Base description which applies to whole site

Bijlage 3: Afgerond evaluatie- en overig onderzoek

De Strategische Evaluatie Agenda (SEA) laat zien hoe IenW de komende jaren werkt aan het voortbrengen van inzichten over de doeltreffendheid en doelmatigheid van ons beleid. Deze inzichten helpen bij het opstellen, bijsturen en ontwikkelen van beleid op basis van praktijklessen, met als doel een grotere maatschappelijke waarde. Naar aanleiding van de Herziening Regeling periodieke rapportage (RPE), vervangt de SEA de eerdere werkwijze van het overzicht van beleidsdoorlichtingen en de bijlage met geplande onderzoeken en evaluaties (Kamerstukken II, 31 865, nr. 203). De RPE-criteria zijn hierbij toegepast. IenW werkt hiervoor nauw samen met andere ministeries en kennisinstellingen zoals KiM en PBL.Waar nodig wordt een bredere groep stakeholders daarbuiten geconsulteerd en bij evaluatieprocessen betrokken.

De SEA is opgebouwd uit hoofdthema’s, thema’s en subthema’s. IenW kent de volgende hoofdthema’s: Water en Bodem, Mobiliteit, Luchtvaart en Maritiem en Milieu en Internationaal. Deze hoofdthema’s zijn onderverdeeld in thema’s die samenvallen met de opzet van de begrotingsartikelen. Daarbinnen worden subthema’s (beleidsthema’s) onderscheiden. De beleidsthema’s zijn deels nog in ontwikkeling en sluiten zo goed mogelijk aan op het beleidsprogramma.

In onderstaande tabellen is voor elk SEA-beleidsthema een overzicht opgenomen van de in 2024 opgeleverde periodieke rapportages/beleidsdoorlichtingen, aangevuld met andere door IenW geprioriteerde (evaluatie)onderzoeken. Dit overzicht is gebaseerd op de tabel en de uitwerking van de SEA van de begroting 2024.

Voor het overzicht van eerder opgeleverde onderzoeken wordt verwezen naar de bijlage overzicht afgeronde evaluaties en overig onderzoek zoals opgenomen in eerdere jaarverslagen 2023, 2022 en 2021.

Alle ministeries samen voeren jaarlijks honderden onderzoeken uit om beleid te evalueren. Vanaf 2022 worden al deze ingeplande en uitgevoerde onderzoeken hier gepubliceerd.

Tabel 147 Hoofdthema Water en Bodem

Opbrengsten Strategische Evaluatieagenda (SEA)

 

Thema

Subthema

Type onderzoek

Afronding

Status

Conclusies/ aanbevelingen

Artikel

Hyperlink

Integraal Waterbeleid

Algemeen Waterbeleid

Ex-post synthese: Artikel 11 Integraal Waterbeleid

2028

Te starten

Conform de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek (RPE) dienen alle beleidsthema's eens per 4 tot 7 jaar onderzocht worden. De vorige beleidsdoorlichting van artikel 11 is afgerond in 2021 en betrof de onderzoeksperiode 2013‒2019. De komende beleidsdoorlichting (periodieke evaluatie) zal betrekking hebben op de periode 2020‒2026.

11

 

Ex-post: afronding evaluatie art. III deltawet

2023

Afgerond

Het kan gesteld worden dat in de afgelopen tien jaar zeer beperkt gebruik gemaakt is van artikel III. Daarmee heeft het experimenteerartikel ook zeer beperkt bijgedragen aan integrale bekostiging vanuit het deltafonds.

DF

https://www.eerstekamer.nl/9370000/1/j4nvgs5kjg27kof_j9vvkfvj6b325az/vlo7t9tiwnzg

Monitoring: Jaarlijkse voortgangsrapportage De Staat van Ons Water

2024

Afgerond

Met de Staat van Ons Water wordt elk jaar gerapporteerd over de voortgang van het waterbeleid in het afgelopen kalenderjaar. De Staat van ons Water is bedoeld om meer inzicht te hebben in de kwaliteit van ons (drink)water, alsook om inzicht te hebben in de mate van bescherming tegen wateroverlast en toenemende droogte.

11

Staat van Ons Water 2023 | Rapport | Rijksoverheid.nl

 

Evaluatie van Instrument Handreiking Gebiedspaspoort

2025/2026

Te starten

In het Programma Noordzee (2022-2027), staat dat gebiedspaspoorten (GP's) na 5 jaar worden geëvalueerd. Het GP regelt voorkeursruimte voor medegebruiksvormen in windparken. Het GP voor windenergiegebied Borssele zal vanaf 2025 als eerste worden geevalueerd. Het onderzoek is tweeledig: 1) Omdat dit het eerste GP is wat geëvalueerd gaat worden is doel van het onderzoek het ontwerpen van een generieke evaluatiemethodiek voor tot stand gekomen GP's. 2) Daarna wordt het GP Borssele (en in de toekomst ook andere windenergiegebieden) met de methodiek beoordeeld. De evaluatie bevat een externe stakeholderconsultatie die als onderzoeksopdracht wordt uitgezet.

11

https://www.noordzeeloket.nl/@245375/handreiking-gebiedspaspoort-borssele/

Waterkwaliteit

Monitoring: Tussenevaluatie Kaderrichtlijn Water 2023/2024 van de Nederlandse plannen voor de KRW

2024

Lopend

De tussenevaluatie 2024 moet uitwijzen of en welke aanvullende maatregelen nodig zijn. De tussenevaluatie wordt onder regie van IenW uitgevoerd, in nauwe samenwerking met onder meer LNV, waterschappen, provincies en drinkwaterbedrijven. Via een proces van Joint Factfinding wordt toegewerkt naar één gedeeld beeld van doelbereik KRW en resterende opgaven, en het verdere handelingsperspectief. Het afgelopen jaar is het onderdeel «Joint Factfinding – De Basis op orde» afgerond. Hiermee is een belangrijke stap gezet naar een gedeeld beeld van Rijk en Regio in de analyse van de belangrijkste issues rond de waterkwaliteit. Verder is het traject doorrekening ingezet en een studie naar trends in waterkwaliteit over de afgelopen 30 jaar.Eind 2024 is de volledige rapportage gereed.

11

Koepelrapport Tussenevaluatie KRW

Monitoring: Periodieke beoordeling van primaire waterkeringen, rapportage eerste beoordelingsronde

2023

Afgerond

Uit de beoordelingen blijkt dat volgens de huidige beoordelingsmethode 38% van de normtrajecten (gedeelte primaire waterkering) aan de wettelijke norm voldoet. Dat betekent dat 62% van de normtrajecten niet voldoet aan de wettelijke norm. Op basis van deze beoordeling op normtrajectniveau wordt bepaald welke stukken van een waterkering inderdaad versterkt moeten worden. Dat is meestal een gedeelte, niet het hele normtraject.

11/DF

https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2023/05/30/bijlage-ilt-rapportage-landelijk-beeld-van-de-staat-van-de-primaire-waterkeringen

Monitoring: 3e evaluatie VL/NL-samenwerking Schelde-estuarium

2024

Afgerond

De conclusies en aanbevelingen van de derde evaluatie betreffen het verderversterken van de samenwerking tussen Schelderaad en VNSC, de herijking vande Langetermijnvisie Schelde-estuarium 2030 en de invulling van het derdeonderzoeksprogramma (periode 2023-2027) voor het vervolg van de Agenda voorde Toekomst.van samenwerken tussen Schelderaad en VNSC, het tweedeonderzoeksprogramma van de Agenda voor de Toekomst is opgenomen

11

Evaluatie Verdrag Beleid en Beheer Schelde-estuarium 2019-2023

Monitoring: KIMA (Kennis en Innovatie Marker Wadden)

2022

Afgerond

Het project heeft veel nieuwe kennis opgeleverd maar de kennisontwikkeling is nog niet af, 5 jaar monitoring is daarvoor te kort. Op verschillende niveaus is zichtbaar geïnnoveerd; dit blijft niet beperkt tot het technische domein en zit ook in de aanpak van en samenwerking in het project. Er zijn overwegend positieve ecologische effecten op lokaal niveau, op systeemniveau is het nog te vroeg voor conclusies. Bouwen met slib heeft (internationale) potentie. Marker Wadden is een aantrekkelijk gebied voor vogels en bezoekerservaren de natuur als zeer positief.

DF

Beleidsevaluatie Marker Wadden 2022 | Rapport | Rijksoverheid.nl

Monitoring: Rapportage Levend Markermeer

2022

Afgerond

De werkgemeenschap Levend Markermeer voert (sinds 2018) in opdracht van DGWB een ecologische systeemstudie uit in het IJsselmeergebied om meer grip te krijgen op de ecologische productiviteit van het Markermeer en als brede toepassing op de praktijk van inrichting en beheer.

DF

Levenskansen van een hongerig Markermeer - Rijkswaterstaat Publicatie Platform

Monitoring: Evaluatie Informatiehuis Marien

2023

Afgerond

Na 10 jaar is het Informatiehuis Marien (IHM) geëvalueerd. Conclusies zijn dat het IHM de samenwerking tussen opdrachtgevers IenW/Rijkswaterstaat, LNV en Defensie/Dienst der Hydrografie versterkt en vereenvoudigt op het gebied van ontsluiten en delen van data over het gebruik en de milieutoestand van de Noordzee. De Open Data Viewer op de website van het Noordzeeloket functioneert goed als platform voor het vinden en hergebruiken van data. Daarnaast is het IHM succesvol in het verzorgen van de Nederlandse rapportages aan de Europese Commissie over de implementatie van de Kaderrichtlijn Mariene Strategie. De taken van het IHM zijn uitgebreid met het datamanagement voor het MONS programma van het Noordzee akkoord.

11

https://www.informatiehuismarien.nl/overons/

Monitoring: Evaluatie Programma Noordzee

2025/2026

Lopend

Het Programma Noordzee 2022-2027 zal worden geëvalueerd in 2025 of 2026. Ten behoeve hiervan is in 2023 een beleidstheorie opgesteld.

11

 

Waterveiligheid

Monitoring: Rapportage eerste beoordelingsronde primaire waterkeringen

2023

Afgerond

Uit de beoordelingen volgt dat, volgens verwachting, veel keringen nog niet voldoen aan de nieuwe normen die zijn geïntroduceerd in 2017. De eerste inschatting van beheerders nu is dat van de in totaal circa 3.500 km, bijna 2.000 km aangepakt moet worden. Bijna de helft hiervan staat geprogrammeerd in het huidige programma 2024-2035 van het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Ten opzichte van de inschatting van circa 1500 km voorafgaand aan de invoering van de nieuwe normen is dus sprake van een toename.

11/DF

Kamerbrief over Landelijk Veiligheidsbeeld Primaire Waterkeringen | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl

Ex-post: Evaluatie Waterwet, 5 artikelen t.a.v. waterveiligheid

2024

afgerond

Geëvalueerd is of de wijzigingen in de waterwet van 2014 en 2017 doeltreffend waren. De wetswijzigingen 2014 waren gericht op het borgen van de financiering van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP), het vergroten van doelmatigheid en beheersbaarheid van het HWBP en het verbeteren van het proces van beoordelen en rapporteren m.b.t. primaire keringen. Met de wijzigingen in 2017 zijn de nieuwe normen voor primaire keringen verankerd, gericht op meer doelmatigheid. Conclusie is dat verreweg de meeste normen nog steeds robuust zijn, maar dat er voor enkele dijktrajecten aanleiding is het gesprek aan te gaan over normaanpassing. Een andere conclusie is dat het wettelijk systeem werkt, maar dat er verbeteringen nodig zijn om scherper te (kunnen) sturen op doelmatigheid in het HWBP. In het kader van de «herijking HWBP» wordt met de alliantiepartners in 2025 gezocht naar de nodige verbeteringen.

11

Resultaten evaluatie Waterwet, subsidieregeling HWBP en herijking HWBP | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl

ex-post: evaluatie subsidieregeling hoogwaterbschermingsprogramma

2024

afgerond

Geëvalueerd is in hoeverre de subsidieregeling HWBP bijdraagt aan een doeltreffende en beheersbare uitvoering van de HWBP-kaders en doelmatige en beheersbare besteding van financiële middelen. Conclusie is dat de subsidieregeling voldoende werkt, maar dat er verbeteringen nodig zijn om scherper te (kunnen) sturen op doelmatigheid in het HWBP. In het kader van de «herijking HWBP» wordt met de alliantiepartners in 2025 gezocht naar de nodige verbeteringen.

