Base description which applies to whole site

Artikel 15 Hoofdvaarwegennet

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Op dit artikel worden de producten op het gebied van Rijksvaarwegen verantwoord. Dit betreffen de onderdelen verkeersmanagement, beheer, onderhoud en vervanging, aanleg, geïntegreerde contractvormen/PPS, netwerkgebonden kosten en de investeringsruimte.

De doelstellingen van het onderliggende beleid zijn terug te vinden in de Begroting hoofdstuk XII over 2017 en vinden hun oorsprong in de SVIR en de Nota Mobiliteit (NoMo) (Kamerstukken II 2004–2005 29 644, nr. 6).

Het artikel Hoofdvaarwegennet op het Infrastructuurfonds is gerelateerd aan beleidsartikel 18 Scheepvaart en havens op de Begroting hoofdstuk XII.

Budgettaire gevolgen van de uitvoering van art. 15 Hoofdvaarwegennet (bedragen x € 1.000)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Verplichtingen

1.660.126

1.321.301

802.092

1.095.873

1.039.793

1.010.725

729.175

Uitgaven

871.615

986.457

872.578

1.030.406

1.125.865

958.327

839.431

Waarvan juridisch verplicht:

   

96%

       

15.01 Verkeersmanagement

7.545

8.428

8.428

8.428

8.428

8.428

8.428

– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

7.545

8.428

8.428

8.428

8.428

8.428

8.428

15.02 Beheer, onderhoud en vervanging

401.328

425.647

366.969

382.587

326.299

298.791

236.016

15.02.01 Beheer en onderhoud

208.340

312.611

277.635

277.821

290.874

262.896

192.410

– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

204.205

307.117

272.959

273.137

268.348

259.026

188.541

15.02.04 Vervanging

192.988

113.036

89.334

104.766

35.425

35.895

43.606

– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

80.140

25.080

21.457

6.161

1.192

7.347

339

15.03 Aanleg

210.556

199.697

186.361

302.555

285.586

203.503

262.811

15.03.01 Realisatie

196.320

177.827

150.668

262.798

277.202

200.400

240.393

15.03.02 Verkenningen en planuitwerkingen

14.236

21.870

35.693

39.757

8.384

3.103

22.418

– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

14.236

4.358

2.090

375

327

301

689

15.04 Geintegreerde contractvormen/PPS

679

45.216

10.904

40.448

211.999

155.058

41.970

15.06 Netwerkgebonden kosten HVWN

251.507

307.469

299.916

296.388

293.553

292.547

290.206

15.06.01 Apparaatskosten RWS

225.494

278.244

272.771

269.285

266.416

265.409

262.750

– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

225.494

278.244

272.771

269.285

266.416

265.409

262.750

15.06.02 Overige netwerkgebonden kosten

26.014

29.225

27.145

27.103

27.137

27.138

27.456

– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

26.014

29.225

27.145

27.103

27.137

27.138

27.456

15.07 Investeringsruimte

0

0

0

0

0

0

0

15.09 Ontvangsten

213.179

99.041

93.675

120.617

127.927

100.240

59.500

Budgetflexibiliteit

Met uitzondering van verkenning en planuitwerking, worden de budgetten in 2017 als juridisch verplicht beschouwd op de peildatum 1 januari 2017. Voor de mate van verplichting van het verkenningen en planuitwerkingsprogramma tot en met 2030 wordt verwezen naar het betreffende projectoverzicht.

Onderstaand zijn de beschikbare budgetten tot en met 2030 per jaar gepresenteerd op het niveau van artikelonderdeel. In de verdiepingsbijlage bij de begroting zijn de mutaties op hetzelfde detailniveau toegelicht voor de periode tot en met 2030.

Bedragen x € 1.000
   

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

15

Hoofdvaarwegennet

Uitgaven

986.457

872.578

1.030.406

1.125.865

958.327

839.431

754.235

681.957

15.01

Verkeersmanagement

 

8.428

8.428

8.428

8.428

8.428

8.428

8.428

8.428

15.02

Beheer, onderhoud en vervanging

 

425.647

366.969

382.587

326.299

298.791

236.016

289.618

297.966

15.03

Aanleg

 

199.697

186.361

302.555

285.586

203.503

262.811

129.801

47.165

15.04

Geïntegreerde contractvormen/PPS

 

45.216

10.904

40.448

211.999

155.058

41.970

41.334

40.709

15.06

Netwerkgebonden kosten HVWN

 

307.469

299.916

296.388

293.553

292.547

290.206

285.054

287.689

15.07

Investeringsruimte

 

0

0

0

0

0

0

0

0

                     

15.09

Ontvangsten

Ontvangsten

99.041

93.675

120.617

127.927

100.240

59.500

37.000

0

(vervolg) Bedragen x € 1.000
   

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

2016–2030

15

Hoofdvaarwegennet

Uitgaven

658.156

656.553

821.696

821.774

694.356

631.609

630.022

12.163.422

15.01

Verkeersmanagement

 

8.428

8.428

8.428

8.428

8.428

8.428

8.428

126.420

15.02

Beheer, onderhoud en vervanging

 

249.914

191.986

192.714

191.160

225.710

225.710

225.710

4.126.797

15.03

Aanleg

 

