Op dit artikel worden de producten op het gebied van rijksvaarwegen verantwoord. Dit betreffen de onderdelen verkeersmanagement, beheer, onderhoud en vervanging, aanleg, geïntegreerde contractvormen/PPS, netwerkgebonden kosten en de investeringsruimte.
De doelstellingen van het onderliggende beleid zijn terug te vinden in de begroting Hoofdstuk XII en vinden hun oorsprong in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) en de Nota Mobiliteit (NoMo) (Kamerstukken II 2004-2005, 29 644, nr. 6).
Het artikel Hoofdvaarwegennet op het Mobiliteitsfonds is gerelateerd aan beleidsartikel 18 Scheepvaart en Havens op de begroting Hoofdstuk XII.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | Toelichting | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2024 | 2024 | ||
Verplichtingen | 1.034.388 | 1.035.582 | 1.198.464 | 1.175.786 | 1.920.526 | 1.628.151 | 292.375 | 1 |
Uitgaven | 1.042.935 | 1.385.294 | 1.494.251 | 1.358.394 | 1.397.734 | 1.376.956 | 20.778 | |
Waarvan juridisch verplicht | 0 | |||||||
15.01 Exploitatie | 11.010 | 11.158 | 10.972 | 9.856 | 12.147 | 9.947 | 2.200 | |
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 11.010 | 11.158 | 10.972 | 9.856 | 12.147 | 9.947 | 2.200 | |
15.02 Onderhoud en vernieuwing | 391.031 | 463.177 | 511.648 | 457.760 | 617.271 | 653.852 | ‒ 36.581 | 2 |
15.02.01 Onderhoud | 339.381 | 414.571 | 473.488 | 421.711 | 520.995 | 516.013 | 4.982 | |
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 335.809 | 364.617 | 461.832 | 420.811 | 520.155 | 515.281 | 4.874 | |
15.02.04 Vernieuwing | 51.650 | 48.606 | 38.160 | 36.049 | 96.276 | 137.839 | ‒ 41.563 | |
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 0 | 1 | 1 | 1 | 0 | 1 | ‒ 1 | |
15.03 Ontwikkeling | 226.735 | 277.290 | 390.458 | 323.902 | 242.396 | 208.348 | 34.048 | 3 |
15.03.01 Aanleg | 223.697 | 271.446 | 380.892 | 309.660 | 236.908 | 101.686 | 135.222 | |
15.03.02 Planning en studies | 3.038 | 5.844 | 8.956 | 9.673 | 3.738 | 96.905 | ‒ 93.167 | |
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 1.843 | 4.255 | 8.018 | 7.958 | 1.937 | 1.806 | 131 | |
15.03.03 Optimalisering gebruik | 0 | 0 | 610 | 4.569 | 1.750 | 9.757 | ‒ 8.007 | |
15.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS | 56.765 | 250.652 | 165.643 | 131.564 | 90.818 | 96.432 | ‒ 5.614 | 4 |
15.06 Netwerkgebonden kosten HVWN | 357.394 | 383.017 | 415.530 | 435.312 | 435.102 | 408.377 | 26.725 | 5 |
15.06.01 Apparaatskosten RWS | 320.780 | 338.582 | 356.566 | 379.311 | 400.850 | 375.308 | 25.542 | |
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 320.780 | 338.582 | 356.566 | 379.311 | 400.850 | 375.308 | 25.542 | |
15.06.02 Overige netwerkgebonden kosten | 36.614 | 44.435 | 58.964 | 56.001 | 34.252 | 33.069 | 1.183 | |
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 36.614 | 44.435 | 58.964 | 56.001 | 34.252 | 33.069 | 1.183 | |
15.09 Ontvangsten | 112.206 | 97.621 | 44.822 | 98.158 | 48.177 | 21.757 | 26.420 | 6 |
Onderstaand wordt op het niveau van artikelonderdelen, de verplichtingen en ontvangsten een toelichting gegeven op de verschillen (de mutaties) tussen de begroting en de realisatie. Zie voor de gehanteerde norm de toelichting ‘normering jaarverslag’ zoals opgenomen in de leeswijzer.
1. De hogere verplichtingenrealisatie van € 292,4 miljoen is het saldo van hogere en lagere verplichtingen. Dit wordt met name verklaard door:
– Vernieuwing: Er is per saldo € 343,0 miljoen meer verplicht.
• Diverse verplichtingenschuiven (€ 347,5 miljoen): het verplichtingenbudget moest weer in lijn worden gebracht met de programmering.
• Loon- en prijsbijstelling € 18,5 miljoen.
• Toevoegen van projectbudget € 23,3 miljoen.
• de Rijksbijdrage TNO t.b.v. het onderzoekspgrogramma Vervanging en Renovatie ‒ € 4,7 miljoen.
• Reservering Vernieuwing (- € 41,6 miljoen): de hieronder toegelichte lagere uitgaven brengen dezelfde lagere verplichtingen met zich mee.
– Aanleg (€ 70,2 miljoen):
• Maasroute 2e fase (€ 170,4 miljoen): de hogere verplichtingen wordt verklaard door: Aanvullend budget Julianakanaal ten behoeve van het definitief herstellen van de calamiteit als gevolg van een volgelopen bouwkuip. Bij de voorbereiding van de werkzaamheden kwamen onverwachte zaken naar boven waaronder de staat van de bodem van het kanaal. Door een robuust herstel van het kanaal en het tegelijkertijd afmaken van de verruiming was er aanzienlijk meer budget benodigd dan eerder werd gedacht.
• Toekomst visie Waal (- € 1,6 miljoen): Het project heeft minder verplicht dan op voorhand was gepland. Dit kwam door prijsdalingen in de uitvoering en risico’s die niet zijn opgetreden.
• Wilhelminakanaal (€ 1,9 miljoen): Meer verplicht dan in eerste in instantie werd gedacht. Door de vertraging van Nieuwbouw Sluis II moest de huidige sluis langer in stand gehouden worden dan in eerste instantie werd gedacht. Hiervoor is het vervangen van de sluisdeuren noodzakelijk geweest.
• Nieuwe Sluis Terneuzen (€ 38,4 miljoen): wordt grotendeels verklaard door een ophoging van het budget voor de staalclaim (€ 24,6 miljoen). Daarnaast is er loon- en prijsbijstelling ontvangen (€ 3,3 miljoen). Diverse kleine mutaties (€ 13,8 miljoen).
• Capaciteit uitbreiding haven Merwede (- € 3,5 miljoen): Het project is afgerond en het resultaat betreft een meevaller.
• Lemmer-Delfzijl 2 (- € 8,3 miljoen): Betreft schuiven die zijn gedaan om de kasreeks bij te stellen door vertragingen bij diverse projecten. Bij het project Redundant Glasvezelnetwerk is er een vooronderzoek gedaan vanwege de prijsstijgingen. Daarnaast vertraagt het project Gerrit Krolbrug i.v.m. stikstof. En is vertraging ontstaan bij verkrijgen van vergunningen.
