Het verzekeren van betalingsrisico’s die zijn verbonden aan Nederlandse export en investeringen in het buitenland die zonder deze verzekering niet tot stand zouden zijn gekomen, en het creëren en handhaven van een internationaal gelijkwaardig speelveld voor bedrijven op het terrein van de exportkredietverzekeringsfaciliteit (ekv-faciliteit).
De minister van Financiën heeft de rol van regisseur bij de uitvoering van de ekv-faciliteit. De Nederlandse staat treedt op als verzekeraar en Atradius Dutch State Business N.V. (ADSB) voert de ekv-faciliteit uit, in naam van en voor rekening en risico van de Staat. De minister stelt de randvoorwaarden vast waaronder ADSB verzekeringen mag afgeven. De minister van Financiën is budgetverantwoordelijk, maar is samen met de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp verantwoordelijk voor het beleid op gebied van de ekv. Beide ministers stimuleren een gelijkwaardig speelveld op het gebied van deze exportondersteunende maatregelen.
Op basis van de ‘Kaderwet financiële verstrekkingen Financiën’ biedt de Nederlandse staat, in aanvulling op de private markt, faciliteiten aan waarmee Nederlandse ondernemers en hun financiers betalingsrisico’s kunnen afdekken bij de Staat. Met de verschillende producten binnen de exportkrediet- en investeringsverzekeringen kunnen Nederlandse bedrijven meer exportorders binnenhalen die in het bijzonder op (middel)lange termijn gefinancierd worden.33
De ekv-faciliteit van de Nederlandse Staat is aanvullend aan de markt. Dit betekent dat exporteurs kans kunnen maken op de ekv-faciliteit als exportorders niet commercieel verzekerd kunnen worden. Zo kan de export, ook naar politiek en economisch ingewikkelde landen, toch doorgaan. Er is duidelijk vastgelegd welke risico’s (looptijd, omvang en landen) verzekerd kunnen worden op de private markt en dus voor welke risico’s de Nederlandse staat aanvullende zekerheid kan bieden. Daarnaast stelt de minister van Financiën voor alle verzekeringsproducten een risicokader vast. Hierin staan de randvoorwaarden voor het afgeven van een verzekering, waarmee de Staat vaststelt welke risico’s als verantwoord worden beschouwd.
Net als Nederland hebben veel andere landen ook een ekv-faciliteit. Nederland zet zich internationaal in om afspraken te maken over exportondersteuning en om Nederlandse exporteurs en hun financiers onder gelijke voorwaarden te kunnen laten concurreren. Deze afspraken zijn vastgelegd in de ‘Arrangement’ en waarborgen een internationaal gelijk speelveld. Zo zijn er afspraken gemaakt over de voorwaarden waaronder exportkredietverzekeringen mogen worden verstrekt. Hierbij kan gedacht worden aan afspraken over de kostendekkendheid van de steun, minimumpremies, maximale looptijden, het gebruik van ontwikkelingshulpgelden en verantwoord leenbeleid.34
Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO), compliance en anti-omkoping hebben internationaal, maar ook nationaal de aandacht. Er is continu aandacht voor een gedegen uitvoering van het beleid voor MVO, compliance en anti-omkoping binnen de ekv-aanvragen. Het Nederlandse beleid voor de toetsing van ekv-aanvragen op de milieu- en sociale-effecten, dat in een aantal opzichten strenger is dan de internationale richtlijnen op dit gebied, is vastgelegd in het zogeheten Beleidsdocument MVO.35 ADSB publiceert jaarlijks een duurzaamheidsverslag waarin de inspanningen en resultaten worden beschreven.
Aanbevelingen beleidsdoorlichting
In 2023 is de beleidsdoorlichting van begrotingsartikel 5 over de periode 2016 t/m 2021 afgerond. Het rapport36 concludeert dat het aannemelijk is dat de ekv-faciliteit grotendeels doeltreffend en doelmatig werkt. In de onderzoeksperiode is de ekv-faciliteit maatschappelijk relevanter geworden, waardoor het beleid voortdurend in beweging is. Om in te kunnen blijven spelen op maatschappelijke en economische veranderingen, kwamen uit de beleidsdoorlichting meerdere aanbevelingen naar voren. Deze zijn in 2024 opgepakt en de Kamer wordt in 2025 over de voortgang geïnformeerd. De belangrijkste aanbevelingen betreffen het evalueren van het mandaat van de ekv, het blijven inzetten op een gelijkwaardig internationaal speelveld en het periodiek evalueren van het MVO- en anti-omkopingsbeleid.
