Base description which applies to whole site

4.2 Beleidsartikel 3 Voortgezet onderwijs

Het voortgezet onderwijs zorgt ervoor dat leerlingen in deze fase van de doorlopende leerlijn hun talenten maximaal kunnen ontplooien en vervolgonderwijs kunnen volgen dat het beste past bij hun talenten. Het bereidt hen voor op volwaardige deelname aan de samenleving en een bij hun talenten passende (toekomstige) positie op de arbeidsmarkt.

De Minister is verantwoordelijk voor een voortgezet onderwijsstelsel dat zodanig functioneert, dat het onderwijs aansluit bij de talenten en de ambities van individuele leerlingen en bij de behoeftes van de maatschappij.

Financieren

De Minister is verantwoordelijk voor de financiering van het voortgezet onderwijs door lumpsumbekostiging van de onderwijsinstellingen. Hierdoor wordt de toegankelijkheid van het onderwijs gewaarborgd.

Stimuleren

De Minister stimuleert specifieke onderwerpen door het verstrekken van (aanvullende) bekostiging, subsidies en de inzet van andere instrumenten zoals overleg, voorlichting, (prestatie)afspraken en wet- en regelgeving.

Regisseren

De Minister vult zijn verantwoordelijkheid voor de onderwijskwaliteit van het onderwijs in via een regisserende rol. De normeisen van kwaliteit zijn vastgelegd in wet- en regelgeving; de Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht op de naleving.

Kengetallen
Tabel 9 Leerlingen voortgezet onderwijs (aantallen x 1.000)1
 

20202

2021

2022

2023

2024

1

Totaal aantal ingeschreven leerlingen (aantallen x 1.000)3

937,0

934,2

941,6

948,1

936,2

 

Nader te verdelen in:

     
 

vmbo/havo/vwo leerjaar 1-2

372,3

378

387,8

392,1

388,7

 

vmbo leerjaar 3-4

190,5

184,5

187,2

191,4

190,8

 

havo/vwo leerjaar 3

93,5

91,5

91,4

93,2

91,8

 

havo/vwo vanaf leerjaar 4

248,2

245,9

241,1

235,2

228,7

 

pro alle jaren

29,8

29,7

29,1

28,9

29,6

 

voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (vavo) vo

2,8

4,5

5

7,3

6,6

2

Totaal aantal scholen

648

645

641

640

639

3

Gemiddeld aantal leerlingen per school

1.446

1.448

1.469

1.481

1.465

1

Bron: DUO, 1cijferbestand.

2

Deze aantallen zijn gebaseerd op de voorlopige telling op de teldatum.

3

Op de teldatum.

Tabel 10 Uitgaven per leerling (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

Voortgezet onderwijs1

9,5

10,7

11,5

12,7

12,4

1

In tegenstelling tot Begroting 2024 wordt geen verdere uitsplitsing gemaakt in «bekostiging» en «exclusief ondersteuningsmiddelen». De uitgaven voor de reguliere bekostiging en de uitgaven als ondersteuningsmiddel zijn in de bekostigingssystematiek geïntegreerd tot één financiële stroom.

De belangrijkste beleidsconclusies zijn opgenomen in het onderdeel beleidsprioriteiten.

Tabel 11 Budgettaire gevolgen van beleid van artikel 3 (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2020

2021

2022

2023

2024

2024

2024

Verplichtingen

9.265.679

10.858.044

11.033.861

11.656.203

12.400.434

11.290.093

1.110.341

        

Uitgaven

9.135.685

10.076.767

10.858.519

11.467.260

11.711.998

11.459.272

252.726

        

Bekostiging

8.837.248

9.643.928

10.361.148

10.861.632

11.050.818

10.512.339

538.479

Bekostiging vo-instellingen

8.477.175

8.812.231

9.215.501

10.092.145

10.893.893

10.364.349

529.544

Bekosting Caribisch Nederland

18.211

20.640

24.775

23.434

25.779

23.804

1.975

Aanvullende regelingen leerlingendaling

0

4.513

4.513

4.530

4.251

4.540

‒ 289

Aanvullende regeling strategisch personeelsbeleid, begeleiding starters en thuiszitters