• Regeling Kademuren: Wegens het ontbreken van geschikte projecten in 2024 zijn de middelen middels een verplichtingenschuif (- € 2,0 miljoen) van 2024 naar latere jaren geschoven.
• Kornwerderzand (- € 124,9 miljoen): Door vertraging van de uitvoering is deze post doorgeschoven naar latere jaren.
• Het restant wordt verklaard door diverse kleine mutaties (- € 0,2 miljoen).
– Planning en Studies (- € 150,6 miljoen):
• Reservering Hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl (- € 21,7 miljoen): Er worden zes zij-objecten langs de Hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl overgedragen aan lokale overheden. Voor de kosten van de overdracht is in 2024 € 7,5 miljoen overgeboekt naar artikelonderdeel 15.02 van waaruit de middelen zijn overgeheveld naar de lokale overheden. Door vertraging van de uitvoering is € 14,2 miljoen doorgeschoven naar latere jaren.
• Reservering Lichteren IJmuiden (- € 2,1 miljoen): Door vertraging van de uitvoering is deze post doorgeschoven naar latere jaren.
• Reservering Areaalgroei (- € 21,8 miljoen): De meerjarige reeks voor deze reservering is geactualiseerd, waardoor deze post naar latere jaren is geschoven.
• Reservering Topsector Logistiek (- € 10,2 miljoen): Voor de bekostiging van het innovatieprogramma Topsector Logistiek is het benodigde budget overgeboekt naar artikel 18 van HXII (€ - 6,4 miljoen). Het overige deel is middels een kasschuif doorgeschoven naar latere jaren.
• Reservering Wilhelminakanaal (- € 4,4 miljoen): De meerjarige reeks voor deze reservering is geactualiseerd, waardoor deze post naar latere jaren is geschoven.
• Reservering Digitale Transport Strategie (- € 2,4 miljoen): overboeking naar HXII voor een deelaanbesteding van project Digitale Transport Strategie (€ - 0,8 miljoen). Het overige deel is middels een kasschuif doorgeschoven naar latere jaren.
• Reservering Kustwacht overig (- € 6,4 miljoen): Voor een subsidiebijdrage aan de KNRM is het benodigde budget overgeboekt naar artikel 18 van HXII (€ - 3 miljoen). Er is € 8,1 miljoen overgeboekt naar het ministerie van Defensie voor de Kustwacht. Het gaat hierbij om kosten voor handhaving, dienstverlening, de bedrijfsvoering en voor het project Maritiem Operatiecentrum van de Kustwacht. Er is voor 2024 € 2,5 miljoen overgeboekt naar de EZ-begroting ten behoeve van het maritiem innovatieprogramma zoals afgesproken in de sectoragenda voor de Maritieme Maakindustrie waarover EZ de regie zal voert. Vanuit artikel 11 is € 5 miljoen overgeboekt uit de generieke investeringsruimte voor het aandeel van IenW in de Rijksbijdrage aan de Maritieme Maakindustrie en € 3,9 miljoen vanuit de reservering voor excessieve prijsstijgingen voor de excessieve prijsstijging van het project Maritiem Operatiecentrum van de Kustwacht. Het overige deel is middels een kasschuif doorgeschoven naar latere jaren.
• Reservering Scheepvaartveiligheid Wind op Zee (- € 62,4 miljoen): De meerjarige reeks voor deze reservering is geactualiseerd, waardoor € 46,2 miljoen van deze post naar latere jaren is doorgeschoven. Naar het ministerie van Defensie is voor 2024 € 4,1 miljoen overgeboekt voor het project Verkeersbeeld op Zee (VOZ) deel 1 en is € 10,7 miljoen overgeboekt voor de IenW bijdrage aan de kosten van noodsleephulp schepen (ETV Zuid en ETV Midden), welke de Kustwacht huurt bij de Rijksrederij voor 2024. Naar het ministerie van EZ is € 1,4 miljoen overgeboekt voor een bijdrage aan het door Marin uit te voeren onderzoeksprogramma scheepvaartveiligheid Noordzee.
• Het restant wordt verklaard door diverse kleine mutaties (- € 19,2 miljoen).
– Optimalisering gebruik (- € 8,2 miljoen): De lagere realisatie vindt plaats bij Modal Shift van weg naar water door een lagere belangstelling dan verwacht voor zowel de subsidieregeling als de bargedienstlijnen.
– Geïntegreerde contractvormen (€ 6,5 miljoen):
• Zeetoegang IJmond (€ 1,5 miljoen): Er is loon- en prijsbijstelling toegevoegd.
• 3e kolk Beatrixsluis (€ 1,9 miljoen): Er is loon- en prijsbijstelling toegevoegd.
• Selectieve Onttreking ZTY (€ 3,2 miljoen): Hogere verplichting door claim die is verplicht en afgewikkeld.
– Netwerkgebonden kosten (€ 26,7 miljoen): dit hangt volledig samen met de uitgavenmutaties die onderstaand zijn toegelicht.
2. Op Onderhoud en Vernieuwing is per saldo € 36,6 miljoen minder gerealiseerd. Dit wordt met name verklaard door:
– Vernieuwing (- € 41,6 miljoen): De per saldo lagere uitgaven zijn met name veroorzaakt door de Reservering Vernieuwing:
• De budgetoverheveling van - € 30,2 miljoen voor o.a. Marijkesluis (- € 5,0 miljoen), Overdracht van zes zijobjecten langs de HLD aan lokale overheden (Dorkwerdersluis, Platvoetburg, Groevesluizen Noord en Zuid, Driewegsluis en Slochtersluis) (- € 6,9 miljoen), ROK herberekeningen (-5,4 miljoen) en Verkeerspost Nijmegen (- € 3,5 miljoen) naar de realisatiefase.
• Diverse kasschuiven ‒ € 12,3 van projecten. Door actualisatie van het programma Vervanging en Renovatie projecten schuift de reservering door naar latere jaren
• Het restant wordt verklaard door diverse kleine mutaties (€ 0,9 miljoen).
3. Op Ontwikkeling is per saldo € 34,0 miljoen meer gerealiseerd. Dit wordt verklaard door:
– Aanleg (€ 135,2 miljoen):
• Maasroute 2e fase (€ 110,2 miljoen): Hogere realisatie wordt verklaard door middel van: Aanvullend budget Julianakanaal ten behoeve van het definitief herstellen van de calamiteit als gevolg van een volgelopen bouwkuip. Bij de voorbereiding van de werkzaamheden kwamen onverwachte zaken naar boven waaronder de staat van de bodem van het kanaal. Door een robuust herstel van het kanaal en het tegelijkertijd afmaken van de verruiming was er aanzienlijk meer budget benodigd dan eerder werd gedacht.