71.256

128.735

293.559

237.894

103.816

28.420

28.420

2.509.579

15.04

Geïntegreerde contractvormen/PPS

 

40.102

39.653

39.077

38.514

37.961

37.961

37.961

858.867

15.06

Netwerkgebonden kosten HVWN

 

288.456

287.751

287.918

288.535

291.161

291.161

291.161

4.378.965

15.07

Investeringsruimte

 

0

0

0

57.243

27.280

39.929

38.342

162.794

                   

0

15.09

Ontvangsten

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

638.000

15.01 Verkeersmanagement

Motivering

De activiteiten binnen verkeersmanagement worden uitgevoerd om een vlot, betrouwbaar en veilig scheepvaartverkeer op het hoofdvaarwegennet te realiseren.

15.01.01 Verkeersmanagement

Producten

Bij verkeersmanagement gaat het voornamelijk om de volgende activiteiten:

  • Verkeersbegeleiding, bediening van objecten en vaarwegmarkering;

  • Monitoring en informatieverstrekking;

  • Vergunningverlening en handhaving;

  • Crisisbeheersing en preventie.

In het goederenvervoer over water is een groei voorzien, die deels met verkeersmanagement wordt gefaciliteerd. Daarnaast moet de betrouwbaarheid en reistijd op orde worden gebracht. Beleidsdoelstellingen op het gebied van verkeersmanagement zijn:

  • Het zoveel mogelijk beperken van de gemiddelde structurele wachttijd bij sluizen in de hoofdvaarwegen;

  • Het afstemmen van de bediening van bruggen en sluizen op de vraag vanuit de markt.

De activiteiten die door RWS centraal worden uitgevoerd, worden gefinancierd uit de budgetten voor netwerkgebonden kosten. De verdeling naar onder meer Verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud is extracomptabel inzichtelijk gemaakt in bijlage 4 Instandhouding van deze begroting.

Na overleg met de verschillende regio’s is vanaf 2014 de versobering voor de bediening van sluizen en beweegbare bruggen doorgevoerd. De belangrijkste verbindingen op het internationaal kernnet goederenvervoer en de hoofdvaarwegen uit de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR), waarover de grootste volumes worden vervoerd, zijn hierbij ontzien. Het Rijk heeft tevens in overleg met de verschillende regio’s een vergezicht voor een «robuust bediend» vaarwegennet in Nederland opgesteld en eind 2015 naar de Kamer gestuurd. Dit vergezicht geeft perspectief op een toekomstvast bedieningsregime en handelingsruimte om andere serviceniveaus te bereiken. Dit vergezicht wordt gebruikt om nadere maatwerkafspraken te maken of bestaande afspraken waar nodig en mogelijk te optimaliseren.

Met verschillende partijen zijn afspraken gemaakt over de invoering van vraaggestuurd bedienen of bediening op afstand waarbij samenwerking tussen beheerders of gezamenlijk investeren is overeengekomen. Begin 2016 zijn bijvoorbeeld nadere afspraken gemaakt met de provincie Overijssel om met behulp van bijdragen van de regio te komen tot een verbeterd bedieningsregime van de Twentekanalen. Met Limburg en Noord-Brabant zijn eerder al soortgelijke afspraken gemaakt. Alle gemaakte versoberingsafspraken worden in 2017 gemonitord en waar nodig en mogelijk bijgestuurd.

Ook is vanaf 2014 een begin gemaakt met de versobering op de verkeersbegeleiding.

Waar mogelijk en zinvol wordt samen met de andere overheden naar centrale bediening op vaarroutes overgeschakeld. Vanzelfsprekend wordt getracht om de bediening zodanig in te richten, dat wachttijden en stremmingen zo veel mogelijk worden beperkt. Een goede informatievoorziening hierover aan gebruikers is daarbij van groot belang, waarbij rekening gehouden wordt met de sterk toegenomen beschikbaarheid van AIS (Automatic Identification System). Met het toezicht op het water dat door RWS (onder andere samen met de Politie) wordt uitgevoerd, wordt beoogd de veiligheid voor de gebruikers te borgen. Dit toezicht heeft ook een preventieve werking. Met de inwerkingtreding van de nieuwe Binnenvaartwet is meer nadruk komen te liggen op bestuursrechtelijke handhaving door IenM (in plaats van strafrechtelijke handhaving door de Politie). In geval van calamiteiten, zoals schade en verontreinigingen, wordt hierover bericht en adequaat opgetreden. Hiervoor is een calamiteitenorganisatie operationeel.

Meetbare gegevens

Specificatie bedieningsareaal

Areaalomschrijving

Eenheid

2015

2016

2017

Begeleide vaarweg

km

594

594

594

Bediende objecten

aantal

245

244

242

Toelichting:

Alleen de vaarwegen die vanuit vaste verkeersposten worden begeleid, zijn in het hierboven opgenomen areaal meegeteld. De vaarwegen in beheer bij RWS die met patrouillevaartuigen worden bestreken zijn derhalve niet meegerekend. Het aantal bediende objecten zal eind 2017 iets zijn afgenomen.

De indicator passeertijden sluizen is opgenomen in beleidsartikel 18 Scheepvaart en havens in de Begroting hoofdstuk XII.

