Base description which applies to whole site

Artikel 18 Overigen uitgaven en ontvangsten

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Dit artikel bevat een aantal uiteenlopende onderwerpen.

Het projectartikel is gerelateerd aan de beleidsartikelen 18 Scheepvaart en havens (Intermodaal vervoer) en 22 Externe veiligheid en risico's (Externe veiligheid) van de Begroting hoofdstuk XII.

Budgettaire gevolgen van de uitvoering van art. 18 Overige uitgaven (x € 1.000)
 

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Verplichtingen

276.524

231.906

271.880

330.722

307.792

157.402

173.278

Uitgaven

287.566

242.089

272.602

330.151

307.243

157.290

172.969

Waarvan juridisch verplicht:

   

100%

       

18.02 Beter Benutten

   

49.872

124.723

124.723

   

18.03 Intermodaal vervoer

795

7.484

852

       

18.04 Gebiedsgerichte aanpak (UPR)

842

2.027

         

18.05 Railinfrabeheer

 

1

         

18.06 Externe veiligheid

104

3.435

1.995

2.005

1.996

1.000

865

18.07 Mobiliteitsonafhankelijke kennis en expertise

0

306

42

42

42

42

36

18.07.01 Nationale basisinform.voorz. en ov. uitgaven.

 

168

42

42

42

42

36

18.07.02 Subsidies algemeen

 

138

       

18.08 Netwerkoverstijgende kosten

285.824

228.836

219.841

203.381

180.482

156.248

153.727

18.08.01 Apparaatskosten RWS

218.424

205.235

200.208

174.107

152.124

136.382

131.081

18.08.02 Overige netwerkoverstijgende kosten

67.400

23.601

19.633

29.274

28.358

19.866

22.646

18.11 Investeringsruimte

0

0

0

0

0

0

0

18.11.01 Programmaruimte

             

18.11.02 Beleidsruimte

             

18.12 Nader toe te wijzen BenO en Vervanging

0

0

0

0

0

0

0

18.12.01 Beheer en onderhoud

             

18.12.02 Vervanging

             

18.13 Tol gefinancierde uitgaven

           

18.341

18.14 Minregel: rentevrijval

             

Van totale uitgaven

             

– Bijdrage aan agentschap RWS

276.424

219.958

212.497

187.316

166.068

150.237

145.026

– Restant

11.142

22.130

60.105

142.835

141.175

7.053

27.943

18.09 Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

18.341

18.09.01 Ontvangsten

             

18.09.02 Tolopgave

           

18.341

18.10 Saldo van de afgesloten rekeningen

147.317

– 12.263

Onderstaand zijn de beschikbare budgetten tot en met 2028 per jaar gepresenteerd op het niveau van artikelonderdeel. In de verdiepingsbijlage bij de begroting zijn de mutaties op hetzelfde detailniveau toegelicht voor de periode tot en met 2028.

Bedragen x € 1.000
   

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

18

Overige uitgaven

uitgaven

272.602

330.151

307.243

157.290

172.969

172.862

374.576

18.01

Saldo afgesloten rekeningen

 

0

0

0

0

0

0

0

18.02

Beter Benutten

 

49.872

124.723

124.723

0

0

0

0

18.03

Intermodaal vervoer

 

852

0

0

0

0

0

0

18.06

Externe veiligheid

 

1.995

2.005

1.996

1.000

865

763

0

18.07

Mobiliteitsonafh. Kennis en expertise

 

42

42

42

42

36

36

0

18.08

Netwerkoverstijgende kosten

 

219.841

203.381

180.482

156.248

153.727

153.722

154.174

18.11

Investeringsruimte

 

0

0

0

0

0

0

– 1

18.12

Nader toe te wijzen BenO en Vervanging

 

0

0

0

0

0

0

266.061

18.13

Tol gefinancierde uitgaven

 

0

0

0

0

18.341

18.341

18.342

18.14

Minregel: rentevrijval

 

0

0

0

0

0

0

– 64.000

                   

18.09

Tolopgave

Ontvangsten

0

0

0

0

18.341

18.341

18.342

(vervolg) Bedragen x € 1.000
   

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

18

Overige uitgaven

uitgaven

515.860

536.104

528.822

529.515

529.491

509.327

560.051

18.01

Saldo afgesloten rekeningen

 

0

0

0

0

0

0

0

18.02

Beter Benutten

 

0

0

0

0

0

0

0

18.03

Intermodaal vervoer

 

0

0

0

0

0

0

0

18.06

Externe veiligheid

 

0

0

0

0

0

0

0

18.07

Mobiliteitsonafh. Kennis en expertise

 