0

109.923

489.717

119.640

126.798

119.646

7.152

Aanvullende bekostiging Nationaal Programma Onderwijs

0

679.801

617.629

613.072

0

0

0

Resultaatafhankelijke bekostiging vsv aan vo-instellingen

18.157

16.820

9.013

8.811

97

0

97

Prestatiebox

323.705

0

0

0

0

0

0

Subsidies (regelingen)

180.305

275.846

291.407

406.821

498.551

744.532

‒ 245.981

Stichting Kennisnet (basissubsidie) po, vo, mbo

19.240

21.240

24.161

35.303

21.046

25.076

‒ 4.030

Subsidieregeling voorkomen onnodig zittenblijven

6.933

4.704

2.551

3.236

0

5.637

‒ 5.637

Praktijkgerichte programma's

9.337

8.944

8.071

6.386

11.138

10.501

637

Inhaal- en ondersteuningsprogramma's

94.146

69.795

94

0

0

0

0

Extra hulp voor de klas

0

112.001

0

0

0

0

0

Nationaal Programma Onderwijs regeling brede brugklassen

0

0

68.618

4.800

0

0

0

Basisvaardigheden

0

0

113.598

125.876

196.162

254.366

‒ 58.204

Maatschappelijke diensttijd

0

0

0

92.757

96.066

120.177

‒ 24.111

School en omgeving

0

0

13.269

30.227

13.295

111.510

‒ 98.215

NGF Ontwikkelkracht

0

0

0

3.758

15.499

19.972

‒ 4.473

Schoolmaaltijden

0

0

0

24.194

42.168

64.740

‒ 22.572

Brugfunctionaris VO

0

0

0

0

11.520

11.538

‒ 18

NGF Techkwadraat

0

0

0

0

1.301

0

1.301

NGF Innovatieve onderwijs huisvesting

0

0

0

0

856

0

856

Overige subsidies

50.649

59.162

61.045

80.284

89.500

121.015

‒ 31.515

Opdrachten

7.630

12.174

9.892

20.561

20.347

80.477

‒ 60.130

Opdrachten

7.630

8.128

8.409

11.301

13.312

63.925

‒ 50.613

Zelftesten

0

4.046

1.483

402

0

0

0

MDT opdrachten

0

0

0

8.858

7.035

16.552

‒ 9.517

Bijdrage aan agentschappen

56.180

65.074

69.674

73.418

80.285

70.009

10.276

Dienst Uitvoering Onderwijs

56.180

65.074

69.674

73.418

80.285

70.009

10.276

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

54.103

54.532

56.661

60.084

61.691

51.567

10.124

College voor Toetsen en Examens

10.541

11.553

12.569

13.004

14.241

4.957

9.284

SLOA: Onderwijs ondersteunende instellingen

43.562

42.979

44.092

47.080

47.450

46.610

840

Bijdrage aan medeoverheden

0

25.016

69.505

44.411

0

0

0

Nationaal Programma Onderwijs

0

25.016

60.038

35.023

0

0

0

SPUK huisvesting noodlocaties VO

0

0

9.467

9.388

0

0

0

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

219

197

232

333

306

348

‒ 42

GRAZ (ECML) en PISA

219

197

232

333

306

348

‒ 42

        

Ontvangsten

6.507

7.152

8.407

7.275

30.810

7.391

23.419

Tabel 12 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2020

2021

2022

2023

2024

2024

2024

Verplichtingen

9.265.679

10.858.044

11.033.861

11.656.203

12.400.434

11.290.093

1.110.341

waarvan garantieverplichtingen

40.312

51.912

1.884

25.182

‒ 10.282

0

‒ 10.282

waarvan overige verplichtingen

9.225.367

10.806.132

11.031.977

11.631.021

12.410.716

11.290.093

1.120.623

De realisatie op de overige verplichtingen is € 1,1 miljard hoger dan begroot. De verlaging van de garantieverplichtingen ter hoogte van € 10,3 miljoen is het gevolg van leningen/rekening-courantkredieten aan onderwijsinstellingen. Deze leningen worden door middel van schatkistbankieren verstrekt. Het Ministerie van OCW staat voor deze leningen garant. Deze verplichtingen worden niet geraamd.

