Base description which applies to whole site

2.2.2 Artikel 2: Financiële Markten

A. Algemene doelstelling

Beleid maken voor een stabiele werking van financiële markten, met betrouwbare dienstverlening van financiële instellingen aan burgers en bedrijven.

B. Rol en verantwoordelijkheid Minister

De Minister van Financiën bevordert het goed functioneren van het financiële stelsel en heeft een regisserende rol. De Minister is verantwoordelijk voor de Nederlandse wetten en regels ten aanzien van de financiële markten, de institutionele structuur van het toezicht, en voor de besluitvorming over eventuele besteding van publieke middelen bij een crisis. Het daadwerkelijke toezicht op de financiële markten wordt uitgevoerd door De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM).

De randvoorwaarden die de Minister stelt voor een integer en stabiel systeem hebben hun basis in de Wet op het financieel toezicht (Wft). Het gaat hierbij om (het toezicht op) regelgeving die financiële instellingen stimuleert en verplicht om op integere en transparante wijze te werk te gaan. Met deze regelgeving en dit toezicht wordt eraan bijgedragen dat consumenten en bedrijven met voldoende informatie en vertrouwen financiële producten kunnen afnemen.

De Minister bevordert de educatie van de burger op financieel gebied, streeft naar een integer financieel stelsel met passende regelgeving in de Wet ter voorkoming van witwassen en het financieren van terrorisme (Wwft) en is verantwoordelijk voor de ongestoorde voorziening van voldoende munten in circulatie.

C. Beleidswijzigingen

De financiële crisis heeft duidelijk gemaakt dat een hervorming van de wet- en regelgeving in de financiële sector noodzakelijk is. In de G20, het Bazels Comité voor bankentoezicht en in Europa zijn hiertoe meerdere voorstellen gedaan, die grotendeels door middel van richtlijnen in nationale regelgeving zijn en worden geïmplementeerd. De hervormingen van de financiële sector moeten leiden tot een robuuste financiële sector die solide, verantwoordelijk en transparant is. Daartoe zijn in de beleidsagenda de prioriteiten voor 2014 aangegeven. Via een jaarlijks te sturen brief wordt de Tweede Kamer geïnformeerd over het verloop van de hervormingen en de veranderingen die op het terrein van wet- en regelgeving zijn te verwachten.

Hieronder wordt kort ingegaan op twee belangrijke Europese trajecten: enerzijds de herziening van de kapitaaleisen en anderzijds de totstandkoming van een Bankenunie.

Herziening kapitaaleisen

Per 1 januari 2014 zullen de Capital Requirement Directive IV (CRD IV) en de Capital Requirements Regulation (CRR) van kracht worden. Door middel van deze richtlijn en verordening wordt het Bazel III-akkoord, alsmede additionele regels, in de Europese Unie geïmplementeerd, om het toezicht op banken en beleggingsondernemingen in Europees verband verder te harmoniseren. De prudentiële regels voor banken en beleggingsondernemingen worden aangescherpt en uitgebreid, terwijl tegelijkertijd het toezicht op deze financiële ondernemingen wordt verbeterd. Het doel van deze regelgeving is om de financiële soliditeit, stabiliteit en weerbaarheid van zowel banken als beleggingsondernemingen te versterken. Daarnaast kan DNB vanaf 2014 systeemrelevante banken aanwijzen die additionele buffers moeten aanhouden om risico’s verder in te perken.

Bankenunie

Nederland zet zich actief in voor een goed functionerende Bankenunie, die in ieder geval moet bestaan uit Europees bankentoezicht, geharmoniseerde toezichtregels en een Europees resolutiemechanisme. Een Europees depositogarantiestelsel vormt een sluitstuk van een Bankenunie. De Europese Commissie heeft voor de zomer van 2013 een plan gepresenteerd voor een Europees resolutiemechanisme. Het is de bedoeling dat de Raad en het Europees Parlement voor het einde van de zittingstermijn van het huidige Europese parlement, uiterlijk in april 2014, een akkoord bereiken over dit voorstel. Tevens zal het vierde kwartaal van 2014 hoogstwaarschijnlijk in het teken staan van de start van het bankentoezicht door de Europese Centrale Bank.

