook het voorkomen van achterstanden bij kinderen. Daarnaast is € 7,3 miljoen euro toegekend aan Stichting Lezen & Schrijven voor het Landelijke Ondersteuning Programma Laaggeletterdheid 2020-2024 en is ongeveer € 1,5 miljoen besteed aan diverse instellingssubsidies.

Loopbaanoriëntatie (LOB)

De middelen zijn ingezet ten behoeve van betere studiekeuze- en arbeidsmarktvoorlichting via het portal KiesMBO met objectieve informatie over mbo-opleidingen, beroepen en arbeidsmarkt. Daarnaast zijn de middelen via het Expertisepunt LOB ingezet voor verbetering van de loopbaanbegeleiding in het mbo inclusief de overgangen vmbo-mbo-hbo en via het Kennispunt Gelijke Kansen, Diversiteit en Inclusie (GKDI) voor betere loopbaanbegeleiding en voorbereiding op de arbeidsmarkt van jongeren met een migratieachtergrond en of lage sociaaleconomische status.

Vakwedstrijden mbo

De nationale vakwedstrijden hebben in april 2022 op de gebruikelijke wijze plaatsgevonden. Nederland heeft niet deelgenomen aan de internationale wedstrijden, vanwege de risico’s van de geldende coronamaatregelen in het land dat de wedstrijden organiseerde voor de deelnemers. In plaats daarvan is met de subsidie voor internationale wedstrijden voor iedere deelnemer van Team Netherlands een individuele internationale wedstrijd georganiseerd met andere geïnteresseerde landen, zoals Polen en Canada.

Maatschappelijke diensttijd

Met de subsidie voor Maatschappelijke Diensttijd (MDT) worden maatschappelijke organisaties ondersteund om projecten te realiseren waarin jongeren aan zichzelf werken én een bijdrage leveren aan de samenleving. Zij kunnen trajecten van maximaal zes maanden volgen waarbij zij zich vanuit hun interesses inzetten voor de samenleving, hun talenten ontwikkelen en nieuwe mensen ontmoeten.

Naast de jaarlijkse € 94,7 miljoen vanuit het vorige Regeerakkoord is via het nieuwe Regeerakkoord vanaf 2022 € 105,0 miljoen per jaar toegevoegd om MDT verder op te schalen. Van de € 199,7 miljoen voor 2022 is € 69,8 miljoen niet gerealiseerd doordat de subsidieregeling niet volledig uitgeput is in 2022 en de gewenste opschaling van het programma meer tijd kost. Daarnaast valt een gedeelte van de kasgevolgen van de subsidieregeling, € 52,8 miljoen, in latere jaren.

Doorstroom beroepskolom

Als onderdeel van het coalitieakkoord is bij Voorjaarnota € 8,0 miljoen beschikbaar gemaakt voor mbo-instellingen om samen met hun partners in het vmbo en hbo een analyse te maken van opleidingen waar in de inhoudelijke aansluiting van opleidingen nog verbeteringen mogelijk zijn. Deze middelen zijn bij Najaarsnota toegevoegd aan de lumpsum. Met de mbo-instellingen is de afspraak gemaakt dat zij daarvoor een opleidingenanalyse maken die als basis kan dienen voor een subsidieregeling die in het voorjaar van 2023 beschikbaar komt voor het verbeteren van de aansluiting vmbo-mbo-hbo.

Zelftesten

Vanaf april 2021 zijn er zelftesten beschikbaar gesteld aan studenten en medewerkers in het mbo en hoger onderwijs. Zelftesten zijn vanuit het kabinet onderdeel van het maatregelenpakket voor het onderwijs. Het mbo en hoger onderwijs kende begin 2022 twee manieren van distributie: (1) distributie naar onderwijslocaties – die wordt gedeeld met het primair en voortgezet onderwijs, en (2) distributie naar thuisadressen via het landelijke portaal. Instellingen die de zelftesten op de onderwijslocaties ontvingen, voerden de distributie van zelftesten binnen de eigen instellingen zelf uit. Vanaf juni 2022 konden studenten en onderwijspersoneel zelftesten niet langer thuis laten bezorgen maar verliep de distributie alleen nog via onderwijslocaties.