15.02 Beheer, onderhoud en vervanging

Motivering

Beheer en onderhoud wordt uitgevoerd om het Hoofdvaarwegennet in een staat te houden, die noodzakelijk is voor het faciliteren van vlot, betrouwbaar, veilig en duurzaam vervoer van goederen.

Producten

Het regulier beheer en onderhoud van rijksvaarwegen omvat maatregelen aan bodems, oevers, kunstwerken zoals sluizen en bruggen, verkeersvoorzieningen, landschap en milieu en voorzieningen voor verkeersmanagement, zoals verkeerscentrales.

Vervanging en renovatie betreffen het tijdig programmeren en nemen van maatregelen aan kunstwerken en vaarwegen waarbij regulier beheer en onderhoud niet meer voldoende zijn. Voornamelijk in de eerste helft en vanaf de jaren 60 van de vorige eeuw zijn er kunstwerken gerealiseerd die, mede door het intensieve gebruik, nu of in de komende decennia het moment van einde levensduur naderen. Op basis van onderzoek wordt concreet gemaakt voor welke kunstwerken wanneer vervanging of renovatie aan de orde is.

Voor zover de activiteiten centraal vanuit RWS worden ingezet, worden de kosten centraal gefinancierd uit de budgetten voor netwerkgebonden kosten. De verdeling naar ondermeer Verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud is extracomptabel inzichtelijk gemaakt in de bijlage instandhouding bij deze begroting.

In bijlage 4 Instandhouding is een nadere toelichting opgenomen met betrekking tot Beheer en Onderhoud en Vervanging.

15.02.01 Beheer en Onderhoud

Een voorwaarde voor het optimaal gebruiken van het vaarwegennet is de bedrijfszekerheid van de infrastructuur van de vaarwegen. Deze kan alleen worden gegarandeerd, als de infrastructuur preventief wordt beheerd en onderhouden. Daarnaast vindt correctief onderhoud plaats, waarbij de beheerder geconfronteerd kan worden met onverwacht functieverlies, waardoor aan de gebruiker ongewild minder service kan worden geboden (stremmingen, beperkingen). Zowel het preventief als het correctief onderhoud valt onder Beheer en Onderhoud.

De activiteiten zijn erop gericht, om de scheepvaart (beroeps- en recreatievaart) zo goed mogelijk te faciliteren. Het betreft maatregelen om de breedte en diepte van de vaarweg te handhaven. Daarnaast betreft het maatregelen om de kunstwerken (sluizen en bruggen) en verkeersvoorzieningen te laten functioneren. Om verkeersoverlast tot een minimum te beperken, worden de werkzaamheden goed afgestemd; zowel onderling als met de werkzaamheden die voortkomen uit het aanlegprogramma en/of het hoofdwatersysteem.

Kustwacht

De Kustwacht Nederland is een organisatie met eigen taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. De directeur Kustwacht maakt jaarlijks een Activiteitenplan en Begroting (APB) en legt dit voor aan de Raad voor de Kustwacht. De ministerraad stelt het APB vervolgens vast.

De directeur Kustwacht heeft onvoorwaardelijke zeggenschap over vier schepen, die (vrijwel) full time kustwachttaken uitvoeren. Daarnaast heeft de directeur trekkingsrechten voor een aantal dagen per jaar op schepen van de Rijksrederij en helikopters. Tevens stelt het Ministerie van Defensie twee vliegtuigen ter beschikking.

De Minister van IenM is als coördinerend Minister voor Noordzee-aangelegenheden verantwoordelijk voor het proces van totstandkoming van geïntegreerd beleid en het APB voor de Noordzee. De overzichtsconstructie Kustwacht is als bijlage 3 aan deze begroting toegevoegd.

Overdracht Brokx-Nat

De nog over te dragen vaarwegen in het kader van Brokx-nat zijn in beeld gebracht in een eindbalans, op basis waarvan de Tweede Kamer in 2002 is geïnformeerd (Kamerstukken II 2002–2003 28 600 XII, nr. 17). Op dit artikel wordt de betaling aan provincies en gemeenten voor het onderhoud aan kanalen in Drenthe, haven Oudeschild en wegen en paden Texel verantwoord.

Meetbare gegevens

In onderstaande figuur is een verdeling gegeven van de beheer- en onderhoudskosten voor kunstwerken oevers, bodems en verkeersvoorzieningen. Deze percentages zijn gebaseerd op een meerjarig gemiddelde.

Areaal Beheer en Onderhoud
 

Eenheid

Omvang 2017

Budget x € 1.000

2017

Vaarwegen

km

6.9941

278.802

1

Peildatum ultimo 2017

Toelichting:

Het areaal bestaat enerzijds uit de hoofdtransportassen (HTA), hoofdvaarwegen (HVW) en overige vaarwegen (OVW), die voor de binnenvaart in beheer zijn bij RWS en die in totaal 3.450 kilometer meten en anderzijds het aantal kilometer zeevaartweg van in totaal 3.544 kilometer.

Als gevolg van de overdracht van de Noordervaart in 2017 zal de lengte vaarweg met 10 kilometer afnemen.