D1. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel budgettaire gevolgen (x € 1.000)
 

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

Verplichtingen

– 15.864.348

– 3.092.421

57.004

18.199

18.832

16.609

16.609

waarvan garantieverpichtingen

– 15.932.412

           

Garantie kredietfaciliteit AFM

             

Garantieregeling bancaire leningen

– 15.932.477

– 3.153.073

         

Garantie en waarborg NWB

65

           
               

Uitgaven

71.169

60.652

57.004

18.199

18.832

16.609

16.609

waarvan juridisch verplicht

   

81%

       
               

Subsidies

1.467

3.068

964

965

966

966

966

Afwikkeling Geldmuseum en collectiebeheer

689

1.685

530

530

530

530

530

CDFD

778

1.383

434

435

436

436

436

               

Bekostiging

9.776

15.120

13.775

13.775

13.775

13.775

13.775

Rechtspraak Financiële Markten

687

1.250

1.250

1.250

1.250

1.250

1.250

Muntcirculatie

8.500

13.385

12.385

12.385

12.385

12.385

12.385

Afname munten in circulatie

             

Overig

589

485

140

140

140

140

140

               

Garanties

             

Terugbet.fee gar.banc.leningen

             

             

Leningen

             

Voorfinanciering DNB (DGS)

             
               

Opdrachten

2.091

1.282

270

270

270

270

270

Wijzer in geldzaken

2.091

1.282

270

270

270

270

270

               

Bijdrage aan ZBO’s en RWT’s

57.432

40.782

41.595

2.789

3.421

1.198

1.198

Bijdrage toezicht AFM

29.722

16.919

20.737

734

735

623

623

Bijdrage toezicht DNB

27.710

23.863

20.858

2.055

2.686

575

575

               

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

403

400

400

400

400

400

400

Caribean Financial Action Taskforce

23

20

20

20

20

20

20

IASB

380

380

380

380

380

380

380

               

Ontvangsten

586.778

208.276

162.931

7.597

7.377

7.288

7.108

               

Garanties

230.242

161.348

155.554

       

feeopbrengsten gar. banc. leningen

230.242

161.348

155.554

       
               

Leningen

293.150

           

terugontv. voorfinanciering DNB (DGS)

293.150

           
               

Bekostiging

60.313

5.184

5.184

5.184

5.184

5.184

5.184

ontvangsten muntwezen

1.768

5.184

5.184

5.184

5.184

5.184

5.184

toename munten in circulatie

58.545

           
               

Overig

3.073

41.744

2.193

2.413

2.193

2.104

1.924

D2. Budgetflexibiliteit

Subsidies

CDFD

Het College Deskundigheid Financiële Dienstverlening (CDFD) is belast met het toezicht op de naleving door exameninstituten van de artikelen 9 en 10 van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft. Genoemde artikelen bevatten een nadere uitwerking van artikel 4:9, derde lid, van de Wet op het financieel toezicht. De aanwijzing van het CDFD is bij Koninklijk besluit gebeurd (Instellingsbesluit CDFD). Door deze aanwijzing kan zij namens de Minister van Financiën beslissen over het verlenen, onthouden en intrekken van een erkenning.

Bekostiging

Rechtspraak Financiële Markten

Op grond van artikel 21 van de Wet tuchtrechtspraak accountants worden de kosten van de accountantskamer (Rechtspraak Financiële Markten) volledig gedragen door de Minister van Financiën.

Muntcirculatie

Krachtens artikel 6, eerste lid van de Muntwet 2002 kunnen munten uitsluitend in opdracht van de Staat worden vervaardigd en uitgegeven. Met het oog daarop heeft de Minister een aantal afspraken met de Koninklijke Nederlandse Munt (KNM) gemaakt. Deze afspraken zijn vastgelegd in een overeenkomst tussen de Staat en KNM.

Opdrachten

Wijzer in geldzaken

Samen met private partijen financiert het ministerie het platform Wijzer in geldzaken. Het Ministerie van Financiën heeft zich in 2010 gecommitteerd aan een meerjarige bijdrage aan het platform, waarbij uitgangspunt is dat de sector de helft van het benodigde bedrag voor haar rekening neemt. In het voorjaar van 2013 heeft het ministerie dit commitment herbevestigd. Momenteel wordt overwogen de financiering van het platform in regelgeving vast te leggen.

Bijdrage aan ZBO’s en RTW

Dit betreft de bijdragen aan de Autoriteit Financiële Markten en De Nederlandsche Bank voor het door hen uit te oefenen toezicht op de financiële markten. De verplichting tot betaling van deze bijdrage is, met uitzondering van de bijdrage voor het toezicht op de BES-eilanden, in de Wet bekostiging financieel toezicht vastgelegd.

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

Carribean Financial Action Task Force

De bijdrage aan de Carribean Financial Action Task Force (CFATF) hangt samen met de status van Nederland als co-operating and supporting nation. De bijdrage is niet juridisch verplicht. In de afgelopen jaren is de Nederlandse bijdrage gereserveerd voor de evaluatie van wetgeving en beleid van Curaçao en Sint Maarten.

IASB

Sinds 2008 verstrekt het Ministerie van Financiën jaarlijks een financiële bijdrage van € 380.000 aan de International Accounting Standards Board (IASB). Met de oprichting van de IASB kon Nederland bepaalde werkzaamheden overdragen. Zo werd tot dan toe wetgeving inzake accountingstandaarden opgenomen in het Burgerlijk Wetboek.