Overige subsidies

Hieronder vallen posten zoals ondersteuning RMC’s en Stichting Combo, Stichting School en veiligheid en de Kennispunten onderwijs & examinering en Burgerschap.

Opdrachten

In- en uitbesteding

Dit betreft middelen voor diverse beleidsgerichte activiteiten en onderzoeken. Deze meevaller is grotendeels ontstaan doordat er minder middelen zijn besteed aan onderzoek, monitoring en uitvoering van het NP Onderwijs. Daarnaast is er ook sprake van lichte onderuitputting bij Maatschappelijke Diensttijd, Gelijke Kansen Alliantie, Tel mee met Taal en kleinere diverse beleidsgerichte activiteiten en onderzoeken.

Bijdragen aan agentschappen

Dienst Uitvoering Onderwijs

De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) is de uitvoeringsorganisatie van het Ministerie van OCW en levert producten en diensten op het terrein van de bekostiging van instellingen, financiering van studenten en informatievoorziening. Het betreft hier het aandeel in de uitvoeringskosten van DUO voor dit begrotingsartikel. De realisatie is in 2022 € 5,2 miljoen hoger dan de vastgestelde begroting doordat er meer uitvoeringskosten benodigd waren dan begroot.

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) heeft middelen ontvangen voor het uitvoeren van de Subsidieregeling praktijkleren. De uitvoeringskosten waren € 1,0 miljoen lager dan de vastgestelde begroting. Deze middelen zijn weer beschikbaar gesteld voor de Subsidieregeling praktijkleren.

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

College voor Toetsen en Examens (CvTE)

Het CvTE is verantwoordelijk voor de examens voor rekenen en taal in het beroepsonderwijs en staatsexamens Nederlands als tweede taal. De realisatie is in 2021 € 9,6 miljoen lager dan de vastgestelde begroting. Dit komt grotendeels doordat ten behoeve van het werkprogramma CvTE 2022 € 8,2 miljoen aan middelen zijn overgeboekt naar artikel 3 (Voortgezet onderwijs) en via dit artikel aan het CvTE is uitbetaald. Voor € 1,5 miljoen is bijgedragen aan het nieuwe inburgeringsstelsel.

Wet subsidiëring landelijke onderwijsondersteunende activiteiten (SLOA)

De subsidieverlening voor Cito verloopt op basis van de Wet SLOA. De middelen worden ingezet voor het ontwikkelen van centrale examens Nederlandse taal, rekenen en Engels in het mbo door Cito. De realisatie in 2022 is € 1,1 miljoen lager dan de vastgestelde begroting. Dit komt grotendeels omdat er een overboeking heeft plaatsgevonden in 2022 van € 0,5 miljoen naar het onderdeel overige subsidies. Door een wijziging in het beleid voor rekenexamens worden de rekenexamens niet meer belegd bij Cito. In plaats daarvan worden deze middelen ingezet ter subsidiëring van de coöperatie waarbinnen rekenexamens door en voor de mbo-scholen worden gemaakt. Het overige deel is ingezet om o.a. extra uitvoeringskosten te bekostigen inzake de Nt2 staatsexamens.

Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB)

SBB heeft in 2022 middelen ontvangen voor de uitvoering van wettelijke taken. SBB onderhoudt onder andere de kwalificatiestructuur in het mbo. In 2022 heeft SBB voor diverse opleidingen de kwalificatiedossiers aangepast en geactualiseerd. Hier hebben zich geen bijzonderheden voorgedaan. Een andere wettelijke taak die SBB heeft uitgevoerd is het zorgen voor voldoende kwalitatief goede stageplaatsen en leerbanen in het mbo. Naast de reguliere middelen heeft SBB voor 2022 € 4,0 miljoen aan extra middelen in het kader van COVID-19 ontvangen voor de uitvoering van het actieplan stages en leerbanen. Dit is een steunmaatregel om de stagetekorten ten gevolge van de coronacrisis zoveel mogelijk te beperken.