Indicatoren Beheer en Onderhoud

Indicator

2014

2015

streefwaarde 2016

streefwaarde 2017

uren gestremd

Technische Beschikbaarheid (gehele areaal)

99,3%

98,9%

99,0%

99%

n.v.t.

Geplande stremmingen (gehele areaal)

0,2%

0,9%

0,8%

0,8%

3.365

Ongeplande stremmingen (gehele areaal)

0,5%

0,2%

0,2%

0,2%

711

Toelichting:

De technische beschikbaarheid geeft aan in welke mate het vaarwegennet beschikbaar is voor veilig gebruik. De geplande en ongeplande stremmingen geven een beeld van de betrouwbaarheid en beschikbaarheid van de sluizen en bruggen op deze vaarwegen. De percentages zijn berekend door de stremmingen af te zetten tegen de totale bedientijd van deze objecten. De streefwaarden voor 2017 zijn gelijk aan 2016.

15.02.04 Vervanging

De veiligheid en de beschikbaarheid van het hoofdvaarwegennet moeten in stand worden gehouden tegen de achtergrond van een beperkte technische levensduur van kunstwerken. Het einde van de levensduur kan ontstaan door de ouderdom van het kunstwerk of door intensiever gebruik dan bij het ontwerp is voorzien. Door de intensieve aanleg in de eerste helft en voornamelijk ook vanaf de jaren 60 van de vorige eeuw valt te verwachten dat deze problematiek geleidelijk toeneemt. De projecten zijn opgenomen in het MIRT Overzicht3.

Vervangingen en renovaties van kunstwerken worden ondergebracht binnen het programma Vervanging en Renovatie. De scope van het programma omvat alle kunstwerken waar zich binnen de duur van het programma een levensduurproblematiek voordoet met mogelijke ernstige gevolgen voor de veiligheid en beschikbaarheid van het hoofdvaarwegennet. De projecten in het programma Vervanging en Renovatie verlengen de levensduur van de kunstwerken, zodat de veiligheid en de beschikbaarheid van de bestaande infrastructuur in stand wordt gehouden.

Het resterende deel van het programma Nota Mobiliteit Achterstallig Onderhoud Vaarwegen (NoMo AOV) is niet in het programma Vervanging en Renovatie opgenomen maar wel onderdeel van 15.04.02. Daarom staat in onderstaande tabel een overzicht van objecten NoMo AOV-onderdelen die niet voor 2016 zijn afgerond.

Overzicht objectenprogramma Vervangingen en renovaties

Vaarweg

Objecten/maatregel

gereed

Zeeland

Modernisering Object Bediening Zeeland (MOBZ, deel 1)

2017

Zeeland

Onderhoud damwanden en vaarwegen Zeeland

2017

Oost-Nederland

Onderhoud vaargeulen NederRijn, Ijssel, Twentekanalen/Meppelerdiep en Zwarte Water

2018/ 2020

Noord-Holland

Aanpassing bodembescherming, sluizen en bruggen en overige kunstwerken in verband met hogere belasting Noord-Holland

20171

Limburg en Ijsselmeergebied

Renovatie kunstwerken Limburg en Ijsselmeergebied

gereed2

Utrecht

Renovatie stalen boogbruggen Amsterdam-Rijnkanaal (KARGO)

gereed

Utrecht

Oevers Amsterdam-Rijnkanaal (damwanden en meerplaatsen)

gereed

Brabantse kanalen

Onderhoud oevers en bodems Brabantse kanalen

gereed

Maasroute

Onderhoud Oevers en bodems Maasroute

gereed

Zuid-Holland

Onderhoud Oevers en bodems vaarwegen Zuid-Holland

gereed

Diverse

Achterstallig basisonderhoud diverse regio’s

Gereed

1

Het verwerken van de nieuwe inzichten op het besturingssysteem van objecten in het Noordzeekanaal leidt tot extra werkzaamheden. In combinatie met meerdere werkzaamheden rond de sluizen bij IJmuiden en een beperkt seizoen waarin werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd, schuift de oplevering van de Noord-Hollandse maatregelen van 2016 naar 2017.

2

Op verzoek van o.a. de gemeente Stein worden onderhoudswerkzaamheden aan de brug Berg eerder uitgevoerd. De maatregelen aan de brug Urmond in het pakket van Limburgse maatregelen worden hiervoor getemporiseerd. Met uitzondering van deze werkzaamheden zijn renovaties van kunstwerken in IJsselmeergebied en Limburg afgerond.

15.03 Aanleg

Motivering

Onder dit programma vallen alle activiteiten die noodzakelijk zijn voor de aanleg- en planuitwerking activiteiten bij het hoofdvaarwegen netwerk.

15.03.01 Realisatie

Producten

In 2017 wil IenM de volgende mijlpalen realiseren:

Mijlpaal

Project

Openstelling

De Zaan (Wilhelminasluis)

Verruiming vaarweg Eemshaven–Noordzee

Vaarweg Lemmer–Delfzijl fase 1

Vaarweg Meppel–Ramspol (keersluis Zwartsluis)

Projecten in het kader van Quick-wins regeling Binnenhavens

Quick-wins Volkeraksluizen

Start realisatie

Twentekanalen verruiming fase 2

Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Beneden Lek

Nieuwe Sluis Terneuzen

Lichteren Buitenhaven Ijmuiden

Capaciteitsuitbreiding Sluis Eefde

De belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

  • Het project Lekkanaal (3e Kolk Beatrixsluis en verbreding kanaalzijde en uitbreiding ligplaatsen) is met de DBFM-conversie in deze begroting overgegaan van het realisatieprogramma (15.03.01) naar Geïntegreerde contractvormen (15.04).

