Base description which applies to whole site

4.2 Beleidsartikel 2 Koninklijke Marine

De marine levert operationeel gerede maritieme expeditionaire capaciteit (zowel vloot als mariniers) voor maritieme gevechtsoperaties zoals onderzeebootbestrijding en amfibische operaties, maritieme veiligheidsoperaties zoals antidrugs- en antipiraterij-operaties, en maritieme assistentie bij bijvoorbeeld rampen en militaire bijstand. De marine kan zelfstandig wereldwijd operaties uitvoeren en kan ook samen optreden met de landmacht, luchtmacht, marechaussee, kustwacht en buitenlandse bondgenoten.

De Minister is verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang en samenstelling van de marine alsmede de (mate van) gereedheid van maritieme eenheden. De marine is verantwoordelijk voor het operationeel gereedstellen en in stand houden van deze eenheden. De marine is inzetbaar voor zowel internationale als nationale taken.

De marine heeft in 2022 deelgenomen aan verschillende grote en kleine operaties, waarmee een bijdrage is geleverd aan alle hoofdtaken van Defensie. De consequenties van de COVID-19 pandemie waren in 2022 ten opzichte van 2021 beperkt. Veel geplande oefeningen konden doorgang vinden.

In 2022 hebben meerdere fregatten, mijnenjagers en het JSS en een operationele staf in de Standing Naval Forces bijdragen geleverd in het kader van hoofdtaak 1. Daarnaast hebben een LPD en een onderzeeboot gereed gestaan ter versterking van de VJTF. Het NL-commando over SNMG1 (Standing NATO Maritime Group 1) kreeg extra betekenis met de activatie van de VJTF(M), waarbij het aantal schepen in het verband initieel toenam en in later stadium weer afnam en stabiliseerde. De inzet van mariniers in Erbil verliep goed en liet zien dat met creativiteit en gedrevenheid inzet succesvol kan worden gecombineerd met gereedstellingsactiviteiten. Een advance party van de 21Raiding Squadron van het Korps Mariniers is vertrokken naar het Verenigd Koninkrijk voor Operatie INTERFLEX. Door deze organieke eenheid te sturen is het mogelijk jonge mariniers te koppelen aan ervaren kaderleden, om zodoende tijdens het trainen van Oekraïense militairen ook de eigen skilIs en drills te verbeteren.

Daarnaast hebben eenheden van het Korps Mariniers aan het begin van het jaar geoefend tijdens de Joint Arctic Training en hebben ze deelgenomen aan een grote internationale oefening van mariniers op bataljonsniveau in de Verenigde Staten.

In 2022 is de mijnenjager Zr.Ms. Vlaardingen onderdeel geweest van SNMCMG2 (Standing NATO Mine Countermeasures Group 2) en heeft in de Middellandse Zee standby gestaan om op afroep graantransporten in de Zwarte Zee te begeleiden.

In 2022 is aan hoofdtaken 2 en 3 invulling gegeven met onder andere 27 afgeronde en nog gaande Vessel Protection Detachments, het vernietigen van 54 explosieven op de Noordzee en bij operaties in de West is door de Ocean Going patrol Vessels in samenwerking met de MQ9 Reaper een record hoeveelheid van 33.669 kg drugs onderschept.

Voor de gereedstelling was de aansluiting van de fregatten Zr.Ms. De Zeven Provinciën en Zr.Ms. Van Amstel bij de USS Gerald R. Ford Carrier Strike Group een operationeel hoogtepunt waarbij in internationaal verband ervaring is opgedaan. Tevens heeft een (binationale) taakgroep met internationale partners geoefend. Zo hebben de mariniers in de Verenigde Staten met een Marine Combat Group (MCG) op bataljonsniveau getraind en heeft de Marine Spearhead Task Unit (MSTU) na een zeer korte reactietijd een noodhulp oefening op Guadeloupe uitgevoerd.

Het maritieme helikopter squadron 860 heeft met drie NH90 helikopters vanaf Zr.Ms. Karel Doorman en een onderzeeboot tactisch geoefend waarbij de onderzeebootbestrijdingsvaardigheden op een hoger niveau zijn gebracht.

