Base description which applies to whole site

4.11 Artikel 11 Uitvoering

De overheid voorziet de uitvoeringsorganisaties van financiële middelen voor een rechtmatige, doelmatige, doeltreffende en klantgerichte uitvoering van socialezekerheidsregelingen, binnen de kaders die de overheid stelt.

De uitvoering van de socialezekerheidswetten vindt mede plaats door ZBO’s en RWT’s. De Minister van SZW bepaalt de kaders waarbinnen de uitvoering tot stand komt en stelt uitvoeringsbudget ter beschikking aan Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) inclusief het Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (BKWI), de Sociale Verzekeringsbank (SVB) en het Inlichtingenbureau (IB). Zij maakt daarbij prestatieafspraken en stuurt op rechtmatige, doelmatige, doeltreffende en klantgerichte uitvoering. Hiertoe is een planning- en controlcyclus ingericht tussen de uitvoeringsorganen en het ministerie.

De Minister is verantwoordelijk voor het doen uitvoeren van de sociale‐ zekerheidswetgeving door de uitvoeringsorganen en draagt zorg voor:

  • de vormgeving, het onderhoud en de werking van het stelsel van wet- en regelgeving (wet SUWI) waarbinnen de uitvoeringsorganen opereren;

  • de vormgeving van het stelsel van socialezekerheidswetten die UWV en de SVB uitvoeren;

  • de vaststelling van de budgetten die aan UWV, de SVB en het IB beschikbaar worden gesteld met daarbij passende prestatieafspraken;

  • de sturing van en het toezicht op de rechtmatige, doelmatige, doeltreffende en klantgerichte uitvoering door UWV, de SVB en het IB en de verantwoording daarover;

  • de vaststelling van de omvang van de middelen die aan de Landelijke Cliëntenraad (LCR) beschikbaar worden gesteld;

  • de organisatie van de eigen uitvoering binnen het verband van de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN).

Prestatie-indicatoren UWV en SVB

In onderstaande tabellen zijn indicatoren voor UWV en de SVB weergegeven die de doelmatigheid, rechtmatigheid en klantgerichtheid van de uitvoering weergeven.

Tabel 82 Indicatoren uitvoering UWV
 

Realisatie 2018

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Realisatie 2022

Begroting 20221

Verschil 2022

Doelmatigheid: Percentage realisatie uitvoeringskosten binnen budget

100

100

96

95

99

100

‒ 1

Rechtmatigheid: Percentage rechtmatigheid

98,9

99,1

992

99,22

99,42

99

0,4

Klantgerichtheid: Cijfer klanttevredenheid uitkeringsgerechtigden

7,1

7,1

7,4

7,5

7,5

7,0

0,5

Bron: UWV, jaarverslag.

1

Deze streefcijfers zijn opgenomen in het jaarplan 2022 van UWV dat in december 2021 aan de Tweede Kamer is verstuurd.

2

In dit cijfer is niet de rechtmatigheid van de NOW- subsidieverstrekking meegenomen. In het jaarverslag van het UWV wordt dit nader toegelicht.

Tabel 83 Indicatoren uitvoering SVB
 

Realisatie 2018

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Realisatie 2022

Begroting 20221

Verschil 2022

Doelmatigheid: Reële efficiëntiegroei

0,2

0,1

5,6

‒ 3,0

2

3

Rechtmatigheid: Percentage rechtmatigheid

100

100

100

100

100

99

1,0

Klantgerichtheid: Cijfer klanten4

8,0

8,2

4

8,2

8,0

0,2

Bron: SVB, jaarverslag.

1

Deze streefcijfers zijn opgenomen in het jaarplan 2022 van de SVB dat in december 2021 aan de Tweede Kamer is verstuurd.

2

In afwachting van een nieuwe KPI voor doelmatigheid rapporteert de SVB enkel nog kwalitatief over efficiency. Deze informatie is opgenomen in het jaarverslag 2022 van de SVB.

3

Norm was 1,5% efficiency-groei (kostenbesparing los van volume- en beleidswijzigingen) voor de grote wetten. Er wordt gewerkt aan een nieuwe indicator voor doelmatigheid. Voorlopig is afgesproken dat de SVB nog wel rapporteert over efficiency, maar er is geen norm afgesproken.

4

Het klanttevredenheidsonderzoek vindt tweejaarlijks plaats.

In de jaarverslagen van UWV en de SVB kan een nader onderscheid per wet/regeling met betrekking tot het percentage rechtmatigheid worden teruggevonden.

