De Minister van LVVN streeft naar een goed functionerende kennis-, innovatie- en onderzoeksinfrastructuur op het terrein van landbouw, voedsel en natuur en landelijk gebied die bijdraagt aan een duurzaam, concurrerend en ecologisch houdbaar landbouw- en voedselsysteem met maximale benutting van circulariteit en bijdraagt aan maatschappelijke opgaven op het terrein van klimaat, biodiversiteit, energie en water.
De Minister is (mede)verantwoordelijk voor:
Stimuleren
– Het bevorderen van kennisontwikkeling, kennisbenutting en kennisverspreiding, nieuwe technologieën (ICT) en educatie voor de bijdrage aan de maatschappelijke opgaven op het terrein van verduurzaming landbouw en visserij, voedsel, behoud en versterking biodiversiteit en natuur, klimaat, water en de economische concurrentiekracht van de Nederlandse agro- en tuinbouwsector.
– Het bevorderen van publiek-private samenwerking gericht op het opstellen en (laten) uitvoeren van meerjarige missiegedreven innovatieprogramma’s voor Landbouw, Water en Voedsel.
– Het bevorderen van de inzet van kennis en innovatie binnen het domein van Landbouw, Water en Voedsel, in het bijzonder in de topsectoren Agri&Food en Tuinbouw & Uitgangsmaterialen op basis van een meerjarige kennis- en innovatieagenda (KIA) en een kennis- en innovatieconvenant (KIC).
– Het bevorderen van educatie en kennisverspreiding over voedsel richting scholen.
– Het bevorderen van educatie en kennisverspreiding naar agrarische ondernemers.
– Het stimuleren van internationale samenwerkingsprogramma’s voor onderzoek gericht op de maatschappelijke opgaven op het terrein van landbouw, voedsel, water, milieu en klimaat.
– Het stimuleren van het ontwikkelen van praktijkkennis voor structureel natuurherstel en -beheer via het kennisnetwerk Ontwikkeling en Beheer Natuurkwaliteit (OBN).
– Het stimuleren van startups bij het ontwikkelen van innovatieve manieren van werken bij het oplossen van maatschappelijke opgaven op het terrein van landbouw, voedsel, natuur, biodiversiteit, water, klimaat en landelijk gebied.
Financieren
– Het financieren van de kennisbasis van Wageningen Research, op basis van de Subsidieregeling instituten voor toegepast onderzoek.
Regisseren
– Regievoering op de subsidieverlening aan Wageningen Research en de opdrachtverlening RIVM voor het groene domein.
– Het regisseren van meerjarige missiegedreven programmering van kennis en innovatie met stakeholders ten behoeve van de maatschappelijke opgaven op het terrein van landbouw, voedsel, natuur, biodiversiteit en klimaat.
Uitvoeren
– Het uitvoering geven aan het Groenpact, samen met het groene onderwijs en het bedrijfsleven.
– De uitvoering van wettelijke onderzoekstaken door Wageningen Research gericht op genetische bronnen, voedselveiligheid, besmettelijke dierziekten, economische informatievoorziening, natuur en milieu en visserij.
Onderstaand wordt ingegaan op de belangrijkste gerealiseerde beleidsresultaten in 2024.
In 2024 is de periodieke rapportage van LVVN begrotingsartikel 23 ‘Kennis en Innovatie’ afgerond. De resultaten worden in het voorjaar van 2025 aangeboden aan de Tweede Kamer.
Missiegedreven innovatie- en topsectorenbeleid
Onder het missiegedreven innovatiebeleid binnen het thema Landbouw, Water en Voedsel (LWV) werken ministeries, bedrijfsleven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties samen aan kennis-en innovatie. In dit thema zijn de Topsectoren Agri&Food, Tuinbouw & Uitgangsmaterialen, Water & Maritiem, de ministeries I&W en VWS en verschillende kennisinstellingen de belangrijkste partners. Ook provincies, waterschappen, terreinbeheerders en andere maatschappelijke organisaties behoren tot de samenwerkingspartners. Er wordt gewerkt aan zowel fundamenteel als toegepast onderzoek en daarnaast is er veel aandacht voor kennisdeling. In het PPS (Publiek-Private samenwerking) programma zijn in 2024 100 publiek-private samenwerkingsprojecten gehonoreerd die 4-5 jaar lopen en 34 projecten om bestaande kennis uit onderzoek te vertalen naar de praktijk (Kennis Op Maat) en de opstart van innovatieve internationale samenwerkingsverbanden te stimuleren (Seed Money Projecten).