Nu de Expeditionary Syvey Boat full operational capable is, beschikt de marine over een 16 meter lang platform dat zelfstandig onder tactische omstandigheden hydrografische opnames kan uitvoeren op grotere afstand van het moederschip. Met die informatie worden expeditionaire maritieme operaties ondersteund en wordt voor een omgeving gezorgd waarin schepen veilig kunnen navigeren. Daarnaast is de marine het afgelopen jaar druk bezig geweest met het verder opbouwen van haar Cyber capaciteit.

Een belangrijke tegenslag dit jaar was de brand aan boord van Zr.Ms. Zeeland. Het onderzoek loopt nog en het herstel van de schade is in volle gang.

De personele tekorten blijven vooralsnog een belangrijke belemmering voor een verdere verbetering van de operationele gereedheid. De gewenste hogere instroom van personeel is in 2022 niet bereikt. Op onderdelen zijn echter wel successen te benoemen.

Voor de verbetering van de materiële gereedheid zijn aanvulling van de voorraad en uitbesteding belangrijke maatregelen. Maar ook civiele partners en toeleveranciers hebben capaciteitstekorten en langere doorlooptijden door schaarste. Hierdoor wordt het positieve effect van de investering in uitbesteding en aangevulde voorraden maar langzaam zichtbaar en treden er nog steeds vertragingen op in onderhoudstrajecten.Toch zijn er positieve effecten merkbaar. Door toegenomen wisselvoorraad kan steeds vaker gebruik worden gemaakt van repair-by-replacement en leidt niet iedere vertraging in uitbesteed werk tot een vertraagd onderhoudstraject. De beschikbaarheid van optronica is succesvol verbeterd, waardoor niet alleen de ingezette militair over goede helderheidsversterkendemiddelen beschikt, er kan ook mee getraind worden.

Tabel 6 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 2 Koninklijke Marine (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen

916.861

977.958

1.108.335

1.027.350

994.610

823.417

171.193

        

Uitgaven

867.185

948.942

985.977

826.569

953.168

844.737

108.431

        

Opdrachten

198.921

219.702

235.889

44.266

60.480

51.841

8.639

- Gereedstelling

29.911

30.038

33.208

44.266

20.654

17.017

3.637

- Instandhouding materieel

169.010

189.664

202.681

    

- Kustwacht NL

    

36.695

26.865

9.830

- Kustwacht CARIB

    

3.131

7.959

‒ 4.828

(Schade)vergoeding

    

126

 

126

- Schadevergoeding overig

    

116

 

116

- Kustwacht CARIB

    

9

 

9

Personele uitgaven

592.657

692.094

692.094

766.079

873.474

772.458

101.016

- Eigen personeel

585.868

637.195

677.897

720.472

793.283

712.331

80.952

- Externe inhuur

6.789

10.112

13.541

10.395

8.594

100

8.494

- Overige personele exploitatie1

 

44.787

33.176

35.212

46.325

34.499

11.826

- Kustwacht NL

    

9.291

7.472

1.819

- Kustwacht CARIB

    

15.981

18.056

‒ 2.075

Materiële uitgaven

75.607

37.146

25.474

16.224

19.088

20.438

‒ 1.350

- Instandhouding IT

1.019

840

1.211

    

- Instandhouding infrastructuur

8.622

7.093

3.859

    

- Overige materiële exploitatie1

63.913

29.213

20.404

16.224

17.319

18.845

‒ 1.526

- Bijdragen aan SSO Paresto

2.053

      

- Kustwacht NL

    

36

38

‒ 2

- Kustwacht CARIB

    

1.733

1.555

178

        

Apparaatsontvangsten

22.369

60.599

28.090

17.682

14.214

10.881

3.333

- Kustwacht NL Ontvangsten

    

10

120

‒ 110

- Kustwacht CARIB Ontvangsten

    

8.559

4.857

3.702

- Kon. Marine Ontvangsten

    

5.645

5.904

‒ 259

1

In 2019 zijn de uitgaven overige exploitatie gesplitst in personele en materiële exploitatie

De posten met een verschil groter dan € 5 miljoen of noemenswaardige verschillen worden hieronder nader toegelicht.