  • De projecten capaciteitsuitbreiding Sluis Eefde en Twentekanalen verruiming (fase 2) zijn van planuitwerking overgegaan naar de realisatiefase. De kosten zijn gestegen door onverwacht hogere kosten voor damwanden, erosiebeschermende maatregelen en vastgoedkosten. Het budget is aangevuld vanuit de investeringsruimte (15.07).

  • Binnen het project Amsterdam-Rijnkanaal (verwijderen keersluis Zeeburg) heeft zich een aanbestedingsmeevaller voorgedaan.

  • Bij de Zuid-Willemsvaart (Maximakanaal en opwaardering tot Veghel) is sprake van een aanbestedingsmeevaller.

  • Het project Nieuwe Sluis Terneuzen is in deze begroting van planuitwerking naar de realisatiefase gegaan. Voor dit project worden diverse bijdragen ontvangen: een bijdrage van Vlaanderen (€ 495 miljoen), een CEF-subsidie (€ 34 miljoen4) en bijdragen van de Provincie Zeeland, de gemeente Terneuzen en Zeeland Seaports (gezamenlijk € 10,0 miljoen). Daarnaast is de bijdrage aan Vlaanderen voor de extra kosten voor kanaalaanpassingen aan dit project toegevoegd (€ 165 miljoen).

  • Het project Toekomstvisie Waal/deelproject Tuindorp en het project capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Beneden-Lek zijn in deze begroting van planuitwerking naar de realisatiefase gegaan.

Projectoverzicht behorende bij 15.03.01: Realisatieprogramma Hoofdvaarwegennet (Budget in € mln.)
 

Totaal

 

Openstelling

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

later

huidig

vorig

Projecten Nationaal

                       

Quick Wins Binnenhavens

61

65

59

1

1

         

2009–2016

2009–2016

Impuls Dynamisch Verkeersmanagement Vaarwegen

97

98

80

11

7

         

2015

2014

Subsidieprogramma Zeehaveninnovatieproject voor Duurzaamheid (ZIP)

4

5

4

0

           

2016

2015

Walradarsystemen

25

25

19

2

3

         

2018

divers

Beter Benutten

20

20

14

1

 

5

           

Projecten Noordwest-Nederland

                       

De Zaan (Wilhelminasluis)

13

13

10

     

3

     

2017

2016–2017

Projecten Zuidwest-Nederland

                       

Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Rijn Scheldeverbinding

2

2

0

1

           

2016

2016

Nieuwe Sluis Terneuzen

999

294

2

80

4

170

218

224

176

125

2022

2021

Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Beneden-Lek

12

12

0

1

8

3

       

2019

2017

Quick Wins Volkeraksluizen

3

3

   

3

         

2017

2016–2017

Projecten Zuid-Nederland

                       

Wilhelminakanaal Tilburg

82

81

55

8

19

   

0

   

ntb

2016

Zuid-Willemsvaart: aanleg Maximakanaal en opwaarderen tot Veghel

430

454

409

9

2

9

2

     

2015

2015

Maasroute, modernisering fase 2

628

636

514

23

20

20

20

30

1

 

2018

2018

Projecten Oost-Nederland

                       

Vaarweg Meppel-Ramspol (keersluis Zwartsluis)

64

64

31

12

9

3

5

0

4

 

2017

2017

Capaciteitsuitbreiding sluis Eefde

83

75

4

5

19

25

15

7

0

8

2020

2019–2020

Verruiming Twentekanalen fase 2

37

27

1

7

12

7

10

     

2019

2018–2020

Projecten Noord-Nederland

                       

Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 1: verbetering tot klasse Va

284

284

251

1

15

17

0

0

   

2017

2017

Verruiming vaarweg Eemshaven-Noordzee

30

30

7

5

14

 

4

     

2017

2017

Overige projecten

                       

Kleine projecten / Afronding projecten

4

3

 

3

0

1

0

         

Afrondingen

     

1

2

– 1

– 1

     

Totaal uitvoeringsprogramma

2.878

2.191

1.460

171

138

260

277

260

180

133

   

Realisatieuitgaven op IF 15.03.01 mbt planuitwerking

     

7

13

3

0

0

       

Programma Realisatie (IF 15.03.01)

     

178

151

263

277

260

180

133

   

Budget Realisatie (IF 15.03.01)

     

178

151

263

277

200

240

133

   

Overprogrammering (–)

             

– 60

60

     

Zoals in de leeswijzer beschreven, is voor projecten in bovenstaande tabel waar mogelijk een digitale verwijzing opgenomen naar de projectbladen in het MIRT Overzicht. Zodra een project is opengesteld, wordt het project in het overzicht «Gerealiseerde projecten» van het MIRT Overzicht opgenomen, waarmee het projectblad komt te vervallen. Dit jaar is op het MIRT blad voor de realisatieprojecten aanvullende informatie toegevoegd over de ontwikkeling van planning en budget in de afgelopen vijf jaar en de financiële voortgang van de projecten. Na openstelling vinden er in de regel nog (na)betalingen plaats, waardoor het project wel opgenomen blijft in bovenstaande tabel.