Herijkingen KPI-sets UWV en SVB

Bij zowel UWV als de SVB vinden er, in gezamenlijkheid met SZW, trajecten plaats om de KPI-sets voor de externe verantwoording te herijken waarbij er meer aandacht komt voor publieke waarden. In 2021 heeft bij de SVB een eerste herijking van de ‘key performance indicators’ (KPI’s) plaatsgevonden. Deze KPI’s zullen bij de verantwoording over het jaar 2022 voor het eerst door SVB worden gebruikt. In 2022 is bij UWV een nieuwe set prestatieafspraken opgesteld die onderdeel uitmaakt van het UWV-jaarplan 2023.

Tijdelijke regelingen

De uitvoering van de sociale zekerheid heeft het afgelopen jaar te maken gehad met de gevolgen van de coronacrisis. UWV voerde de tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (NOW) uit en de SVB de tijdelijke tegemoetkoming van de kinderopvang (TTKO). Daarnaast voerde de SVB de tijdelijke regeling verstrekkingen gerepatrieerden Afghanistan uit, een regeling voor Nederlanders die moesten vluchten uit Afghanistan.

Stand van de uitvoering

De laatste ‘Stand van de uitvoering Sociale Zekerheid’ van december 2022 is aan de Tweede Kamer gestuurd (Kamerstukken II 2022/23, 26 448, nr. 693). In deze brief wordt toelichting gegeven op de ontwikkelingen, risico’s en de dilemma's van de uitvoeringsorganisaties UWV en de SVB. Onderwerpen zijn de meerjarenplannen handhaving, de impact van de economische omstandigheden, het tegengaan van onbedoelde effecten voor de burger en domein overstijgende trajecten. Ook is er een stand van zaken gegeven op de knelpunten uit de knelpuntenbrieven van UWV en de SVB die in juni 2022 zijn meegestuurd met de Stand van de uitvoering (Kamerstukken II 2022/23, 26 448, nr. 682).

Werk aan Uitvoering (WaU)

Met WaU wordt gestreefd naar een publieke dienstverlening die aansluit op de verwachtingen en behoeften van burgers en ondernemers. Via een integrale aanpak wordt langs verschillende lijnen de dienstverlening verbeterd: door te werken aan digitale oplossingen, ambtelijk vakmanschap, toepasbare wetgeving en een betere samenwerking tussen beleid en uitvoering. In 2022 is in het kader van het programma WaU oplopend tot jaarlijks t/m 2031 € 35 miljoen voor UWV en € 9,3 miljoen voor de SVB aan het uitvoeringsbudget toegevoegd. Deze middelen zijn bedoeld voor het versnellen van de digitale agenda en het verhogen van de statuur en aantrekkelijkheid van de uitvoering. Hiermee zijn de uitvoeringsorganisaties financieel goed uitgerust om de organisatie te versterken en de dienstverlening te verbeteren.

Investeringen in ICT en personeel bij de SVB

ICT is essentieel voor de processen van de SVB. Met de IV-strategie 2021-2025 wordt de basis op orde gebracht. Hiermee moet er ruimte ontstaan voor grotere ICT-ontwikkelingen die voortkomen uit mogelijke wetswijzigingen. Daarnaast loopt operatie «Gezonde Dienstverlening» door. Hiermee zijn in 2021 en 2022 zo’n 350 medewerkers gestart bij de SVB.

Dienstverlening WW

Uit het eind september 2022 verschenen eindonderzoek naar de effectevaluatie WW-dienstverlening, dat aan de Tweede Kamer is aangeboden (Kamerstukken II 2022/23, 26 448, nr. 688), weten we dat persoonlijke dienstverlening effectief is en ook welke instrumenten daarbij op welk moment het beste voor specifieke groepen kunnen worden ingezet. Belangrijke uitkomst uit het onderzoek is dat WW-dienstverlening met name voor personen met een kortere afstand tot de arbeidsmarkt leidt tot hogere werkhervatting. Daarnaast voelen WW-cliënten zich meer gezien, gehoord en geholpen bij de inzet van persoonlijke dienstverlening.

In 2022 was er bij UWV sprake van een tijdelijke overcapaciteit binnen de WW-dienstverlening. Reden hiervoor was dat de instroom in de WW lager bleek te zijn dan verwacht. UWV maakte gebruik van deze overcapaciteit door de dienstverlening tijdelijk waar nodig te intensiveren. De meer intensieve begeleiding bestaat bijvoorbeeld uit meer gesprekken met UWV-adviseurs en uit coaching.

