Base description which applies to whole site

4.3 Beleidsartikel 4 Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

Het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie zorgen ervoor dat studenten hun talenten maximaal kunnen ontplooien en volwaardig kunnen deelnemen aan de samenleving. Studenten worden voorbereid op passend vervolgonderwijs en/of een positie op de arbeidsmarkt die optimaal aansluit bij hun talenten.

De Minister is verantwoordelijk voor een stelsel van middelbaar onderwijs dat zodanig functioneert dat het onderwijs aansluit bij de talenten en ambities van individuele studenten en bij de behoeftes van de maatschappij. De sector beroepsonderwijs en volwasseneneducatie (bve) omvat het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en de volwasseneneducatie. Het middelbaar beroepsonderwijs heeft een belangrijke maatschappelijke en economische functie. Het is een leverancier van werknemers voor de arbeidsmarkt. Ook is het een schakel tussen het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs en het hoger beroepsonderwijs.

Financieren

De Minister is verantwoordelijk voor de financiering van het middelbaar onderwijs door lumpsumbekostiging van de onderwijsinstellingen. Hierdoor wordt de toegankelijkheid van het onderwijs gewaarborgd.

Stimuleren

De Minister stimuleert specifieke beleidsonderwerpen door het verstrekken van aanvullende bekostiging, subsidies en de inzet van andere instrumenten zoals overleg, voorlichting, kwaliteitsafspraken en wet- en regelgeving.

Regisseren

De Minister vult zijn verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het onderwijs in via een regisserende rol. De normeisen van kwaliteit zijn vastgelegd in wet- en regelgeving; de Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht op de naleving.

Kengetallen
Tabel 13 Studenten middelbaar beroepsonderwijs (aantallen x 1.000)1
  

2020

2021

2022

2023

2024

1

Aantal studenten mbo (x 1.000 excl. vavo en vanaf 2018 inclusief groen onderwijs)2

506,1

500,2

483,5

469,4

467,6

 

Bol

379,0

377,9

346,9

329,5

329,0

 

Bbl

127,1

122,3

136,6

139,9

138,6

 

Vavo

6,4

6,7

7,1

8,1

8,1

2

Onderwijsuitgaven per mbo-student (x € 1.000)3

8,6

9,44

9,6

10,8

11,0

1

Bron: DUO, 1cijferbestand. Het 1cijferbestand van DUO kan afwijken van de in voorgaande jaren gebruikte Referentieraming.

2

(Sub)totalen geven een kleine afwijking door het afronden van de aantallen.

3

De onderwijsuitgaven per student zijn berekend door de middelen voor het instrument bekostiging te delen door het ongewogen aantal mbo-studenten uit de referentieraming 2025.

4

In 2021 is eenmalig de extra aanvraag subsidieregelingen uit het Nationaal Programma Onderwijs toegevoegd aan de berekening. De onderwijsuitgaven per student zijn in 2021 berekend door de middelen voor het instrument bekostiging plus de subsidieregelingen Inhaal- en ondersteuningsprogramma's (€ 33.471) en Extra hulp voor de klas (€ 102.647) te delen door het ongewogen aantal mbo-studenten (inclusief vavo) uit de referentieraming 2021. Dit is gedaan omdat beide regelingen in 2022 onderdeel uitmaken van de bekostiging en daarmee wordt de vergelijkbaarheid van de onderwijsuitgaven per student over de jaren heen vergroot.

De belangrijkste beleidsconclusies zijn opgenomen in het onderdeel beleidsprioriteiten. Om uitwerking te geven aan de ambities uit het huidige coalitieakkoord, heeft het Ministerie van OCW samen met studenten, docenten, mbo-instellingen, werkgevers, gemeenten onderwijskoepels en vakbonden rond het mbo de Werkagenda mbo en het Stagepact mbo ondertekend. De inzet richt zich op drie speerpunten:

  • 1. vergroten gelijke kansen;

  • 2. betere aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt;

  • 3. onderwijskwaliteit, onderzoek en innovatie.

Tabel 14 Budgettaire gevolgen van beleid van artikel 4 (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2020

2021

2022

2023

2024

2024

2024

Verplichtingen

4.993.746

5.626.978

5.708.910

5.451.235

6.853.659

6.499.388

354.271

        

Uitgaven

4.864.049

5.313.781

5.399.566

5.812.453

5.866.687

5.643.432

223.255

        