15.03.02 Verkenningen en planuitwerkingen

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

  • Het project Zeetoegang Ijmond is met de DBFM-conversie in deze begroting overgegaan naar Geïntegreerde contractvormen (artikelonderdeel 15.04). De (aanbestedings)meevaller is toegevoegd aan de investeringsruimte.

  • Het project Nieuwe Sluis Terneuzen is in deze begroting van de planuitwerking naar het realisatieprogramma gegaan.

  • De projecten capaciteitsuitbreiding Sluis Eefde en Twentekanalen verruiming (fase 2) zijn van planuitwerking overgegaan naar de realisatiefase.

  • Vaarweg Lemmer-Delfzijl, fase 2: Vanwege een bijdrage aan rijksbrede taakstellingen en het beheersbaar houden van de kasproblematiek is aanpassing van de kasreeks nodig waardoor er vertraging in openstellingsdatum optreedt.

  • Het project Toekomstvisie Waal/deelproject Tuindorp en het project capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Beneden-Lek zijn in deze begroting van planuitwerking naar de realisatiefase gegaan.

  • Het studiebudget externe kosten planuitwerkingen is via het saldo mee- en tegenvallers opgehoogd conform afspraken uit de begroting 2016 bij de omzetting kerntaken RWS.

Projectoverzicht behorende bij 15.03.02: Verkenningen en planuitwerkingen Hoofdvaarwegennet (Budget in € mln.)
 

Budget

 

Planning

 

Projectomschrijving

huidig

vorig

PB of TB

Openstelling

Verplicht

       

Realisatieuitgaven op IF 15.03.01 mbt planuitwerkingsprojecten

– 23

– 61

 

nvt

Projecten Noord-Nederland

       

Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 2

102

102

2016

2023–2025

Gebonden

       

Projecten Nationaal

       

Bijdrage aan agentschap tbv externe kosten planuitwerkingen

14

5

 

Projecten Noordwest-Nederland

       

Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Amsterdam-Lemmer

6

6

 

2025–2027

Lichteren buitenhaven Ijmuiden

65

65

2017

2019

Vaarweg Ijsselmeer-Meppel

36

36

 

2023

Projecten Zuidwest-Nederland

       

Capaciteitsuitbreiding overnachtingplaatsen Merwedes

20

20

2019

2021

Verkeerssituatie splitsing Hollandsch Diep-Dordtsche Kil

10

10

2010

2025–2027

Capaciteit Volkeraksluizen

152

152

 

2024–2026

Projecten Oost-Nederland

       

Bovenloop Ijssel (Ijsselkop tot Zutphen)

36

36

 

2026–2028

Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Ijssel

28

28

2018

2019–2020

Toekomstvisie Waal

131

131

2016

2019–2021

Bestemd

495

510

   

Projecten in voorbereiding

       

Projecten Nationaal

       

Reservering consequenties areaaluitbreiding op beheer en onderhoud

       

Projecten Zuidwest-Nederland

       

Kreekraksluizen

     

2026–2028

Projecten Oost-Nederland

       

Verkenning Ijssel fase 2

     

2028

Reservering garantstelling Twentekanalen

     

2018–2020

Overige projecten in voorbereiding

       

Gesignaleerde risico’s

       

Totaal programma planuitwerking en verkenning

1.072

     

Begroting 15.03.02

1.072

     

Legenda:

PB = Projectbesluit

TB = Tracébesluit

Zoals in de leeswijzer beschreven, is voor projecten in bovenstaande tabel waar mogelijk een digitale verwijzing opgenomen naar de projectbladen in het MIRT Overzicht. Zodra een project is opengesteld, wordt het project in het overzicht «Gerealiseerde projecten» van het MIRT Overzicht opgenomen, waarmee het projectblad komt te vervallen. Dit jaar is op het MIRT blad voor planuitwerkingprojecten aanvullende informatie toegevoegd over de ontwikkeling van planning en budget in de afgelopen vijf jaar.

Onderstaand is de budgetflexibiliteit voor de periode 2016–2030 weergegeven voor aanleg planuitwerkingen en verkenningen door inzicht te verstrekken in de opbouw van de MIRT-budgetten tot en met 2030.