In 2024 is het mandaat van de ekv onder de loep genomen waarbij een internationale benchmark is uitgevoerd en relevante stakeholders zijn geconsulteerd. Tevens is een pilot opgestart voor de import van kritieke grondstoffen en duurzame brandstoffen en is onderzocht of de ekv een rol kan spelen bij de verdere ontwikkeling van sleuteltechnologieën met exportpotentieel. In 2025 wordt de Kamer geïnformeerd over een toekomstbestendige vormgeving van het ekv-mandaat. Met de implementatie van het herziene anti-omkopingsbeleid in mei 2024 zijn alle aanbevelingen van de recente evaluatie van het anti-omkopingsbeleid opgevolgd37. Het herziene beleid zal in 2026 geëvalueerd worden. De eerstvolgende evaluatie van het MVO-beleid staat gepland voor 2030.
Vergroening
Net als in voorgaande jaren is ook in 2024 ingezet op het ondersteunen van Nederlandse bedrijven in de energietransitie. De ekv-faciliteit is namelijk een krachtig en kostendekkend instrument om bedrijven te helpen om groene exporttransacties mogelijk te maken. Hiertoe worden verschillende verzekeringsproducten aangeboden, zoals de Groendekking die bedrijven ondersteunt met het doen van groene investeringen. Ook kennen kleine groene transacties bijvoorbeeld soepelere verzekeringsvoorwaarden.
In 2024 is het COP26-beleid (geen steun voor de internationale fossiele energiesector) voor de ekv geëvalueerd door een extern onderzoeksbureau.38 Uit de evaluatie blijkt dat het COP26-beleid voor de ekv doeltreffend is. Met het oog op consistentie van het recent ingevoerde beleid en het behoud van een gelijkwaardig speelveld tussen de Europese ondertekenaars van de COP26-verklaring ziet de evaluator momenteel geen dwingende en dringende redenen voor aanpassing van de huidige geldende uitzonderingen.
In 2023 is de groene meetmethodiek geëvalueerd. Uit de evaluatie zijn een aantal verbeterpunten gekomen, namelijk het afschaffen van de drie tinten groen om verwarring te voorkomen, de definities uit te breiden ter verduidelijking van de gebruikte terminologie, alsmede het publiceren van een begeleidingsdocument en een tutorial. ADSB is in 2024 aan de slag gegaan met de implementatie van deze aanbevelingen. Naar verwachting wordt de implementatie afgerond in 2025.
Verbeteren internationaal speelveld
Nederland zet zich in internationaal verband in voor een gelijker internationaal speelveld. De regels voor exportkredietverzekeringen (ekv) zijn tussen OESO-landen vastgelegd in de Arrangement on Officially Supported Export Credits (kortweg ‘Arrangement’). Nadat in 2023 een modernisering van de Arrangement was overeengekomen met soepelere voorwaarden voor de ekv, is in 2024 onderhandeld over een breder verbod op fossiele transacties conform het COP26-beleid voor het beëindigen van publieke exportfinanciering aan de internationale fossiele energiesector. Nederland en verschillende andere landen hebben dit reeds geïmplementeerd. Helaas is in 2024 een akkoord niet haalbaar gebleken. Wel blijft het onderwerp op de agenda staan voor 2025.
Tijdens de lopende onderhandelingen over de herziening van het milieu- en sociale due diligence kader (de zgn. Common Approaches) heeft Nederland samen met gelijkgestemde landen voorstellen gedaan om de scope uit te breiden. In de herziene versie, die naar verwachting in 2025 wordt opgeleverd, wordt een aanmoediging opgenomen voor een risico-gebaseerde aanpak voor transacties die buiten de scope vallen. Hiermee wordt het internationale beleidskader meer in lijn gebracht met de Nederlandse praktijk.