De realisatie van de uitgaven in 2024 is € 252,7 miljoen hoger dan oorspronkelijk begroot. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenrealisaties betreft € 1,2 miljard. Dit wordt vooral veroorzaakt doordat in 2024 niet alleen de uitgaven in 2024 zijn verplicht, maar ook een deel van de uitgaven voor 2025. Een voorbeeld zijn de subsidieregelingen basisvaardigheden en School en Omgeving die in 2024 meerjarig zijn verplicht, daarnaast is de ontvangen loon- en prijsbijstelling 2024 verwerkt in de bekostiging voor 2025.

Bekostiging

De realisatie op de bekostiging is € 538,5 miljoen hoger dan de oorspronkelijk vastgestelde begroting. De belangrijkste oorzaak is de toevoeging van loon- en prijsbijstelling van € 586,8 miljoen. Verder is er € 38,2 miljoen minder uitgegeven, omdat er in de referentieraming bij Voorjaarsnota een daling van het aantal leerlingen in het voortgezet onderwijs was. Tot slot bleken de aanvragen voor de extra compensatie voor de gestegen energielasten lager dan oorspronkelijk begroot, wat heeft geleid tot € 15,9 miljoen minder uitgaven.

Onder de bekostiging vallen verschillende aanvullende bekostigingsregelingen. De realisatie op de regeling sterk techniekonderwijs was in 2024 € 92,4 miljoen. De realisatie op de regeling functiemix VO randstadregio’s was in 2024 € 77,2 miljoen. De realisatie op de Onderwijskansen regeling was in 2024 € 177,3 miljoen. De realisatie op de eerste opvang nieuwkomers was in 2024 € 260,9 miljoen en de realisatie op het internationaal georiënteerd voortgezet onderwijs was in 2024 € 10,7 miljoen. Zowel het budget als de realisatie van de genoemde aanvullende bekostigingsregelingen zijn opgenomen onder de regel bekostiging vo-instellingen in de budgettaire tabel.

Subsidies

De realisatie op de subsidies is per saldo € 246,0 miljoen lager dan de oorspronkelijk vastgestelde begroting. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door:

  • minder uitgaven op de subsidieregeling School en Omgeving van € 65,1 miljoen. Dit wordt vooral veroorzaakt doordat een deel van de betalingen van 2024 in 2023 al hadden plaatsgevonden en het aantal aanvragen voor de subsidieregeling School en Omgeving 2023-2025 lager was dan oorspronkelijk begroot;  

  • een herverdeling tussen artikel 3 (Voortgezet onderwijs) en artikel 1 (Primair onderwijs) voor de subsidieregeling basisvaardigheden en School en Omgeving, zodat de budgetten aansloten bij de subsidieplafonds. Hierdoor is respectievelijk € 64,2 miljoen en € 33,1 miljoen overgemaakt naar artikel 1 (Primair Onderwijs); 

  • minder uitgaven op overige subsidies, voornamelijk omdat de middelen voor de professionalisering van leerkrachten in het kader van de curriculumbijstelling naar latere jaren zijn geschoven bij de Voorjaarsnota (€ 19,5 miljoen) en de middelen voor de regeling doorstroom vmbo-havo/mbo niet zijn gerealiseerd (€ 13,5 miljoen).  Het restant wordt verklaard door diverse andere mutaties. Hierdoor is Nu € 31,5 miljoen minder uitgegeven aan overige subsidies dan oorspronkelijk begroot;