15.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

Motivering

Infrastructuurprojecten die via een DBFM (Design, Build, Finance en Maintain) contract worden aanbesteed, hebben als kenmerk dat sprake is van de overdracht van de integrale onderdelen van een bouwproject (ontwerp, bouw, onderhoud en financiering) aan een private opdrachtnemer. In plaats van een product wordt een dienst uitgevraagd, te weten de beschikbaarheid van de infrastructuur. De betaling voor deze dienst vindt plaats aan de hand van de overeengekomen prestatie die wordt afgezet tegen de daadwerkelijk geleverde prestatie, de beschikbaarheid. De beschikbaarheidsvergoeding wordt pas uitgekeerd na oplevering van het project; tijdens de bouw dient de DBFM-opdrachtnemer daarom zelf de financiering te regelen. Omdat het project gefinancierd is door banken en/of institutionele beleggers, is sprake van een sterke druk vanuit de financiers op de private opdrachtnemer om de afgesproken prestatie ook te leveren: op tijd en binnen de geraamde kosten. Een lager prestatieniveau leidt tot lagere betalingen, die op hun beurt de terugbetaling van de financiering moeten zekerstellen. In de bouwfase is doorgaans wel sprake van een gedeeltelijke betaling (de partiële beschikbaarheidsvergoeding) als sprake is van de uitbreiding van een bestaande weg die ook tijdens de verbouwing beschikbaar moet blijven voor het wegverkeer. Bij openstelling van de weg wordt overgegaan naar een volledige beschikbaarheidsvergoeding. Het afronden van een aanbesteding resulteert in een meerjarige verplichting van zowel aanleg als ook beheer en onderhoud op het desbetreffende project. Op dit begrotingsartikel bestaat daarmee geen enkele budgetflexibiliteit. Slechts bij onderpresteren van de DBFM-opdrachtnemer kunnen boetes en kortingen worden aangebracht. Tot dusver is dat bij ieder project wel eens gebeurd, zij het niet van een omvang die expliciet zichtbaar wordt op dit begrotingsartikel. Afgezet tegen de maximale beoogde beschikbaarheidsvergoeding volgens het contract varieert de werkelijk geleverde beschikbaarheid gemiddeld rond de 99%. De verplichting aan de DBFM-opdrachtnemer vervalt aan het einde van de looptijd van het contract waarna het beheer en onderhoud van deze wegvakken terugkomen bij RWS en de bijbehorende budgetten gaan vallen onder het reguliere onderhoudsartikel (artikelonderdeel 15.02 Beheer, Onderhoud en Vervanging). In bijlage 4 Instandhouding is inzichtelijk gemaakt welke bedragen hiermee gemoeid zijn.

De Brief Prioritering Investeringen Mobiliteit en Water (Kamerstukken II 2010–2011 32 500 A, nr. 83) bevat een lijst van in totaal 10 potentiële DBFM-projecten op het hoofdvaarwegennet. Al deze projecten worden getoetst aan kwalitatieve criteria en op mogelijke financiële meerwaarde. In de Voortgangsrapportage DBFM(O) wordt periodiek gerapporteerd over de DBFM-dealflow op langere termijn (meest recente voortgangsrapportage DBFM(O): Kamerstukken II 2014–2015 28 753, nr. 35).

Producten

Op dit moment zijn er nog geen DBFM projecten op het hoofdvaarwegennet gerealiseerd. In 2013 is het DBFM Sluizenprogramma in werking gesteld waar de volgende projecten in ondergebracht zijn: Sluis Limmel, 3e Kolk Beatrixsluis, Sluis bij Eefde en Zeetoegang IJmond. Daarna is besloten om voor het project Kanaalzone Gent Terneuzen een DB-aanbesteding voor te bereiden zodat maximaal kan worden geprofiteerd van TEN-T-subsidies vanuit de EU vanwege een eerdere start van de bouw.

Het contract voor de Sluis Limmel is het eerste project uit het DBFM Sluizenprogramma en is in 2014 afgesloten. In het 3e kwartaal van 2015 is het project gestart. De verwachting is dat de nieuwe Sluis Limmel in 2018 wordt opengesteld. Het contract kent een onderhoudsperiode van 30 jaar waardoor ook na deze begrotingsperiode, de beschikbaarheidsvergoedingen zijn vastgelegd. In 2048 eindigt deze reeks waarna de onderhoudsbudgetten voor deze sluis weer zichtbaar zullen worden op het onderhoudsartikel.

Het DBFM-contract voor de Zeetoegang Ijmond is in september 2015 getekend, en dat voor de 3e Kolk Beatrixsluis begin dit jaar. Overheveling van de begrotingsbedragen vanuit de budgetten voor aanleg en onderhoud naar dit begrotingsartikel heeft in deze begroting plaatsgevonden.

Projectoverzicht behorende bij 15.04.01: Geïntegreerde contractvormen Hoofdvaarwegennet (Budget in € mln.)
 

Totaal

 

Openstelling

Eind

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

later

huidig

vorig

contract

Projecten Noordwest-Nederland

                         

Lekkanaal: 3e kolk Beatrixsluis en verbreding kanaalzijde/uitbreiding ligplaatsen

405

234

16

10

4

4

21

67

13

270

2019

2020

2046

Zeetoegang Ijmond

917

664

32

32

3

26

189

73

27

534

2019

2019

2045

Projecten Zuid-Nederland

                         

Keersluis Limmel

89

81

4

3

4

10

2

15

2

48

2018

2018

2048

Totaal

1.411

 

52

45

11

40

212

155

42

852

     

Zoals in de leeswijzer beschreven, is voor projecten in bovenstaande tabel waar mogelijk een digitale verwijzing opgenomen naar de projectbladen in het MIRT Overzicht. Zodra een project is opengesteld, wordt het project in het overzicht «Gerealiseerde projecten» van het MIRT Overzicht opgenomen, waarmee het projectblad komt te vervallen. Dit jaar is op het MIRT blad voor de realisatieprojecten aanvullende informatie toegevoegd over de ontwikkeling van planning en budget in de afgelopen vijf jaar en de financiële voortgang van de projecten. Bij DBFM projecten worden na de openstelling de beschikbaarheidsvergoedingen betaald, waardoor het project wel opgenomen blijft in bovenstaande tabel.