• Toekomst visie Waal (- € 2.3 miljoen): Het project heeft minder uitgegeven dan op voorhand was gepland. Dit kwam door prijsdalingen in de uitvoering en risico’s die niet zijn opgetreden.
• Wilhelminakanaal (€ 1,9 miljoen): Door de vertraging van Nieuwbouw Sluis II moest de huidige sluis langer in stand gehouden worden dan in eerste instantie werd gedacht. Hiervoor is het vervangen van de sluisdeuren noodzakelijk geweest.
• Twentekanalen fase 2 (€ 4,7 miljoen): Door vertraging in de uitvoering schoven betalingen door naar 2024. De vertraging is mede ontstaan door de vondst van het oude betonnen rijdek van de Boekelose brug bij Hengelo in de bodem en vaarweg. (Hierdoor moest dit eerst worden weggehaald voordat er verder gegaan kon worden met het baggerwerk. (laatste deel verruimingsopgave).)
• Nieuwe Sluis Terneuzen (€ 32,3 miljoen): wordt grotendeels verklaard door een ophoging van het budget voor de staalclaim (€ 24,6 miljoen). Daarnaast is er loon- en prijsbijstelling ontvangen (€ 3,3 miljoen). Diverse kleine mutaties (€ 4,4 miljoen).
• Lemmer-Delfzijl 2 (- € 3,9 miljoen): Betreft schuiven die zijn gedaan om de kasreeks bij te stellen door vertragingen bij diverse projecten. Bij het project Redundant Glasvezelnetwerk is er een vooronderzoek gedaan vanwege de prijsstijgingen. Daarnaast vertraagt het project Gerrit Krolbrug i.v.m. stikstof.
• Overprogrammering RWS (€ 25,0 miljoen)
• Regeling Kademuren: Wegens het ontbreken van geschikte projecten in 2024 zijn de middelen middels een kasschuif (- € 1,6 miljoen) van 2024 naar latere jaren geschoven.
• Kornwerderzand (- € 31,3 miljoen): Door vertraging van de uitvoering is deze post doorgeschoven naar latere jaren.
• Het restant wordt verklaard door diverse kleine mutaties (€ 0,2 miljoen).
– Planning en Studies (- € 93,2 miljoen):
• Reservering Hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl (- € 21,7 miljoen): Er worden zes zij-objecten langs de Hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl overgedragen aan lokale overheden. Voor de kosten van de overdracht is in 2024 € 7,5 miljoen overgeboekt naar artikelonderdeel 15.02 van waaruit de middelen zijn overgeheveld naar de lokale overheden. Door vertraging van de uitvoering is € 14,2 miljoen doorgeschoven naar latere jaren.
• Reservering Lichteren IJmuiden (- € 2,1 miljoen): Door vertraging van de uitvoering is deze post doorgeschoven naar latere jaren.
• Reservering Areaalgroei (- € 21,8 miljoen): De meerjarige reeks voor deze reservering is geactualiseerd, waardoor deze post naar latere jaren is geschoven.
• Reservering Topsector Logistiek (- € 10,2 miljoen): Voor de bekostiging van het innovatieprogramma Topsector Logistiek is het benodigde budget overgeboekt naar artikel 18 van HXII (€ - 6,4 miljoen). Het overige deel is middels een kasschuif doorgeschoven naar latere jaren.
• Reservering Wilhelminakanaal (- € 4,4 miljoen): De meerjarige reeks voor deze reservering is geactualiseerd, waardoor deze post naar latere jaren is geschoven.
• Reservering Digitale Transport Strategie (- € 2,4 miljoen): overboeking naar HXII voor een deelaanbesteding van project Digitale Transport Strategie (€ - 0,8 miljoen). Het overige deel is middels een kasschuif doorgeschoven naar latere jaren.
• Reservering Kustwacht overig (- € 6,4 miljoen): Voor een subsidiebijdrage aan de KNRM is het benodigde budget overgeboekt naar artikel 18 van HXII (€ - 3 miljoen). Er is € 8,1 miljoen overgeboekt naar het ministerie van Defensie voor de Kustwacht. Het gaat hierbij om kosten voor handhaving, dienstverlening, de bedrijfsvoering en voor het project Maritiem Operatiecentrum van de Kustwacht. Er is voor 2024 € 2,5 miljoen overgeboekt naar de EZ-begroting ten behoeve van het maritiem innovatieprogramma zoals afgesproken in de sectoragenda voor de Maritieme Maakindustrie waarover EZ de regie zal voert. Vanuit artikel 11 is € 5 miljoen overgeboekt uit de generieke investeringsruimte voor het aandeel van IenW in de Rijksbijdrage aan de Maritieme Maakindustrie en € 3,9 miljoen vanuit de reservering voor excessieve prijsstijgingen voor de excessieve prijsstijging van het project Maritiem Operatiecentrum van de Kustwacht. Het overige deel is middels een kasschuif doorgeschoven naar latere jaren.
• Reservering Scheepvaartveiligheid Wind op Zee (- € 62,4 miljoen): De meerjarige reeks voor deze reservering is geactualiseerd, waardoor € 46,2 miljoen van deze post naar latere jaren is doorgeschoven. Naar het ministerie van Defensie is voor 2024 € 4,1 miljoen overgeboekt voor het project Verkeersbeeld op Zee (VOZ) deel 1 en is € 10,7 miljoen overgeboekt voor de IenW bijdrage aan de kosten van noodsleephulp schepen (ETV Zuid en ETV Midden), welke de Kustwacht huurt bij de Rijksrederij voor 2024. Naar het ministerie van EZ is € 1,4 miljoen overgeboekt voor een bijdrage aan het door Marin uit te voeren onderzoeksprogramma scheepvaartveiligheid Noordzee.
• De overprogrammering was bij ontwerpbegroting 2024 € 55,0 miljoen. Per einde 2024 is deze nihil en zijn programmering en begroting gelijk.
• Het restant wordt verklaard door diverse kleine mutaties (- € 16,8 miljoen).
– Optimalisering gebruik (- € 8,0 miljoen): De lagere realisatie vindt plaats bij Modal Shift van weg naar water door een lagere belangstelling dan verwacht voor zowel de subsidieregeling als de bargedienstlijnen.
4. Op geïntegreerde contractvormen is per saldo € 5,6 miljoen minder gerealiseerd. Dit wordt verklaard door:
– Bij het project Zeetoegang IJmond zijn diverse opdrachten doorgeschoven naar 2029 (- € 1,8 miljoen).
– Bij het project Selectieve Onttrekking (- € 2,9 miljoen) pakten de prijsstijgingen van het realisatiecontract en de staalclaim lager uit dan aanvankelijk werd aangenomen.
– Het restant wordt verklaard door diverse kleine mutaties (- € 0,9 miljoen).