Bekostiging

4.330.200

4.605.346

4.722.353

5.192.137

5.232.850

4.976.105

256.745

Bekostiging mbo-instellingen

3.704.028

3.944.713

4.182.448

4.179.787

4.332.913

4.078.966

253.947

Bekostiging Caribisch Nederland

5.744

6.943

9.399

10.405

10.516

12.200

‒ 1.684

Bekostiging vavo

67.365

69.383

72.161

80.204

91.720

87.079

4.641

Kwaliteitsafspraken investeringsbudget

440.000

247.215

341.147

586.134

704.330

704.330

0

Kwaliteitsafspraken resultaatafhankelijk budget

0

210.652

0

217.623

0

0

0

Regionaal Investeringfonds

21.010

19.637

21.742

21.629

20.372

47.819

‒ 27.447

Salarismix Randstadregio's

51.503

52.664

54.406

55.279

0

0

0

Regionaal Programma

30.550

30.550

30.550

30.550

30.550

35.211

‒ 4.661

Tegemoetkoming schoolkosten MBO

10.000

0

0

0

0

0

0

Gelijke kansen

0

0

0

26

0

0

0

Begeleidingsgesprekken jeugdwerkloosheid

0

23.589

10.500

10.500

10.449

10.500

‒ 51

Loopbaanoriëntatie

0

0

0

0

32.000

0

32.000

Subsidies (regelingen)

322.155

489.354

436.945

350.725

340.360

378.163

‒ 37.803

Praktijkleren

213.500

306.279

311.558

264.064

274.084

259.046

15.038

Leven Lang Ontwikkelen

3.895

5.225

6.114

1.985

0

0

0

Actieplan Laaggeletterdheid/Tel mee met Taal

16.031

19.394

13.611

13.995

14.041

14.270

‒ 229

Doorstroom beroepskolom

0

0

0

9.660

20.160

33.180

‒ 13.020

Vakwedstrijden MBO

3.200

4.100

4.100

4.722

5.190

4.928

262

Inhaal- en ondersteuningsprogramma's

69.745

33.471

0

0

0

0

0

Extra hulp voor de klas

0

102.647

0

0

0

0

0

Maatschappelijke diensttijd

0

0

77.098

0

0

0

0

LLO Collectief Laagopgeleiden en Laaggeletterden (NGF)

0

0

0

1.241

2.702

3.600

‒ 898

Loopbaanoriëntatie

3.275

1.782

1.523

34.624

2.082

34.082

‒ 32.000

Zelftesten

0

536

0

0

0

0

0

Overige subsidies

12.509

15.920

22.941

20.434

22.101

29.057

‒ 6.956

Opdrachten

5.039

9.796

12.723

9.480

9.279

16.471

‒ 7.192

Opdrachten

5.039

7.137

12.472

9.381

9.279

16.471

‒ 7.192

Zelftesten

0

2.659

251

99

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

21.868

21.786

25.218

25.670

31.823

24.514

7.309

Dienst Uitvoering Onderwijs

19.758

19.281

22.644

22.566

28.124

21.268

6.856

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

2.110

2.505

2.574

3.104

3.699

3.246

453

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

61.156

61.213

66.683

84.789

92.274

99.894

‒ 7.620

College voor Toetsen en Examens

0

0

0

0

0

11.861

‒ 11.861

Wet SLOA

0

0

0

0

0

70

‒ 70

SBB

61.156

61.213

66.683

82.063

87.066

82.802

4.264

NWO: NRO- Programma's MBO

0

0

0

2.726

4.238

4.240

‒ 2

NCP NLQF

0

0

0

0

970

921

49

Bijdrage aan medeoverheden

123.631

126.286

135.644

149.652

160.101

148.285

11.816

RMC's

40.951

42.303

44.665

43.623

46.968

40.694

6.274

Educatie

62.174

63.560

70.622

85.462

92.013

85.462

6.551

Caribisch Nederland

1.306

1.223

1.157

1.367

1.420

0

1.420

Regionaal Programma

19.200

19.200

19.200

19.200

19.200

22.129

‒ 2.929

Masterplan Campus Groningen

0

0

0

0

500

0

500

        

Ontvangsten

5.082

8.918

14.238

5.866

10.577

4.700

5.877

Tabel 15 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2020

2021

2022

2023

2024

2024

2024

Verplichtingen

4.993.746

5.626.978

5.708.910

5.451.235

6.853.659

6.499.388

354.271

waarvan garantieverplichtingen

107.437

13.509

69.018

34.669

40.344

0

40.344

waarvan overige verplichtingen

4.886.309

5.613.469

5.639.892

5.416.566

6.813.315

6.499.388

313.927

De realisatie van de aangegane verplichtingen is in 2024 € 354,3 miljoen hoger dan begroot. De realisatie op de uitgaven 2024 ligt € 223,3 miljoen hoger dan begroot. De realisatie van de ontvangsten is € 5,9 miljoen hoger dan begroot.