In 2022 is circa € 4,5 miljoen toegevoegd aan het budget voor SBB. Deze stijging wordt grotendeels verklaard door de verdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2022 (€ 1,9 miljoen). Verder is er € 0,8 miljoen beschikbaar gesteld voor het NGF-voorstel van het Leven Lang Ontwikkelen project Vaardig met Vaardigheden en € 1,1 miljoen voor het project inzicht in Skills.

Bijdragen aan medeoverheden

Regionale Meld- en Coördinatiefunctie (RMC's)

Gemeenten hebben met de RMC-functie de taak om deelname aan onderwijs en arbeidsmarkt te volgen van jongeren tot 23 jaar die (nog) geen startkwalificatie hebben. De RMC-functie zorgt er samen met andere betrokken partijen in de regio voor dat deze jongeren worden begeleid naar school, zorg, werk of een combinatie daarvan. De financiering voor de uitvoering van de RMC-taak vindt plaats middels een specifieke uitkering. In 2022 is hiervoor een bedrag van € 40,2 miljoen uitgekeerd aan RMC-contactgemeenten. Daarnaast is in 2022 middels een eenmalig extra specifieke uitkering € 4,5 miljoen uitgekeerd aan RMC-contactgemeenten voor het voorkomen en tegengaan van werkloosheid onder voortijdig schoolverlaters, als onderdeel van de corona steunmaatregelen.

Educatie

Sinds 1 januari 2015 wordt het educatiebudget per specifieke uitkering verstrekt aan samenwerkende gemeenten binnen een arbeidsmarktregio (via de 35 WEB-contactgemeenten). Gemeenten kregen in 2022 in totaal een budget van € 70,6 miljoen om te besteden aan opleidingen Nederlandse taal, rekenen en digitale vaardigheden voor de doelgroepen van het educatie-aanbod, waaronder laaggeletterden en niet-inburgeringsplichtige migranten. Gemeenten hebben voor de besteding van het budget bestedingsvrijheid om te bepalen aan welke type cursussen dit wordt besteed. Zo kunnen gemeenten opleidingen aanbieden die aansluiten bij de vraag van de diverse doelgroepen van de volwasseneneducatie. In 2022 is circa € 2,1 miljoen aan het budget voor de loon- en prijsbijstelling tranche 2022 en € 5,0 miljoen voor de aanpak van laaggeletterdheid van het coalitieakkoord toegevoegd.

Regionaal programma

Voor de uitvoering van het regionaal programma voortijdig schoolverlaten en jongeren in een kwetsbare positie is in 2022 een bedrag van € 19,2 miljoen uitgekeerd. Dit is in de vorm van een specifieke uitkering aan RMC-contactgemeenten verstrekt.

Caribisch Nederland

Aan de openbare lichamen in Caribisch Nederland wordt jaarlijks een bijzondere uitkering verstrekt voor de uitvoering van de Wet Sociale Kanstrajecten Jongeren BES (SKJ). Voor de samenwerking met Curaçao, Sint Maarten en Aruba worden middelen beschikbaar gesteld, bestemd voor het stimuleren van studeren in de regio en het bevorderen van voorzieningen in de regio, mede ten behoeve van de inwoners van Caribisch Nederland. De realisatie is in 2022 € 1,2 miljoen hoger dan de vastgestelde begroting. Dit wordt met name verklaard doordat de middelen voor de SKJ op het instrument bekostiging stonden. De SKJ is echter een bijdrage aan medeoverheden en wordt daarom op dat instrument gerealiseerd.

Ontvangsten

De ontvangsten van € 14,2 miljoen in 2022 zijn onder andere het gevolg van afrekeningen die betrekking hadden op subsidies en regelingen.

Licence