5. Op Netwerkgebonden kosten is per saldo € 26,7 miljoen meer gerealiseerd. Dit wordt verklaard door:
– Apparaatskosten RWS: De hogere realisatie op de Apparaatskosten RWS (€ 25,5 miljoen) is het gevolg van de ontvangen loon- en prijsbijstelling 2023 (€ 19,9 miljoen), bijdrage van het ministerie van Economische Zaken (EZ) aan het programma Maritiem InformatieVoorzieningen Servicepunt (MIVSP) (€ 3,8 miljoen) en het saldo van diverse mutaties (€ 1,8 miljoen);
– Overige netwerkgebonden kosten: De hogere realisatie op netwerkgebonden kosten ( € 1,2 miljoen) komt door loon- en prijsbijstelling 2024 (€ 1,0 miljoen) en het saldo van diverse kleine mutaties (€ 0,2 miljoen).
6. Er is per saldo € 26,4 miljoen meer ontvangen dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door:
– Ontvangst Averijhaven (€ 27,6 miljoen): de specifieke uitkering (SPUK) die in het verleden aan de provincie Noord-Holland is betaald is in 2024 terugontvangen. De saneringswerkzaamheden die door de provincie Noord-Holland zouden worden uitgevoerd, zullen door IenW worden uitgevoerd.
– Het VBS tarief. In 2024 is er in totaal € 4,5 miljoen uit het VBS tarief ontvangen.
– Het project Nieuwe Sluis Terneuzen (€ - 8,8 miljoen). De lagere ontvangsten worden voornamelijk veroorzaakt doordat het project vertraging heeft opgelopen. Bijvoorbeeld door verkoop van gebouwen en gronden die later in de toekomst zullen plaatsvinden.
– Ontvangsten TWK (€ 3,7 miljoen) : de extra ontvangsten bij project Overnachtingshaven Spijk worden veroorzaakt door ontvangen bedragen van de CEF-subsidie. Dit was niet in de begroting vastgelegd.
– Het restant wordt verklaard door diverse kleine mutaties (- € 0,6 miljoen).
15.01 Exploitatie
Motivering
De activiteiten binnen exploitatie worden uitgevoerd om een vlot, betrouwbaar en veilig scheepvaartverkeer op het hoofdvaarwegennet te realiseren. Er zijn met RWS ten behoeve van Exploitatie en Onderhoud en Vernieuwing prestatieafspraken gemaakt en er zijn indicatoren opgesteld om aan te sluiten op de beleidsdoelen.
Producten
Bij exploitatie gaat het voornamelijk om de volgende activiteiten:
– Verkeersbegeleiding, bediening van objecten en vaarwegmarkering;
– Monitoring en informatieverstrekking;
– Vergunningverlening en handhaving;
– Crisisbeheersing en preventie.
In het goederenvervoer over water is een groei voorzien (NMCA goederenvervoer integraal 2017), die deels met exploitatie wordt gefaciliteerd. Daarnaast dient de betrouwbaarheid en reistijd op orde te worden gebracht. Beleidsdoelstellingen op het gebied van exploitatie zijn:
– Het zoveel mogelijk beperken van de gemiddelde structurele wachttijd bij sluizen in de hoofdvaarwegen;
– Het afstemmen van de bediening van bruggen en sluizen op de vraag vanuit de markt.
Vanaf 2014 wordt in overleg met de sector gewerkt aan het zo goed mogelijk vormgeven van de bediening van sluizen en beweegbare bruggen. De Kamer is geïnformeerd over de wijze waarop RWS en haar collega vaarwegbeheerders dit vormgeven, via het stuk «vergezicht bediening sluizen en bruggen» (Kamerstukken II 2015-2016, 34 300 A, nr. 56).
In 2019 is de Kamer geïnformeerd welke maatregelen Rijkswaterstaat samen met de sector heeft geselecteerd om de betrouwbaarheid van reistijden te verbeteren in het kader van Beter Bediend (Kamerstukken, 2018–2019, 31 409, nr. 219).
Met het toezicht op het water dat door RWS (onder andere samen met de Politie) wordt uitgevoerd, wordt beoogd de veiligheid voor de gebruikers te borgen. Dit toezicht heeft ook een preventieve werking. Met de inwerkingtreding van de nieuwe Binnenvaartwet is meer nadruk komen te liggen op bestuursrechtelijke handhaving door IenW (in plaats van strafrechtelijke handhaving door de Politie). In geval van calamiteiten, zoals schade en verontreinigingen, wordt hierover bericht en adequaat opgetreden. Hiervoor is een calamiteitenorganisatie operationeel.
Areaalomschrijving | Eenheid | Realisatie 2020 | Realisatie 2021 | Realisatie 2022 | Realisatie 2023 | Realisatie 2024 | Begroting 2024 | Toelichting |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Begeleide vaarweg | km | 592 | 592 | 592 | 857 | 858 | 592 | 1 |
Bediende objecten | stuks | 244 | 243 | 243 | 234 | 235 | 242 | 2 |
Bron: Rijkswaterstaat, 2023
Toelichting
1. Alleen de vaarwegen die vanuit vaste verkeersposten worden begeleid, zijn in het hierboven opgenomen areaal meegeteld. De vaarwegen in beheer bij RWS die met patrouillevaartuigen worden bestreken zijn derhalve niet meegerekend. De realisatie is ten opzichte van 2023 toegenomen met in totaal 1 km, met name door verschuivingen van de getijdegeulen in de Westerschelde. Ten opzichte van de begroting 2024 is de wijziging fors, deze is reeds toegelicht in de Jaarverantwoording 2023.
2. Ten opzichte van 2023 is in 2024 het aantal bediende objecten netto met één toegenomen: enerzijds door de realisatie van de Zeesluis in Terneuzen en de twee bijbehorende beweegbare bruggen. Anderzijds is er een afname door de overdracht van een schutsluis aan de betreffende gemeente, en de aanpassing van de classificatie van een schutsluis naar spuisluis. Er waren in de begroting 2024 geen wijzigingen voorzien. In 2023 was er een grote afname, die reeds is toegelicht in de Jaarverantwoording 2023.
15.02 Onderhoud en Vernieuwing
Motivering
Onderhoud en vernieuwing wordt uitgevoerd om het Hoofdvaarwegennet in een staat te houden die noodzakelijk is voor het faciliteren van vlot, betrouwbaar, veilig en duurzaam vervoer van goederen.
Producten
Het regulier onderhoud en vernieuwing van rijksvaarwegen omvat maatregelen aan bodems, oevers, kunstwerken zoals sluizen en bruggen, verkeersvoorzieningen, landschap en milieu en voorzieningen voor exploitatie, zoals verkeerscentrales. In bijlage 4 ‘Instandhouding’ wordt uitgebreid ingegaan op de werking van de instandhouding van de netwerken die onder verantwoordelijkheid van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat vallen.
15.02.01 Onderhoud
Een voorwaarde voor het gebruiken van het vaarwegennet is de bedrijfszekerheid van de infrastructuur van de vaarwegen.