DF

Resultaten evaluatie Waterwet, subsidieregeling HWBP en herijking HWBP | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl

Monitoring: Beoordeling jaarlijkse kustlijn t.o.v. de Basiskustlijn

Jaarlijks

Afgerond

Rijkswaterstaat berekent jaarlijks aan de hand van de jaarlijkse kustmetingen en de trend van de afgelopen jaren (maximaal tien jaar) of de kust voldoet aan de BKL. Met een dergelijke jaarlijkse berekening wil Rijkswaterstaat tijdig een structurele kustachteruitgang langs de Nederlandse kust signaleren en daar, als dat nodig is, naar handelen De actuele data is te vinden op de site van Rijkswaterstaat.

11

Kustlijnkaart (rijkswaterstaat.nl)

ex-durante: instrumenten Maas

2026

Te starten

Eind 2026 zal een 1e oordeel (evaluatie) gegeven worden over de doeltreffendheid en doelmatigheid van de maatregelen. Eind 2037 zal een 2e doordeel (evaluatie) worden gegeven over de doeltreffendheid en doelmatigheid van de maatregelen. De beekdalen van de zijrivieren van de Maas in Limburg weerbaarder maken tegen extreme neerslag zodat schade en ontwrichting door overstroming van het regionale watersysteem wordt verminderd en/of voorkomen. Middels de beleidsinstrumenten van bestuurlijk overleg en subsidieregeling.

11

 

Ex-post: Evaluatie Subsidieregeling Bevaarbaarheid Ijsselmeergebied

2025

Te starten

In 2025 loopt de subsidieregeling Bevaarbaarheid IJsselmeer gebied af. In de evaluatie wordt onderzocht of de regeling doelmatig en doeltreffend is geweest, op basis waarvan wordt besloten of de regeling wordt verlengd.

DF

 

Bodem en Ondergrond

Ruimtegebruik en Bodem

Ex-post: Evaluatie «Besluit financiële bepalingen bodemsanering» en de «Regeling financiële bepalingen bodemsanering 2005»

2025

uitgesteld

Het evaluatieonderzoek is uitgevoerd, maar de conceptrapportage wordt in 2025 nog beoordeeld door een onafhankelijk adviesbureau. Verwachting is dat in Q2 van 2025 aan de kamer gerapporteerd kan worden.

13

 

Evaluatie doeltreffendheid specifieke uitkeringen meerjarenprogramma bodem

2025

Te starten

Sinds enkele jaren wordt gewerkt met incidentele specifieke uitkeringen aan medeoverheden, waar voorheen een brede doeluitkering werd ingezet in de bestuurlijke samenwerking tussen Rijk en medeoverheden. IenW wil de effectiviteit van deze werkwijze evalueren.

13

 

Evaluatie tbv herijking bodemregelgeving

2025

Te starten

Het doel van de herijking is om tot een solide toekomstbestendig bodemstelsel te komen, waarin bodem en grondwater beschermd zijn, en waar een goede balans tussen beschermen en benutten bereikt wordt. Als start van de herijking worden huidige knelpunten tussen regelgeving, praktijk en beleid in beeld gebracht.

13

 

Ex-ante onderzoek visie bodemherstel

2025/2026

Lopend

Er komt een visie bodemherstel. Voor de implementatie van de visie wordt een onderzoek uitgevoerd over de opzet van effectief beleid en monitoren van deze visie.

13

 

Ex-post: Evaluatie van de Wet elektriciteit en drinkwater BES (Wedb)

2023

Afgerond

De evaluatie bevestigt voor het kabinet dat de Wet elektriciteit en drinkwater BES voor het overgrote deel naar behoren functioneert en dat de doelstellingen van de wet hiermee gediend zijn. Voor de lange en intensieve procedure van een wetswijziging zijn op dit moment te weinig aanknopingspunten.

13

Kamerbrief Evaluatierapport Wet Elektriciteit en Drinkwater BES | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl

Klimaatadaptatie

Ex-post: wijziging van de Waterwet (5/2/2020), waarvan evaluatie Impulsregeling Klimaatadaptatie onderdeel uitmaakt.

2025

Lopend

Het onderzoek betreft twee evaluaties met een onderlinge samenhang. Het evaluatieonderzoekzal antwoord geven op de vragen of de wetswijziging en de Impulsregeling Klimaatadaptatie hetresultaat hebben opgeleverd dat de ondertekenaars van het Bestuursakkoord Klimaatadaptatievoor ogen hadden in 2020. In algemene zin worden de doeltreffendheid en effecten van dewetswijziging én van de Impulsregeling Klimaatadaptatie in de praktijk onderzocht. Het doel vande Tijdelijke Impulsregeling Klimaatadaptatie was om de uitvoering van klimaatadaptatiemaatregelendoor decentrale overheden te versnellen. IenW heeft voor deze regeling € 200 miljoen beschikbaargesteld via het Deltafonds, waarbij sprake was van co-financiering (1/3 deel rijk, 2/3 deel decentrale overheden). Het beschikbare rijksbudget is bijna geheel benut. Voor 1 juli 2025 zullen de resultaten van het evaluatieonderzoek worden aangeboden aan de Kamer.

DF

 
Tabel 148 Hoofdthema Mobiliteit

Thema

Subthema

Type onderzoek

Afronding

Status

Conclusies/ aanbevelingen

Artikel

Hyperlink

Wegen en Verkeersveiligheid

algemeen Wegen

Ex-post synthese: Artikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid

2024

Lopend

Conform de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek (RPE) dienen alle beleidsthema's eens per 4 tot 7 jaar onderzocht worden. De beleidsdoorlichting heeft betrekking op de periode 2016 ‒ 2022. De beleidsdoorlichting is ondertussen afgerond en wordt samen met het oordeel van de onafhankelijk expert en een kabinetsreactie begin 2025 naar de Kamer gestuurd.

14/MF

 

Monitoring: Rapportage Rijkswegennet

jaarlijks

Lopend

De Rapportage Rijkswegennet geeft de ontwikkelingen op jaarbasis weer over het gebruik van het hoofdwegennet, de filezwaarte, de filetop-10 en het reistijdverlies. Deze rapportage beschrijft de ontwikkelingen in de maanden januari tot en met december 2023. De rapportage toont tevens een terugblik op de ontwikkelingen ten opzichte van 2022. Verder bevat het de openstellingen en werkzaamheden in het gehele jaar van 2023, en een hoofdstuk over de tevredenheid van weggebruikers. Elke rapportage bevat daarnaast specifieke thema’s. In deze rapportage zijn de geactualiseerde hinderaanpak en verkeersveiligheid.

14/MF

https://open.overheid.nl/documenten/dpc-b742f8260799ffa0fb6e278fc2b2962fbe656113/pdf

Verkeers-veiligheid

Ex ante: halvering verkeersslachtoffers

2024

Afgerond

De uitkomst van het SWOV-onderzoek is op 22 november 2022 met de Tweede Kamer gedeeld. SWOV concludeert dat de tussendoelstelling om het totaal aantal ernstig verkeersgewonden tussen 2019 en 2030 te halveren waarschijnlijk te ambitieus is. Zonder extra maatregelen neemt het aantal ernstig verkeersgewonden toe vanwege de bevolkingsgroei, de meer gereden kilometers en onder anderen meer ouderen op de fiets. Met extra maatregelen is de trend in ernstig verkeersgewonden te keren, maar een halvering is niet realistisch. Ten aanzien van het aantal verkeersdoden kan een halvering in 2030 misschien mogelijk zijn als een combinatie van extra maatregelen wordt genomen.

14

https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2022/11/22/2022251086-1-rapport-swov-kiezen-of-delen-welke-maatregelen-kunnen-zorgen-voor-halvering-verkeersslachtoffers-in-2030#:~:text=Rapport%20%7C%20Rijksoverheid.nl-,Kiezen%20of%20delen%3A%20Welke%20maatregelen%20kunnen,voor%20halvering%20verkeersslachtoffers%20in%202030%3F&text=Rapport%20van%20de%20Stichting%20Wetenschappelijk,en%20verkeersdoden%20tot%20aan%202030.

Ex-post: Evaluatie Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2030

2025

te starten

Het Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2030 (SPV) wordt geëvalueerd, om onder meer nieuwe technologische en maatschappelijke ontwikkelingen mee te nemen in het plan.

14

 

Monitoring: Staat van de Verkeersveiligheid

Jaarlijks

Terugkerend

In de jaarlijkse Staat van de Verkeersveiligheid analyseert SWOV de ontwikkelingen op het gebied van de verkeersveiligheid. Belangrijke veiligheidsindicatoren hierbij zijn: het aantal verkeersdoden, het aantal verkeersgewonden en de risico’s.

14

https://swov.nl/sites/default/files/bestanden/downloads/R-2024-18.pdf

Ex-post: Evaluatie Wegenverkeerswet 1994

2023

Afgerond

De WVW 1994 is het kader dat onder meer de toegang tot de weg bepaalt en de voor alle verkeersdeelnamers voorgeschreven gedragingen en interacties op de weg bevat. De evaluatie was gericht op de hoofdlijnen. Waar relevant is onderliggende regelgeving betrokken, zoals BABW, RVV alsmede de Wegenwet 1930. De onderzoekers stellen in het rapport: «De wet is in belangrijke mate doeltreffend in bijdragen aan het realiseren van de maatschappelijke hoofddoelstellingen uit artikel 2, lid 1. De mate waarin is niet vast te stellen. Het oorspronkelijk wettelijke kader paste goed in de tijdsgeest van deregulering in de jaren ’90. Door toevoeging van gedetailleerde artikelen, zoals de taakomschrijvingen van het CBR en de RDW, incorporeren van EU-regelgeving en adaptatie aan de maatschappelijke ontwikkelingen is de wet complexer geworden. En zien we dat de geboden vrijheid op het gebied van verkeersgedrag en weginrichting en de juist beperkte vrijheid voor het CBR en de RDW er steeds meer toe leidt dat er beperkingen door de wet ontstaan. De doeltreffendheid van de wet neemt dus naarmate de tijd vordert af.» Het uitgesproken oordeel over de doeltreffendheid verschilt tussen de verschillende maatschappelijke doelstellingen. Daarbij geven de onderzoekers aan dat de wet op onderdelen aangepast of verbeterd zou kunnen worden om te voldoen aan aankomende behoeften van een veranderend verkeerslandschap.

14

wetten.nl - Informatie - Wegenverkeerswet 1994 - BWBR0006622 (overheid.nl)

Slimme en duurzame mobiliteit

Monitor: Voortgangsrapportage nationale laadinfrastructuur

jaarlijks

lopend

Op 23 april 2024 heeft het ministerie de Voortgangsrapportage NAL 2023 ontvangen. De rapportage laat een positief beeld zien van de uitrol van laadinfrastructuur in Nederland. Er zijn echter ook uitdagingen, met name op gebied van netcongestie en logistieke laadinfrastructuur.

 

https://open.overheid.nl/documenten/dpc-88f27bbee889e990ff9c44859af6f82ee071fae2/pdf

Ex-post: Evaluatie Hand aan de Kraan

2021, 2022 en 2024

afgerond

De realisatie van de EV-ingroei is in 2023 hoger uitgekomen dan oorspronkelijk verwacht en heeft bovendien de bovengrens van de bandbreedte van «hand aan de kraan» overschreden. Voor 2024 laat de «hand aan de kraan»-analyse zien dat de EV-nieuwverkoop in alle scenario’s in het bovenste deel van de bandbreedte zit en dat in een aantal scenario’s de bovengrens van de bandbreedte (ruim) overschreden wordt. Voor de jaren na 2024 is geen ingroeipad afgesproken. Daarmee is deze periodieke evaluatie afgerond.

14

https://open.overheid.nl/documenten/92105394-4d6b-404d-a74d-b4979ad68539/file

Ex-durante: Tussenevaluatie fiscale regelingen van emissievrije voertuigen en plug-in-hybrides

2023

afgerond

De financiële interventie van de overheid was noodzakelijk om EV-ingroei te stimuleren. De fiscale regelingen hebben bijgedragen aan emissievrij rijden. Met name het tijdelijk verlaagde bijtellingspercentage voor EV lijkt een groot effect te hebben gehad.