Activerende dienstverlening WIA

Voor de doorontwikkeling van de WGA-dienstverlening loopt een onderzoeksprogramma over de periode 2017–2025. Om hier meer zicht op te krijgen, heeft het onderzoeksbureau De beleidsonderzoekers in een midterm review de huidige stand van zaken van het onderzoeksprogramma en de WGA-dienstverlening in beeld gebracht (Kamerstukken II 2022/23, 26 448, nr. 686). De rapporten schetsen het beeld dat SZW en UWV op koers liggen om bij afronding van het onderzoeksprogramma inzicht te kunnen verschaffen in de doelmatigheid en doeltreffendheid van de WGA-dienstverlening. De midterm review laat ook zien dat UWV de afgelopen jaren veel heeft geïnvesteerd in het versterken van de WGA-dienstverlening en dat UWV conform afspraak uitvoering geeft aan de basale dienstverlening. Dit betekent dat er voor meer burgers re-integratiedienstverlening wordt ingekocht en dat de doelstelling van tenminste één en gemiddeld twee gesprekken per jaar ruimschoots wordt behaald.

Sociaal-medisch beoordelen

De mismatch in de vraag naar en het aanbod van sociaal medisch beoordelingen bij de arbeidsongeschiktheidsregelingen is ook in 2022 toegenomen. De vraag is al jaren groter dan UWV aan kan en de mismatch zal de komende jaren zonder ingrijpen alleen maar verder toenemen. Dit is ook gebleken uit de actualisatie van de eerdere doorrekening van de mismatch door Gupta Strategists (Kamerstukken II 2021/22, 26 448, nr. 685) die een verdere verslechtering van de situatie laat zien.

Dit heeft ertoe geleid dat SZW, naast maatregelen die UWV zelf neemt om de mismatch te verkleinen, in 2022 aanvullende maatregelen heeft getroffen om mensen die wachten op een beoordeling sneller duidelijkheid te geven en UWV lucht te geven om reeds ingezette en aanvullende verbeteringen in de uitvoering te implementeren. De getroffen maatregelen in 2022 worden in de beleidsprioriteiten en de beleidsconclusies van artikel 3 nader toegelicht.

Inlichtingenbureau (IB)

In 2022 heeft het IB na afstemming met SZW, VNG en de SVB informatie verstrekt aan circa 300 gemeenten waarmee inwoners met een laag inkomen zonder aanvraag de energietoeslag uitbetaald kregen. Ook konden gemeenten van 1 juli tot en met 31 december 2022 bestandskoppelingen aanvragen bij het IB om zo Tijdelijk vereenvoudigde besluit bijstand zelfstandigen (Tbbz) uitkeringen te verstrekken.

Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (BKWI)

BKWI heeft in 2022 gewerkt aan de eerste fase van implementatie van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening en de wijzigingen ten behoeve van de Wet Vereenvoudiging Beslag Vrije Voet. Door krapte op de arbeidsmarkt heeft BKWI een deel van het jaar met een ontwikkelteam minder geopereerd. Ook is in 2022 de transitie naar de nieuwe datacenter dienstverlener afgerond.

Tabel 84 Begrotingsgefinancierde budgettaire gevolgen van beleidsartikel 11 (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting1

Verschil

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen

496.490

519.087

589.863

654.624

700.110

664.321

35.789

        

Uitgaven

496.242

519.222

589.977

654.624

699.830

665.821

34.009

        

Subsidies

       

Subsidies

0

0

0

0

0

1.500

‒ 1.500

Opdrachten

       

Handhaving en gegevensuitwisseling

0

0

0

0

573

3.173

‒ 2.600

Bekostiging

       

Uitvoeringskosten CN

0

0

0

0

7.441

7.067

374

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

       

Uitvoeringskosten UWV

372.983

396.851

434.577

487.173

507.942

473.786

34.156

Uitvoeringskosten SVB

116.267

112.726

139.415

149.116

167.765

166.944

821

Uitvoeringskosten IB

6.257

8.963

15.279

17.500

15.299

12.541

2.758

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

       

Landelijke Cliëntenraad

735

682

706

835

810

810

0

        

Ontvangsten

11.638

52.252

173

88.058

82.925

0

82.925

        

Ontvangsten

       

Restituties

11.638

52.252

173

88.058

82.925

0

82.925

1

Stand inclusief amendementen, moties en NvW. De stand zoals gepresenteerd onder de stand vastgestelde begroting wijkt af van de stand vastgestelde begroting bij de eerste suppletoire begroting, tweede suppletoire begroting, incidentele suppletoire begrotingen en de slotwet. De reden hiervoor is dat in het jaarverslag de incidentele suppletoire begrotingen die zijn ingediend tussen de vaststelling van de ontwerpbegroting en de vaststelling van de eerste suppletoire begroting zijn opgeteld bij de realisatie.