De activiteiten zijn erop gericht, om de scheepvaart (beroeps- en recreatievaart) zo goed mogelijk te faciliteren. Het betreft maatregelen om de breedte en diepte van de vaarweg te handhaven. Daarnaast betreft het maatregelen om de kunstwerken (sluizen en bruggen) en verkeersvoorzieningen te laten functioneren.
Binnen beheer en onderhoud vallen zowel het preventief als het correctief onderhoud.
Kustwacht
De Kustwacht Nederland is een organisatie met eigen taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. De directeur Kustwacht maakt jaarlijks een Activiteitenplan en Begroting (APB) en legt dit voor aan de raad voor de kustwacht. De ministerraad stelt het APB vervolgens vast. De directeur Kustwacht beschikt over een informatiecentrum, schepen, surveillancevliegtuigen en helikopters.
De Minister van IenW is als coördinerend minister voor Noordzee-aangelegenheden verantwoordelijk voor totstandkoming van geïntegreerd beleid voor de Noordzee en het Gecombineerd Jaarplan voor de uitvoeringtaken door de Kustwacht. De Minister van Defensie is beheerder van de Kustwacht.
Uitgesteld en achterstallig onderhoud
Conform toezegging aan de Tweede Kamer wordt in het jaarverslag aangeven wat de omvang van het uitgesteld en (eventueel) achterstallig onderhoud aan het einde van het jaar was.
Voor een overzicht van het uitgesteld en achterstallig onderhoud op alle RWS-netwerken, wordt u verwezen naar bijlage 2 bij dit jaarverslag.
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Volume uitgesteld onderhoud | Waarvan achterstallig | Volume uitgesteld onderhoud | Waarvan achterstallig | Volume uitgesteld onderhoud | Waarvan achterstallig | Volume uitgesteld onderhoud | Waarvan achterstallig | Volume uitgesteld onderhoud | Waarvan achterstallig | |
Hoofdvaarwegen | 487 | 9 | 494 | 3 | 686 | 7 | 723 | 30 | 871 | 75 |
Bron: Rijkswaterstaat, 2025
Toelichting
Voor het Hoofdvaarwegennet beliep het uitgesteld onderhoud per 31 december 2024 € 871 miljoen, waarvan € 75 miljoen achterstallig. Ten opzichte van 2023 is het uitgestelde onderhoud met € 148 miljoen toegenomen en het achterstallig onderhoud met € 45 miljoen toegenomen.
Meetbare gegevens
Eenheid | Realisatie 2020 | Realisatie 2021 | Realisatie 2022 | Realisatie 2023 | Realisatie 2024 | Begroting 2024 | Realisatie x € 1.000 2024 | Begroting x € 1.000 2024 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Vaarwegen | km | 7.071 | 7.071 | 7.071 | 7.394 | 7.273 | 7.071 | 520.155 | 515.282 |
Bron: Rijkswaterstaat, 2025
Toelichting
Het totale areaal is een optelling van zowel hoofdtransportassen, hoofdvaarwegen en overige vaarwegen van in totaal afgerond 3.415 kilometer als zeecorridors en zeetoegangsgeulen van in totaal afgerond 3.858 kilometer. Tezamen is dit afgerond 7.273 kilometer. In 2024 is er ten opzichte van 2023 een grote afname, die hoofdzakelijk wordt veroorzaakt door wijzigingen van de vaarroutes op het IJsselmeer/Markermeer. Daarnaast is er een kleine toename van de lengte beheerde vaarweg op zee. Deze wordt veroorzaakt door een kleine aanpassing in de vaarwegroutes voor de kust van Zeeland. Ten opzichte van de stand in de begroting 2024 is er sprake van een grote toename, die reeds is toegelicht in de Jaarverantwoording 2023.
Indicator | Realisatie 2020 | Realisatie 2021 | Realisatie 2022 | Realisatie 2023 | Realisatie 2024 | Streefwaarde 2024 | Toelichting |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Geplande stremmingen (gehele areaal) | 0,3% | 2,0% | 0,9% | 0,6% | 0,7% | 0,8% | 1 |
Ongeplande stremmingen (gehele areaal) | 0,4% | 1,0% | 2,4% | 1,2% | 1,2% | 0,2% | 2 |
Bron: Rijkswaterstaat, 2025
Toelichting
De geplande en ongeplande stremmingen geven een beeld van de betrouwbaarheid en beschikbaarheid van sluizen en bruggen op de vaarwegen. De percentages zijn berekend door de gestremde uren af te zetten tegen de totale bedientijd van de objecten.
1. Met 0,7% voldoet de score van geplande stremmingen aan de streefwaarde. De score is gestegen ten opzichte van 2023. Er is in 2024 meer onderhoud uitgevoerd dan in 2023, om de groeiende Instandhoudingsopgave het hoofd te bieden.
2. De score van de ongeplande stremmingen voldoet net als voorgaande jaren niet aan de streefwaarde en is gelijk gebleven ten opzichte van 2023 (1,2%). De score voor ongeplande stremmingen wordt mede veroorzaakt door uitgesteld onderhoud en intensief gebruik. Hierdoor blijft de kans op ongeplande stremmingen hoog.
15.02.04 Vernieuwing
Op dit artikel staan de beschikbare budgetten voor Vernieuwing van het Hoofdvaarwegennet. Sinds medio vorige eeuw is in hoog tempo een groot deel van de infrastructuur aangelegd. Het is van belang dat de veiligheid en de beschikbaarheid van het Hoofdvaarwegennet in stand worden gehouden tegen de achtergrond van een beperkte technische levensduur van kunstwerken. Het einde van de levensduur kan ontstaan door de ouderdom van het kunstwerk of door intensiever gebruik dan bij het ontwerp is voorzien. De verwachting is dat deze problematiek toeneemt. Op basis van onderzoek wordt een analyse gemaakt voor welke kunstwerken wanneer vernieuwing aan de orde is. RWS bekijkt via inspecties waar maatregelen nodig zijn. Voor een zichtperiode van ongeveer 8 jaar is dit vooruit te plannen in concrete projecten. Voor de periode daarna zijn budgetten beschikbaar, maar wordt de invulling van het programma in latere jaren concreet. De werkwijze staat verder toegelicht in de bijlage «Instandhouding». In het MIRT-projectenoverzicht zijn onderliggende projecten inzichtelijk gemaakt. De scope van het programma omvat alle kunstwerken waar zich binnen de duur van het programma een levensduurproblematiek voordoet met mogelijke ernstige gevolgen voor de veiligheid en beschikbaarheid van het Hoofdvaarwegennet. Voor nadere informatie over vernieuwing wordt verwezen naar bijlage 2 'Instandhouding'.
15.03 Ontwikkeling
Motivering
Onder dit programma vallen alle activiteiten die noodzakelijk zijn voor de realisatie- en studie activiteiten bij het hoofdvaarwegennet.