14

Tussenevaluatie fiscale regelingen emissieloze voertuigen en plug-in-hybrides | Publicatie | Rijksoverheid.nl

Ex-post: Evaluaties Implementatie RED II en AFID

Jaarlijks/Tweejaarlijks

vervallen

De Renewable Energy Directive, Directive (EU) 2018/2001 (RED II) is in 2022 geïmplementeerd. Evaluatie daarvan vindt niet plaats, omdat er wordt gewerkt aan REDIII. Bij implementatie van REDIII wordt ook bezien hoe en wanneer evaluatie plaatsvindt. De Regulation on the deployment of alternative fuels infrastructure (EU) 2023/1804 (AFIR) is in juli 2023 aangenomen als richtlijn i.p.v. de eerdere directive (AFID, EU 2014/94). AFIR gaat in per 1/1/2025, er zal vanaf 2026 worden geëvalueerd.

14

 

Monitor: jaarlijkse werkgeverenquête

Jaarlijks

lopend

De belangrijkste conclusies / aanbevelingen t.a.v. de werkgevers met 100 of meer werknemers zijn:• Er wordt in 2024 nog net zoveel thuisgewerkt als in 2022 en 2023. Bij 36% van de werkgevers werkt meer dan de helft van de werknemers één of meerdere dagen in de week thuis. Wel werken medewerkers gemiddeld minder dagen thuis dan in 2023.• T.o.v. 2023 wordt er minder vaak gebruik gemaakt van beschikbare fiscale regelingen. Hiervoor wordt als reden gegeven dat de regelingen niet van toepassing zijn of dat werkgevers ze niet kennen.• Twee op de vijf werkgevers ervaren beperkte mogelijkheden bij de verduurzaming van werkgebonden mobiliteit. Dit komt met name door onvoldoende tijd.• Een kwart van de werkgevers heeft behoefte aan informatie over de verduurzaming van werkgebonden mobiliteit. In 2023 was dit nog een op de drie. Werkgevers hebben vooral behoefte aan informatie over ‘best practices’ en fiscale regelingen. Rijksoverheid blijft hiervoor de belangrijkste bron.• Het aandeel elektrische auto’s en laadpalen is, net als voorgaande jaren, toegenomen. Ook in het komende jaar verwachten werkgevers vooral via ‘schoner reizen’ de werkgebonden mobiliteit verder te verduurzamen.

14

Werkgeversenquête 2024: Onderzoek onder werkgevers over stimuleren duurzaam reisgedrag medewerkers | Rapport | Rijksoverheid.nl

Ex-durante: Evaluatie BAZEB

2023

doorlopend

In het Bestuursakkoord Zero Emissie Regionaal Openbaar Vervoer Per Bus (BAZEB) hebben ov-autoriteiten in 2016 met het Rijk afgesproken dat de gehele vloot ov-bussen in 2030 zero-emissie is. De voortgang van de instroom van zero-emissie bussen wordt elk kwartaal gerapporteerd op website https://zeroemissiebus.nl/. Hieruit blijkt dat inmiddels meer dan 30% van de bussen de overstap heeft gemaakt. Daarmee liggen we op koers om het einddoel in 2030 te halen.

14

Zero-emissie in de praktijk | Zero Emissie Bus

Ex-durante: evaluatie SEPP

2024

afgerond

De SEPP-regeling was een financiële prikkel om de keuze voor een elektrische personenauto in de kleinere en compacte middenklasse te stimuleren door het prijsverschil tussen een elektrische personenauto en een personenauto op fossiele brandstof te verkleinen. De regeling heeft veel particulieren in Nederland geholpen bij de aanschaf of lease van een nieuwe of gebruikte elektrische auto. Het doel van de regeling is daarmee gehaald. De verdeling van de SEPP-subsidie over de inkomensgroepen is voor nieuwverkoop nagenoeg gelijk aan de algemene verdeling van de verkoop/lease van personenauto’s over de inkomensgroepen. De verdeling van de SEPP-subsidie voor gebruikte EV’s is nagenoeg gelijk aan de verdeling van nieuwverkoop, omdat het aanbod in de tweedehandsmarkt in de afgelopen jaren hoofdzakelijk bestond uit duurdere segmenten of jonge voertuigen.

14

https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2024/12/10/bijlage-4-arcadis-rapport-eindevaluatie-sepp

Ex ante: evaluatie afsprakenkader emissieloos touringcarsvervoer

2025

te starten

Evaluatie of invoering van ZE zone voor touringcars per 2027 opportuun is.

14

 

Monitor: Draagvlakonderzoek duurzame mobiliteit onder de Nederlandse bevolking

jaarlijks

lopend

Ruim acht op de tien Nederlanders zien in dat duurzamer reizen beter is voor het klimaat. Acht op de tien Nederlanders weten ook hoe ze duurzamer kunnen reizen. Een kwart van de Nederlanders weet niet waar ze informatie kunnen vinden over duurzamer reizen en minder dan een kwart vindt dat er niet genoeg informatie over duurzamer reizen is. 50-plussers weten vaker waar ze informatie kunnen vinden over duurzamer reizen dan 18- tot 49-jarigen.

14

https://open.overheid.nl/documenten/de5b4a54-6ee0-484b-afc2-660bdb0e45e3/file

Ex-post: evaluatie routekaart en convenant SEB

2025

te starten

De Rijksoverheid zorgt dat in 2025, 2027 en 2030 een onafhankelijke evaluatie plaatsvindt van de routekaart en dit convenant. Partijen worden nauw betrokken bij deze evaluaties. Tijdens de evaluatie zal onder andere gekeken worden of de beleidsdoelen op het gebied van stikstof, CO2 en fijnstof op een zo efficiënt en effectief mogelijke wijze worden gehaald. Ook zal er gekeken worden of de routekaart functioneert conform de oorspronkelijke uitgangspunten en of aan de noodzakelijke randvoorwaarden wordt voldaan, waaronder beschikbaarheid van voldoende laad- en tankinfrastructuur en emissieloos materieel.

14, MF

 

Ex-post: Evaluatie Wereldwijde productie van zero-emissie bestelauto's

2024

vervallen

Dit onderzoek is komen te vervallen. Het is gebleken dat het Nederlandse aanbod zero-emissie bestelauto's voldoende was om in de behoefte te voorzien en daarom was geen onderzoek meer nodig naar wereldwijde productie.

14

 

Monitoringplan: Vergroenen reisgedrag (coalitieakkoord)

Jaarlijks tot 2030

doorlopend

Alle maatregelen die onder het bestedingsplan vallen worden in de periode 2024-2030 gemonitord en geëvalueerd. De gedragsmaatregelen uit het programma vergroenen reisgedrag dragen bij aan een lichte daling van het aantal fossiele (auto)kilometers en leveren daarmee een bijdrage aan de CO2-reductie van de personenmobiliteit (PBL, KEV 2024).

14

https://dashboardklimaatbeleid.nl/mosaic/mosaic/vergroenen-reisgedraghttps://www.pbl.nl/publicaties/klimaat-en-energieverkenning-2024

Werkgerela-teerd personen-vervoer

Fietsmonitor

jaarlijks

lopend

Eind 2023 was het aantal fietsforensen met 110.000 toegenomen ten opzichtevan het referentiekwartaal Q2 2022. Daarmee is formeel de doelstelling van hetministerie van IenW gehaald, namelijk een toename van 100.000 fietsforensenten opzichte van het referentiekwartaal.

14

https://open.overheid.nl/documenten/375f55bf-f600-4384-add6-56444a0dae93/file

Ex-post: Evaluatie Investering fietsenstallingen bij OV-stations

2025

te starten

Voor de modaliteit Werkgerelateerde Personenvervoer voorzien wij een evaluatie van de investering van 75 miljoen euro in fietsenstallingen bij OV-stations. Deze evaluatie zal rond 2025 worden uitgevoerd.

14

 

Ex-durante: Evaluatie Programma Kies de Beste Band

2024

lopend

Over het algeheel wordt de campagne «Geef je banden lucht» gemiddeld gewaardeerdvoor een Rijksoverheidscampagne. Op geen van de doelstellingen en creatieveaspecten zijn uitschieters te zien. De campagne onderscheidt zich hierdoor niet op decreatieve kracht. Dit geldt ook voor de herkenning. Dit draagt er aan bij dat veelautomobilisten zich de campagne niet kunnen herinneren.

14

Rapportage+campagne-effectonderzoek+Geef+je+banden+lucht.PDF

  

Ex-ante: Effectstudie concept-meerjarenprogramma terugsluis

2024

lopend

De effectstudie laat zien dat er in 2030 naar verwachting ruim 14.000 emissievrije vrachtwagens extra, bovenop de zelfstandige groei van 13.000 emissievrijevrachtwagens, rondrijden. Daarnaast wordt door de maatregelen in het meerjarenprogramma 1 Mton CO2 bespaard, neemt de uitstoot van stikstof (NOx) met 675 ton af en vermindert de uitstoot van fijnstof (PM10) met 19 ton.

MF

Effectstudie terugsluis

  

Ex-ante: Vervolgonderzoek ERS (Electric Road Systems)

2024

lopend

Zoals aangekondigd in de Kamerbrief van 18 mei 2022 zijn twee verkenningen uitgevoerd naar ERS in Nederland. Hieruit bleek dat ERS in potentie een belangrijke bijdrage kan leveren aan de verduurzaming van de vrachtwagensector. Ook is nader onderzocht wat het draagvlak voor ERS in de samenleving is. Zoals aangegeven in de Kamerbrief van 13 juni 2023, heeft het ministerie opdracht gegeven tot een vervolgonderzoek naar de haalbaarheid op de twee concrete ERS-trajecten, namelijk tussen de haven van Rotterdam en de haven van Antwerpen én vanaf de Rotterdamse haven naar het Duitse achterland. Daarbij wordt gekeken naar de technische en financiële haalbaarheid. De uitkomsten van dit onderzoek worden in het najaar van 2024 verwacht.

MF

https://open.overheid.nl/documenten/ronl-0b3be05b4059aebcf78cbf11ca937a815acbeacc/pdf https://open.overheid.nl/documenten/ronl-213ba98901f0aeeab1440aa8cc395fb644c9d2d7/pdf

  

Ex-durante: Monitoring uitwijkend verkeer naar aanleiding van de vrachtwagenheffing

2026

te starten

Een jaar voor de invoering van de vrachtwagenheffing zal een nulmeting voor een monitor van uitwijkend vrachtverkeer starten. Dit eventuele uitwijkend verkeer bestaat uit heffingsplichtige vrachtwagens die wegen vermijden waarop de heffing van kracht is, door routes te kiezen met wegen waar geen heffing geldt. 1, 3, 6, 12, 24 en 36 maand(en) na invoering van de vrachtwagenheffing zullen monitoringsgegevens geëvalueerd en gerapporteerd worden. Uit de evaluaties zal blijken of en in welke mate er uitwijk optreedt ten gevolge van de vrachtwagenheffing. Op basis hiervan kan bekeken worden of er maatregelen genomen moeten worden.

15

 
  

Ex-durante: Verslag aan Staten-Generaal

2030

te starten

Eerste van vierjaarlijks verslag na de invoering van de vrachtwagenheffing over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk. De invoering van de vrachtwagenheffing staat gepland in 2026.

15

 
  

Ex-durante: Verslag aan de Europese Commissie

2030

te starten

Op grond van artikel 11, eerste lid, van Richtlijn 1999/62/EG dient elke vijf jaar een verslag aan de Europese Commissie te worden gezonden over de tolheffing. Uiterlijk op 25 maart 2025 en daarna om de vijf jaar publiceren de lidstaten een verslag in geaggregeerde vorm over de op hun grondgebied geheven tolgelden en gebruiksrechten. Dit vormt één verslag met andere tolgelden en gebruiksrechten.

15

 
  

Ex-post: Evaluatie meerjarenprogramma terugsluis 2026-2030

2030

te starten

Conform art. 12, vijfde lid, wordt de werking van het meerjarenprogramma voor innovatie en verduurzaming van de vervoerssector voor afloop van het programma geëvalueerd met het oog op de doeltreffendheid en doelmatigheid.

15

 
 

vrachtwagen heffing en tijdelijke tolheffing

Ex-durante: Verslag aan Staten-Generaal

2028

te starten

Onze Minister zendt telkens na vier jaar aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid van deze wet in de praktijk.