2024 was het eerste jaar van de Kennis- en Innovatie Agenda Landbouw Water Voedsel 2024-2027. Deze bevat zes missies: Natuur, Land- en tuinbouw, Gebiedsinrichting en water, Voedsel, Noordzee en grote wateren, Veilige delta. De missies worden ondersteund door een sleuteltechnologieprogramma. Op de onderwerpen waar de grootste interesse van private partijen ligt, zoals de missies land- en tuinbouw, voedsel en sleuteltechnologie zijn de projectenportfolio's het grootst, maar ook op de andere onderwerpen, zoals de missies Natuur en Landelijk Gebied, wordt publiek-privaat samengewerkt. Sociaal-wetenschappelijk onderzoek en systeeminnovatie, het opleiden van voldoende arbeidskrachten, en samenwerking tussen domeinen (in dit kader ook wel cross-overs genoemd) krijgen ook veel aandacht in de uitvoering van de kennis- en innovatieagenda.
De resultaten van projecten, zoals ontwikkelde kennis en innovaties wordt ontsloten naar de doelgroepen en de praktijk. Dat verloopt deels via het topsectorinstrumentarium en deels via andere instrumenten, zoals SABE en EIP. De tripartiete samenwerking levert ook 13 route- en kansenkaarten op die op geselecteerde onderwerpen overzicht bieden van de doelen, welke kennis en innovatie daarvoor ontwikkeld moet worden, met wie, en wat de randvoorwaarden zijn.
Nationaal Kennisprogramma Stikstof (NKS)
Vanuit het Nationaal Kennisprogramma Stikstof (NKS) lopen verschillende onderzoeken om de meet- en rekensystematiek continu te verbeteren. Zo is in 2024 bijvoorbeeld een aantal producten opgeleverd die bijdragen aan het op termijn werken met doelvoorschriften. Bijvoorbeeld een nieuw meetprotocol voor meten met sensoren en een datarichtlijn over het aanleveren van emissiedata voor effectief toezicht op stalvergunningen. Daarnaast is de samenwerking met provincies geïntensiveerd in het Kennisnetwerk Regionale Omgevingsmetingen Stikstof en wordt nu ingezet op een gezamenlijk onderzoeksprogramma.
Kennisoverdracht naar het boerenerf
Via de Sabe regeling hebben ook in 2024 vele boeren succesvol een voucher aangevraagd voor onafhankelijk agrarisch advies gericht op de verduurzaming van de eigen bedrijfsvoering. Ook zijn er tientallen aanvragen gedaan voor de openstelling van de projectsubsidies uit de Sabe regeling. Denk hierbij aan praktijkleernetwerken om kennis te delen en demonstratiebedrijven ter inspiratie van agrarische ondernemers. De toekenning hiervan zal begin volgend jaar plaatsvinden. In 2024 is de Sabe regeling geëvalueerd met als belangrijkste beleidsconclusie dat de Sabe regeling «in de breedte doeltreffend is als het gaat om het bijdragen aan beschikbaarheid van kennis en versnelling van kennisoverdracht naar het boerenerf, het verhogen van het kennisniveau en het bieden van handelings-perspectieven aan landbouwers om te komen tot duurzame bedrijfsaanpassingen» (Kamerstukken II 2024-2025 30252-173).