15.03.01 Aanleg
Producten
In 2024 heeft IenW de volgende mijlpalen gerealiseerd:
Openstellingen:
– Nieuwe Sluis Terneuzen
– Toekomst visie Waal: Overnachtingshaven Lobith (locatie Spijk)
Aanleg mijlpalen Hoofdvaarwegennet | ||
---|---|---|
Mijlpaal | Project | |
Openstellingen | ‒ | Nieuwe Sluis Terneuzen |
‒ | Toekomst visie Waal: Overnachtingshaven Lobith (locatie Spijk) |
Bron: Rijkswaterstaat, 2025
Toelichting
1. Op 11 oktober 2024 is door de koning van Nederland en de koning van België de
Nieuwe Sluis in Terneuzen officieel geopend. Er gaan nog geen schepen door de nieuwe sluis. Er volgt eerst een testfase en er worden restpunten met de aannemer opgelost. De Nieuwe Sluis wordt naar verwachting in het voorjaar 2025 in gebruik genomen.
2. De nieuwe overnachtingshaven Spijk is sinds 1 februari 2024 toegankelijk voor het scheepvaartverkeer. De 50 extra ligplaatsen in Spijk bieden de schippers de mogelijkheid goed uitgerust en veilig hun reis aan te vatten of voort te zetten.
Aanlegprogramma Hoofdvaarwegennet (15.03.01) | Kasbudget 2024 | Projectbudget | Openstelling | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
begroting | realisatie | verschil | begroting | huidig | begroting | huidig | Toelichting | |
Projectomschrijving | 2024 | 2024 | 2024 | |||||
Projecten Nationaal | ||||||||
Beter Benutten | 0 | 0 | 0 | 16 | 16 | |||
Impuls Dynamisch Verkeersmanagement | 0 | 0 | 101 | 100 | ||||
Vaarwegen Walradarsystemen | 1 | 1 | 29 | 35 | 1 | |||
Regeling kademuren | 2 | 0 | ‒ 2 | 10 | 9 | nvt | nvt | 2 |
Projecten Noordwest-Nederland | ||||||||
De Zaan (Wilhelminasluis) | 0 | 0 | 0 | 14 | 14 | |||
De Zaan (Wilhelminasluis) | 0 | 0 | 0 | 14 | 14 | 2020 | 2020 | |
Lichteren buitenhaven IJmuiden | 0 | 0 | 0 | 48 | 83 | 2023 | 2023 | 3 |
Projecten Zuidwest-Nederland | ||||||||
Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Beneden-Lek | 0 | 0 | 15 | 15 | ||||
Capaciteitsuitbreiding overnachtingsplaatsen Merwede | 0 | 0 | 10 | 10 | ||||
Nieuwe Sluis Terneuzen | 68 | 100 | 32 | 1184 | 1229 | 4 | ||
Projecten Zuid-Nederland | ||||||||
Maasroute modernisering fase 2 | 5 | 115 | 110 | 688 | 758 | 5 | ||
Wilhelminakanaal Tilburg | 0 | 2 | 2 | 98 | 98 | |||
Zuid-Willemsvaart: aanleg Maximakanaal en opwaarderen tot Veghel | 0 | 0 | 0 | 431 | 432 | |||
Projecten Oost Nederland | ||||||||
Toekomstvisie Waal | 6 | 4 | ‒ 2 | 148 | 150 | 6 | ||
Vaarweg Meppel-Ramspol (keersluis Zwartsluis) | 0 | 0 | 59 | 59 | ||||
Verruiming Twentekanalen fase 2 | 5 | 5 | 244 | 237 | 7 | |||
Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen IJssel | 1 | 1 | ||||||
Projecten Noord-Nederland | ||||||||
Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 1: verbetering tot klasse Va | 0 | 0 | 294 | 294 | ||||
Verruiming vaarweg Eemshaven-Noordzee | 0 | 0 | 39 | 39 | ||||
Sluiscomplex Kornwerderzand | 31 | 0 | ‒ 31 | 125 | 129 | 2025-2028 | 2025-2029 | 8 |
Overige projecten | ||||||||
Kleine projecten / Afronding projecten | 0 | 0 | 0 | 194 | 194 | |||
Afrondingen | ||||||||
Totaal uitvoeringsprogramma | 113 | 228 | 115 | 3762 | 3916 | |||
Realisatieuitgaven op MF 15.03.01 mbt planuitwerking | ||||||||
Programma realisatie | 113 | 228 | 115 | |||||
Budget realisatie (MF 15.03.01) | 113 | 228 | 115 | 3762 | 3916 | |||
Overprogrammering (-) |
Toelichting
1. Vaarwegen Walradarsystemen: Het projectbudget is € 5,8 miljoen toegenomen. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door het toevoegen van budget voor de vervanging van radarpost Lange Jaap (€ 5,6 miljoen). Het restant wordt verklaard door diverse kleine mutaties (€ 0,2 miljoen).
2. Regeling Kademuren: Wegens het ontbreken van geschikte projecten in 2024 zijn de middelen middels een kasschuif van 2024 naar latere jaren geschoven. Tevens is het resterende budget vanaf 2026 met 10% gekort vanwege de taakstelling uit het Hoofdlijnenakkoord.
3. Lichteren buitenhaven IJmuiden: de specifieke uitkering (SPUK) die in het verleden aan de provincie Noord Holland is betaald voor saneringswerkzaamheden is in 2024 terug ontvangen. Het terug ontvangen budget is weer aan het projectbudget toegevoegd.
4. Nieuwe Sluis Terneuzen: Het projectbudget is € 44,3 miljoen toegenomen. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door het toevoegen van budget door DGLM om de continuïteit van het project te garanderen (€ 20,0 miljoen) en het aanvullend budget voor de staalclaim (€ 21,0 miljoen). Daarnaast is er nog loon- en prijsbijstelling 2024 bijgekomen (€ 3,3 miljoen). Het restant wordt verklaard door diverse kleine mutaties (€ 0,1 miljoen).
5. Maasroute modernisering fase 2: Het projectbudget is € 70,2 miljoen toegenomen. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de excessieve prijsstijging Project Sluis II Wilhelminakanaal (€ 68,9 miljoen). Daarnaast is er nog loon- en prijsbijstelling 2024 bijgekomen (€ 1,3 miljoen).
6. Toekomstvisie Waal: Het projectbudget is € 2,1 miljoen toegenomen. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de ontvangen CEF subsidie voor het project overnachtingshaven Spijk (€ 1,9 miljoen). Daarnaast is er nog loon- en prijsbijstelling 2024 bijgekomen (€ 0,2 miljoen).
7. Verruiming Twentekanalen fase 2: Het projectbudget is € -7,4 miljoen afgenomen. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een meevaller ivm de CROW index en een aantal contractwijzigingen lager uitviellen dan op voorhand werd gedacht (€ -8,0 miljoen). Daarnaast is er nog loon- en prijsbijstelling 2024 bijgekomen (€ 0,6 miljoen).