Nederland heeft daarnaast een actieve bijdrage geleverd aan het ontwikkelen van een Guide Note voor de OESO Anti-Bribery Recommendation. Deze Guidance Note zal dienen als kennisdocument, zodat onderling kennis en ervaringen kunnen worden uitgewisseld. Hiermee kan op internationaal vlak beter worden samengewerkt aan een effectief anti-omkopingsbeleid wat tevens bijdraagt aan de harmonisatie van beleid.
Voor zowel de Common Approaches als de Guidance Note is het de verwachting dat de onderhandelingen in 2025 worden afgerond.
Oekraïne
De Oekraïne faciliteit39 heeft in 2024 verdere stappen gezet om financiële risico's af te dekken voor Nederlandse bedrijven die willen bijdragen aan de wederopbouw van Oekraïne. Er is één polis afgegeven voor een kortlopende levering van groente en fruit ter waarde van ongeveer 1,6 miljoen euro. Daarnaast zijn er een aantal aanvragen in behandeling en wordt met een klein aantal bedrijven gesproken over mogelijke nieuwe aanvragen. ADSB neemt actief deel aan strategische Oekraïne-overleggen en was recent vertegenwoordigd op de ReBuild Ukraine-conferentie in Warschau. De ministeries en ADSB werken er hard aan om de bekendheid van de Oekraïne faciliteit te vergroten.
Toekomst ekv
De uitvoering van de ekv is comptabel onrechtmatig, omdat deze uitvoering niet is aanbesteed. In 2024 is het onderzoek naar het oplossen van deze onrechtmatigheid gedaan, zoals ook gecommuniceerd per Kamerbrief van 20 november 202440. Er zijn meerdere toekomstopties onderzocht, variërend van een aanbesteding op de private markt tot het oprichten van een staatsdeelneming. In 2025 is besloten om de uitvoering van de ekv aan te besteden.41
Kengetallen
Eind 2024 staat er in totaal voor ongeveer € 17,5 mld. uit aan verplichtingen. Dit is een combinatie van definitieve verplichtingen (afgegeven verzekeringspolissen) en voorlopige verplichtingen (dekkingstoezeggingen (dt); een wederzijdse juridische verplichting tussen de Staat enerzijds en exporteur of bank anderzijds).
Figuur 7 Totaal uitstaande garantieverplichtingen (bedragen x € 1 mld.)

Bovenstaande figuur geeft de ontwikkeling van de totale uitstaande verplichtingen weer. In 2024 is de portefeuille qua omvang iets afgenomen.
Trend van het aantal nieuwe klanten (meetbare gegevens) | |||||
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
Nieuwe klanten | 45 | 38 | 45 | 26 | 28 |
Bron: ADSB
In 2024 is een lichte stijging van nieuwe klanten te zien ten opzichte van vorig jaar. Van de nieuwe klanten in 2024 behoren 20 exporteurs tot het midden- en kleinbedrijf.
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | Streefwaarde 2024 t/m 2026 | |
Bijdrage bbp in % | 0,07% | 0,07% | 0,07% | 0,07% | n.t.b.1 | 0,07%2 |
BerB | € 582 mln. | € 667 mln. | € 504 mln. | € 285 mln. | € 341 mln. | > € 0 |
Absoluut aantal nieuw aangegane totaal aan groene dekkingstoezeggingen en directe polissen | 7 | 24 | 763 | 553 | 68 | 10% meer dan het voorgaande jaar (3)4 |
Bron: cijfers bijdrage bbp worden jaarlijks berekend door het CBS, zie CBS (2024), Bijdrage publieke exportkredietverzekering aan economie, 26 november, te raadplegen via http://www.cbs.nl. Overige cijfers ontvangen van ADSB.