De Sociaal Economische Begeleiding (SEB)
In 2024 hebben zeven regionale knooppunten verdeeld over verschillende provincies een projectplan ingediend met een aanpak voor het oprichten van regionale knooppunten gericht op het meerjarig ondersteunen van agrarische ondernemers bij het maken van keuzes omtrent het sociaal-economisch toekomstperspectief van hun bedrijf. De SEB is een initiatief van, voor en door boerennetwerken. Eind 2024 zijn deze projectplannen goedgekeurd en voorzien van een subsidie, zodat de regionale knooppunten daadwerkelijk van start kunnen gaan. Hierdoor kunnen circa 2300 agrarische ondernemers in de komende 2 jaar van start. Dit is de beoogde omvang.
Samenwerken aan Innovatie
De subsidieregeling Samenwerken aan innovatie (EIP) van het GLB is in 2024 drie keer opengesteld. Er zijn in totaal 156 aanvragen ingediend waarvan 20 voor de submodule ‘Ontwerp fieldlabs’ en, 55 voor de nieuwe submodule ‘Digitalisering’ en 81 voor de derde openstelling voor de submodule ‘Algemeen’. Met de regeling worden praktijkpilots ondersteund van diverse aard die bijdragen aan toekomstperspectief en aan natuur-, water- en klimaatdoelen. Bij elke openstelling is het beschikbare budget overschreden. Het grote aantal aanvragen laat zien dat er in de praktijk veel innovatieve ideeën leven voor een toekomstbestendige landbouw die bijdraagt aan biodiversiteit, waterkwaliteit, klimaat en dierwaardigheid.
Via de EIP submodule ‘Ontwerp fieldlabs’ zijn in 2024 de eerste initiatieven begonnen met het maken van een ontwerp voor een experimenteerlocatie (voorheen fieldlabs). Er zijn meer projecten gestart dan verwacht (15, i.p.v. de verwachtte 8-10) doordat er per project minder subsidie is aangevraagd dan verwacht en dus ruimte was om meer projecten te ondersteunen. Verspreid over Nederland onderzoeken samenwerkingsverbanden welke kennis- en innovatie in specifieke gebieden nodig is om (nieuwe) toekomstbestendige bedrijfssystemen te ontwikkelen en wat ervoor nodig is om een experimenteerlocatie op te richten. In december 2024 werden de eerste ontwerpen voor experimenteerlocaties ingediend. Deze resultaten lieten duidelijk de behoefte en inhoudelijke kansen voor experimenteerlocaties in bijvoorbeeld het Groene Hart, De Peel en Gelderse Vallei zien. Partijen die subsidie hebben ontvangen kunnen na hun ontwerp een aanvraag indienen bij de subsidieregeling experimenteerlocaties.
Het Actieprogramma Digitalisering is in 2024 verder op snelheid gekomen, mede vanwege zekerheid over meerjarige financiering tot 2029. In 2024 zijn er 18 één- en meerjarige projecten van start gegaan, variërend van projecten bij RVO en NVWA om data-uitwisseling met sectoren te verbeteren, tot digitaliseringstrajecten in KPI-kringlooplandbouw, bosbeheer, precisielandbouw, oormerken en veehouderij, natuurbrandmanagement, perceelsregistratie en landschapselementenmonitoring. Ook is er met twee roadmaps (akkerbouw en visserij) toegewerkt naar sectorale data-infrastructuren, en is het ELSA-lab (Ethical, Legal, Social aspects of AI) bij Wageningen Economic Research voortgezet. Het Groenpact Versnellingsprogramma Digitalisering en Technologie (VDPT) heeft geresulteerd in een netwerk van 'DT'-regisseurs bij groene kennisinstellingen, dit werkt in 2025 toe naar afronding en inbedding in Groenpact 4.0. Zoals hierboven aangegeven heeft de openstelling van de EIP-module ‘Digitalisering’ in augustus 2024 heeft 55 projectaanvragen voor driejarige projecten opgeleverd, en is daarmee ca. 3,4 keer overschreden. Tevens is een start gemaakt met een meerjarig Programma Robotica.