Verplichtingen

Ten opzichte van de ontwerpbegroting zijn per saldo voor een bedrag van € 171,2 miljoen meer verplichtingen aangegaan. De hogere verplichtingen zijn het gevolg van de hogere uitgaven in het betalingenbudget (€108,4 miljoen) met als grootste omvang de arbeidsvoorwaarden 2021-2023. Daarnaast is er in plaats van eenmaal, tweemaal een verplichting aangegaan (€33,4 miljoen) voor de service level agreement (SLA) met de Rijksrederij voor 2022 en 2023. Verder zijn er meerjarige verplichtingen aangegaan voor onder andere vliegcapaciteit voor Kustwacht NL (€20 miljoen), energie en water in het Caribisch gebied (€3,6 miljoen) en diverse kleinere contracten.

Uitgaven

Opdrachten

Binnen opdrachten is per saldo €8,6 miljoen meer besteed dan in de ontwerpbegroting is aangegeven. De hogere uitgaven binnen Kustwacht NL (€9,8 miljoen) zijn gemaakt voor het gereedhouden en inzetten van de Emergency Towing Vessels op de Noordzee (€11,8 miljoen). Daarnaast is het budget verlaagd (€1,1 miljoen), omdat de besteding op IT-projecten niet realiseert binnen de begroting Defensie, maar in het DMF. Daar tegenover is minder uitgegeven aan de luchtverkenning. Dit betreft één factuur (€1,0 miljoen) die wordt betaald in het jaar 2023.

De lagere uitgaven bij Kustwacht CARIB (€4,8 miljoen) is, zoals vermeld in de 2e suppletoire begroting, het gevolg van het realiseren conform jaarplan waarbij onder andere de capaciteiten voor luchtverkenning onder het Defensiematerieelbegrotingsfonds realiseert. Daar tegenover staan hogere uitgaven door onder meer toenemende brandstofprijzen.

Personele uitgaven

Binnen personele uitgaven is per saldo €101 miljoen meer besteed dan in de ontwerpbegroting is aangegeven. De oorzaak ligt met name bij de extra uitgaven aan het arbeidvoorwaardenakkoord 2021-2023, de tijdelijke toelage loongebouw, de tegemoetkoming pensioenlasten en (tijdelijke) functie uitbreidingen. In verband met ondervulling van het personeelsbestand zijn extra uitgaven gemaakt voor externe inhuur om alsnog over personele capaciteit te beschikken. De hogere uitgaven op overige personele exploitatie wordt onder andere veroorzaakt door hogere opleidingsuitgaven.

Groene Draeck

De Groene Draeck is in 1957 door de Nederlandse bevolking aan toenmalig kroonprinses Beatrix geschonken. De Staat gaf bij deze gelegenheid mede het onderhoud van de Groene Draeck als geschenk. De kosten voor het onderhoud aan de Groene Draeck worden verantwoord op de begroting van het Ministerie van Defensie zolang Prinses Beatrix gebruik maakt van de Groene Draeck. De gemiddelde onderhoudskosten voor het Rijk zijn ook voor de huidige vijfjaarsperiode (2021 t/m 2025) begroot op €87.000 per jaar. De daadwerkelijke uitgaven fluctueren over de jaren heen.

Het benodigde meerjarige groot onderhoud wordt door tussenkomst van de Dienst Koninklijk Huis (DKH) door een specialistische werf uitgevoerd. Tot het maximum van het voor de huidige vijfjaarsperiode (2021 t/m 2025) beschikbaar gestelde budget van €435.000 (5 maal €87.000) kunnen de kosten hiervan worden gefactureerd. De in 2022 door Defensie gedragen kosten voor het in uitvoering zijnde meerjarige onderhoud van de Groene Draeck zijn €18.424. Van het totaal beschikbare onderhoudsbudget tot en met 2025 resteert nog €190.301. Eventuele meerkosten boven de €435.000 voor het onderhoud aan de Groene Draeck komen voor rekening van de eigenaresse.

Licence