8. Sluiscomplex Kornwerderzand: Wegens vertraging zijn de middelen middels een kasschuif van 2024 naar latere jaren geschoven.
Planning en studies Hoofdvaarwegennet (15.03.02) | Projectbudget | Openstelling | Toelichting | ||
---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | huidig | vorig | |
Aanleg uitgaven op MF 15.03.01 mbt planning en studies | ‒ 59 | ‒ 90 | nvt | nvt | |
Uitgaven mbt planning en studies op MF 15.03.02 mbt het programma aanleg | 2 | 76 | nvt | nvt | |
Projecten Nationaal | |||||
Bijdrage aan agentschap t.b.v. externe kosten planuitwerkingen | 35 | 31 | nvt | nvt | |
Reservering voor LCC | 391 | 437 | nvt | nvt | 1 |
Reservering voor scheepvaartveiligheid maatregelen agv Wind op Zee | 868 | 842 | nvt | nvt | 2 |
Projecten Noordwest-Nederland | |||||
Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Amsterdam-Lemmer | 7 | 7 | 2025 ‒ 2027 | 2025 ‒ 2027 | |
Vaarweg IJsselmeer-Meppel | 0 | 0 | ntb | ntb | |
Projecten Zuidwest-Nederland | |||||
Capaciteit Volkeraksluizen | 0 | 0 | ntb | ntb | |
Projecten Zuid-Nederland | |||||
Whilhelminakanaal Sluis II | 87 | 98 | ntb | ntb | 3 |
Projecten Oost-Nederland | |||||
Bovenloop IJssel (IJsselkop tot Zutphen) | 41 | 42 | 2026-2028 | ntb | 4 |
Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen IJssel | 31 | 33 | 2023-2024 | ntb | 5 |
Projecten Noord-Nederland | |||||
Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 2 | 481 | 514 | 2024 ‒ 2028 | 2024 ‒ 2028 | 6 |
Overige projecten en reserveringen | 404 | 361 | 7 | ||
Projecten in voorbereiding | |||||
Projecten Zuidwest-Nederland | |||||
Kreekraksluizen | ntb | ntb | |||
Projecten Oost-Nederland | |||||
Verkenning IJssel fase 2 | |||||
Overige projecten in voorbereiding | |||||
Gesignaleerde risico's | |||||
Afrondingen | 2 | 1 | |||
Totaal programma planning en studies | 2.290 | 2.352 | |||
Begroting (MF 15.03.02) | 2.290 | 2.352 |
Toelichting
1. Reservering Life Cycle Costs (LCC): door de extrapolatie naar 2038 en loon- en prijsbijstelling over 2024 is de reservering voor LCC met € 46 miljoen toegenomen.
2. Reservering voor scheepvaartveiligheid maatregelen Wind op Zee (WOZ): Naar het ministerie van EZ is € 19,3 miljoen overgeboekt voor de tweede module van de opdracht Maritiem Informatievoorzieningen Service Punt (MIVSP-II). De loon- en prijsbijstelling 2024 betreft € 26,2 miljoen. Naar het ministerie van Defensie is € 10,7 miljoen overgeboekt voor de IenW bijdrage aan de kosten van noodsleephulp schepen (ERTV Zuid en ERTV Midden), welke de Kustwacht huurt bij de Rijksrederij voor 2024 en € 21,9 miljoen voor het project Verkeersbeeld op Zee (VOZ).
3. Wilhelminakaal sluis II: Vanuit artikel 11 is uit de reservering voor excessieve prijsstijgingen € 8,7 miljoen overgeboekt. De loon- en prijsbijstelling 2024 betreft € 2,5 miljoen.
4. De uitwerking van het project Bovenloop IJssel (IJsselkop tot Zutphen) is in afwachting van het programma onder de omgevingswet besluit van het programma Integraal Riviermanagement (IRM) die bepalend zal zijn voor de inrichting van de IJssel. De openstelling gaat van 2026 ‒ 2028 naar nog nader te bepalen. De uitwerking van het project Rivierklimaatpark IJsselpoort (RKPIJ) binnen het project Bovenloop IJssel blijft doorgang vinden (RKPIJ=2028).
5. De uitwerking van het project Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen IJssel is in afwachting van het programma onder de omgevingswet besluit van het programma Integraal Riviermanagement (IRM) die bepalend zal zijn voor de inrichting van de IJssel. Openstelling gaat van 2023-2024 naar nog nader te bepalen.
6. Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 2: Het budget is verhoogd met € 10 miljoen voor de nieuwe Paddepoelsterbrug en met € 16,5 miljoen voor de Gerrit Krolbrug. Het budget is verlaagd met € 7,5 miljoen voor de overdracht van zes zijobjecten. De loon- en prijsbijstelling 2024 betreft € 14 miljoen.
7. Overige projecten en reserveringen:
• Naar het ministerie van Defensie zijn IenW-bijdragen overgeboekt voor de Kustwacht van € 8,3 miljoen voor het project MOC Kustwacht, € 1,6 miljoen voor de bouw van een nieuw VHF-station Randmeren en € 1,3 miljoen voor de verhuizing van het bestaand VHF-station in de vuurtoren Lange Jaap;
• Naar het ministerie van Defensie zijn IenW bijdragen overgeboekt voor de Kustwacht van € 5,2 miljoen voor de tegenvaller project MOC Kustwacht en € 37,5 miljoen voor het aanpakken van de disbalans tussen middelen en opdrachten. De middelen worden door de Kustwacht ingezet voor het in balans brengen van middelen en benodigdheden voor bedrijfsvoering, handhaving, security en dienstverlening;
• Dekking voor het project Digitale Transport Strategie staat gereserveerd op het artikelonderdeel planning en studies Hoofdvaarwegennet. Uitvoering en realisatie vindt plaats op de beleidsbegroting HXII. Hiervoor is € 4,5 miljoen overgeboekt naar HXII;
• Voor verlenging van Topsector Logistiek opdrachten in de jaren 2024 tot en met 2026 en subsidie in 2024 en 2025 is € 25,8 miljoen overgeboekt naar HXII;
• Er is € 20 miljoen overgeboekt van de reservering Nieuwe Sluis Terneuzen naar het projectbudget Nieuwe Sluis Terneuzen;
• Voor gedeeltelijke dekking van een subsidiebijdrage aan KNRM voor een reddingsboot wordt € 3 miljoen overgeboekt naar HXII;
• Vanuit artikel 11 reservering BO MIRT goederenvervoer is € 16 miljoen overgeboekt voor een reservering walstroom rijksligplaatsen;
• Door de extrapolatie naar 2038 is het budget met € 17,1 miljoen toegenomen;
• Vanuit HXII is € 18,9 miljoen overgeboekt voor de reservering walstroom rijksligplaatsen;
• Vanuit artikel 11 is uit de reservering voor prijsstijgingen € 3,9 miljoen overgeboekt naar het gereserveerde budget voor de Kustwacht;
• De overige budgettaire aanpassingen zijn mutaties ten aanzien van de loon- en prijsbijstelling 2024 en de extrapolatie naar 2038.