E. Toelichting op de instrumenten

Subsidie CDFD

Het College Deskundigheid Financiële Dienstverlening (CDFD) ondersteunt en adviseert de Minister van Financiën over de uitvoering van de regels met betrekking tot vakbekwaamheid van financiële dienstverleners zoals deze zijn neergelegd in de Wet financieel toezicht (Wft) en het Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft (Bgfo). Het CDFD heeft onder andere als taak het adviseren van de Minister bij het vaststellen van toets- en eindtermen en het oordelen van erkenningen van exameninstituten. Voor de uitvoering van deze taken ontvangt het CDFD subsidie.

Afwikkeling Geldmuseum

De reguliere subsidie aan het Geldmuseum komt met ingang van het jaar 2014 te vervallen. Er wordt rekening gehouden met de kosten die samenhangen met de toekomstige opslag en beheer van het deel van de museumcollectie dat toebehoort aan het Ministerie van Financiën. Hierover moeten nog definitieve afspraken, mogelijk met De Nederlandsche Bank, worden gemaakt. Voorlopig is er voor gekozen om de hoogte van het bedrag voor de collectie gelijk te houden aan de tot nu toe jaarlijks aan het Geldmuseum verstrekte reguliere bijdrage.

Rechtspraak Financiële Markten (accountantskamer)

De Accountantskamer beoordeelt klachten over gedragingen van accountants bij hun beroepsmatig handelen. Het gaat daarbij vooral om gedragingen die mogelijk in strijd zijn met de wet of met het belang van een goede uitoefening van het accountantsberoep. In een tuchtprocedure staat het belang van een goede beroepsuitoefening voorop.

Muntcirculatie

Muntcirculatie bestaat uit uitgaven die betrekking hebben op de muntproductie en de vergoeding van de kosten van het Nationaal Analysecentrum voor Munten. De muntproductie in de jaren 2014 en verder is afhankelijk van de ontwikkelingen in de muntvraag.

Afname munten in circulatie

Het in omloop brengen van reguliere euromunten leidt tot ontvangsten voor de Staat en tegelijkertijd tot een schuld aan het publiek. Wanneer er meer munten in omloop worden gebracht dan dat er uit omloop terugkomen, neemt het aantal munten in circulatie toe. Deze toename leidt tot een netto ontvangst omdat de nominale waarde van de munten wordt ontvangen door de Staat. Wanneer er minder munten in omloop worden gebracht dan dat er uit omloop terugkomen, leidt dit tot een afname van munten in circulatie en tot een netto uitgave, omdat de nominale waarde wordt terugbetaald. Met de invoering van de euro deed ook de migratie van deze munten haar intrede. De realisaties van voorgaande jaren laten een wisselend beeld zien met zowel positieve als negatieve resultaten. Om deze reden wordt een stelpost van nul opgenomen voor zowel de ontvangst als de uitgave aan munten in circulatie.

Wijzer in geldzaken

Het platform Wijzer in geldzaken heeft het vergroten van financiële kennis en vaardigheden in Nederland de afgelopen jaren met succes op de kaart gezet. Uitgangspunt voor de begroting van Wijzer in geldzaken is dat het Ministerie van Financiën samen met een aantal partijen uit de sector het platform financiert.

Bijdrage toezicht AFM en DNB

DNB en AFM voeren het toezicht op de Financiële Markten uit. De hoogte van de overheidsbijdrage aan de toezichthouders AFM en DNB is met ingang van 1 januari 2013 geregeld in artikel 10 van de Wet bekostiging financieel toezicht (Wbft). Tot 2015 betaalt de Rijksoverheid mee aan dit toezicht.

Bijdrage internationale organisaties

Hieronder vallen de jaarlijkse contributie aan de International Accounting Standards Board, alsmede de bijdrage in de kosten van de Caribean Financial Action Task Force (CFATF). De CFATF is een regionale organisatie in het Caribische gebied die witwassen en het financieren van terrorisme bestrijdt.

Overig

Deze post is een verzameling van kleine instrumenten: de monitoring commissies Code Banken, Verzekeraars en Corporate Governance en de commissie Wijffels.

Ontvangsten

Feeopbrengsten

Sinds 1 januari 2011 is het mogelijk voor banken die onder de garantieregeling leningen hadden uitgegeven (delen van) gegarandeerde leningen vervroegd af te lossen. ABN AMRO, Achmea en NIBC hebben gebruik gemaakt van deze mogelijkheid.

Ontvangsten muntwezen

De ontvangsten muntwezen hebben betrekking op de uitgifte van bijzondere euromunten, de afdracht van de Koninklijke Nederlandse Munt (KNM) aan de Staat van de totale nominale waarde van uitgegeven muntsets, de bijzondere euromunten en van royalty's. Royalty's zijn vergoedingen die de Staat ontvangt voor dukaten die KNM produceert en verkoopt. De ontvangsten muntwezen hebben tevens betrekking op verkocht metaalschroot.

Licence