MF

 
  

Ex-durante: Verslag aan de Europese Commissie

2025

te starten

Op grond van artikel 11, eerste lid, van Richtlijn 1999/62/EG dient elke vijf jaar een verslag aan de Europese Commissie te worden gezonden over de tolheffing. Uiterlijk op 25 maart 2025 en daarna om de vijf jaar publiceren de lidstaten een verslag in geaggregeerde vorm over de op hun grondgebied geheven tolgelden en gebruiksrechten. Dit vormt één verslag met andere tolgelden en gebruiksrechten.

MF

 

Openbaar Vervoer en Spoor

Spoor

Ex-post synthese: Artikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor

2025

Te starten

Conform de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek (RPE) dienen alle beleidsthema's eens per 4 tot 7 jaar onderzocht te worden.De vorige beleidsdoorlichting van artikel 16 is afgerond in 2018 en betrof de onderzoeksperiode 2013‒ 2017). Op dit moment loopt de nieuwe beleidsdoorlichting (periodieke evaluatie) die betrekking heeft op de periode 2018 ‒2024.

16

 

Ex-post: Evaluatie reisaftrek OV

2023

afgerond

Gezien de demissionaire status van dit kabinet is er voor gekozen om dezeevaluatie zonder kabinetsappreciatie uit te sturen. Dat laat onverlet dat dit of eenvolgend kabinet de uitkomsten van dit onderzoek in een later stadium dient tewegen en beoordelen of, en zo ja, welke vervolgstappen geboden zijn naaraanleiding van dit onderzoek, en uw Kamer daarover te informeren.

IX,1

Verkenning gebruik en uitvoering reisaftrek OV

Ex-post: Evaluatie verlaagd btw-tarief alle goederen/diensten

2023

afgerond

oor het verlaagde btw-tarief voor personenvervoer geldt dat inprincipe de gehele doelgroep wordt bereikt. Iedereen die gebruik maakt van hetpersonenvervoer krijgt te maken met het verlaagde btw-tarief. Voor een directe subsidie aan producenten geldt dat zeker op het gebied van openbaar vervoermogelijkheden zijn.

IX,1

Evaluatie van het verlaagde btw-tarief

Ex-post: Project Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS)

2024

lopend

PHS heeft tot doel op zeven corridors te komen tot hoogfrequent spoorvervoer voor reizigers en extra ruimte voor goederenvervoer. De extra capaciteit die de komende jaren stap voor stap beschikbaar komt, is van groot belang om de reizigers en het goederenvervoer ook in de toekomst te kunnen accommoderen. PHS legt de basis voor de ontsluiting van de 17 woningbouwgebieden en maakt de doorontwikkeling naar het Toekomstbeeld OV mogelijk.

MF

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer Tiende Voortgangsrapportage – Tweede half jaar 2023

Ex-ante: Analyse van de arbeidsmarkteffecten van de Hanzelijn: casestudie station Dronten

2022

PM

PBL onderzoekt (op eigen initiatief) hoe de Hanzelijn de kans op het vinden en behouden van werk van inwoners rond een nieuw station beïnvloedt, hoe de baten verdeeld zijn, of er sprake is van verdringingseffecten en wat de werkgelegenheidseffecten zijn op het niveau van buurt en gemeente. De onderzoeksresultaten worden naar eind eerste kwartaal 2024 verwacht.

16

 

Openbaar vervoer

Monitor: Toekomstbeeld OV 2040

Jaarlijks

In 2023 uitgevoerd. In 2024 niet uitgevoerd. In 2025 nader besluit over vervolg monitoring (andere opzet)

In deze monitor wordt jaarlijks onderzocht (T-2) in hoeverre de doelen van het Toekomstbeeld OV 2040 zijn behaald.

16

https://www.crow.nl/kennisproducten/monitor-toekomstbeeld-ov-2040-4-meting/

Ex-post: valuatie BVOV - TVOV

2025

te starten

Evaluatie naar de doeltreffendheid en doelmatigheid van de beschikbaarheids- en transitievergoeding OV (2020 - nu). Afronding naar verwachting in 2025

16

 

Taxi's

Ex-post: Evaluatie van de taxiwetgeving in de Wp2000

2023

Afgerond

De evaluatie van de taxiwetgeving in de Wp2000 is afgerond. De uitkomsten en aanbevelingen worden eind Q1 2024 gedeeld met de Tweede Kamer.

16

https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2024/03/11/bijlage-2-bijlage-evaluatie-taxiwetgeving-wet-personenvervoer-2000-rebel-goudappel-2

Mobiliteit en Gebieden

Programma Woningbouw en Mobiliteit

Ex-durante: vinger aan de pols. Leren en verbeteren van de processen binnen het programma.

2025

Loopt

In de organisatiestructuur rondom het programma WoMo wordt periodiek gereflecteerd op de werkwijze en werking van het programma. Om te voorkomen dat daarbij door eventuele ‘blinde vlekken’ belangrijke punten worden gemist en om nadrukkelijk ook te kijken naar hoe het programma uitwerkt voor inwoners, gemeenten en de regio is er een rol voor een partij buiten de eigen governance. De doelen die met deze evaluatie beoogt worden zijn: - Inzicht in of en zo ja hoe de doelen van het programma van het programma doeltreffender en doelmatiger gehaald kunnen worden; - Inzicht in de wijze waarop het programma werkt en of er mogelijkheden of redenen zijn om de werkwijze aan te passen; - Om de huidige werking van het programma voor de partijen in de regio, de gemeenten en de uitvoerders voldoende recht te doen willen we deze ook expliciet meenemen, evalueren en verbeteren; - Het gaat niet alleen om objectieve uitkomstmaten maar ook de beleving.

MF

https://open.overheid.nl/documenten/ronl-709b8a4eebbefbd7d235843e9f1d0ef0f7c680ad/pdf

Ex-post: Monitoring en evaluatie op brede welvaart indicatoren.

2025 ‒ 2035

te starten

Naast output-effecten, van belang voor het meten van de doeltreffendheid, heeft het programma ook impact op de – ervaren – Brede Maatschappelijke Welvaart. Zo draagt de relatief snelle bouw van grote aantallen nieuwe woningen bij aan het verminderen van de druk op de woningmarkt. Met de inzet op nabijheid van voorzieningen en werk en flankerend beleid wordtbijgedragen aan duurzame mobiliteit. Ook voor onderwerpen als veiligheid, leefomgeving en gezondheid zullen er maatschappelijke (welvaarts)effecten zijn. Deze uitkomsten worden gemonitord. Bij de evaluatie van het programma wordt gekeken naar – de plausibiliteit van – de bijdrage van het programma aan deze maatschappelijke uitkomsten.

MF

https://open.overheid.nl/documenten/ronl-709b8a4eebbefbd7d235843e9f1d0ef0f7c680ad/pdf

Tabel 149 Hoofdthema Luchtvaart en Maritiem

Thema

Subthema

Type onderzoek

Afronding

Status

Conclusies/ aanbevelingen

Artikel

Hyperlink

Luchtvaart

Gezamenlijke publieke belangen Directie Luchtvaart breed

Ex-post synthese: Periodieke rapportage Artikel 17 Luchtvaart

2024

afgerond

Het doel van de periodieke rapportage is om inzicht te krijgen in de (voorwaardenvoor) doeltreffendheid en doelmatigheid van het gevoerde beleid dat valt onderhet begrotingsartikel én om na te gaan of de (voorwaarden voor) doeltreffendheiden doelmatigheid van het beleid kan worden vergroot. Op basis van de onderzochte evaluaties en de gevoerde gesprekken constateren de onderzoekers dat IenW zijn kaderstellende en faciliterende rol op een doeltreffende manier heeft ingevuld Kamerstukken II 2024/25, 32861, nr. 86).

17

Link

draagvlakonderzoek luchtvaart

Jaarlijks

afgerond

Het onderzoek geeft onder andere inzicht in (trends in) het draagvlak voor luchtvaart in Nederland en voor mogelijke beleidsmaatregelen. Daarnaast wordt onderzocht wat het huidige vlieggedrag van Nederlanders is en hun houding ten aanzien van toekomstig vlieggedrag.

17

link

Monitoring: Publieke waarden van de luchtvaartnota 2020-2050

Elke twee jaar

on hold

De uitvoeringsagenda Luchtvaartnota geeft aan welke acties de Rijksoverheid in samenwerking met partijen onderneemt om te komen tot een duurzame luchtvaartsector in 2050. (Kamerstukken II 2022/23, 31936, nr. 1048). Via monitoring en evaluatie wordt bepaald of de acties op koers liggen, hoe het staat met het doelbereik en of het nodig is om het beleid bij te stellen. De verschillende acties uit de Uitvoeringsagenda worden doorlopend gemonitord. Door middel van kamerbrieven of voortgangsbrieven wordt de status van relevante acties gerapporteerd aan het parlement. De monitoring en evaluatie van de effecten en het doelbereik is on hold in afwachting op besluitvorming over een aantal grote thema’s die betrekking hebben op de uitvoeringsagenda Luchtvaartnota.

17

 

Veilige Luchtvaart

Ex-post: Derde externe/onafhankelijke onderzoek opvolging OVV aanbevelingen veiligheid Schiphol

2025

te starten

In april 2017 heeft de Onderzoeksraad voor de Veiligheid (OVV) zijn rapport gepubliceerd van een onderzoek naar de veiligheid van het vliegverkeer op en rond Schiphol met daarin enkele aanbevelingen. De minister van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) heeft besloten een (vervolg)evaluatie uit te voeren van de opvolging daarvan.

17

 

Ex-post: Periodieke evaluatie NLVP

2026

te starten

Het Nederlands luchtvaartveiligheidsprogramma (NLVP) heeft een looptijd van 2020 ‒ 2024. In het NLVP staat dat de uitvoering van het NLVP in 2023 wordt geëvalueerd. Het afdelingshoofdenoverleg DGLM/ILT heeft op 15 februari 2023 ingestemd met het uitstellen met een jaar van de evaluatie en de publicatie van de volgende NLVP ook een jaar uit te stellen om beter aan te sluiten met verwachte internationale eisen aan het NLVP in annex 19, amendment 2, welke uiterlijk in 2026 moeten zijn geïmplementeerd.

17

 

Ex-durante: Evaluatie Schipholbeleid

Jaarlijks

Afgerond

De minister informeert de Kamer over de ontwikkelingen m.b.t. het Schipholbeleid onder dossiernummer 29665.

17

Link

Ex-post: Systeemmonitor Luchtvaartveiligheid

Jaarlijks

Afgerond

Op 30 september 2024 is de 4e editie van de Systeemmonitor luchtvaartveiligheid gepubliceerd. Het rapport beschrijft het functioneren van het luchtvaartveiligheidssysteem op de peildatum 1 januari 2024.

17

Link

Ex-durante: Het reduceren van het risico op een aanvaring met vogels en andere dieren

Continue monitoring van de laatste ontwikkelingen

lopend

Monitoring van de aanwezigheid (zowel op de grond als in de lucht) van vliegtuiggevaarlijke diersoorten die op en rondom luchthavens voorkomen in combinatie met een inventarisatie van maatregelen om het risico op een aanvaring met deze diersoorten te voorkomen. Hierbij gaat het om zowel preventieve (vegetatie- en waterbeheer) alsmede repressieve (verjaging, verplaatsen, doden) beheersmaatregelen en de effectiviteit hiervan. Sovon vogelonderzoek Nederland heeft in opdracht van het ministerie van IenW een inventarisatie gedaan van mogelijke maatregelen die ingezet kunnen worden bij het beheersen van de ganzenpopulatie op en rond Schiphol. Daarbij zijn aandachtspunten voor de implementatie van de maatregelen opgenomen. De inventarisatie is op 20 juni 2024 aangeboden aan de Kamer (Kamerstukken II 2023/24, 31936, nr. 1168).

17

Link

Monitoring: Staat van de luchtvaart

jaarlijks

Afgerond

Op 9 april 2024 heeft de Kamer de eerste Staat van de Luchtvaart ontvangen ontvangen. De Staat is een doorontwikkeling van de ‘Staat van Schiphol’ die de ILT voorheen jaarlijks uitbracht. Deze Staat laat zien hoe het is gesteld met de veiligheid en duurzaamheid op en rond Schiphol en de regionale luchthavens. In de Kamerbrief van 9 april 2024 wordt ingegaan op de vier hoofdthema's uit de Staat (Kamerstukken II 2023/24, 31936, nr. 1152).