De streefwaarde voor de komende drie jaar is het gemiddelde van de bijdrage van de afgelopen drie jaar. Het productassortiment dat ADSB namens de Staat aanbiedt betreft onder andere: kapitaalgoederenverzekering, financieringsverzekering werkkapitaaldekking en de exportkredietgarantie (ekg). Zie voor een volledige beschrijving van het productassortiment de website van ADSB: www.atradiusdutchstatebusiness.nl/index.html
Toelichting prestatie-indicatoren
Bijdrage bbp
De ekv-faciliteit is belangrijk voor Nederland om de export te kunnen bevorderen. Voor de ekv-gedekte export geldt dat het aannemelijk is dat die niet tot stand was gekomen zonder ekv-dekking. Als Nederland geen ekv-dekking zou aanbieden, zou wat Nederlandse ondernemers exporteren kunnen verschuiven naar buitenlandse concurrenten die wel gebruik kunnen maken van ekv-dekking. Elk jaar stelt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vast wat de bruto bijdrage van de ekv-faciliteit is geweest aan de Nederlandse economie. Het CBS berekent dit gegeven aan de hand van het volume van de ekv-gedekte export. In de periode 2019-2023 bedroeg de bijdrage aan het bbp gemiddeld 0,08% en werden in totaal 39.793 arbeidsjaren gecreëerd met de verzekerde export. In 2023 was de bijdrage aan het bbp circa 0,07% en werden er 8.327 arbeidsjaren gecreëerd. Hiermee is de streefwaarde van 0,07% behaald.
Realisatie bedrijfseconomisch resultaatsbepaling (BerB)
Met de BerB wordt jaarlijks berekend of de ekv-faciliteit kostendekkend is. Het bedrijfseconomisch resultaat is een cumulatief resultaat over alle polissen die vanaf 1 januari 1999 zijn afgesloten, rekening houdend met de verwachte schades over de lopende verplichtingen. Nederland gebruikt dit model om te toetsen of wordt voldaan aan de internationale afspraken. Het cumulatieve resultaat sinds 1999 is voor 2024 € 341 mln. en was in 2023 € 285 mln. Daarmee is de ekv kostendekkend en wordt de doelstelling bereikt. Deze toename is te verklaren door premies die direct aan het resultaat worden toegevoegd en lager uitvallende schades dan verwacht.
Groene transacties
De beleidsmatige inzet bij de ekv is erop gericht het aandeel in de portefeuille van transacties die een bijdrage leveren aan het bereiken van de doelstellingen van het Akkoord van Parijs te laten groeien. In 2019 is een model ontwikkeld om te kunnen inventariseren welke transacties als groen gekwalificeerd kunnen worden.42 Dit model is gebaseerd op de richtlijnen van de International Finance Corporation (onderdeel van de Wereldbankgroep).
In de begroting 2024 is de interne doelstelling gesteld om het aantal groene ekv-gedekte transacties in 2024 te verhogen met 15% ten opzichte van 2023. Deze doelstelling is gebaseerd op afspraken met ADSB, waarin 2024 een aanpassing heeft plaatsgevonden van 15% naar 10%. De doelstelling van 10% is wel behaald. In 2024 heeft namelijk ADSB 68 groene transacties verzekerd. Dit is een stijging van 24% ten opzichte van 2023 waarin 55 groene transacties waren verzekerd.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2024 | 2024 | |
Verplichtingen | 19.985.791 | ‒ 4.483.155 | 4.642.218 | 3.821.773 | 3.535.155 | 10.091.366 | ‒ 6.556.211 |
Uitgaven | 204.344 | 400.211 | 233.620 | 254.545 | 211.051 | 168.366 | 42.685 |
Opdrachten | 87.007 | 74.740 | 20.695 | 22.639 | 22.022 | 20.122 | 1.900 |
Kostenvergoeding Atradius DSB | 13.565 | 19.191 | 19.553 | 20.167 | 22.151 | 18.900 | 3.251 |
Uitvoeringskosten herverzekering leverancierskredieten | 72.681 | 55.300 | 1.024 | 2.312 | ‒ 227 | 1.000 | ‒ 1.227 |