15.06 Netwerkgebonden kosten Hoofdvaarwegennet

Motivering

Op dit artikelonderdeel worden de aan het netwerk te relateren apparaatskosten (inclusief afschrijving en rente) van RWS en de overige netwerkgebonden kosten geraamd. De overige netwerkgebonden kosten komen ten goede aan verkeersmanagement, beheer, onderhoud, vervanging, aanleg en DBFM, en betreffen taken die gecentraliseerd binnen RWS worden opgepakt. Het gaat bij deze zogeheten landelijke taken onder meer om het verzamelen van basisinformatie, onderhouden van ICT systemen, het inspecteren van het areaal en de ontwikkeling van kennis en innovatie. Er is gekozen voor centrale uitvoering met het oog op enerzijds uniformiteit in werkwijze en anderzijds kostenbesparing.

Rijksrederij

De Rijksbrede Civiele Rijksrederij is een organisatie die nautische diensten levert aan andere overheden zoals het Ministerie van EZ, Financiën (Douane), IenM en de Kustwacht. De Rijksrederij valt onder de verantwoordelijkheid van RWS. De kerntaken van de Rijksrederij zijn:

  • Het ter beschikking stellen van vaartuigen voor een bepaalde tijdsduur (al dan niet met nautische bemanning) met een door de opdrachtgever gespecificeerd dienstverleningsniveau;

  • Het leveren van kennisintensief advies aan overheidsinstellingen bij beheer, ontwerp en aanbesteding van vaartuigen;

  • Het leveren van kennisintensief advies op het gebied van eisen aan bemanningen, veiligheidsmanagement en scheepsuitrustingen.

15.07 Investeringsruimte

Motivering

Op dit artikelonderdeel wordt de voor dit artikel beschikbare investeringsruimte tot en met 2030 verantwoord. De investeringsruimte betreft de budgettaire ruimte waarvoor nog geen bestuurlijke of juridische verplichtingen zijn aangegaan. Deze ruimte is onder meer beschikbaar voor het kunnen opvangen van (toekomstige) risico’s.

De in de begroting 2016 opgenomen stand van de beschikbare investeringsruimte tot en met 2028 bedroeg € 112 miljoen. Door de hieronder vermelde belangrijkste (budgettaire) aanpassingen bedraagt deze ruimte in de ontwerpbegroting 2017 nu € 163 miljoen tot en met 2030.

  • Om de flexibiliteit binnen het Infrastructuurfonds te garanderen, heeft het kabinet besloten dat gedurende de huidige kabinetsperiode van de investeringsruimte die met de verlenging tot en met 2030 ontstaat nog maximaal € 1,4 miljard mag worden bestemd voor (nieuwe) ambities en risico’s. Hiervan is € 98 miljoen toebedeeld aan Vaarwegen.

  • Opvangen van de ramingsbijstelling Infrastructuurfonds (– € 68 miljoen).

  • Bijdrage aan de rijksbrede taakstelling Veiligheid en Justitie en Migratie (– € 1 miljoen).

  • Bijdrage aan Eenvoudig Beter (– € 10 miljoen).

  • Bijdrage aan de Topsector Logistiek (– € 2 miljoen).

  • Vrijval bij projecten Zeetoegang Ijmond (+ € 81 miljoen) en Zuid-Willemsvaart (+ € 24 miljoen).

  • Tegenvallers Sluis Eefde (– € 7,5 miljoen) en Twentekanalen (– € 10 miljoen).

  • Bijdrage aan havenprojecten Caribisch Nederland (– € 12 miljoen).

  • Aanvulling onderhoudsbudget t.b.v. kosten schadevaringen (– € 30 miljoen).

  • Bijdrage aan doorvaart en medegebruik Windmolenparken op Zee (– € 1 miljoen).

  • Verwerking van het saldo mee- en tegenvallers (– € 11 miljoen). Het saldo is verminderd met een ophoging van het studiebudget «externe kosten planuitwerkingen» op artikel 15.03.02 (conform afspraken uit de begroting 2016 bij de omzetting kerntaken RWS).

15.07 Investeringsruimte Hoofdvaarwegennet (bedragen x € 1.000)
 

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

Investeringsruimte

0

0

0

0

0

0

0

0

Totaal

0

0

0

0

0

0

0

0

(vervolg) 15.07 Investeringsruimte Hoofdvaarwegennet (bedragen x € 1.000)
 

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

2016–2030

15.07.01 Programmaruimte

0

0

0

57.243

27.280

39.929

38.342

162.794

Totaal

0

0

0

57.243

27.280

39.929

38.342

162.794

4

Er is in totaal € 48 miljoen aan subsidie ontvangen. Het verschil wordt als reservering aangehouden voor verrekening.

Licence