Het doel van dit artikel is inzicht bieden in het verwerven en instandhouden van het land materieel. In het Defensiematerieelverslag wordt aangegeven welke voornaamste activiteiten over het afgelopen jaar hebben plaatsgevonden in relatie tot de doelstellingen van het onderliggende beleid. De verwerving wordt nader uitgesplitst in de voorbereidings-, onderzoeks- en realisatiefase.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2024 | 2024 | ||
Art. | Verplichtingen | 0 | 1.437.285 | 725.418 | 1.781.164 | 3.150.569 | 1.508.189 | 1.642.380 |
Uitgaven | 0 | 620.385 | 542.218 | 889.777 | 1.253.621 | 1.969.225 | ‒ 715.604 | |
3.11 | Verwerving | 0 | 334.422 | 255.734 | 560.399 | 888.520 | 1.602.776 | ‒ 714.256 |
Opdrachten | 0 | 334.422 | 255.734 | 560.399 | 888.520 | 1.602.776 | ‒ 714.256 | |
Verwerving: voorbereidingsfase | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 453.910 | ‒ 453.910 | |
Verwerving: onderzoeksfase | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 7.439 | ‒ 7.439 | |
Verwerving: realisatie | 0 | 334.422 | 255.734 | 560.399 | 888.520 | 1.141.427 | ‒ 252.907 | |
3.12 | Instandhouding | 0 | 285.963 | 286.484 | 329.378 | 365.101 | 364.417 | 684 |
Opdrachten | 0 | 285.963 | 286.484 | 329.378 | 365.101 | 364.417 | 684 | |
Instandhouding Materieel | 0 | 285.963 | 286.484 | 329.378 | 365.101 | 364.417 | 684 | |
3.16 | Over-/ onderprogrammering | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2.032 | ‒ 2.032 |
Fonds | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2.032 | ‒ 2.032 | |
Fonds | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2.032 | ‒ 2.032 | |
Ontvangsten | 0 | 8.578 | 5.107 | 2.898 | 5.131 | 2.500 | 2.631 | |
Verplichtingen
In 2024 is voor een bedrag van € 3.150,6 miljoen aan verplichtingen aangegaan. Dat is € 1.369,4 miljoen meer dan in 2023. Ten opzichte van de ontwerpbegroting is € 1.642,4 miljoen meer verplicht dan begroot. Het betreft een saldo van zowel verhogingen als verlagingen van de verplichtingen. In de eerste suppletoire begroting, de suppletoire Prinsjesdag begroting, de tweede suppletoire begroting en de slotwet is een uitgebreidere toelichting opgenomen. De hogere realisatie van het verplichtingenbudget wordt voornamelijk verklaard door de onder verwerving hieronder toegelichte versnelling op prioritaire investeringen in luchtverdediging (Kamerstuk 27 830, nr. 448) en munitie (Kamerstuk 27 830, nr. 434).
Uitgaven
Verwerving
Voorbereidingsfase
De projecten in voorbereiding zijn in het afgelopen jaar nader uitgewerkt en ter besluitvorming aangeboden. Hieruit volgt een actueel financieel ritme. Na de besluitvorming worden deze middelen overgeboekt naar de onderzoeks- of realisatiefase of naar een ander jaar. Het budget voor de voorbereidingsfase is in 2024 daarom met € 453,9 miljoen afgeboekt. Budget dat naar latere jaren is geschoven, is in die jaren opgeboekt.
De verlaging van het budget heeft in verschillende fasen gedurende 2024 plaatsgevonden. Dit is deels voortgekomen uit het overhevelen naar de realisatie- of onderzoeksfase bij diverse projecten zoals de Verwerving Leopard-2A8 gevechtstanks en de Medium Range Anti-Tank capaciteit. Ook is voortgang geboekt met de inrichting van de maatregel Versterking vuursteun.
Realisatiefase
In 2024 heeft Defensie in de realisatiefase Land materieel € 888,5 miljoen gerealiseerd. Dat is een stijging van € 328,1 miljoen ten opzichte van 2023. Desondanks is de realisatie op Verwerving Land materieel € 252,9 miljoen lager dan begroot. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door het doorschuiven van uitgaven naar latere jaren voor de navolgende projecten.
Door vertraging in de productie bij de leverancier is een nieuw lever- en betaalschema opgesteld voor het project Midlife Update (MLU) Fennek. Het budget is doorgeschoven naar latere jaren bij de tweede suppletoire begroting.
Ook voor het project MLU voor het wapensysteem Infanterie gevechtsvoertuig (IGV) CV9035NL (commercieel vertrouwelijk) vinden uitgaven in latere jaren plaats als gevolg van vertraging in de leveringen. Het budget is doorgeschoven naar latere jaren bij de eerste suppletoire begroting. Daarnaast zijn de contractvorming en betalingen op het project Verlenging Levensduur Patriot (commercieel vertrouwelijk) vertraagd.
Daar tegenover staat dat Defensie erin is geslaagd te versnellen op prioritaire investeringen in luchtverdediging en munitie. Deze versnellingen hebben bijgedragen aan de forse toename van de realisatie ten opzichte van 2023. Het betreft onder andere het project Vervanging MRAD en SHORAD. Over deze versnellingen is uw Kamer geïnformeerd door middel van de Kamerbrief aanvullende bestelling munitievoorraden voorjaar 2024 (Kamerstuk 27 830, nr. 434) en de D-brief inzake het project vervanging MRAD en SHORAD (Kamerstuk 27 830, nr. 448).
Daarnaast hebben zich enkele afwijken voorgedaan in de overige DMP-plichtige projecten op dit artikel. In onderstaand overzicht zijn alle projecten in realisatie met een financiële omvang van meer dan € 50,0 miljoen opgenomen. Gelet op het commercieel vertrouwelijke karakter een aantal project wordt voor deze projecten slechts een indicatie gegeven van de bandbreedte van het projectbudget. De voortgang van deze projecten wordt in het DPO toegelicht. Deze wordt gelijktijdig met dit jaarverslag aan uw Kamer aangeboden.
Het restant van het verschil kan worden verklaard door een aantal kleinere, niet DMP-plichtige projecten.
Figuur 5

Over-/onderprogrammering
Defensie raamt in het begrotingsjaar meer investeringen dan het budget dat daarvoor beschikbaar is. Dit is de overprogrammering. Onzekerheden - denk bijvoorbeeld aan onvoorziene vertragingen en omstandigheden - kunnen de geraamde investeringen vertragen. Door meer investeringen te programmeren wordt zoveel als mogelijk getracht te voorkomen dat vertragingen bij individuele projecten leiden tot onderrealisatie van het beschikbare budget van de investeringsportfolio en de gehele begroting. Overprogrammering is zodoende een instrument dat bij kan dragen aan een tijdige en doelmatige implementatie van de investeringsbudgetten. Omdat niet meer uitgegevan kan worden dan het beschikbare budget, vindt op overprogrammering geen realisatie plaats. De geraamde overprogrammering wordt gedurende het jaar afgeboekt tot nul.
Als gevolg van de kasschuiven van budgetten uit 2023, zoals verwerkt in de eerste suppletoire begroting 2023, was in de ontwerpbegroting 2024 geen sprake van overprogrammering. Dit is met de eerste suppletoire begroting 2024 aangepast.