Tabel 85 Premiegefinancierde budgettaire gevolgen van beleidsartikel 11 (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Uitgaven

1.465.842

1.506.518

1.782.864

1.845.340

1.972.833

2.069.926

‒ 97.093

        

Bijdragen aan ZBO's/RWT's1

       

Uitvoeringskosten UWV

1.326.271

1.359.118

1.629.664

1.670.751

1.818.002

1.858.966

‒ 40.964

Uitvoeringskosten SVB

139.571

147.400

153.200

174.589

154.831

158.833

‒ 4.002

        

Nominaal

0

0

0

0

0

52.127

‒ 52.127

        

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

1

Deze bedragen hebben alleen betrekking op de uitvoering van het SZW-beleid door de zbo's.

Subsidies

Deze post op de begroting betreft een reservering voor de eindafrekening van een subsidie aan de VNG voor de bijdrage aan de infrastructuur Landelijke Interventieteams in de periode 2019–2021. De middelen zijn overgeheveld naar artikel 2.

Opdrachten

Betreft het beleidsondersteunende opdrachtenbudget voor handhaving en gegevensuitwisseling, waarmee beleidsontwikkeling omtrent handhaving en preventie wordt vormgegeven. In 2022 is € 1,7 miljoen uitgegeven aan het project Innovatie Gegevensuitwisseling SUWI. Daarvan is het merendeel naar het IB gegaan, die onder meer de brokersrol vervult. Daarnaast is er € 0,12 miljoen subsidie aan de VNG verstrekt. Er is voor circa € 0,25 miljoen aan onderzoek uitgegeven, zoals het onderzoek kennis der verplichtingen en een internationale vergelijking van handhavingsbeleid (rapport in 2023). Ten slotte is er zo’n € 0,3 miljoen aan beleid ten aanzien van (de bestrijding van) ondermijning uitgegeven.

Bekostiging

De RCN-unit SZW is een bij de Rijksdienst Caribisch Nederland gepositioneerd onderdeel van het departement dat namens de minister is belast met uitkeringsverstrekking, vergunningverlening en arbeidsinspectie in Caribisch Nederland.

De gerealiseerde uitgaven voor 2022 vallen € 0,4 miljoen hoger uit dan begroot. Dit wordt voornamelijk verklaard door de reguliere loon- en prijsbijstelling (€ 0,3 miljoen).

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

De Minister van SZW stelt de financiële kaders vast voor het uitvoeringsbudget van UWV (inclusief BKWI), de SVB en het IB, waarbinnen deze organisaties hun jaarplannen dienen op te stellen. Deze financiële kaders hebben alleen betrekking op de uitvoering van SZW-taken door genoemde ZBO’s. In de jaarplannen nemen UWV en de SVB een verdeling van de uitvoeringskosten naar wet en/of fonds op. De Minister stuurt in eerste aanleg op het totaalbudget per organisatie. Uitgangspunt daarbij is dat de organisaties zelfstandig de uitvoering organiseren en over de realisatie via het jaarverslag verantwoording afleggen aan de Minister van SZW.

De uitvoeringskosten van UWV en de SVB wijzigen gedurende de jaren als gevolg van beleidswijzigingen en van volumeontwikkelingen in de onderscheiden wetten. Voor een nadere toelichting op de volumeontwikkelingen wordt naar de desbetreffende artikelen verwezen.

Budgettaire ontwikkelingen

De totale uitvoeringskosten UWV vallen met € 7 miljoen licht lager uit dan begroot. De totale uitvoeringskosten SVB vallen lager uit dan begroot met een verschil van € 3 miljoen.

In de tabellen 86 en 87 zijn de gerealiseerde uitvoeringskosten van UWV en de SVB toegedeeld aan de onderscheiden wetten en regelingen. Deze toedeling is extracomptabel.