17

Link

Ex-post: Evaluatie Convernant 2020-2024

2024

Afgerond

Het convenant beoogt het risico van aanvaringen tussen vliegtuigen en risicovollevogels (met name ganzen) op en rond Luchthaven Schiphol te reduceren. De huidigeafspraken liepen tot en met 31 december 2024. Recent zijn deze geëvalueerd. De onderzoeker concludeert dat er bij de partijen de overtuiging is dat blijvende aandacht noodzakelijk is voor het vraagstuk van vogelaanvaringen in het gebied. Het aantal aanvaringen (met name met ganzen) fluctueert zonder duidelijke trend, ondanks een duidelijk toegenomen aantal ganzen in het gebied. Het onderzoeksbureau doet verschillende aanbevelingen, zowel inhoudelijk als organisatorisch, zoals het ontwikkelen van nieuwe initiatieven om het gebied met landschapsaanpassingen minder aantrekkelijk te maken voor ganzen of het nadrukkelijker inzetten op het fourageerspoor (‘minder voedsel, minder ganzen’). De onderzoeker vraagt aandacht voor de governance en voor de uitvoering van maatregelen (van inspannings- naar resultaatverplichting). Het ministerie van IenW wil de komende periode gebruiken om met de meest betrokken partijen vanaf 2025 tot nieuwe afspraken te komen omdat het risico op vogelaanvaringen onverminderd aanwezig is (Kamerstukken II 2023/24, 31936, nr. 1168).

17

Link

Nederland goed verbonden

Monitoring: Benchmark luchthavengelden en overheidsheffingen

Jaarlijks

Afgerond

De benchmark luchthavengelden en overheidsheffingen geeft een indicatie van hetniveau van de kosten voor luchtvaartmaatschappijen op Schiphol en twaalfbelangrijke concurrerende luchthavens. Deze kosten bestaan uitluchthavengelden, Air Traffic Control (ATC)-heffingen en overheidsheffingen. Indeze benchmark wordt berekend wat op de verschillende luchthavens voor eenidentiek pakket vluchten, dat representatief is voor Schiphol, aan deze kostenbetaald zou moeten worden. Uit de benchmark 2023 blijkt dat drie luchthavens een hoger prijsniveau hebben dan Schiphol. In 2022 waren dit nog zeven luchthavens. De luchthavens met een hoger prijspeil zijn Londen Heathrow, Londen Gatwick en Frankfurt. Negen luchthavens hebben een lager prijspeil. Dit zijn München, Zürich, Düsseldorf, Parijs Charles de Gaulle, Brussel, Istanbul, Madrid, Dubai en Kopenhagen. Het nominale prijsniveau van Schiphol is in 2023 met bijna 40% gestegen ten opzichte van 2022. De verhoging van het Nederlandse vliegbelastingtarief is de belangrijkste oorzaak van deze stijging (Kamerstukken II 2023/24, 31936, nr. 1168).

17

Link

Monitoring: Netwerkkwaliteit en staatsgaranties

Jaarlijks

Afgerond

De Monitor netwerkkwaliteit en staatgaranties 2023 geeft een beeld van deontwikkeling van de netwerkkwaliteit op Schiphol ten opzichte van debelangrijkste concurrerende luchthavens. Daarnaast wordt in de monitor hetnetwerk van KLM vanaf Schiphol vergeleken met dat van Air France vanaf ParijsCharles de Gaulle. Zo wordt de naleving van de staatsgaranties gevolgd die zijnafgesproken met Air France-KLM. Sinds 2022 laat de monitor ook de indicatorenvan het Beleidskader Netwerkkwaliteit zien. Uit de monitor 2023 blijkt dat het aantal bestemmingen, de connectiviteit en de netwerkkwaliteitsscore op Schiphol in 2023 zijn gestegen. Op de concurrerende luchthavens is de stijging van deze indicatoren groter dan op Schiphol. Net zoals in voorgaande jaren is er sprake van een evenwichtige ontwikkeling van KLM op Schiphol en Air France op Parijs Charles de Gaulle (Kamerstukken II 2023/24, 31936, nr. 1168).

17

Link

Gezonde en aantrekkelijke leefomgeving

Ex-ante: Toekomst vaste GA-locaties

n.t.b.

on hold

Vanaf 2024 zou een traject starten op het toekomstvast accommoderen van valschermspringers. Hierbij vormen het rapport "Toekomst vaste GA-locaties (TGAL) en eerder onderzoek het uitgangspunt. Een dergelijk onderzoek niet heeft plaatsgevonden in 2024. Dit omdat de inrichting van TGAL sterk samenhangt met de resultaten van de luchtruimherziening. Dit onderwerp zal on hold blijven tot er meer duidelijkheid is over de toekomst van het luchtruim boven de locaties waar nu gesprongen wordt.

17

 

Ex-ante: onderzoeken in het kader van de luchthavenbesluiten

Jaarlijks

lopend

Op grond van de Regelgeving burgerluchthavens en militaire luchthavens (RBML) moeten er voor de regionale luchthavens van nationale betekenis luchthavenbesluiten worden vastgesteld. Voor de aanvraag van een luchthavenbesluit dient een luchthaven onderzoeken naar geluidsbelasting en externe veiligheid uit te voeren (onderdeel MER of m.e.r.-beoordelingsnotitie). Een derde partij voert namens IenW een controle/validatie uit op deze onderzoeken. Daarnaast moet het gebruik dat wordt vastgelegd in de luchthavenbesluiten kunnen worden gemotiveerd en onderbouwd. Om te beoordelen of een economische onderbouwing de juiste informatie bevat zal IenW deze laten toetsen door een onafhankelijk onderzoeksbureau.In de Luchthavenbesluiten zullen de voorwaarden worden geformuleerd voor het gebruik van de luchthavens en in hoeverre er dan ruimte kan zijn voor ontwikkeling van de luchthavens. In dat kader wordt er een verkenning uitgevoerd.

17

 

Ex-ante: Onderzoek Slotmobiliteit Schiphol

2024

afgerond

Het onderzoeksrapport is op 12 december 2024 aangeboden aan de Kamer en laat de effecten zien van het faciliteren van slothandel op de markttoegang van luchtvaartmaatschappijen, de marktwerking en daarmee op het efficiënte gebruik van de schaarse luchthavencapaciteit op Schiphol. In de verzamelbrief Luchtvaart Q4 2024 zijn de belangrijkste uitkomsten van het onderzoek weergegeven en de vervolgacties benoemd (Kamerstukken II 2024/25, 31936, nr. 1179).

17

link

Impactanalyse maatregelen in de nacht Schiphol (voorheen: reductie nachtvluchten Schiphol)

2025

In uitvoering

In Q2 2023 kondigde Schiphol het 8-puntenplan aan met daarin een plan voor een nachtsluiting. Op dat moment stond IenW op het punt onderzoek naar een (gedeeltelijke) nachtsluiting op Schiphol uit te laten voeren. Er is voor gekozen om eerst te verkennen of de door Schiphol aangekondigde (gedeeltelijke) nachtsluiting effect heeft op het onderzoek en hoe dit zich verhoudt tot de maatregelen die ter consultatie zijn voorgelegd in de balanced approach-procedure. Aan de hand daarvan is bekeken wat de resterende onderzoeksbehoefte is. Eind 2023 is een aangevulde onderzoeksopdracht uitgezet onder de noemer Impactanalyse maatregelen in de nacht Schiphol. Deze impactanalyse zal later worden opgeleverd, omdat in 2024 prioriteit moest worden gegeven aan de extra berekeningen voor de balanced approach-procedure. De impactanalyse zit in de afrondende fase en wordt begin 2025 aan de Kamer aangeboden.

17

n.v.t.

Duurzame luchtvaart

Ex-ante: Onderzoeken ter ondersteuning van beleidsaanpak niet-CO2 klimaateffecten

2025

te starten

Het stimuleren van meer en gerichter onderzoek naar niet-CO₂ klimaateffecten van vliegen is een onderdeel van de beleidsaanpak voor niet-CO2 klimaateffecten (2023).

17

 

Ex-ante: Aanvullend onderzoek voor beleidsopties met betrekking tot de technologiesporen uit de innovatiestrategie

2025

te starten

Uit de innovatiestrategie (2023) volgt aanvullend onderzoek ter ontwikkeling van beleid op de vier innovatiegebieden: a) Luchtvaarttuigen, b) Duurzame energiedragers, c) Luchtruim, d) Luchthaven en omgeving.

17

 

Ex-durante: Tussenevaluatie Luchtvaart in Transitie

2025

te starten

Een tussenevaluatie naar de governance en doelstellingen van Luchtvaart in Transitie.

17

 

Scheepvaart en Havens

Algemeen

Ex-post synthese: Artikel 18 Scheepvaart en Havens

2022

afgerond

Doordat het algemene beleidsdoel uit de Rijksbegroting geen directe koppeling kent met subdoelen en verbonden beleidsinzet, was het voor de onderzoekers op het niveau van een syntheseonderzoek niet mogelijk een uitspraak te doen over de doeltreffendheid en doelmatigheid van het beleid. Op individuele onderdelen kon er in algemene zin geconcludeerd worden dat de meeste beleidsinstrumentenals waarschijnlijk cq. doeltreffend zijn beoordeeld. Wat betreft de doelmatigheid blijft het moeilijk om goed inzicht te verwerven. Evaluaties slagen er vaak niet in om daar duidelijke uitspraken over te doen, omdat het niet altijd mogelijk is om kwantitatieve effecten van het beleid, bij de opzet, in beeld te brengen.

18

Scheepvaart en havens | Ministerie van Financiën - Rijksoverheid (rijksfinancien.nl)

Ex-post synthese: Artikel 18 Scheepvaart en Havens

2029

te starten

Conform de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek 2022 (RPE 2022) dienen themagewijze beleidsdoorlichtingen eens per 4 tot 7 jaar plaats te vinden. De vorige beleidsdoorlichting van artikel 18 is afgerond in 2022 en betrof de onderzoeksperiode 2014‒2020. De komende periodieke rapportage zal betrekking hebben op deperiode 2021‒2027.

18

 

Ex-durante Economische en arbeidsmarkt maritieme en havenmonitor

jaarlijks

lopend

De economische kengetallen van de maritieme cluster en in het bijzonder de sectoren havens, binnenvaart en zeevaart geven inzicht in de concurrentiekracht en veerkracht van de maritieme sector. Hierover vindt ook afstemming plaats met de sectorvertegenwoordiging, waaronder (binnen)havenbedrijven.

18

Maritieme Monitor 2024 | Rapport | Rijksoverheid.nl

Ex-post: Evaluatie binnenvaart effect overgangsbepalingen

2023

afgerond

Aanleiding voor dit onderzoek is de toezegging aan de Tweede Kamer om onderzoek te laten uitvoeren naar technische voorschriften voor binnenschepen die vanaf 2035 in werking treden, en naar oplossingen voor mogelijke knelpunten. Dit onderzoek is een beoordeling van de (economische) effecten vanwege het aflopen van de overgangstermijnen voor bestaande schepen vanaf 1 januari 2035 op het vaargebied van de Rijn en vanaf 30 december 2049 op het vaargebied buiten de Rijn. Daarnaast brengt het onderzoek oplossingen in beeld voor mogelijke knelpunten voor bestaande schepen die het gevolg zijn van het moeten voldoen aan de technische voorschriften. De onderzoekers geven een uitgebreide set aan oplossingsrichtingen en een handelingsperspectief voor het ministerie van IenW mee: zet een demonstratieproject op om toepassing van de hardheidsclausule aan te moedigen, draag bij aan de instelling van hardheidsclausulecoaches bij de binnenvaart brancheorganisaties, onderzoek de haalbaarheid van collectieve oplossingen op internationaal niveau, ontwikkel een verbeterd overzicht/inzicht over de werking van de langjarige overgangsbepalingen en hardheidsclausule, smart shipping: geef impuls en versterk toepassingen op kleine vaarwegen, onderzoek levensverlenging bestaande vloot kleine scheepvaart versus warme sanering van deze vloot.