Overige uitgaven | 761 | 250 | 119 | 160 | 99 | 222 | ‒ 123 |
Garanties | 49.519 | 244.289 | 72.574 | 102.952 | 129.947 | 78.000 | 51.947 |
Schade-uitkering ekv | 21.640 | 208.978 | 68.970 | 102.368 | 128.838 | 77.000 | 51.838 |
Schade-uitkering herverzekering leverancierskredieten | 27.880 | 35.311 | 3.604 | 585 | 1.109 | 1.000 | 109 |
Storting/-onttrekking begrotingsreserve | 67.818 | 81.182 | 140.351 | 128.954 | 59.082 | 70.244 | ‒ 11.162 |
Mutatie begrotingsreserve ekv | 67.818 | 81.182 | 140.351 | 128.954 | 59.082 | 70.244 | ‒ 11.162 |
Ontvangsten | 305.065 | 382.566 | 254.768 | 130.264 | 157.053 | 133.206 | 23.847 |
Garanties | 305.065 | 258.187 | 235.015 | 107.012 | 131.203 | 109.174 | 22.029 |
Premies ekv | 82.074 | 81.221 | 135.181 | 68.954 | 54.764 | 70.244 | ‒ 15.480 |
Premies herverzekering leverancierskredieten | 191.805 | 131.119 | 2.036 | 68 | ‒ 95 | 0 | ‒ 95 |
Schaderestituties ekv (oude methodiek) | 28.756 | 41.707 | 96.526 | 37.908 | 0 | 0 | 0 |
Schaderestituties ekv voor 1999 | 0 | 0 | 0 | 0 | 34.762 | 28.834 | 5.928 |
Schaderestituties ekv vanaf 1999 tot 2019 | 0 | 0 | 0 | 0 | 4.318 | 0 | 4.318 |
Schaderestituties ekv na 2019 | 0 | 0 | 0 | 0 | 37.315 | 10.096 | 27.219 |
Schaderestituties herverzekering leverancierskredieten | 2.430 | 4.140 | 1.272 | 82 | 140 | 0 | 140 |
Storting/onttrekking begrotingsreserve | 0 | 124.379 | 19.752 | 23.252 | 25.850 | 24.032 | 1.818 |
Onttrekking begrotingsreserve ekv | 0 | 124.379 | 19.752 | 23.252 | 25.850 | 24.032 | 1.818 |
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2024 | 2024 | |
Verplichtingen | 19.985.791 | ‒ 4.483.155 | 4.642.218 | 3.821.773 | 3.535.155 | 10.091.366 | ‒ 6.556.211 |
waarvan garantieverplichtingen: | 19.830.777 | ‒ 4.668.943 | 4.477.941 | 3.688.868 | 3.452.964 | 10.000.000 | ‒ 6.547.036 |
Exportkredietverzekeringen | 7.830.777 | 7.267.867 | 4.477.941 | 3.688.868 | 3.452.964 | 10.000.000 | ‒ 6.547.036 |
waarvan: aangegane garantieverplichtingen | 7.830.777 | 7.267.867 | 4.477.941 | 3.688.868 | 3.452.964 | 10.000.000 | ‒ 6.547.036 |
waarvan: vervallen verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Herverzekering leverancierskredieten | 12.000.000 | ‒ 11.936.809 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige verplichtingen: | 155.015 | 185.787 | 164.278 | 132.905 | 82.191 | 91.366 | ‒ 9.175 |
Kostenvergoeding Atradius DSB | 13.565 | 19.191 | 19.553 | 20.167 | 22.151 | 18.900 | 3.251 |
Uitvoeringskosten herverzekering leverancierskredieten | 72.681 | 55.300 | 1.024 | 7.166 | ‒ 227 | 1.000 | ‒ 1.227 |
Schade-uitkering herverzekering leverancierskredieten | 0 | 29.689 | 3.604 | ‒ 23.565 | 1.109 | 1.000 | 109 |
Storting begrotingsreserve ekv | 67.818 | 81.182 | 140.351 | 128.954 | 59.082 | 70.244 | ‒ 11.162 |
Overige betalingsverplichtingen | 951 | 425 | ‒ 253 | 183 | 76 | 222 | ‒ 146 |
Verplichtingen
Garantieverplichtingen
Exportkredietverzekeringen
In 2024 is voor € 3,5 mld. aan nieuwe verplichtingen voor de exportkredietgarantie en de regeling investeringsverzekering aangegaan; dit is € 6,5 mld. lager dan het beschikbare plafond van € 10 mld. Artikel 5 Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen van de Financiënbegroting heeft een garantieplafond waarin is aangegeven voor welk bedrag de minister jaarlijks nieuwe garantieverplichtingen kan aangaan. Dit jaarlijks plafond voor nieuw aan te gane verplichtingen is vastgesteld op € 10 mld. voor de gehele ekv-faciliteit.