Tabel 86 Extracomptabel overzicht begrotingsgefinancierde en premiegefinancierde uitvoeringskosten UWV (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie 2018

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Realisatie 2022

UWV (incl. BKWI)

1.699.254

1.755.969

2.064.241

2.157.924

2.325.944

      

Begrotingsgefinancierd

372.983

396.851

434.577

487.173

507.942

IOW

2.068

2.586

2.547

2.580

2.576

Wajong

150.000

141.938

165.237

189.080

202.567

Re-integratie Wajong

96.000

123.860

110.340

95.777

108.423

Basisdienstverlening

91.640

93.778

83.050

91.932

84.137

Beoordeling gemeentelijke doelgroep

17.900

20.000

20.000

20.000

20.000

WSW-indicatiestelling

4.193

4.048

2.065

1.329

1.664

Tijdelijke regeling aanpassing Dagloonbesluit

2.050

0

0

0

0

Scholingsexperiment WGA

0

0

500

0

0

Scholingsbudget WW

700

1.020

780

5.500

900

NOW 1

0

0

19.200

20.600

7.700

NOW 2

0

0

8.200

10.000

3.900

NOW 3

0

0

5.800

16.000

20.347

NOW 4

0

0

0

4.000

1.400

NOW 5

0

0

0

0

10.565

NOW 6

0

0

0

0

2.000

TOFA

0

0

3.100

2.591

100

MCKW

0

0

763

337

291

Uitvoering kassierstaak

0

0

0

3.300

3.300

Centrale uitvoering landelijke ondersteuning

0

0

0

3.000

3.100

Skills en mogelijkheden

0

0

0

1.498

2.458

Inzet doelgroep banenafspraak

0

0

0

3.100

4.000

STAP

0

0

0

0

13.100

BKWI

8.432

9.620

12.908

16.550

15.412

      

Premiegefinancierd

1.326.271

1.359.118

1.629.664

1.670.751

1.818.002

WAO

82.777

84.435

68.185

72.036

80.165

IVA

101.955

128.844

64.926

75.563

88.281

WGA

242.184

258.050

335.363

382.235

442.583

WAZ

3.081

2.931

3.070

2.944

4.034

WW

539.084

542.251

626.189

622.234

587.109

ZW

294.935

310.854

373.890

391.344

427.172

WAZO

9.848

11.103

10.521

12.874

15.199

Re-integratie WAZ/WAO/WIA/ZW

87.908

126.805

106.626

131.981

164.699

Toevoeging aan bestemmingsfonds/egalisatiereserve

‒ 35.500

‒ 106.155

40.981

‒ 20.460

8.760

Tabel 87 Extracomptabel overzicht begrotingsgefinancierde en premiegefinancierde uitvoeringskosten SVB (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie 2018

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Realisatie 2022

SVB

255.838

260.126

292.615

323.705

322.596

      

Begrotingsgefinancierd

116.267

112.726

139.415

149.116

167.765

AKW

84.088

71.216

97.326

101.565

115.105

TAS

1.023

1.278

2.980

2.349

4.688

KOT/WKB

4.333

8.333

5.634

9.0811

7.347

AIO

23.299

28.901

30.916

33.600

38.625

Bijstand buitenland

265

265

224

224

224

Overbruggingsregeling AOW

1.066

600

503

489

0

Remigratiewet

2.193

2.133

1.832

1.808

1.776

      

Premiegefinancierd

139.571

147.400

153.200

174.589

154.831

AOW

127.058

135.800

142.500

165.055

145.124

Anw

12.513

11.600

10.700

9.534

9.707

1

Inclusief TTKO

Bijdrage aan nationale organisaties

De Landelijke Cliëntenraad (LCR) is een overlegorgaan ingesteld bij Wet SUWI waarin landelijke cliëntenorganisaties, vertegenwoordigers van gemeentelijke cliëntenraden en vertegenwoordigers van de centrale cliëntenraden van de SVB en UWV zitting hebben. De LCR heeft tot taak periodiek te overleggen met UWV, de SVB, de gemeenten en de Minister van SZW over onderwerpen op het terrein van werk en inkomen. De Minister van SZW stelt de financiële kaders vast voor de LCR, waarbinnen de LCR een jaarplan dient op te stellen.

Ontvangsten

De ontvangsten bedragen in 2022 circa € 83 miljoen. Dit betreffen verrekeningen over rijksgefinancierde regelingen met betrekking tot de uitvoeringskosten van UWV en de SVB over 2021.

Licence