18

De effecten van het aflopen van de langlopende overgangsbepalingen in ES-TRIN | Rapport | Rijksoverheid.nl

Multimodaal Goederenvervoer

Ex-ante: Onderzoek buisleidingen

2022

afgerond

Als onderdeel van het goederenvervoerbeleid is onderzocht wat de kansen en beleidsmogelijkheden zijn om modal shift naar buisleidingen te stimuleren. Dit is bekeken vanuit het perspectief dat buisleidingen een veiliger, stiller en schoner alternatief kunnen bieden voor transport van gevaarlijke stoffen. Het onderzoek bevat een statistische component, waarin is gekeken wat realistische mogelijkheden zijn voor modal shift. Daarnaast zijn in het onderzoek op basis van interviews, literatuuronderzoek en kennis bij het onderzoeksbureau aanbevelingen gedaan om modal shift te stimuleren.

18

Modal Shift Buisleidingen | Rapport | Rijksoverheid.nl

Ex-post: Evaluatie multimodale goederenbeleid

2024

lopend

Een evaluatie van het multimodale goederenvervoerbeleid is voorzien voor 2024, vijf jaar na de totstandkoming van hiervan via de Goederenvervoeragenda. Insteek daarbij is het bepalen van de bijdrage van de acties die sindsdien zijn opgestart om bij te dragen aan: 1) stimuleren van het multimodaal gebruik van het transportsysteem via weg, water, spoor en buisleidingen via modal shift en versterken van multimodale knooppunten; 2) stimuleren van de digitalisering in het multimodale transportsysteem via papierloos transport en publiek-publiek/privaat delen van data over het vervoer van goederen; 3) faciliteren van multimodaliteit door het wegnemen van knelpunten in het transportsysteem; 4) praktische ruimtelijke doorvertaling hiervan op de goederenvervoercorridors met de grote (inter)nationale transportstromen binnen Nederland.

18

 

Ex-ante: Onderzoek toekomstbestendigheid Delta Corridor

2022

afgerond

Het Rijk voorziet tot 2050 een toename in aanleg van nieuwe buisleidingen in de leidingenstroken in Nederland, onder andere door initiatieven zoals de Delta Rhine Corridor. In dit licht gezien heeft het Ministerie van IenW en het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat opdracht gegeven voor de voorliggende studie naar de toekomstbestendigheid van de leidingenstroken en specifiek de route vanaf Oostvoorne naar Chemelot in Geleen. Het voorliggende rapport onderzoekt via een GIS-analyse vijf toekomstscenario’s om de effecten, knelpunten en maatregelen als gevolg van toekomstige uitbreiding van buisleidinginfrastructuur en hoogspanningskabels in dit tracé in beeld te brengen.

18

Toekomstbestendigheid leidingstroken | Rapport | Rijksoverheid.nl

Mariteme veiligheid

Ex-post: IMSAS-audit

2023-2024

afgerond

De IMO IMSAS audit op het Koninkrijk is in maart 2023 uitgevoerd. Verbeterplannen worden opgesteld om zo wel te voldoen aan de internationale verplichtingen. Het meerjarig verbeterprogramma loopt onder coördinatie van de Koninkrijks Maritieme Administratie (KMA). Voor Nederland betekent het een extra opgave op de volgende wijze: Nederland (ILT, vlag), BES en (mondeling toegezegde) ondersteuning aan de Caraibische landen. Efficiency in Nederland via Maritieme Autoriteit wordt bekeken.

18

Download «IMO-IMSAS Audit of the Kingdom of the Netherlands»

Ex-post: Evaluatie nationaliteitseis kapitein zeeschepen

2024

lopend

De evaluatie moet bijdragen aan de vormgeving en formulering van beleid voor een betere instroom in het nautisch onderwijs en positionering in de arbeidsmarkt. Het is een feitelijke terugkoppeling op hoe de huidige vrijstelling is geformuleerd.

18

 

Infrsatructuur

Ex-durante: Staat van de Infra RWS

Jaarlijks

lopend

Elk jaar wordt er middels een evaluatie een (figuurlijke) foto gemaakt van hoe de infrastructuur erbij ligt. Er wordt dan gekeken of de staat van de infrastructuur hetzelfde is gebleven, verslechterd of verbeterd is. Dit wordt gebruikt in het proces rondom de besluitvorming over investeringen in de infrastructuur.

18 en MF

 

Klimaatmitigatie

Ex ante Onderzoek Normering emissies binnenvaart

2024

afgerond

- Er kan mogelijk een wettelijke basis worden gecreëerd voor het emissielabel. Vanwege het internationale karakter van de binnenvaart heeft een internationaal gecoördineerde invoering, via de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR) en EU-regelgeving, de meeste impact.- Uit het onderzoek komen knelpunten naar voren voor een opgelegd label niveau. Als deze route verder verkend wordt, moet aan verschillende (soms complexe) voorwaarden worden voldaan. Er moet bijvoorbeeld rekening worden gehouden met internationale verdragen en Europese wetgeving. Ook is een gelijk speelveld belangrijk, immers is de binnenvaart een internationaal opererende bedrijfstak.

18

Verzamelbrief Maritieme Zaken | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl

Ex post Tijdelijke subsidieregeling duurzame binnenvaartmotoren 2020 ‒ 2021

2024

lopend

Het betreft de evaluatie naar de doeltreffendheid en de effecten van deze subsidieregeling in de praktijk.

18

 

Ex ante Roadmap Brandstoftransitie

2024

afgerond

De Roadmap geeft inzicht in de maritieme brandstofketen, de markt vanscheepvaartbrandstoffen en de kansen en belemmeringen voor verschillendehernieuwbare energiedragers. In de Roadmap zijn verschillendehandelingsperspectieven opgenomen, die handen en voeten aan debrandstoftransitie van de zeevaart moeten geven.

18

Roadmap Brandstoftransitie in de Zeevaart | Rapport | Rijksoverheid.nl

Ex ante Onderzoek naar data over emissies van zeevaart

2024

afgerond

In dit onderzoek is nagegaan of – en zo ja, welk deel van – de broeikasgasemissies uit zeevaart logischerwijs kunnen worden toegeschreven aan Nederland, rekening houdend met de werkbaarheid van deze emissieverdeelsleutel. Voor dit doeleinde zijn eerst mogelijke verdeelsleutels geïnventariseerd en deze zijn vervolgens aan de hand van selectiecriteria beoordeeld.

18

Onderzoek naar data over emissies van zeevaart

Ex-ante onderzoek REDIII verplichtingen (‘Luchtvaart en zeevaart in de nieuwe jaarverplichting energie vervoer’)

2024

afgerond

Het onderzoek geeft een analyse van de hoogte van eventuele jaarverplichtingen voor de levering van brandstof aan zee- en luchtvaart vanuit de RED III. Voor zeevaart zijn daarbij drie scenario’s onderzocht, waarbij de jaarverplichting aansluit bij de verplichtingen (op het schip) vanuit FuelEU Maritime. Deze scenario’s geven input aan de invulling van een sectorale verplichting, die onderdeel zijn van de nationale implementatie van de RED III binnen de Energie voor Vervoer-systematiek

18

(Brief regering; Onderzoeksrapport luchtvaart en zeevaart in de nieuwe jaarverplichting energie vervoer - Kabinetsaanpak Klimaatbeleid - Parlementaire monitor

Ex post Tijdelijke subsidieregeling elektrificatie binnenvaartschepen 2023–2027 en de subsidie aan Zero Emission Services

2028

te starten

Om de uitstoot van CO2, stikstof en fijnstof door de binnenvaart terug te dringen, is een subsidieregeling gepubliceerd waarbij subsidie verstrekt kan worden voor activiteiten die tot doel hebben een binnenvaartschip volledig elektrisch te kunnen laten varen binnen de toepassing van het Nationaal Groei Fondsproject (het Project – Zero emissie binnenvaart batterij-elektrisch zoals toegekend uit het Nationaal Groei Fonds). Daarnaast is vanuit dit project een subsidie verstrekt aan Zero Emission Services voor de aanleg van laadstations en aanschaf van energiecontainers. De evaluatie betreft een onderzoek naar de doeltreffendheid en de effecten van beide subsidies in de praktijk.

18

 

Ex-ante onderzoek Stimuleren verduurzaming zeevaart

2024

afgerond

Het kabinet heeft in het Meerjarenprogramma 2025 van het Klimaatfonds middelen gereserveerd voor de ontwikkeling van duurzame zeeschepen, gericht op het opschalen van innovatieve duurzame aandrijftechnieken in de zeevaart. Het betreft de vroege fase van opschaling, waarin nog een aanzienlijke onrendabele top aanwezig is. Voor het vormgeven van een nieuw instrument heeft Rebel onderzoek uitgevoerd naar o.a. de benodigde kapitaal investeringen en de operationele meerkosten bij gebruik van duurzame aandrijftechnieken voor zeevaartschepen. De uitkomsten van dit onderzoek zijn gebruikt bij het opstellen van een fiche ter uitwerking van de eerder genoemde reservering en als voorstel om op te nemen in het Meerjarenprogramma 2025 van het Klimaatfonds.

18

Stimulering van de verduurzaming van de Nederlandse zeevaart Definitieve rapportage

Fiscale regelingen

Ex-post: Evaluatie fiscale regelingen zeeschepen

2028

te starten

De evaluatie fiscale regeling zeeschepen heeft betrekking op de volgende regelingen: afdrachtvermindering zeevaart, tonnageregeling winst uit zeescheepvaart en willekeurige afschrijving op zeeschepen. De evaluatie wordt periodiek uitgevoerd en ziet toe op de doeltreffendheid en doelmatigheid van het beleid.

IX,1

 

Ex-post: Evaluatie fiscale regelingen zeeschepen

2022

afgerond

Het rapport concludeert dat de tonnage regeling en de afdrachtsvermindering zeevaart doeltreffend en doelmatig zijn op basis van interviews met een representatieve groep van sectorpartijen en cijfers over de internationale concurrentiepositie van de Nederlandse maritieme sector. Met name de doelmatigheid kan echter niet statistisch worden aangetoond. Ten aanzien van de willekeurige afschrijving wordt vastgesteld dat deze nauwelijks wordt gebruikt en daarmee even ondoeltreffend is als in de voorgaande evaluatie. Aan de hand van een zestal kernbevindingen, worden in het rapport aanbevelingen gedaan.

IX,1

https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2022/09/05/evaluatie-fiscale-maatregelen-zeevaart

Tabel 150 Hoofdthema Milieu en Internationaal

Thema

Subthema

Type onderzoek

Afronding

Status

Conclusies/ aanbevelingen

Artikel

Hyperlink

Lucht en Geluid

Geluid

Ex post lokaal geluidbeleid

2025

te starten

In beeld brengen ontwikkelingen en resulaten

20

 

Ex durante effectonderzoek

2024

uitgesteld

Effect van interventies op ervaren hinder. Het gaat hier om vergroting van inzicht in de effectiviteit van saneringsmaatregelen

20

 

Ex post bijdrageregeling sanering verkeerslawaai

2027

te starten

Het betreft een evaluatie van de werking van de nieuwe saneringsregeling onder de Omgevingswet

20

 

Monitoring

Jaarlijks

uitgesteld

Jaarlijkse evaluatie van de ontwikkeling van ervaren hinder en slaapverstoring

20

 

Ex post

2029

te starten

Evaluatie van de werking van de geluidsregels in de Omgevingswet. Hierin wordt betrokken omgaan met afwegingsruimte.

20

 

Ex post synthese

2027

Lopend

Het doel van het beleid ‘Geluid’ is het bevorderen van een solide en gezonde leefomgeving door geluidhinder te voorkomen of te beperken. Hierbij ligt een belangrijke focus op geluidsanering, het aanpakken van knelpunten bij woningen met de hoogste geluidbelastingen. De doorlichting is eerder aangekondigd voor de jaren 2021-2022 in vervolg op de laatste doorlichting in 2016. Op 1 januari 2024 treedt de Omgevingswet in werking en verandert de wet- en regelgeving inhoudelijk. Een beleidsevaluatie in 2022 kan geen doorwerking meer hebben in de regels zoals die per 1-1-2023 van kracht gaan worden. Gegeven de inwerkingtreding van nieuwe regels voor de geluidsanering in 2023 kan op dat moment wel teruggekeken worden op de resultaten die bereikt zijn (ex-post) onder het bestaande recht (Wet geluidhinder). Een doorlichting gericht op evalueren van de werking van het nieuwe stelsel voor geluidsanering kan dan in 2027 plaatsvinden, in lijn met de voor dat moment geplande bredere evaluatie van de Omgevingswet.