Binnen het kaderprogramma voor innovatie en onderzoek Horizon Europe neemt LVVN deel aan acht innovatiepartnerschappen. Vier startten in 2021 (Circular Bio-based Europe, Biodiversa+, Water4all en Blue Economy) en de overige vier startten in 2023. 2024 stond goeddeels in het teken van het voorbereiden en of openen van de calls rondom de partnerschappen op het gebied van agroecologie, duurzame voedselsystemen, dierenwelzijn en -gezondheid en digitalisering van de landbouw.
Nationaal Groeifonds
In 2024 zijn er drie van de vijf toegekende LVVN-Nationaal Groeifonds (NGF)-projecten in uitvoering: CROP-XR (high tech veredeling van gewassen) en Cellulaire Agricultuur (kweekvlees en -zuivel). Daarnaast is in 2024 het NGF-programma Re-Ge-NL op het gebied van regeneratieve landbouw van start gegaan.
Voor twee andere voorstellen uit de derde ronde, het Centrum voor Proefdiervrije Biomedische Translatie (CPBT) en HOLOMICROBIOOM (wat gaat over het op grote schaal in kaart brengen van interacties tussen micro-organismen, met focus op het voedselsysteem), is in 2024 gewerkt aan het opmaken van de subsidiebeschikkingen maar die zijn nog niet afgerond i.v.m. de complexiteit van het inregelen van de programma's.
De inzet door LVVN op het NGF (rondes 1 tot en met 3) heeft geleid tot een significant aantal omvangrijke kennis- en innovatieprogramma’s die potentieel zichtbaar kunnen gaan bijdragen aan het realiseren van de LVVN-beleidsdoelstellingen. Met het in uitvoering nemen van deze projecten is een start gemaakt met het bijgedragen aan het bevorderen van kennisontwikkeling, kennisbenutting en kennisverspreiding, nieuwe technologieën (ICT) en educatie voor de bijdrage aan de maatschappelijke opgaven op het terrein van verduurzaming landbouw en visserij, voedsel, behoud en versterking biodiversiteit en natuur, klimaat, water en de economische concurrentiekracht van de Nederlandse agro- en tuinbouwsector.
Faciliteiten Toegepast Onderzoek
In 2024 is begonnen met de modernisering, ontwikkeling en bouw van vier onderzoeksfaciliteiten bij Wageningen Research (WR) die zijn toegekend via de Faciliteiten Toegepast Onderzoek waar zowel TO2-instellingen als RKIs een aanvraag konden indienen. Voor WR betreft het de FoodTechFacility, een nieuw BSL-3 lab, vernieuwde kassen voor Unifarm op de Campus Wageningen en High-Tech glastuinbouw in Bleiswijk. Daarmee worden een aantal essentiële faciliteiten voor toegepast onderzoek gemoderniseerd, danwel gebouwd. Hiermee is opvolging gegeven aan een van de aanbevelingen van de TO2-evaluatie waar wordt geadviseerd om meer te investeren in onderzoeksfaciliteiten.
