Base description which applies to whole site

Artikel 9. Uitvoering rijkshuisvesting

A Algemene doelstelling

Het verzorgen van de huisvesting van de Hoge Colleges van Staat en het Koninklijk Huis, het in stand houden van Rijksmonumenten en het uitvoeren van het Rijkshuisvestingsbeleid.

B Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is op basis van het Besluit Rijksgebouwendienst 1999 (KB), als opdrachtgever en uitvoerder verantwoordelijk voor:

  • de huisvesting van de Hoge Colleges van Staat en het ministerie van Algemene Zaken;

  • de huisvesting van het Koninklijk Huis, voor zover vallend onder de verantwoordelijkheid van de Staat;

  • de instandhouding van de monumenten in beheer van de Rijksgebouwendienst, ook als die naar hun aard niet geschikt zijn voor de huisvesting van rijksdiensten;

  • de doelmatige uitvoeringspraktijk van de rijkshuisvesting binnen de wettelijke en afgesproken kaders.

C Beleidwijzigingen

Er zijn geen beleidswijzigingen.

D1 Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 9 Uitvoering Rijkshuisvesting

(x € 1 000)

2012

2013

2014

2015

2016

Verplichtingen

58 053

58 413

57 769

58 022

57 616

           

Uitgaven

58 053

58 413

57 769

58 022

57 616

           

9.1 Een doelmatige uitvoeringspraktijk van de rijkshuisvesting

58 053

58 413

57 769

58 022

57 616

           

Bijdragen

58 053

58 413

57 769

58 022

57 616

Bijdrage aan Rgd voor rijkshuisvesting

9 881

10 989

10 357

10 652

10 321

Bijdrage aan Rgd voor monumenten

10 130

10 130

10 130

10 130

10 130

Bijdrage aan Rgd voor huisvesting Koninklijk Huis, HoCoSta's en AZ

38 042

37 294

37 282

37 240

37 165

           

Ontvangsten

2 626

357

357

357

357

D2 Budgetflexibiliteit

De middelen voor het huisvesten van het Koninklijk Huis, de Hoge Colleges van Staat en het ministerie van Algemene Zaken zijn belegd met gebruiksvergoedingen voor projecten waarover met de gebruikers afspraken zijn gemaakt. Daarom zijn deze middelen bijna geheel als juridisch verplicht aan te merken. De middelen voor monumenten worden, als ze nog niet juridisch zijn verplicht, als beleidsmatig gebonden beschouwd, gezien de zorg die de Rijksgebouwendienst voor deze monumenten heeft. Ten aanzien van de middelen voor de rijkshuisvesting geldt dat deze grotendeels zijn verplicht.

E Toelichting op de instrumenten

Bijdragen

Bijdrage aan RGD voor Rijkshuisvesting

De Rijksgebouwendienst ontvangt in 2012 € 9,8 mln. om bij te dragen aan de realisatie van rijksdoelstellingen door:

  • te werken aan energiebesparing in de Rijkshuisvesting;

  • de duurzaamheid van de gebouwenvoorraad van het Rijk te verbeteren;

  • de doelmatige werking van het rijkshuisvestingstelsel te bevorderen;

  • bij te dragen aan de totstandkoming van de rijkswerkplek;

  • uitvoering te geven aan professioneel publiek opdrachtgeverschap in de bouw door te zorgen voor zorgvuldig en transparant aanbesteden, coördinatie van publieke aanbestedende diensten en afstemming met de markt;

  • werkzaamheden van de Rijksbouwmeester voor de bevordering en bewaking van de kwaliteit van de architectuur, voor de stedenbouwkundige inpassing en van de beeldende kunst bij het tot stand brengen, wijzigen en beheren van gebouwen, werken en terreinen waarover de zorg van de dienst zich uitstrekt.

Beoogde prestaties voor 2012 zijn:

Functioneel Controleren, Inregelen en Beproeven

Eind 2012 zijn in 900 000 m2 voorraad rijkshuisvesting de maatregelen toegepast van Functioneel Controleren, Inregelen en Beproeven (FCIB). Dat betekent het zodanig inregelen van de klimaatinstallatie in gebouwen dat een optimaal thermisch comfort wordt bereikt bij een minimale verstoring van het bedrijfsproces en een zo laag mogelijk energiegebruik.

Bijdrage aan RGD voor het beheren van monumenten

Financiële bijdrage in 2012 van € 10,1 mln. aan de Rijksgebouwendienst voor het beheren van de monumenten bij de Rijksgebouwendienst en het bevorderen van de gebruiksmogelijkheden en verhuurbaarheid door periodiek onderhoud en herstel.

Beoogde prestaties voor 2012 zijn:

Tabel 9.1 Prestatie-indicator

Prestatie-indicator

Basiswaarde

Peildatum

Streefwaarde

Periode

Aantal monumenten (objecten) in beheer

43 (128)

2011

43 (128)

2012

Gebruiksgraad monumenten

95%

2009

95%

2012

Bron: BZK/Rgd administraties

Toelichting op de indicator: een deel van de monumenten is naar hun aard niet geschikt voor gebruik, zoals gedenknaalden of grafmonumenten. Deze objecten zijn buiten de berekening gehouden.

Bijdrage aan RGD voor de huisvesting van Het Koninklijk Huis, de Hoge Colleges van Staat en het ministerie van Algemene Zaken

Deze middelen zijn bedoeld voor betalingen aan de Rijksgebouwendienst om de kosten te dekken van huisvesting van de Hoge Colleges van Staat, het ministerie van Algemene Zaken en de drie staatspaleizen voor gebruik door het Koninklijk Huis. Omdat deze groep gebruikers van rijkshuisvesting buiten het huur-verhuurstelsel voor de rijkshuisvesting valt, worden de uitgaven niet op de begroting van de organisaties zelf, maar op de begroting van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verantwoord.

Licence