20

 

Ex post Strategische evaluatie agenda

2025

Lopend

Het betreft een evaluatie van het Doelmatigheidscriterium geluidmaatregelen (DMC)

20

 

Lucht

Ex-durante Monitoring voortgang Schone Lucht Akkoord

2 jaarlijks, 2024 meest recent

Afgerond

Het RIVM heeft berekend dat de gezondheidseffecten als gevolg van luchtvervuiling in 2030 met 46 procent afnemen ten opzichte van 2016. Voorwaarde daarvoor is dat deze plannen volledig worden uitgevoerd. Als ook de effecten van maatregelen tegen klimaatverandering en stikstofneerslag worden meegerekend is een gezondheidswinst van 50 procent haalbaar. Een gezondheidswinst van 50% betekent dat mensen in Nederland gemiddeld per persoon 2,5-3,5 maanden langer leven.

20

https://open.overheid.nl/documenten/dpc-82a50cb714803529fdb65de4bbdfd82a80f1395f/pdf

Ex post synthese Schone Lucht Akkoord

2026

te starten

Het Schone Lucht Akkoord is een bestuurlijke overeenkomst tussen het Rijk en de decentrale partners (provincies en gemeenten), en is gericht op het realiseren van gezondheidswinst voor alle burgers door een permanente verbetering van de luchtkwaliteit verdergaand dan de EU-normen voor luchtkwaliteit. Hierbij wordt toegewerkt naar de WHO-advieswaarden in 2030. Voor luchtkwaliteit is in 2019 de beleidsdoorlichting Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) uitgebracht. Het NSL loopt tot de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Het Schone Lucht Akkoord is op 13 januari 2020 van start gegaan en loopt tot 2030. Er is behoefte om vijf jaar na de start van het Schone Lucht Akkoord, het beleid door te lichten.

20

 

Circulaire economie

Algemeen

Ex post CE beleid

2026

te starten

Conform de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek (RPE) dienen themagewijze beleidsdoorlichtingen eens per 4 tot 7 jaar plaats te vinden. De vorige beleidsdoorlichting van artikel 21 was gesplitst in Circulaire Economie (Publieke Waarde Scan/ 2020) en Stalsystemen (2021) is afgerond in 2019 en betrof de onderzoeksperiode 2011‒2017. De komende beleidsdoorlichting zal betrekking hebben op de periode 2018‒2024.

21

 

Monitoring: Integrale Circulaire Economie Rapportage (ICER)

2025

Lopend

De integrale circulaire-economierapportage (ICER) is een tweejaarlijks product van PBL die zicht geeft op de stand van zaken in de transitie naar een circulaire economie. De volgende ICER staat gepland op 20 februari 2025 om te gepubliceren.

21

 

Textiel

Monitoring: Denim Deal

2024

Afgerond

In 2020 is de Green Deal Circulaire Denim (Denim Deal) gesloten. Ondertekenaars hebben daarin aangegeven jaarlijks data aan te leveren over hun voortgang op de 3 afgesproken doelen gedurende de looptijd van de deal (tot eind 2023). In 2021 is een nulmeting opgeleverd waarin het vertrekpunt voor de doelen wordt geschetst. In de volgende jaren zal de voortgang daarop worden weergegeven. In juni 2024 is de laatste monitor aan de TK gestuurd.

21

Bijlage 4 - Monitor Denim Deal 2020 ‒ 2023 | Rapport | Rijksoverheid.nl

Verkenning: Reparatie

2024

Afgerond

IenW overweegt om in samenwerking met Techniek Nederland een register op te zetten waarin reparateurs staan die de benodigde opleidingen hebben gedaan om als professioneel reparateur bekend te mogen staan. Om dit register ook echt te doen bijdragen aan meer reparatie, is het nodig te weten welke verwachtingen consumenten die een reparateur zoeken van zo'n register hebben en welke informatie erop te vinden moet zijn om ze ertoe aan te zetten voor reparatie te kiezen in plaats van vervanging van defecte apparaten. Daarop richt dit onderzoek zich.

21

PM

Plastic

Monitoring: Plastic Pact NL

2024

Afgerond

De laatste monitor Plastic Pact NL is op 13 februari 2024 naar de TK gestuurd. Dit was de laatste monitor, omdat het Plastic Pact NL per 1 januari 2024 is gestopt.

21

Plastic Pact NL Meer met minder plastic - Monitoring 2022 | Rapport | Rijksoverheid.nl

Ex-ante: Wegwerp plastics

2024

uitgesteld

Gedragsonderzoek naar drivers en belemmeringen voor hergebruik bij de consument: bij de overgang naar hergebruik spelen consumentengewoonten en percepties een grote rol, men is gewend aan wegwerp. Dit onderzoek brengt in kaart hoe consumenten meegenomen kunnen worden om hun gedrag aan te passen aan de nieuwe situatie met meer hergebruik.

21

 

Afvalstoffenbeheer

Ex-ante: Onderzoek Afvalstof of product

2023

uitgesteld

Onderzoek ten behoeve van overige acties uit de verkenningen uit 2021 op het terrein van de beoordeling van afvalstof of product (zie ook kamerbrief Opvolging verkenningen Taskforce Herijking Afvalstoffen, 1 maart 2021 (zie ook TK, 32 852-140). Dit ondersteunende onderzoek is naar verwachting nodig om verder uitwerking te geven aan de resterende acties uit de kamerbrief van 21 maart 2021. Het treffen het opstellen van diverse ministeriële regelingen en handreikingen en het inrichten van een kennisplatform voor omgevingsdiensten bij hun beoordeling van materiaalstromen om kennis op te doen en uit te wisselen. Momenteel wordt er zowel aan de ministeriële regelingen en handreikingen als aan de oprichting van het Kennisplatform gewerkt. Dat laatste samen met IPO, VNG en Omgevingsdienst NL.

21

 

Ex-ante: Onderzoek Storten

2023

lopend

Op basis van onderzoek uit 2022 over de positie van storten in een circulaire economie wordt er in 2023 een werkprogramma opgezet met concrete acties. Verwacht wordt dat er nog nader onderzoek nodig is om tot het opstellen van het werkprogramma te komen. Het werkprogramma is op 11 juni 2024 naar de Tweede Kamer verzonden.

21

Werkprogramma Storten 2024 ‒ 2029 | Rapport | Rijksoverheid.nl

Ex-ante: Onderzoek Circulair Materialenplan

2023

lopend

Ten behoeve van de ontwikkeling van het Circulair Materialenplan, als opvolger van het Landelijk Afvalbeheerplan, brengt de m.e.r. de milieueffecten in beeld voor de belangrijkste nieuwe beleidsvoornemens die mogelijk een plek krijgen in het CMP. Speerpunt bij de m.e.r. vormt de hoogwaardige verwerking van materiaalstromen. De resultaten en beleidsreactie zijn samen met het ontwerp CMP op 8 januari 2025 naar de Tweede Kamer gezonden ihkv de inspraakprocedure.

21

Kamerbrief over ontwerp Circulair Materialenplan | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl

evaluatie reductiemaatregelen SUP

2024

afgerond

Zoals opgenomen in de Regeling kunststofproducten voor eenmalig gebruik, zijn in 2024 de reductiemaatregelen voor plastic bekers en bakjes voor eenmalig gebruik geëvalueerd. De evaluatie is op 13 december 2024 naar de Tweede Kamer gestuurd, met in dezelfde brief een beleidslijn hoe opvolging wordt gegeven aan de evaluatie. Uit de evaluatie blijkt het erop lijkt dat de Europese verplichting voor deze bekers en bakjes door Nederland behaald gaat worden. Wel blijken er mogelijkheden te zijn om de regelgeving duidelijker en effectiever te maken. In de Kamerbrief is aangegeven hoe het kabinet hiermee omgaat. De UPV wegwerpplastic is in 2024 nog niet geëvalueerd. Dit wordt gedaan als de eerste cyclus van de UPV doorlopen is.

21

https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2024/12/13/bijlage-2-evaluatierapport-de-regeling-kunststofproducten-voor-eenmalig-gebruik

evaluatie statiegeldregelgeving

2024

uitgesteld

Het uitvoeren van de evaluatie van de regelgeving voor statiegeld zoals vastgelegd in het Besluit Beheer Verpakkingen 2014 (Bbv.). Het betreft zowel de in artikel 16 van dat besluit genoemde artikelen 6a en 12 van dit besluit (betreffende plastic flessen), als artikelen 6b en 13 (betreffende metalen verpakkingen). De evaluatie wordt in Q1 afgerond en in het voorjaar van 2025 met een eerste beleidsreactie naar de Tweede Kamer verzonden.

21

 

evaluatie recycling- en hergebruikdoelstellingen Besluit beheer Verpakkingen

2024

uitgesteld

Het uitvoeren van de evaluatie naar doeltreffendheid en effecten van de hergebruik en recyclingdoelstellingen zoals vastgelegd in artikel 5a en 6 van het Besluit Beheer Verpakkingen 2014 (Bbv.). De evaluatie wordt in Q1 afgerond en in het voorjaar van 2025 met een eerste beleidsreactie naar de Tweede Kamer verzonden.

21

 
 

Fiscale regelingen

Milieu-investeringsaftrek (MIA)

2029

te starten

Stimulering investeringen in innovatieve milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen. De MIA vormt, als onderdeel van de investeringsaftrek in de IB en Vpb, een extra aftrek op de fiscale winst voor milieu-investeringen die bij ministeriële regeling worden aangewezen. Er zijn drie verschillende categorieën op de Milieulijst, waarbij drie verschillende percentages van het investeringsbedrag in mindering kan worden gebracht op de winst. De MIA is een gebudgetteerde regeling met een systematiek van meerjarige budgetegalisatie.

IX

 
 

VAMIL

2029

te starten

Stimulering investeringen in innovatieve milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen. Op basis van de willekeurige afschrijving milieu-investeringen (VAMIL) mag willekeurig worden afgeschreven op door de Minister van IenW aangewezen milieu-investeringen (Milieulijst) tot een vast percentage van de aanschaf- of voortbrengingskosten. Deze regeling in de IB en Vpb leidt voor de belastingplichtige tot een liquiditeits- en rentevoordeel. De VAMIL is een gebudgetteerde regeling met een systematiek van meerjarige budgetegalisatie.

IX

 

Omgevingsveiligheid en Milieurisico's

Algemeen

Ex-post synthese: Artikel 22 Omgevings- veiligheid en Milieurisico's

2025

gestart

Het doel van het beleid ‘Omgevingsveiligheid en Milieurisico’s’ is het realiseren van een schone, gezonde en veilige leefomgeving die door de inwoners van Nederland ook als zodanig wordt ervaren. In alle hierna opgenomen beleidsevaluaties vallend binnen artikel 22 dienen ter ondersteuning van deze beleidsdoorlichting. Over het beleid ‘Omgevingsveiligheid en Milieurisico’s’ is eind 2018 een rapport uitgebracht (TK 32 861 nr. 42). Eén van de aanbevelingen daarvan was om voor de volgende doorlichting te zorgen voor meer kwantitatief evaluatiemateriaal. Er is behoefte om in 2025 het beleid wederom door te lichten.

22

 

2-jaarlijkse evaluatie VTH

2023

afgerond

Het wettelijk verplichte 2-jaarlijks onderzoek naar de wettelijk vastgestelde kwaliteitscriteria voor de taakuitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) is in 2023 opgeleverd en naar de Kamer verstuurd (Kamerstuk 22343/28663, nr. 368)

22

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-22343-368.html

Ex-ante: onderzoek veiligheid energie transitie

2023

afgerond

Vanuit het thema ‘veiligheid energietransitie’ wordt ex ante onderzoek gedaan om de beleidsvorming richting te kunnen geven. Dat betreft bijvoorbeeld de ontwikkelingen in de waterstofketen. Begin 2023 werd een onderzoek over mogelijk te verwachten volumes aan de Kamer gestuurd. Een verkenning van de maatschappelijke kosten en baten m.b.t. verschillende waterstofdragers (waaronder ammoniak) die eind 2023 verwacht wordt zal mede basis zijn voor de herijking van het kabinetsstandpunt ammoniak.