Onderwijs en educatie
De derde fase van Groenpact (2021-2025) is geëvalueerd. Uit de evaluatie blijkt dat Groenpact zorgt voor sterke relaties tussen overheid, onderwijs en het werkveld en concrete actie en kennisdeling stimuleert. De SER heeft het advies "Werken aan veranderkracht: naar een toekomstbestendige arbeidsmarkt voor agri & food, water & bodem en natuur & leefomgeving» uitgebracht. Evaluatie en SER-advies geven beide richting aan de doorontwikkeling van Groenpact. Nieuw is de Vernieuwingsimpuls Visserijonderwijs die tot stand is gekomen. Daarmee wordt ook de duurzame vernieuwing van het visserijonderwijs geborgd binnen de kennis- en innovatieaanpak van LVVN. Voor het programma DuurzaamDoor is een adviesrapport opgeleverd waarin de stakeholders en doelgroepen zich uitspreken over de doorontwikkeling van de aanpak. Besloten is om de huidige programmaperiode voor DuurzaamDoor met een jaar te verlengen. Voor de interdepartementale werkgroep Duurzame School is een belangrijke fase afgesloten met een advies van de kwartiermaker dat input levert voor de verdere uitwerking van het uitvoeringsplan Duurzame School. Het programma Jong Leren Eten richtte zich in 2024 in het bijzonder op het borgen van voedseleducatie, ondersteuning van kwalitatief goed lesmateriaal voor het brede onderwijsveld (van kinderopvang tot en met het hoger onderwijs) en versterking van de platforms voor boerderijeducatie, schooltuinen en kooklessen.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2024 | 2024 | ||
Art. | Verplichtingen | 0 | 265.621 | 449.055 | 400.719 | 478.775 | 328.288 | 150.487 |
Uitgaven | 0 | 244.170 | 253.210 | 303.881 | 348.224 | 379.608 | ‒ 31.384 | |
23.0 | Kennis en innovatie | 0 | 244.170 | 253.210 | 303.881 | 348.224 | 379.608 | ‒ 31.384 |
Subsidies (regelingen) | 0 | 127.407 | 133.007 | 168.837 | 188.616 | 244.271 | ‒ 55.655 | |
Beleidsondersteunend onderzoek | 0 | 54.086 | 50.725 | 72.586 | 75.473 | 35.653 | 39.820 | |
Missiegedreven topsectoren- en innovatiebeleid | 0 | 57.077 | 58.579 | 59.259 | 47.638 | 67.641 | ‒ 20.003 | |
Kennisverspreiding en groen onderwijs | 0 | 16.244 | 23.703 | 36.992 | 65.505 | 140.977 | ‒ 75.472 | |
Opdrachten | 0 | 9.570 | 12.296 | 14.119 | 15.925 | 10.297 | 5.628 | |
Kennisontwikkeling en innovatie | 0 | 9.570 | 12.296 | 14.119 | 15.925 | 10.297 | 5.628 | |
Bijdrage aan agentschappen | 0 | 12.455 | 11.697 | 17.317 | 15.851 | 10.408 | 5.443 | |
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu | 0 | 12.455 | 11.697 | 17.317 | 15.851 | 10.408 | 5.443 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 0 | 94.738 | 96.210 | 103.608 | 127.832 | 114.632 | 13.200 | |
Wageningen Research | 0 | 94.738 | 96.210 | 103.608 | 127.832 | 114.137 | 13.695 | |
ZonMw | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 495 | ‒ 495 | |
Ontvangsten | 0 | 12.240 | 11.643 | 9.875 | 21.075 | 7.543 | 13.532 | |
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2024 | 2024 | ||
Art. | Ontvangsten | 0 | 12.240 | 11.643 | 9.875 | 21.075 | 7.543 | 13.532 |
23.0 | Kennis en innovatie | 0 | 12.240 | 11.643 | 9.875 | 21.075 | 7.543 | 13.532 |
Ontvangsten | 0 | 12.240 | 11.643 | 9.875 | 21.075 | 7.543 | 13.532 | |
Kennisontwikkeling en innovatie | 0 | 12.240 | 11.643 | 9.875 | 21.075 | 7.543 | 13.532 |
Verplichtingen
De verplichtingen zijn €150,5 mln. hoger dan begroot. Dit betreft voornamelijk een ophoging van €128,1 mln. om meerjarig aan WR te kunnen verplichten en ophogingen van verplichtingenbudget direct gekoppeld aan de onderstaande kasophogingen.
Uitgaven
Subsidies
Beleidsondersteunend onderzoek
De realisatie van de uitgaven beleidsondersteunend onderzoek valt in 2024 € 39,8 mln. hoger uit doordat er meer subsidie is verstrekt aan Wageningen Research (WR) voor uitvoering van beleidsondersteunend onderzoek dan oorspronkelijk begroot. Het ging hierbij om nieuw en doorlopend onderzoek onder andere ten behoeve van een klimaatopdracht (€ 5,6 mln.), voerpilot gangbare melkveehouderij (€ 2,7 mln.), integrale aanpak methaan en ammoniak via het dier- en voerspoor (€ 2,7 mln.), pilots en demo's op het gebied van veehouderij (€ 2,4 mln.), onderzoeksprojecten "Kas als energiebron» (€ 2,1 mln.), Landelijk Meetnet Effecten Mestbeleid 2022-2027 (€ 3,2 mln.) en bodem en klimaatadaptatie (€ 2,0 mln.). Het restant voor de overige circa € 19,1 mln. kan worden verklaard door de som van verschillende kleinere mutaties. Er heeft daartoe een reeks budgetoverhevelingen plaatsgevonden van andere artikelen naar artikel 23.