15.03.03 Optimalisering gebruik
Motivering
Op dit artikelonderdeel worden uitgaven gedaan die de optimalisering van het gebruik van Infrastructuur op de vaarwegen bevorderen. Dit zijn maatregelen die door RWS worden uitgevoerd. Een voorbeeld is de optimalisatie van logistieke routes om modal shift te bevorderen.
Producten
Optimalisering Hoofdvaarwegennet (bedragen x € 1 miljoen) | Kasbudget 2024 | Projectbudget | Openstelling | Toelichting | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | begroting 2024 | realisatie | begroting 2024 | huidig | huidig | vorig | |
Modal shift van weg naar water | 10 | 2 | 37 | 37 | nvt | nvt | 1 |
Totaal Optimalisering gebruik | 10 | 2 | 37 | 37 | |||
Begroting (MF 15.03.03) | 10 | 2 | 37 | 37 |
Toelichting
1. Wegens vertraging door tegenvallende belangstelling voor de subsidieregeling en concessie bargedienstlijnen zijn de middelen middels een kasschuif van 2024 naar latere jaren geschoven.
15.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS
Motivering
Bij infrastructuurprojecten boven het drempelbedrag van € 60 miljoen wordt middels een Publiek Private Comparator (PPC) getoetst of een DBFM contract meerwaarde op kan leveren. Infrastructuurprojecten die via een DBFM (Design, Build, Finance en Maintain) contract worden aanbesteed, hebben als kenmerk dat sprake is van de overdracht van de integrale onderdelen van een bouwproject (ontwerp, bouw, financiering en onderhoud) aan een private opdrachtnemer. In plaats van een product wordt een dienst uitgevraagd, te weten de beschikbaarheid van de infrastructuur. De betaling voor deze dienst vindt plaats aan de hand van de overeengekomen prestatie die wordt afgezet tegen de daadwerkelijk geleverde prestatie, de beschikbaarheid. De beschikbaarheidsvergoeding wordt pas uitgekeerd na oplevering van het project; tijdens de bouw dient de DBFM-Opdrachtnemer daarom zelf de financiering te regelen. Omdat het project gefinancierd is door banken en/of institutionele beleggers, is sprake van een sterke druk vanuit de financiers op de private opdrachtnemer om de afgesproken prestatie ook te leveren: op tijd en binnen de geraamde kosten. Een lager prestatieniveau leidt tot lagere betalingen, die op hun beurt de terugbetaling van de financiering moeten zekerstellen. In de bouwfase is doorgaans wel sprake van een gedeeltelijke betaling (de partiële beschikbaarheidsvergoeding), als sprake is van de uitbreiding van een bestaande sluis die ook tijdens de verbouwing beschikbaar moet blijven voor de scheepvaart. Bij openstelling van de sluis wordt overgegaan naar een volledige beschikbaarheidsvergoeding. Het afronden van een aanbesteding resulteert in een meerjarige verplichting, van zowel aanleg als ook beheer en onderhoud op het desbetreffende project. Op dit begrotingsartikel bestaat daarmee geen enkele budgetflexibiliteit. Slechts bij onderpresteren van de opdrachtnemer kunnen boetes en kortingen worden aangebracht. De verplichting aan de DBFM-Opdrachtnemer vervalt aan het einde van de looptijd van het contract waarna het beheer en onderhoud van deze vaarwegdelen en/of objecten terugkomen bij RWS en de bijbehorende budgetten gaan vallen onder het reguliere onderhoudsartikel (artikelonderdeel 15.02 Vernieuwing en Vervanging).
Producten
De projecten Sluis Limmel, 3e Kolk Beatrixsluis, sluis Eefde en Zeetoegang Ijmond zijn opengesteld. Er is sprake van een volledige beschikbaarheidsvergoeding. De looptijd van deze contracten varieert; in onderstaand projectenoverzicht is zichtbaar wanneer de contracten eindigen.
Geïntegreerde contractvormen Hoofdvaarwegennet (15.04) | Kasbudget 2024 | Projectbudget | Openstelling | Toelichting | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
begroting | realisatie | verschil | begroting | huidig | begroting | huidig | ||
Projectomschrijving | 2024 | 2023 | 2023 | |||||
Projecten Noordwest-Nederland | ||||||||
Projecten Noordwest-Nederland | ||||||||
Zeetoegang IJmond | 72 | 68 | ‒ 5 | 1.237 | 1.251 | 1 | ||
Lekkanaal: 3e kolk Beatrixsluis en verbreding kanaalzijde/uitbreiding ligplaatsen | 16 | 15 | ‒ 1 | 416 | 422 | 2 | ||
Projecten Zuid-Nederland | 0 | |||||||
Capaciteitsuitbreiding sluis Eefde | 5 | 6 | 0 | 161 | 163 | |||
Keersluis Limmel | 3 | 3 | 0 | 94 | 96 | |||
Afrondingen | ||||||||
Totaal uitvoeringsprogramma | 96 | 91 | ‒ 6 | 1.909 | 1.932 | |||
begroting (MF 15.04) | 96 | 91 | ‒ 6 | 1.909 | 1.932 |
Toelichting
1. Zeetoegang IJmond: Het projectbudget is € 13,9 miljoen toegenomen. Dit komt door de loon- en prijsbestelling 2024.
2. Lekkanaal: 3e kolk Beatrixsluis en verbreding kanaalzijde/uitbreiding ligplaatsen: Het projectbudget is € 5,8 miljoen toegenomen. Dit komt door de loon- en prijsbestelling 2024.
15.06 Netwerkgebonden kosten Hoofdvaarwegennet
Motivering
Op dit artikelonderdeel worden de aan het netwerk te relateren apparaatskosten (inclusief afschrijving en rente) van RWS en de overige netwerkgebonden kosten geraamd. De overige netwerkgebonden kosten komen ten goede aan verkeersmanagement, beheer, onderhoud, vervanging, aanleg en DBFM, en betreffen taken die gecentraliseerd binnen RWS worden opgepakt. Het gaat bij deze zogeheten landelijke taken onder meer om het verzamelen van basisinformatie, onderhouden van ICT-systemen, het inspecteren van het areaal en de ontwikkeling van kennis en innovatie. Er is gekozen voor centrale uitvoering met het oog op enerzijds uniformiteit in werkwijze en anderzijds kostenbesparing.
15.09 Ontvangsten
Motivering
Op dit artikelonderdeel worden de bijdragen van derden aan de producten op het gebied van Rijksvaarwegen, die rechtstreeks aan IenW worden betaald, verantwoord.