0

0

0

0

0

0

0

18.08

Netwerkoverstijgende kosten

 

154.964

155.077

147.911

148.604

148.579

148.758

146.320

18.11

Investeringsruimte

 

0

0

– 1

– 1

0

0

– 1

18.12

Nader toe te wijzen BenO en Vervanging

 

406.554

406.554

406.439

406.439

406.439

386.096

439.259

18.13

Tol gefinancierde uitgaven

 

18.342

38.473

38.473

38.473

38.473

38.473

38.473

18.14

Minregel: rentevrijval

 

– 64.000

– 64.000

– 64.000

– 64.000

– 64.000

– 64.000

– 64.000

                   

18.09

Tolopgave

Ontvangsten

18.342

38.473

38.473

38.473

38.473

38.473

38.473

18.02 Beter Benutten

Motivering

In het nieuwe regeerakkoord is afgesproken dat het programma Beter Benutten wordt voortgezet. In de brief bezuinigingen Infrastructuurfonds van 13 februari 2013 (Kamerstukken II, 2012/13, 33 400 A, nr. 48) wordt vermeld dat Bereikbaarheidsknelpunten niet alleen met grootschalige infrastructuurprojecten worden aangepakt maar dat breed en creatief gezocht wordt naar mogelijke oplossingen. Gedacht wordt aan de slimme aanpak gericht op gedragsverandering in het kader van het programma Beter Benutten.

Tussen Rijk en regio’s is op 6 maart 2014 bestuurlijk afgesproken om gezamenlijk in de jaren 2015 tot en met 2017 hiervoor € 600 miljoen beschikbaar te stellen. De invulling van dit pakket zal in ieder geval onder dezelfde voorwaarden als het eerste regiopakket vorm krijgen, waarbij de eerste ervaringen van het huidige programma mee worden genomen.

De focus van het vervolgprogramma Beter Benutten ligt op de 12 regio’s die de meeste spitsdrukte kennen. Voor het vervolg van beter Benutten is landelijk de volgende programma ambitie afgesproken: tenminste 10% vermindering van de reistijd van deur tot deur op de belangrijkste gesignaleerde knelpunten in de spits op de weg in de periode 2015 tot en met 2017. Dit ten opzichte van een situatie zonder het vervolgprogramma Beter Benutten. Over het vervolgprogramma is de Kamer per brief van 26 maart 2014 geïnformeerd (Kamerstukken II, 2013/14, 33 750 A, nr. 67).

Op basis van Plannen van Aanpak die de regio’s opstellen en waarin afspraken worden gemaakt tussen Rijk en regio zijn en worden de financiële middelen aan de regio’s ter beschikking gesteld.

De werkwijze van Beter Benutten kenmerkt zich door:

  • Het uitvoeren vooraf van een verkeerskundige analyse op resterende knelpunten in de Beter Benutten regio’s;

  • Duidelijke doelstelling (zowel qua effect als betrokkenheid werkgever/werknemers);

  • Samenwerking met de regio’s;

  • Eisen cofinanciering als wel eisen aan de regionale uitvoeringsorganisatie;

  • Zicht op doelgroepen en motieven voor gedragsverandering.

18.03 Intermodaal vervoer

Motivering

Realisatie van de doelen is in belangrijke mate afhankelijk van andere factoren, zoals het gedrag van verladers, vervoerders en consumenten en bestuurlijke afspraken over het ruimtelijk beleid. Het effect van deze beleidsdoelstelling is dat de bereikbaarheid van economisch belangrijke gebieden verbetert.

RSC Maasvlakte

Producten

Uit het BCI-onderzoek Goederenvervoer per spoor, marktontwikkelingen en beleid (2009) komt naar voren dat spoorgoederenknooppunten in het achterland een belangrijke rol kunnen spelen voor het havennetwerk en voor binnenlandse verladers in het achterland. Als vervolg hierop is in

2010 een beleidskader spoorgoederenknooppunten ontwikkeld met een beleidsvisie op de ontwikkeling van spooraansluitingen, railterminals, openbare laad- en losplaatsen, greenports en dergelijke. In 2012–2013 is een stimuleringsprogramma voor railterminals tot uitvoering gekomen.

Container Transferium Alblasserdam

Het Container Transferium Alblasserdam is gelegen aan de belangrijkste Europese binnenvaartcorridor Rijn/Maas-Main-Donau. Om de veiligheid en de betrouwbaarheid van deze corridor te garanderen en de private investeringsbereidheid voor de totale projectkosten te behouden, heeft IenM zich bereid verklaard om (een deel van) de hieruit voortvloeiende extra investeringen te financieren.