  • minder uitgaven op de subsidies in het kader van de maatschappelijke diensttijd (MDT) doordat er minder aanvragen waren dan verwacht voor de tranche 2022 en 2023, door het groeipad van de hoofdsubsidieregeling en de afbouw van activiteiten naar aanleiding van de bezuinigingen uit het Hoofdlijnenakkoord. Hierdoor is € 24,1 miljoen minder uitgegeven dan oorspronkelijk begroot;

  • minder uitgaven op de subsidieregeling Schoolmaaltijden, onder andere omdat scholen in de doelgroep bij het Jeugdeducatiefonds en het Nederlandse Rode Kruis niet voor het maximale bedrag per leerling een aanvraag hebben gedaan. Hierdoor is € 22,6  miljoen minder uitgegeven dan oorspronkelijk begroot.

Opdrachten

De realisatie op het instrument opdrachten is € 60,1 miljoen lager dan de oorspronkelijk vastgestelde begroting. Bij de suppletoire begrotingen in 2024 is al toegelicht waarom het budget op het instrument opdrachten is gezakt van € 80,5 miljoen in de ontwerpbegroting naar € 35,5 miljoen. Dit komt met name door overboekingen voor onderzoek naar het begrotingsartikel voor onderzoeks- en wetenschapsbeleid en door meevallers op het monitoringsprogramma basisvaardigheden en opdrachten voor maatschappelijke diensttijd (MDT). Van de nog beschikbare € 35,5 miljoen is uiteindelijk € 20,3 miljoen gerealiseerd. Dit verschil wordt verklaard doordat enkele opdrachten niet zijn aanbesteed of lager zijn uitgevallen dan begroot. Verder zijn er meevallers van € 1,5 miljoen op het NPO-opdrachtenbudget en € 1,3 miljoen op het opdrachtenbudget voor MDT. Het resterende opdrachtenbudget voor het NGF-project Ontwikkelkracht van € 4,9 miljoen wordt conform NGF-systematiek toegevoegd aan de begroting van 2025. Het restant wordt verklaard door diverse kleine mutaties.

Bijdragen aan agentschappen

Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO)

De gerealiseerde uitgaven liggen € 10,3 miljoen hoger dan in de oorspronkelijke begroting opgenomen. Dit komt met name door een toevoeging van € 3,5 miljoen voor de loon- en prijsbijstelling tranche 2024. Daarnaast is € 3,0 miljoen overgeboekt voor de uitvoering van activiteiten binnen het KOMEX-programma (Kostprijsmodel examens) en € 2,5 miljoen toegevoegd ten behoeve van het professionaliseringsplan van DUO.

Bijdrage aan ZBO's en RWT's

CvTE: College voor Toetsen en Examens

De realisatie op de bijdrage aan het CvTE is per saldo € 9,3 miljoen hoger dan de oorspronkelijke begroting. Dit komt met name doordat andere directies (Primair onderwijs en Middelbaar beroepsonderwijs) gedurende het jaar hun bijdrage aan het CvTE overboeken naar artikel 3 (Voortgezet onderwijs). Deze bijdrage van € 7,9 miljoen begroten andere directies onder het eigen artikel. Daarnaast is er € 1,3 miljoen extra uitgegeven voor de syllabuscommissies in het kader van de curriculumherziening.

Ontvangsten

De realisatie van de ontvangsten in 2024 is € 23,4 miljoen hoger dan oorspronkelijk begroot. Dit wordt met name veroorzaakt door een totaal ontvangen bedrag van € 12,5 miljoen vanwege niet gerealiseerde uitgaven door het Jeugd Educatie Fonds en het Nederlandse Rode Kruis inzake het programma schoolmaaltijden in 2023 als gevolg van minder aanvragen vanuit de scholen dan geraamd. Daarnaast heeft er een desaldering van € 7,0 miljoen plaatsgevonden voor het Duurzame Scholenfonds.

Licence