Missiegedreven topsectoren - en innovatiebeleid
Op het vastgesteld subsidiebudget missiegedreven topsectoren- en innovatiebeleid vallen de uitgaven in 2023 met € 20,0 mln. lager uit. Er is voor € 12,4 mln. ingezet voor onder andere beleidsondersteunend onderzoek door voornamelijk WR binnen artikel 23 Kennis en innovatie. Daarnaast is er structureel € 7,6 mln. aan EU-cofinanciering overgeheveld naar Wageningen Research (Bijdrage aan ZBO's/RWT's) om publiek onderzoek te kunnen verrichten.
Kennisverspreiding en groen onderwijs
Het verschil tussen de vastgestelde begroting en de realisatie is ‒ € 75,5 mln. Dit wordt hoofdzakelijk verklaard door de transitie landbouw middelen. Met de Toekomst Landbouw brief is in totaal € 177,0 mln. beschikbaar gekomen op artikel 23 voor 2023 en 2024 voor de SABE regeling, experimenteerlocaties, Meten en berekenen en Digitalisering. In 2023 is € 75,0 mln. niet besteed en toegevoegd in 2024. Tegelijkertijd is gebleken dat de onderliggende activiteiten een langere looptijd hebben dan twee jaar, daarom worden de programma’s nu meerjarig opgezet en de middelen doorgeschoven naar latere jaren, dit leidt tot een verlaging van het kasbudget in 2024 van € 138,5 mln. Op deze middelen is er in 2024 sprake van € 4,3 mln. onderbesteding en is er voor de uitvoeringskosten € 2,9 mln. naar artikel 24 overgeheveld, waardoor deze middelen niet op artikel 23 zijn gerealiseerd. Per saldo is de realisatie op de transitie landbouw middelen € 70,7 mln. lager dan de vastgestelde begroting. Verder is er via artikel 23 € 2,6 mln. overgeheveld naar het ministerie van OCW voor het Regieorgaan SIA.
Bijdrage aan agentschappen
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
De gerealiseerde bijdrage voor Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu is € 5,4 mln. hoger dan geraamd. Er zijn middelen aan de begroting toegevoegd voor de AERIUS opdracht 2024 (€ 2,1 mln.), de tariefstijging door een nieuwe CAO (€ 1,0 mln.) en diverse kleinere bijdragen (€ 2,3 mln.).
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
Wageningen Research
De realisatie van Wageningen Research is € 13,7 mln. hoger dan is vastgesteld in de begroting 2024. Vanuit de Faciliteiten Toegepast Onderzoek (FTO) zijn er 4 projecten aan WR toegekend, waardoor er in 2024 € 7,3 mln. meer gerealiseerd is dan de vastgestelde begroting. Daarnaast is er structureel € 7,6 mln. EU-cofinanciering overgeheveld van Missiegedreven topsectoren - en innovatiebeleid om publiek onderzoek te kunnen verrichten. Verschillende kleinere mutaties verklaren het resterende verschil.
Ontvangsten
Kennisontwikkeling en innovatie
De gerealiseerde ontvangsten op artikel 23 zijn € 13,5 mln. hoger dan is vastgesteld in de begroting. De hogere ontvangst is grotendeels het gevolg van een lagere subsidievaststelling over 2022 voor WR. Hiervoor is een administratieve correctie verwerkt in de subsidie van 2023 die in het begrotingsjaar 2024 is geboekt.