Overige verplichtingen
Storting begrotingsreserve ekv
De begrotingsreserve werkt als buffer om per jaar het verschil tussen enerzijds premieontvangsten en schaderestituties (op polissen vanaf 1999 en vóór 2019) en anderzijds definitieve schades (vanaf 2019) en kostenvergoeding op te vangen. In 2024 is er per saldo € 33,2 mln. in de begrotingsreserve gestort, wat het resultaat is van een onttrekking en een storting. De onttrekking in 2024 bedraagt € 25,9 mln. en bestaat uit definitieve schades (vanaf 2019) en de kostenvergoeding ADSB. De storting in 2024 bedraagt € 59,1 mln. en bestaat uit premies en de schaderestitutie van polissen vanaf 1999 en voor 2019.
Daarmee bedraagt de nieuwe stand € 724,9 mln., zie ook onderdeel 8.2.5. (Saldibalans IXB, begrotingsreserves).
Uitgaven
Opdrachten
Kostenvergoeding Atradius DSB
De kostenvergoeding ADSB valt € 3,3 mln. hoger uit dan oorspronkelijk begroot. Dit komt doordat er in 2024 nog een afrekening is geweest over de kostenvergoeding 2023. Bij de afrekening is vastgesteld dat ADSB recht had op een aanvullende variabele vergoeding op basis van behaalde resultaten (prioprojecten, winstgevendheid) conform de Vergoedingsovereenkomst. Deze vergoeding is uitbetaald.
Uitvoeringskosten herverzekering leverancierskredieten
De herverzekering leverancierskredieten betrof een coronamaatregel waarbij er door de Staat voorkomen werd dat de kortlopende kredietverlening in de private verzekeringssector stil viel. Het verschil in realisatie komt doordat het in de begroting lastig in te schatten is wanneer afgerekend wordt met verzekeraars. In december 2024 is met vier verzekeraars afgerekend.
Garanties
De gerealiseerde schade-uitkeringen ekv valt € 51,8 mln. hoger uit dan oorspronkelijk begroot, dit bestaat uit het saldo van de uitgekeerde schades en de ontvangsten uit hoofde van herverzekeren. Bij de ekv zijn schades moeilijk te ramen en daarnaast kan het al dan niet materialiseren van één schadezaak een grote impact hebben op de realisatie. In 2024 hebben met name vervolgschades op Sri Lanka (€ 59,7 mln.) gezorgd voor hogere schade-uitkeringen. Daarnaast kan ADSB een deel van het risico herverzekeren bij een andere export credit agency (ECA). Wanneer een schade materialiseert, betaalt ADSB de schade uit en ontvangst zij van de andere ECA een betaling voor het herverzekerde deel van de schade. In 2024 is in totaal € 14,2 mln. ontvangen van andere ECA's voor herverzekerde schades.
Storting/onttrekking begrotingsreserve
Zie toelichting onder overige verplichtingen.
Ontvangsten
Garanties
Premies ekv
In 2024 zijn de premieontvangsten van de exportkredietverzekeringen € 15,5 mln. lager uitgevallen dan oorspronkelijk begroot. De ekv is een vraaggestuurd instrument, waardoor de realisaties kunnen afwijken van de ramingen.
Schaderestituties ekv
In 2024 zijn de gerealiseerde schaderestituties ekv circa € 37,4 mln. hoger uitgevallen dan oorspronkelijk begroot, dit bestaat uit het saldo van de ontvangen schaderestituties en de betalingen uit hoofde van herverzekeren. Op basis van daadwerkelijk opgelopen (niet-definitieve) schades en de inzet op het verhalen van de schade bij tegenpartijen kan de uiteindelijke stand van de recuperaties afwijken van de ramingen. De hoger uitgevallen schaderestituties worden voornamelijk veroorzaakt door schaderestituties op polissen afgesloten na 2019, waarvan € 18,5 mln. op Panama en € 10,4 mln. op de Verenigde Arabische Emiraten. Ook op de polissen afgesloten voor 1999 vallen de schaderestituties hoger uit, waarvan € 30 mln. op Argentinië via de schuldenregeling. Uit hoofde van herverzekeren is in 2024 in totaal € 0,8 mln. aan schaderestituties betaald aan andere export credit agency’s.