22

https://open.overheid.nl/documenten/dpc-92d80856153f38cc0b55860b21fb3968fd8e8291/pdf

voorkomen en beperken milieurisico's

Ex-post: Beleidsevaluatie Biociden

2028

te starten

Het beleid ‘Biociden’ is erop gericht dat biociden, middelen waarmee schadelijke of ongewenste organismen kunnen worden bestreden, werkzaam zijn en veilig voor mens en milieu worden toegepast. Hierbij wordt harmonisatie in Europa nagestreefd. Met de inwerkingtreding van de Europese biocidenverordening in 2012 is veel veranderd. Omdat de uitgangssituaties in de EU-lidstaten verschillend was, is in de EU nu nog een overgangsregime van toepassing. Nederland heeft het hier al bereikte beschermingsniveau in die periode niet verlaagd. In 2020 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de stand van dit beleid naar aanleiding van de door de Europese Commissie uitgevoerde Fact Finding Mission (TK 27858 nr. 510). De beoordeling en goedkeuring van werkzame stoffen onder de biocidenverordening gebeurt in een (Europees) werkprogramma. Dit Europese beoordelingsprogramma is vertraagd. Mogelijk met 5 jaar. Daarmee wordt ook de nationale evaluatie vertraagd.

22

 

Ex-post: Beleidsevaluatie Veiligheid Biotechnologie

2023

afgerond

In 2023 is er een Trendanalyse biotechnologie opgesteld door COGEM en Gezondheidsraad (april 2023 door stas IenW aan TK verstuurd). In 2024 gaan we nav deze Trendanalyse aan de slag met een visietraject, waartoe de Trendanalyse oproept afhankelijk van nieuwe kabinetsplannen.In 2023 is er ook een beleidsevaluatie veiligheid biotechnologie uitgevoerd, deze is op 14 maart 2024 aan de TK gestuurd. Belangrijkste uitkomsten: biotechnologie in Nederland is veilig en het ministerie van IenW wordt gezien als benaderbaar en zichtbaar. De voornaamste aanbeveling is om het stelsel vergunningverlening te herzien, omdat het huidige stelsel niet toekomstbestendig is gezien de steeds grotere aantallen en steeds complexere aanvragen.

22

Kamerbrief bij beleidsevaluatie Veiligheid Biotechnologie en verkenning Aanvaardbaar Risico | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl

ex-post: Evaluatie asbestbeleid

2026

te starten

De evaluatie richt zich op de vraag op welke wijze de aanpak van asbestdaken is gerealiseerd

22

 

Ex-durante: Impulsprogramma Chemische Stoffen

2027

te starten

de evaluatiemethodiek lerend evalueren wordt toegepast om te evalueren of de gerichte impulsen aan het chemische stoffen en biociden beleid de gewenste impact hebben. Dit houdt in dat er gedurende de vierjarige looptijd van het programma ex durante geëvalueerd wordt. Op deze manier kan het programma op een gestructureerde wijze, waar nodig, worden bijgewerkt om de doelstelling zo goed mogelijk te realiseren.

22

 

Ex-post: Evaluatie LAVS

2023

afgerond

Met de verplichtstelling van het Landelijke Asbestvolgsysteem (LAVS) wordt gericht ingezet op betere naleving van en toezicht op asbestregelgeving geldend voor gecertificeerde/accrediteerde bedrijven werkzaam in de asbestsaneringsketen (inventarisatie, verwijdering, eindbeoordeling en afvalafvoer). Daarmee wordt beoogd te voorkomen dat in de keten van werkzaamheden nadelige gevolgen optreden voor de gezondheid van de mens, in het bijzonder werknemers, en het milieu. De evaluatie van het LAVS gaat in op de vraag of de gestelde doelen van het LAVS zijn bereikt (effectiviteit) en of deze zo goedkoop mogelijk zijn bereikt (efficiëntie).

22

Rapport beleidsevaluatie Landelijk Asbestvolgsysteem (LAVS) | Rapport | Rijksoverheid.nl

Ex-post: Evaluatie Cogem

2025

Te starten

De Commissie Genetische Modificatie (COGEM) informeert en adviseert de regering over genetisch gemodificeerde organismen (ggo's). Het is wettelijk verplicht om een 4- jaarlijkse evaluatie uit te voeren van het adviesorgaan inzake biotechnologie. Vier jaar geleden In 2021 vond de laatste evaluatie plaats. Er is behoefte om eens per vier jaar een evaluatie uit te voeren.

22

 

Veilige omgeving

Monitoring: Evaluatie uitvoering Basisnet

2023

Afgerond

Jaarlijks wordt de uitvoering van het Basisnet (weg, water, spoor) gemonitord aan de hand van de gerealiseerde vervoersbewegingen van gevaarlijke stoffen over de routes van het Basisnet in het voorgaande jaar. Dit is een wettelijke verplichting. Een overzicht van de gerealiseerde vervoersbewegingen van gevaarlijke stoffen in 2022 over weg, water en spoor is middels een brief aan de Tweede Kamer aangeboden. Daarin zijn ook de overschrijdingen van het wettelijk basisbeschermingsniveau en de vastgelegde risicoplafonds aangegeven. De uitkomsten over het wel of niet overschrijden van het wettelijk basisbeschermingsniveau als ook de vastgelegde risicoplafonds zijn de maat voor de evaluatie van de uitvoering van de Basisnet regelgeving.

22

https://www.infomil.nl/onderwerpen/veiligheid/basisnet/#h358ba084-3d9b-455c-b26e-94e39f561d62

Monitoring: Evaluatie juridische aspecten Basisnet

2023

Afgerond

Evaluatie originele Basisnet uitgevoerd. De conclusies hieruit (dat het Basisnet en het instrument van de risicoplafonds niet werken en ook niet kunnen werken) zijn meegenomen in de beleidsontwikkeling van het Robuust Basisnet. Dat is ook beschreven in de laatste Kamerbrief, waar de evaluatie als bijlage aan was toegevoegd.

22

https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2023/11/01/bijlage-2-rapport-evaluatie-basisnet-ecorys#:~:text=Het%20rapport%20evalueert%20het%20Basisnet,ligt%20op%20het%20Basisnet%20Spoor.

Ex-durante: Evaluatie Programma Robuust Basisnet

2025

Uitgesteld

In 2024 wordt gestart met een evaluatie van het Programma Robuust Basisnet (vervoer van gevaarlijke stoffen) dat in 2019 is begonnen en doorloopt tot de wijziging van de huidige regelgeving Basisnet in (vermoedelijk) 2025. Deze evaluatie zal met name op het proces gericht zijn, in aanvulling op de meer inhoudelijke evaluatie gericht op het functioneren van het basisnet zelf, die in 2023 is opgeleverd. Met een programmatische aanpak en betrokkenheid van diverse stakeholders is met het programma ingezet op het tot stand komen van een robuuster basisnet, allereerst voor de modaliteit spoor, met het oogmerk deze aanpak later ook te kunnen gebruiken voor de modaliteiten weg en water.

22

Deze evaluatie staat gepland voor de 2e helft van 2025. Het betreft een interne evaluatie, dus niet een onderzoeksrapport wat we extern gaan publiceren.

Ex-post: Evaluatie Atlas Leefomgeving

2024

afgerond

De evaluatieaanbeveling om de doelmatigheid verder te onderzoeken wordt in 2022 opgevolgd door een maatschappelijke kosten-batenanalyse uit te voeren. De MKBA is er op gericht te bezien of de Atlas tegemoet komt aan maatschappelijke behoefte. Daarnaast wordt de efficiency van het beheer opnieuw onderzocht. MKBA is gestart in oktober 2023. Oplevering rapport verwacht Q4 2024

22

MKBA Atlas Leefomgeving - Eindrapportage | Rapport | Rijksoverheid.nl

Ex-post: Project Aankoopregeling/Basisnet

2025

te starten

De afgelopen 10 jaar is door RWS uitvoering gegeven aan de Beleidsregel verwerven van woningen langs Basisnetroutes. De opdracht nadert zijn eind. Een evaluatie moet inzichten opleveren over het proces. Mogelijk wordt er in de toekomst een nieuw project gestart., dan kunnen de leerpunten uit deze evaluatie meteen worden toegepast.

22

 

Ex-post: COVID-Vuurwerkregeling

2025

te starten

Tijdelijke subsidieregeling vuurwerkverbod COVID-19 (TSVC-19) kwam tegemoet in de gemaakte kosten van detailhandelaren en vuurwerkbedrijven naar aanleiding van het tijdelijk verbod op het verkopen, vervoeren of afsteken van eindejaarsvuurwerk tijdens de jaarwisselingen 2020/2021 en 2021/2022. In de evaluatie zal worden bekeken of de subsidie bekend was bij de bedrijven, of zij er gebruik van hebben gemaakt en in hoeverre het de kosten heeft gedekt.. De informatie is nuttig voor het geval het instrument voor vergelijkbare situaties weer wordt overwogen.

22

 

Monitoring: Evaluatie programma modernisering omgevingsveiligheid (MOV)

2025

uitgesteld

Anticiperend op de aanstaande Omgevingswet is het programma Modernisering Omgevingsveiligheid (MOV) opgezet. Het programma MOV heeft onderzoek gedaan naar de behoeftes ten aanzien van omgevingsveiligheid van bestuurders van gemeenten, provincies, omgevingsdiensten, veiligheidsregio’s en gezondheidsdiensten. De evaluatie van het programma MOV gaat enerzijds in op de vraag of de gestelde doelen van het programma zijn bereikt en anderzijds op de vraag wat nog nodig is vanuit het ministerie van IenW voor de implementatie van de modernisering bij de inwerking treden van de Omgevingswet.

22

Deze evaluatie heeft een korte vertraging opgelopen en zal eerste kwartaal 2025 worden gepubliceerd.

Uitvoeren milieuregelgeving

Monitoring: Evaluatie VTH (Vergunningen, Toezicht, Handhaving)

2025

te starten

Vanaf 1 januari 2024 treedt de Omgevingswet in werking. Vanaf dat moment verplicht deze wet tot tweejaarlijks evalueren van de kwaliteit van de uitvoering VTH. Op basis van de oude Wet algemene bepalingen omgevingsrecht hebben in 2017, 2019, 2021 en 2023 evaluaties plaatsgevonden. Deze evaluaties worden gebruikt om, waar nodig, verbeteringen in het VTH-stelsel door te voeren. De tweejaarlijkse evaluatie van 2023 dient tevens als nulmeting voor het Interbestuurlijk Programma VTH dat van 2022- 2024 loopt.In dit IBP-VTH wordt opvolging gegeven aan de aanbevelingen van de Commissie Van Aartsen. De eerstvolgende evaluatie vindt plaats in 2025 waarmee dan ook de resultaten van het IBP-VTH in kaart worden gebracht.

22

 

Nucleaire veligheid en stralingsbescherming

Ex-post: Evaluatie stelsel nucleaire veiligheid en stralingsbescherming

2023

afgerond

Evaluatie stelsel nucleaire veiligheid en stralingsbescherming (Kernenergiewet en onderliggende besluiten en regelingen) om na te gaan of het stelsel voldoende robuust is met oog op het bewerkstelligen van de ambities van het coalitieakkoord inzake kernenergie en afval.

22

Evaluatie stelsel Kernenergiewet | Rapport | Rijksoverheid.nl

Ex-durante: ZBO-evaluatie ANVS

2025

lopend

In 2025 wordt de tweede wettelijke evaluatie van het ZBO ANVS uitgevoerd. Hierbij wordt o.a. in beeld gebracht of de ANVS voldoende is uitgerust voor de nucleaire ambities van het Kabinet en de nieuwe private initiatieven (w.o. SMR’s) die in de sector worden onderzocht.

22

 

Ex-durante: Financiële Zekerheidsstelling Ontmanteling

2025

lopend

Doel van de financiële zekerheidstelling is het - zoveel als redelijkerwijs mogelijk - voorkomen dat de Staat moet bijdragen aan de kosten van het buitengebruikstellen en ontmantelen van kernreactoren. Met deze evaluatie worden de huidige eisen aan de financiële zekerheidstelling en het proces van de beoordeling ervan geëvalueerd om te bezien of dit op onderdelen (verder) kan worden verbeterd.

22

 
Licence