Bekostiging

Hoofdbekostiging

Bekostiging mbo-instellingen

In 2024 is circa € 253,9 miljoen toegevoegd aan de bekostiging voor de mbo-instellingen. Deze stijging wordt grotendeels verklaard door de toevoeging van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 (€ 265,7 miljoen). Verder heeft er een kasschuif plaatsgevonden van de krimpmiddelen van 2024 naar 2027 van € 30,0 miljoen. Ten behoeve van de invulling van de generieke subsidietaakstelling is de bekostiging voor het mbo in een iets ander kasritme gezet, om de opbrengst van diverse bezuinigingsmaatregelen over de jaren heen in het juiste kasritme te krijgen. Voor 2024 betekent dit dat er circa € 13,2 miljoen meer is uitbetaald dan oorspronkelijk begroot, over de jaren heen is deze kasschuif budgettair neutraal voor de bekostiging in het mbo.

Aanvullende bekostiging

Regionaal investeringsfonds (RIF)

In 2024 is er € 27,4 miljoen minder gerealiseerd op de RIF-regeling dan in de vastgestelde begroting staat. Dit wordt voornamelijk verklaard door een jaarlijkse meerjarige kasschuif in de Eerste Suppletoire Begroting 2024 die de beschikbare middelen voor de RIF-regeling in overeenstemming bracht met het (verwachte) betalingsritme.

Loopbaanoriëntatie (LOB)

In 2024 is er in totaal € 32,0 miljoen gerealiseerd op de regeling LOB.

Subsidies

Praktijkleren

In 2024 is er € 274,1 miljoen voor de subsidieregeling praktijkleren gerealiseerd. Het reguliere deel van de subsidie betreft een bedrag van € 263,5 miljoen. Het grootste deel van het reguliere subsidiebudget (€ 255,6 miljoen) was bestemd voor het mbo en de overige middelen waren bestemd voor de compartimenten vmbo/pro/vso, hbo en wo (€ 7,9 miljoen). Daarnaast was een aanvullende subsidie van € 10,6 miljoen beschikbaar voor mbo-leerwerkplekken in de sectoren landbouw, horeca en recreatie (motie Heerma).

Door de plafondsubsidie van het reguliere subsidiebudget hebben werkgevers in 2024 een lager bedrag per gerealiseerde werkplek ontvangen dan het maximale subsidiebedrag van € 2.700 per leerwerkplek. Dit was € 2.686 voor het mbo, € 571 voor het hbo en € 2.573 voor het wo. Voor het vmbo/pro/vso kon wel € 2.700 per leerwerkplek worden uitgekeerd.

Het aanvullende subsidiebudget is volledig uitgeput. Werkgevers die mbo-leerwerkplekken realiseerden in de sectoren landbouw, horeca en recreatie ontvingen additioneel op de reguliere subsidie een aanvullende toeslag van € 1.868 per gerealiseerde leerwerkplek.

In 2024 is circa € 15,0 miljoen aan de subsidieregeling praktijkleren toegevoegd. Deze middelen worden grotendeels verklaard door het toevoegen van loon- en prijsbijstelling tranche 2024 van in totaal € 13,8 miljoen. In de jaarlijkse doorrekening van de referentieraming 2024 steeg het aantal bbl-studenten ten opzichte van de vorige raming. Hierdoor is de regeling praktijkleren voor leerwerkbedrijven budgettair niet meer toereikend om het maximale bedrag van € 2.700 voor iedere leerwerkplek uit te keren, op basis van de verwachte aanvragen.

Doorstroom beroepskolom

In 2024 is er € 13,0 miljoen minder gerealiseerd op deze regeling dan begroot. De generieke subsidietaakstelling uit het Hoofdlijnenakkoord is deels ingevuld met een verlaging van de Subsidieregeling versterking aansluiting beroepskolom van in totaal € 9,2 miljoen in 2024. Daarnaast heeft er een kasschuif plaatsgevonden om de middelen in het juiste betaalritme te plaatsen en is er één opleiding geweest die zich heeft teruggetrokken waardoor er een meevaller is van € 0,4 miljoen in 2024.

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

College voor Toetsen en Examens (CvTE)

In 2024 is er € 11,9 miljoen minder gerealiseerd dan de vastgestelde begroting. Dit komt grotendeels doordat ten behoeve van het werkprogramma CvTE 2024 € 7,5 miljoen aan middelen zijn overgeboekt naar artikel 3 (Voortgezet onderwijs) en via dit artikel aan het CvTE is uitbetaald.

Ontvangsten

De ontvangsten in 2024 zijn € 5,9 miljoen hoger dan begroot door incidentele afrekeningen van verschillende projectsubsidies van Tel mee met Taal van € 1,7 miljoen, verschillende projectsubsidies van samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) van circa € 2,2 miljoen en diversen afrekeningen van overige subsidies van in totaal circa € 2,0 miljoen.

Licence