Als gevolg van een aangepaste terminal lay-out zijn de taakstellende bijdragen van het Rijk en de provincie Zuid-Holland gereduceerd. Omdat het initiële bedrag is gefinancierd uit artikel 15 Hoofdvaarwegen wordt de vrijval (€ 2 miljoen) aan de investeringsruimte (15.07) van hoofdvaarwegen toegevoegd.

Projectoverzicht Intermodaal vervoer
 

Totaal

Budget in € mln

Oplevering

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

later

huidig

vorig

Multi- en modaalvervoer

                       

Container Transferium Alblasserdam

3

5

1

4

– 2

         

2015

2014

RSC Maasvlakte

8

8

1

4

3

         

2014

2014

Totaal

11

 

3

7

1

0

0

0

0

0

   

Begroting (IF 18.03.01)

     

7

1

0

0

0

0

0

   
18.06 Externe veiligheid

Motivering

Het budget is bestemd voor het oplossen van externe veiligheidsknelpunten in het kader van de Nota Vervoer Gevaarlijke Stoffen (NVGS, Kamerstukken II, 2005/06, 30 373, nr. 2). De opgenomen kasreeks heeft betrekking op het RWS-programma «aankopen en saneren van kwetsbare objecten in het kader van basisnet».

Producten

Saneringsopgave voor Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen tot en met 2035.

18.08 Netwerkoverstijgende kosten

Motivering

Op dit artikelonderdeel worden de netwerkoverstijgende apparaatskosten (inclusief afschrijving en rente) en overige netwerkoverstijgende kosten van RWS verantwoord. Het gaat hierbij om zowel de kosten die met de overhead van RWS gemoeid zijn als bepaalde onderdelen van Landelijke taken die een netwerk overstijgend karakter kennen. Deze kosten hebben niet alleen betrekking op de activiteiten die verricht worden voor het Infrastructuurfonds, maar hebben tevens betrekking op de activiteiten voor het Deltafonds.

18.11 Investeringsruimte

Motivering

Op dit artikel werd de voor het Infrastructuurfonds beschikbare investeringsruimte tot en met 2028 verantwoord. In de brief bezuinigingen Infrastructuurfonds van 13 februari 2013 (Kamerstukken II, 2012/13, 33 400 A, nr. 48) is per modaliteit de ruimte afgeleid voor nieuwe investeringen en risico’s. Bij Voorjaarsnota 2013 zijn hiertoe vervolgens per modaliteit aparte artikelonderdelen «Investeringsruimte» geïntroduceerd.

18.12 Nader toe te wijzen BenO en Vervanging

Motivering

Op dit artikelonderdeel zijn noodzakelijke middelen opgenomen voor Vervanging en Renovatie. Deze middelen kunnen nog niet worden toegewezen aan de afzonderlijke netwerken. Op een later moment worden deze middelen toegewezen aan het artikel 12 Hoofdwegennet, artikel 15 Hoofdvaarwegennet van het Infrastructuurfonds. Toewijzing van deze middelen zal geschieden op grond van een nadere onderbouwing van de onderhouds- en vervangingsbehoefte per netwerk. Om dit mogelijk te maken wordt door RWS onder meer een inventarisatie gemaakt van de ouderdom en de te verwachten restlevensduur van de infrastructurele objecten.

18.13 Tol gefinancierde uitgaven

Motivering

Op dit artikel zijn de uitgaven opgenomen die uit tol gefinancierd worden bij de projecten ViA15 en NWO. Uit behoedzaamheid wordt deze uitgavenruimte pas als dekking ingezet op artikel 12 Hoofdwegennet na het afronden van de aanbesteding van de DBFM-contracten (Financial close). Dit artikelonderdeel is gekoppeld aan het ontvangstenartikel 18.09.02 Tolopgave.

18.14 Minregel rentevrijval

Motivering

Met het in 2009 uitgekeerde superdividend van NS (€ 1,4 miljard) is een eeuwig lopende schuld van ProRail afgelost. De rentevrijval die door deze aflossing ontstond binnen het Infrastructuurfonds tot en met 2020 werd daarbij ingezet voor de financiering van spoorambities (Kamerstukken II, 2009/10, 28 165, nr. 105). Er vindt bij deze begroting een correctie plaats op Infrastructuurfonds voor de rentevrijval in de periode 2021–2028 (€ 64 miljoen per jaar). De verlaging wordt voorlopig technisch verwerkt via een minregel op artikel 18. Bij verlenging van het Infrastructuurfonds zal de minregel ingepast worden binnen de begroting van het Infrastructuurfonds.

Licence